home algemeen sites historische literatuur op alfabet op periode Nederlandse romans Indonesië W.O.II


Historische Romans

 

 

 

De gezant van Commodus (Libertus de mozaïekmaker 3), Rosemary Rowe

Zelhem, De Leeskamer, 2006, 252 blz. Vertaling: Kees van Weele; omslag: Leo Wilschut. 

Tijd en ruimte: Romeins Brittannia, 187 na Christus. 

Genre & thematiek: historische detective 

Doelgroep: 12 - 18 jarigen & volwassenen. 

Inhoud 

Hoofdstuk I 

De man die buiten voor de basilica lag was dood. Dood en besmeurd met aarde, als iemand die mijlen achter een officieel Romeins rijtuig is voortgesleept. Zoals deze man klaarblijkelijk was overkomen.

Dit was geen slimme gevolgtrekking van mij. Het officiële Romeinse rijtuig in kwestie stond pal voor mijn neus en het ongelukkige slachtoffer was er nog steeds aan vastgeketend, met zijn handen tegen zijn zijden gebonden, zodat hij zijn gezicht niet had kunnen beschermen. Zijn ketenen waren net lang genoeg gelaten om zijn kwelling nog wat te rekken en hadden het hem mogelijk gemaakt achter de kar aan te strompelen tot hij niet meer kon. Daarna was hij gestruikeld - dat kon niet anders - en meedogenloos, met het hoofd eerst, voortgesleept. De Romeinse gezagsdrager die het bevel moest hebben gegeven, zat nog steeds zelfvoldaan in zijn vervoermiddel.

Ik bekeek het beklagenswaardige lijk en trok wit weg. Niet vanwege het gehavende hoofd en de bebloede ledematen - ik had wel vaker mannen gezien die op deze manier waren terechtgesteld - maar toen ik de resten uniformstof zag die nog aan het lichaam kleefden. Die scharlaken tuniek en dat goudborduursel konden maar één ding betekenen: dat de drager een bediende was van mijn beschermheer, Marcus Septimus Aurelius, de persoonlijke vertegenwoordiger van de regionale gouverneur. Ik dacht het slachtoffer zelfs te kennen.

Libertus is een vrijgelaten Britse slaaf van Keltische afkomst. Hij vervaardigt mozaïeken in Glevum (het huidige Gloucester). Hij heeft een talent ontwikkeld voor het ontwarren van raadsels. Zijn beschermheer Marcus Septimus, de persoonlijke afgezant van gouverneur Pertinax, doet regelmatig een beroep op zijn bekwaamheid in aangelegenheden die de mogelijkheden van het bestuur te boven gaan. 

De Romeinse gezagsdrager die verantwoordelijk is voor de wrede dood, hierboven beschreven, is Perennis Felix, gezant van keizer Commodus. Een bijzonder onaangename figuur, een waardige dienaar van zijn sinistere meester! Wat hij eigenlijk in Glevum komt doen, is niet meteen helemaal duidelijk. Maar hij wil Libertus’ beschermheer Marcus Septimus zeer dringend spreken. En die is niet thuis, maar op een dagreis afstand op vrijersvoeten bij de bekoorlijke en beeldschone Julia Delicta, weduwe geworden in het vorige boek, Een patroon van bloed.

Geen nood, binnen de kortste keren hotst Libertus in de persoonlijke reiskoets van de gezant, gemend door diens persoonlijke paardenmenner en beul Zetso, Marcuswaarts. Die vreest dat het bezoek van Perennis minder te maken heeft met politiek dan met de onwelkome huwelijksplannen van zijn moeder en van Perennis Felix zelf. Om hen te snel af te zijn kruipt hij met zijn Julia door de mazen van de Romeinse wetgeving en huwt hij haar nog dezelfde namiddag, voor hij terugkeert naar Glevum. 

Diezelfde avond houden de magistraten van Glevum (noodgedwongen) een welkomstfeest in de mooiste villa van de hele stad, die even noodgedwongen aan de gezant is afgestaan. Marcus is aanwezig aan de eretafel, samen met een roodharige Kelt, die beroemd is voor zijn bronssmeedwerk, zijn opvallende snor en zijn opvliegend temperament en daarom Egobarbus (ik, de baard) wordt genoemd. Alleen… een heel eind van de eretafel vandaan zit Libertus, die Egobarbus kent van vroeger en weet dat iemand anders zich voor hem uitgeeft! Ondertussen maakt hij kennis met een berooide jonge Romein, Octavius, smoorverliefd op de nochtans als erg onaantrekkelijk bekend staande dochter van de gezant, die hij verwacht had aan te treffen bij haar vader. En dan is er nog Gaius, de eigenaar van de opgeëiste villa en die Perennis Felix om meer dan een oude reden niet moet. 

Tijdens het banket verslikt Perennis Felix zich in een noot … en stikt. Tenminste, dat is de officiële versie. Want als het Commodus ter ore moest komen dat zijn gezant in werkelijkheid vergiftigd is, zou het er meer dan belabberd uitzien voor heel Glevum! Marcus noch Libertus raken wijs uit het kluwen van raadsels. De wagenmenner Zetso, zowel als Egobarbus en nog een stel Kelten zijn spoorloos verdwenen, onmiddellijk na de moord. Vlak daarna wordt een knappe, blonde slavin van Julia Delicta, de kersverse echtgenote van Marcus, neergestoken. Dit tot grote droefheid van Junio, het hulpje van Libertus, die op het meisje verliefd is. Julia is ervan overtuigd dat de aanslag op haar was gericht. De zaken raken meer en meer ingewikkeld. Libertus wordt beschuldigd van majesteitsschennis en samen met Zetso op een kar terug naar Glevum gevoerd om berecht te worden. Juist dan kruist zijn weg kortstondig een ‘verweerd doch knap gezicht’: zijn verdwenen vrouw Gwellia, naar wie hij al jaren op zoek is. 

