Histoforum

    Apocalypto    

Apocalypto

VS, 2007 - DVD - duur: 2u 17 minuten - Yukatec gesproken, Nederlandse ondertitels.  

Waardering: 2,5/****
Regie: Mel Gibson
Acteurs: Rudi Youngblood, Dalia Hernandez, Morris Birdyellowhead, Jonathan Brewer.

Een grote beschaving wordt niet veroverd van buitenaf, maar vernietigd van binnenuit. 

(Proloog van de film.)

Voor de monumentale ruïnes die beschavingen uit het verleden hebben achtergelaten, heeft ieder van ons een romantische fascinatie. We voelen ons aangetrokken tot hun vaak spectaculaire en mysterieuze schoonheid. Hoe konden beschavingen die ooit zo machtig waren uiteindelijk ten onder gaan? Wat was het lot van de mensen uit die culturen? Hierbij gaat onvermijdelijk de gedachte knagen: zullen toeristen op een dag ook verwonderd staan te kijken naar de roestige casco's van de New Yorkse wolkenkrabbers, zoals wij tegenwoordig de overwoekerde ruïnes van de Maya-steden bewonderen?  

(Jared Diamond, Ondergang, Waarom zijn sommige beschavingen verdwenen en hoe kan de onze haar ondergang voorkomen?, Utrecht, Spectrum, 2005, p. 16.

Inhoud

De film start met idyllische natuurbeelden. In een bliksemsnelle overgang zien we flitsende, snel wisselende opnamen van mannen en een dier: een groepje Maya jaagt op een tapir. De jagers verdelen het wild. Het hart wordt uitgesneden en gegeten. Een van de deelnemers krijgt de teelballen, wat goed zou zijn voor de vruchtbaarheid. Zoals we later zien, heeft hij eindeloze herrie met zijn bemoeizuchtige schoonmoeder, die hem dan nog regelmatig voor schut zet voor het hele dorp, omdat hij niet in staat is kinderen te verwekken. Die rauwe teelballen zijn een practical joke van zijn vrienden, die over de grond rollen van het lachen als hij ze kokhalzend uitspuwt.

De rust wordt verstoord door nieuwkomers. Een droevig restje van een andere stam vraagt vrije doorgang, in ruil voor enkele vissen. Zij zijn overvallen door vijanden en zoeken een nieuw woongebied. De zorgeloze sfeer is plotseling verstoord. Yich’ak Balaam, Jaguarklauw (Rudy Youngblood), krijgt van zijn vader te horen dat hij met de dorpsgenoten niet mag praten over wat er gebeurd is: “Vrees is besmettelijk.”

Kort voor dageraad schiet Jaguarklauw wakker uit een nachtmerrie: een van de vluchtelingen verschijnt hem, met het eigen uitgerukte hart in de hand. Op zijn hoede wekt hij zijn zwangere vrouw en kind, net op tijd om hen in veiligheid te brengen in een diep hol. Het dorp wordt overvallen door woeste krijgers op jacht naar slaven en -zoals we later merken- geschikte kandidaten voor mensenoffers.

Een van de overvallers, een bijzonder sadistische kerel, snijdt Jaguarklauws vader de keel over. De gevangenen worden aan lange staken gebonden. Volgt dan een verschrikkelijke tocht door wouden en kolkende rivieren, over bergpaden en weer door wouden, tot ze de schitterende stad van de overvallers bereiken. Maar onder de heldere kleuren loert het verval: gewassen en mensen zijn getroffen door ziekten, besmettelijke en dodelijke ziekten. Overal liggen stervenden. Een klein meisje, dat duidelijk lijdt aan de pokken voorspelt aan de krijgers hun naderende ondergang “door een man die jaguar is en jaagt met de jaguar.” De nieuwkomers worden doorheen een hysterisch dansende menigte rechtstreeks naar de tempel geleid, ingesmeerd met blauwe verf, ruggelings over de offersteen geworpen en het hart uitgesneden. Dan hakken priesters het hoofd af en werpen dat via de steile trappen naar de menigte. Net als het de beurt is van Jaguarklauw, verdwijnt de zon: zonsverduistering… Een teken van de hemel: de god Kukulkan (Gevederde Slang) is voldaan.

