De Dans van
de Trom. Een Maya-ritueel, Ruud van Akkeren
Schoorl, Uitg. Conserve, 2006, 403 blz.plaats en tijd:
Guatemala, april 1546.
Thematiek: botsing van
culturen Maya-Spanjaarden.
Doelgroep: 14 +
& volwassenen.
Waardering:
****/****
Inhoud
Proloog
Er waren meerdere kalenders. Zoals de
zonnekalender, en de rituele kalender waarmee men voorspelde en waarvan
men zei dat de voorouders deze ooit hadden ontleend aan de periode dat
een kind in de baarmoeder zat. Die twee liepen door elkaar heen,
draaiden als raderen en legden een tijdstip vast. Dat duurde
tweeënvijftig jaar en dan kwam de dag waarop de twee raderen opnieuw
begonnen.Dat was een moment van ingehouden spanning. Zouden
de Goden de mens een nieuwe cyclus toekennen? Het was alsof de wereld
opnieuw geschapen moest worden, zoals aan het begin der tijden toen de
eerste berg uit de oerzee was opgerezen. De berg in het middelpunt, het
onderkomen van Heer Bergen Valleien en zijn dochter Vrouwe Maan. Op zijn
bevel begaven de vier Grootvaders zich naar de hoekpunten waar zij
veranderden in bergen en de jaren op hun schouders namen. En de hemel,
want tijd en ruimte waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Elk jaar
was gewijd aan een van de vier Grootvaders: Grootvader Hert in het
oosten, Grootvader Kaak in het zuiden, Grootvader Aardbeving in het
noorden en Grootvader Wind in het westen. Telkens opnieuw, dertien
omlopen van vier jaar tot de tweeënvijftig jaar om waren. Dan hield men
de adem in. Alles werd eraan gedaan om Grootvader Hert die het rad in
gang zette en de wildste van de vier was, gunstig te stemmen; hem met
dans, drama en offerbloed eraan te herinneren hoe het huidige tijdperk
ooit begonnen was. Daar rond die eerste berg. Rond de plaats waar Heer
Bergen Valleien woonde met zijn dochter die hij als elke vader
angstvallig koesterde. Rond Rabinal.
Zo was het verhaal dat verteld werd door de
voorouders. Er was alleen een vaag, asgrauw licht, dat kwam van de
vierhonderd sterren. Soms scheen de Ara Ster feller en pretendeerde de
zon te zijn. Het was in die tijd dat er een jonge krijger in de bossen
op de flanken van Eerste Berg joeg. Verborgen Zon was zijn naam en zijn
prooi waren de kinderen van Heer Bergen Valleien, de herten. Geregeld
kwam hij langs de grot, het paleis van de heer, een warm hertenlijf op
zijn schouders. Daar zag hij haar die gelukkige dag, Vrouwe Maan, en dat
zij van adel was zag je aan haar voorhoofd, rank en statig als een
maïskolf. Zij weefde aan een patroon van eindeloze maïsveldjes, haar
heupweefgetouw zat vastgebonden aan een jonge katoenboom vol punten. Eén
blik en zijn belangstelling voor de hertenkinderen verbleekte. De
dochter van Heer Bergen Valleien moest hij hebben, zij werd zijn nieuwe
prooi.
Maar zijn toenaderingen tot de jonge vrouw stuitten
op argwaan van de vader. Hij verbood haar met de jager te spreken.
Verborgen Zon verzon een list toen zijn oog op de bloeiende tabaksplant
voor het paleis viel. Hij ging naar de kolibrie en vroeg hem zijn veren
en puntsnavel te leen. Hij veranderde in een zoemend vogeltje en danste
sierlijk voor de zoete bloemkelken. Vrouwe Maan was verrukt, zo'n mooie
honingvogel had ze nog nooit gezien. Ze vroeg haar vader het beestje met
zijn blaaspijp te schieten, niet te doden maar slechts te verdoven.