Het komt tot een rechtszaak, onder voorzitterschap van niemand minder dan Pertinax, de gouverneur van heel Brittannia, die naar Glevum is gekomen voor de begrafenis van de keizerlijke gezant. Eens te meer blijken de dingen niet te zijn wat ze lijken en ontvouwt zich een patroon met vertakkingen over heel Brittannia en tot in de omgeving van de keizer. Libertus wordt vrijgesproken en geniet de eer van een nieuw banket, ditmaal aan de eretafel met Pertinax. Die hem bovendien belooft dat hij zijn vrouw mag gaan opsporen. Voor een keer: eind goed, al goed. 

Historische achtergrond 

Zoals altijd is ook dit derde boek voorafgegaan door een inleiding over de historische achtergrond. Laten we die even wat aanvullen. Keizer Marcus Aurelius is opgevolgd door zijn incompetente en onevenwichtige zoon Commodus (keizer: 180-192), die steeds meer aan populariteit inboet.

Sinds 177 was hij mederegent van zijn vader, die in 180, tijdens een offensief tegen de grensvolken aan het Donaufront, overleed. (Dit kon je zien in het begin van de film Gladiator waar het Commodus is die Marcus Aurelius wurgt, wat bijna zeker niet klopt met de historische waarheid.)

Een half jaar later sloot Commodus met de Germanen een voor Rome ongunstige vrede en keerde naar de hoofdstad terug. Daar liet hij de regering aan hebzuchtige en wrede gunstelingen, als de gardeprefect Tigidius Perennis (de broer van de fictieve Felix uit dit boek). In de loop der eeuwen heeft men zich vaak erover verwonderd dat de plichtsbewuste Marcus Aurelius, een der zeer grote keizers, geen enkele poging heeft gedaan om zijn ontaarde zoon als opvolger te weren, maar integendeel heeft getracht hem in zijn latere functies in te wijden. Zodra Commodus aan het bewind kwam, gaf hij duidelijke tekenen van machtswaanzin. Hij voerde een wreed despotisme in, dat op het leger steunde en zich vooral tegen de senatoriale adel richtte, die ondanks zijn zwakheid toch enige complotten smeedde, wat aanleiding gaf tot een groot aantal terechtstellingen. 

Commodus, steeds meer geobsedeerd door de figuur van de halfgod Hercules, schandaliseerde intussen de goegemeente door in het amfitheater als dierenvechter en (in schijngevechten) als gladiator op te treden. Ten slotte poseerde hij (ook in munt en beeld) als geïncarneerde Romeinse Hercules, compleet met knots en leeuwenhuid. Zijn liederlijke verkwisting en wanbeheer verergerden de financiële crisis in het rijk, met als gevolg boeren- en soldatenopstanden en algemene onrust. Op het einde van zijn leven liet hij zich 'Zoon van Jupiter' noemen. De stad Rome gaf hij de naam Colonia Commodiana. Zijn concubine Marcia vergiftigde hem; toen hij het gif uitbraakte, liet zij hem door een atleet in zijn bad wurgen (192). Een hysterische Senaat vloekte zijn nagedachtenis (damnatio memoriae) en riep de oude Pertinax tot keizer uit, dezelfde man die in deze Libertusromans gouverneur van Brittannia is. 

Bespreking en didactische verwerking

De spanningsboog is in dit verhaal, evenmin als in de voorafgaande delen, niet zo heel sterk gespannen: er zit weinig vaart in het ontraadselen van het mysterie. En toch blijf je geboeid lezen omdat de schrijfster de historische achtergronden van grote politiek en dagelijks leven in het Romeinse Brittannia zo handig doorheen het boek weeft en de intrige zich logisch ontwikkelt vanuit die omstandigheden en de zeer verschillende karakters annex karaktergebreken van de betrokkenen. 

- Uitgeverij De Leeskamer heeft zich gespecialiseerd in historische thrillers. Ze heeft de aanbevelingswaardige gewoonte om het eerste hoofdstuk van een aantal romans op haar website te publiceren als smaakmaker. Hier kun je dus eveneens veilig een geschikt boek laten kiezen. 

- Voor het werken met historische lectuur zie op de site van de VVLG de algemene artikels over het werken met (jeugd)literatuur: Gelezen tijd. Historische romans in de tweede en derde graad: cultuuroverdracht en leesplezier, Wachters voor de poorten van het millennium. Historische (jeugd)romans als medium voor cultuuroverdracht en waardeverduidelijking en Concreet werken met historische romans in de klas.

Een heel goede en bijzonder uitgebreide afdeling historische romans met verschillende ingangen o.a. alfabetisch via auteur, vind je eveneens op de website van Histoforum

- Je kunt leerlingen in complementaire groepjes laten werken rond andere historische romans over dezelfde periode, waarvan je op deze site van de VVLG voldoende voorbeelden vindt.

Of als variante laat je een klas werken rond uitsluitend historische thrillers uit diverse tijdperken. 

- Deze periode is ook onderwerp van de film ‘Gladiator’ (2000)

Jos Martens