Verborgen Zon viel door de klap uit de lucht. Sommigen zeggen dat hij
gewoon bedwelmd was door de toverhoning van de vorstendochter. Het
meisje snelde naar het hoopje veren en stak het onder haar rokken. Tegen
de avond borg zij haar weefgetouw op en ging naar haar kamer. Daarop had
de krijger gewacht en wisselde weer van gedaante. Vrouwe Maan schrok van
de man, liet zich overmeesteren en de twee belandden op de mat. Die
nacht werd de kiem gelegd voor het nieuwe tijdperk. De volgende ochtend
klonk de stem van vader Bergen Valleien. De jongelingen keken elkaar
verwilderd en verliefd aan en planden hun vlucht. Dertien keer twintig
dagen en nachten achtervolgde Heer Bergen Valleien het tweetal. Hij
schoot projectielen uit zijn blaaspijp en rukte aan het aardoppervlak
als aan een kleedje. Hij vroeg zijn broer Heer Donderwolk om hulp en die
joeg Verborgen Zon en Vrouwe Maan de stuipen op het lijf met zijn
bliksemschichten. Eindelijk bond Heer Bergen Valleien in en gaf zijn
goedkeuring aan het huwelijk. Zo werden zon en maan, en daarmee het
huidige tijdperk geboren. Sommige vertellers beweren dat Vrouwe Maan in
maïs veranderde, en dat is allemaal mogelijk want zon, maan en maïs zijn
even onontbeerlijk.
Zo werd het verteld door onze voorouders, en zij namen
bij hun verhaal een trom van een uitgeholde boomstam en brachten de
schepping tot leven in een voorstelling die nu
De Dans van de Trom heet.
(p. 5-7)
|
Dit
verhaal duurt 13 dagen in het Maya-Hoogland van Guatemala, 1546. Voor de
dominicaan, broeder Sebastián, twee weken als alle andere. Voor de Maya's zeer
zeker niet. Het zijn de laatste dagen van hun kalender. Een tijd van rusteloze
spanning. Zal Heer Bergen Valleien hen een nieuwe cyclus verlenen? Nog niet zo
lang geleden waren de verhoudingen helder. Het gunstig stemmen van de goden was
het werk van kalendervoorspellers en jaguarpriesters. Zij leidden de rituele
dansen. Nu zijn er nieuwe machthebbers. En hun geestelijken moeten niets hebben
van die ‘duivelse’ praktijken.
Het verhaal start op 17 februari 1546, Juliaanse kalender;
in de Mayakalender 2 Vogel van het jaar 13 Wind.
Santiago de Guatemala staat in rep en roer. In de stad is
doctor Grandala toegekomen, Visitador
in naam van Zijne Majesteit Karel V. De Spaanse conquistadores zijn enorm
misnoegd door de Nieuwe Wetten, kort daarvoor door de keizer uitgevaardigd door
toedoen van Bartolomé de las Casas, ‘de apostel van de Indios’. De Nieuwe Wetten
nemen de inheemsen in bescherming tegen willekeur en feitelijke slavernij op de
encomiendas, de landerijen van de
conquistadores. En dat is uiteraard niet naar hun zin. Bovendien lekt uit dat de
Visitador eveneens een bezoek zal brengen aan Rabinal-Tequicistlán, in de
Tierra de Guerra (Oorlogsgebied),
waar Spanjaarden geen toegang hebben, uitgezonderd dominicanen. Dit is de
conquistadores eens te meer een doorn in het oog.
In het gezelschap van de Visitador reizen de dominicanen
Joaquin en Sebastian mee. En Cecilia de Alvarado Ajpop Toj. Zij is de dochter
van een Mayaprinses en Pedro de Alvarado, onderbevelhebber van Hernán Cortés en
veroveraar van Guatemala. Doch niemand heeft ook maar enig vermoeden dat Cecilia
onder haar christelijke uiterlijk een Geroepene is, een Zienster, een
Kalendervoorspelster, ingewijd door haar ‘heidense’ Maya-moeder. Voor haar is
het haar allereerste bezoek aan haar Mayaverwanten, en zij beeft van opwinding
en verwachting.
Op weg naar de Tierra
de Guerra ondervinden de bezoekers hoe broos, hoe wankel ingeplant het jonge
christelijke geloof bij hun Maya-bekeerlingen is. Onderweg stoten zij in een
grot bij een beek op een mensenoffer. Het ritueel wordt geleid door enkele van
hun belangrijkste bekeerlingen! (p. 150 e.v.) De Spaanse priesters snappen niets
van de denkwereld van de op heterdaad betrapte Maya: die tonen niet de minste
schaamte over hun vreselijke godslastering, maar betuigen goede christenen te
zijn én goede volgelingen van hun eigen, duivelse goden!
Daarom bevreemdt het broeder Sebastián des te meer dat
De Dans van de Trom van hogerhand is
toegelaten. Waarom opnieuw de afgoderij aanwakkeren in zijn dorp Rabinal? En net
nu er onverwachts hoog bezoek uit Spanje is. De bedoeling van zijn ordebroeder
Joaquin is: door middel van De Dans van
de Trom de verhalen uit de Schrift na te spelen, zoals bij de Europese
christelijke mirakelspelen (p. 50). Geen van de Spanjaarden vermoedt dat
De Dans van de Trom meer is dan
zomaar een Indiaanse farsa.
Cecilia, dochter van een veroveraar en een Maya-prinses,
weet echter meer. Maar haar jade-groene ogen brengen broeder Sebastián alleen
maar in de war.
De dagen kruipen langzaam naar hun eind. En niet zonder
slachtoffers. De hoofdrolspelers zijn voorbestemd of gedoemd
De Dans van de Trom in hun eigen
lichaam te ervaren. Heer Bergen Valleien is onvoorspelbaar. Zijn ongenoegen
schept onheil. Slechts één ritme kan zijn onstuimigheid in goede banen leiden.
De klank van rubber op hout. De doffe dreun en de trompetstoot. De dwingende
werkelijkheid van De Dans van de Trom
Bespreking
Toevallig kwam het boek uit, tegelijkertijd met de film
Apocalypto van Mel
Gibson. Maar wat een wereld van verschil!
Dit is geen leesvoer voor liefhebbers van oppervlakkige spanning of snelle
actie. Een roman van dit niveau heb ik reeds lang niet meer gelezen. Om correct
te zijn: niet meer sinds
Cortés of De val (1987) en
Busbeke (2000), beide van Willy Spillebeen.
Van Akkeren schrijft stilistisch zeer plastisch en sterk
visueel. Iedereen die ooit in Guatemala in de buurt van de vulkanen en het
Atitlanmeer is geweest, iedereen die hier ooit een zonsopgang heeft meegemaakt
ziet de kleuren, het waas, de wolken, ruikt de geuren. Zijn stijl is ronduit
filmisch. Lees bijvoorbeeld de ontdekking van het mensenoffer, p. 150 e.v.
Doch het zijn vooral de inhoudelijke aspecten die schitterend
zijn uitgewerkt. Het boek roept reminiscenties op aan Eco’s
De naam van de Roos. (En ongetwijfeld
is het even geschikt voor verfilming!)
De tijdgeest wordt geëvoceerd zoals ik uiterst zelden heb
gelezen, en nog nooit in het Nederlands wat deze tijd betreft, vlak na de
conquista van Mexico en Guatemala. Je maakt kennis met mensen als Bernal Diaz
del Castillo, de schrijver van de
Historia verdadera de la conquista de la Nueva España (1), met de meubels,
kledij, huizen van de tijd. Maar nog veel belangrijker: met de denkwereld, het
wereldbeeld, de filosofische achtergronden van de betrokkenen. De roman zuigt je
binnen in een wereld, sedert eeuwen verdwenen, maar hier vibrerend van leven op
het trommelvel van het woord.
De Dans van de Trom is een
model, een voorbeeld van verantwoorde historische antropologie, een remedie
tegen vervlakkende lectuur. Kortom, die hele wereld gaat voor je open, op
voorwaarde dat je de moeite wil doen om de paden van de schrijver te volgen op
zijn route door landschap en tijd.
Een erg enthousiaste loftuiging? Volkomen terecht, geloof me.
Er is slechts één iets wat me stoort: de kaft toont een figuur die op een houten
spleettrom slaat met twee trommelstokken. Het is echter geen Maya, maar een
afbeelding uit een Azteekse codex, en de trom is een Azteekse
teponaztli. De auteur verklaarde ons
dit in een gesprek doordat voor de huidige
Dans van de Trom in Rabinal helaas
ons soort trom wordt gebruikt en er geen analoge Maya-afbeelding bekend is.
Klopt. Toch had ik graag gezien dat hier voor een keer een of ander
fotobewerkingsprogramma was ingeschakeld.
De auteur
Ruud van Akkeren is antropoloog. Hij promoveerde op het
Maya-drama De Dans van de Trom aan de
Universiteit Leiden. In Nederland geeft hij cursussen over de Indiaanse culturen
van Mesoamerika in het HOVO-programma van de VU en Erasmus. In Guatemala doet
hij onderzoek en ontwikkelt onderwijs voor Maya's over hun eigen
geschiedenis.Van zijn hand verschenen verschillende boeken. Dit is zijn eerste
roman.
De Dans van de Trom
wordt nog steeds opgevoerd in het dorp Rabinal. In 2005 werd het door UNESCO tot
Immaterieel Erfgoed van de Mensheid uitgeroepen.
Didactische
verwerking
De fascinerende Mayabeschaving loont beslist een nadere
kennismaking. Dit geldt natuurlijk ook voor geïnteresseerde volwassenen, buiten
een onderwijssituatie.
Laat eerst algemene achtergrondinformatie opzoeken. Dit is
geen overbodige luxe. Uit ervaring weten we dat leerlingen -en voor volwassenen
is het niet beter- de oude hoogculturen als Maya, Azteken en Inca's op één
hoopje vegen en door elkaar klutsen. Om nog maar te zwijgen over Tolteken,
Olmeken... Hiervoor kun je best een elektronische encyclopedie gebruiken: de
gedrukte die voorhanden zijn, zijn allemaal al achterhaald.
Aanbevolen lectuur/
audiovisueel materiaal
Ideaal als introductie is DVD
Het verloren rijk der Maya's van National Geographic.
In de bespreking zelf tref je heel wat interessante
informatie aan, plus een uitvoerige bibliografie en verzameling links.
Roeling, S.,
Terugblik op een wereldtijdperk.
Grube, N. (red.), Maya.
De goddelijke koningen van het regenwoud, Keulen, Könemann, 2001, 480 blz.
Over de conquista en de missionering in Mexico:
De conquistadores:
wereldveroveraars met oogkleppen.
Bartolomé de Las Casas
Over zijn rol in de ‘Nieuwe Wetten’, zie:
Het dilemma van Valladolid.
Pedro de Gante.
Bernardino de Sahagún en zijn encyclopedie van een verwoeste cultuur.
De
hispanisering van Nieuw-Spanje (uitgewerkte webquest)
Roman: Willy Spillebeen,
De hel bestaat, Antwerpen, Manteau, 1984 - latere herdrukken.
De 'burgeroorlog' in de jaren 1980.
Voor het verloop, zie het boek van nobelprijswinnares Rigoberta Menchu:
Burgos-Debray, E., Rigoberta Menchu, Een
bericht uit Guatemala, Leuven, Kritak, 1984, 212 blz. Vertaald door Raf
Allaert.
Voor de rol van de klederdrachten in deze genocide: zie:
Holsbeke, M. & J. Montoya (red.), 'Met
hun handen en hun ogen.' Maya-textiel, spiegel van een wereldbeeld.
Tentoonstellingspublicatie, Antwerpen, Etnografisch Museum, 2003. Besproken als
Maya-klederdrachten: een
geweven wereldbeeld
Noot
1. In het
Nederlands vertaald als: Bernal Diaz del Castillo,
De ware geschiedenis van de verovering
van Nieuw-Spanje, Amsterdam, Bert Bakker, 1999, 744 blz.
Jos Martens
|