De overlevenden worden afgevoerd naar een open terrein. Als zij het struikgewas kunnen bereiken zijn ze vrij. Tijdens hun ren worden ze door hun overvallers bestookt met werppijlen en stenen. Jaguarklauw krijgt een pijl door het lichaam, maar slaagt erin de wachtende beul de keel over te snijden met een pijlpunt uit obsidiaan. Maar de jonge man die hij doodde, is de zoon van de aanvoerder. De hele troep zet de achtervolging in. (Wat er gebeurt met de andere overlevenden, komen we nooit te weten.) De gewonde Jaguarklauw heeft al zijn jachtervaring en vindingrijkheid nodig om zijn belagers een voor een uit te schakelen. De meedogenloze achtervolging gaat de rest van de dag, de nacht en de daaropvolgende dag verder.

Ondertussen zit zijn hoogzwangere vrouw met haar zoontje op de bodem van de put in de val. Dan beginnen de regens van het regenseizoen: een ware stortvloed die de put snel vult. En meteen zetten de weeën in en brengt ze haar kind ter wereld. Jaguarklauw bereikt haar net op tijd, maar nog steeds achterna gezeten door de laatste achtervolgers. Om hen af te leiden vlucht hij verder naar het strand. Daar arriveren net enkele zeer grote kano’s met zeilen. Sloepen vol gewapende mannen zetten koers naar het strand. De Spaanse conquistadores arriveren!

Jaguarklauw haalt zijn echtgenote uit de put. Met zijn zoontje en de pasgeboren baby trekt hij de jungle in, op zoek naar een nieuw begin…

Bespreking 

Zelden heeft een film zoveel controverse veroorzaakt nog voor hij ergens ter wereld op het witte doek kwam, als Apocalypto. Zelfs nog voor de première in de VS protesteerden zowel de geleerde Mayanisten als de originele Maya uit Mexico en Guatemala. In december 2006 al vroeg Koen Fillet van het radioprogramma ‘Wilde Geruchten’ (VRT1) me om live mijn ‘deskundige’ mening te ventileren als vice-voorzitter van het (Vlaamse) Instituut voor Amerikanistiek. Over een film die geen van ons gezien had! Ik ben dan maar van Internet een aantal artikels gaan downloaden, om iets of wat beslagen op het ijs te komen, het geheel gelardeerd met enkele noodzakelijke achtergrondweetjes over de Maya. Op 8 mei 2007 werd er naar aanleiding van de film zelfs een conferentie georganiseerd aan de Université Libre de Bruxelles door professor Peter Eeckhout, Département Histoire, Art et Archéologie, Orientation Amérique précolombienne. (Nieuwsgierig om daarover meer te vernemen). 

Half januari 2007 had de film in België in première moeten gaan. Maar de twee kandidaat-verdelers waren in juridische bekvechterij verwikkeld, zodat het tot in maart duurde voor Apocalypto in de zalen kwam. In Nederland was hij al sinds 11 januari te zien in de bioscoop. NRC Handelsblad ging hem bekijken in gezelschap van de antropoloog Ruud van Akkeren auteur van de knappe historische roman De Dans van de Trom

(Een bespreking die door De Standaard werd overgenomen, woensdag 07 maart 2007). In de VS rijfde de film in zijn eerste weekend 10,76 miljoen euro binnen.  

Wat ook de inhoudelijke bezwaren mogen zijn -en daarover hebben we het verder nog gedetailleerd, dit is een spannende film van een regisseur die zijn vak kent. Regelmatig hebben we zitten kijken met zwetende handen van de spanning, zeker tijdens de lange achtervolging door de jungle, die de hoofdmoot uitmaakt van de film. Apocalypto mikt meer op de adrenalinespiegel dan op de hersens en die adrenalinespiegel weet Gibson met zijn stuwende actie perfect te bespelen.

Kippenvelmomenten: de scène waarin de jonge krijger Jaguarklauw (Rudy Youngblood) op het altaar van de Mayatempel dreigt te worden onthoofd, de Spartacus -achtige arenasequens waarin hij speren naar zijn kop krijgt gemikt of de ultieme, bijna veertig minuten durende ontsnappingstocht door de jungle. Maar weegt dat op tegen de vele onwaarschijnlijkheden en vooral tegen de onnodige wreedheid? Dit is de reden waarom vele recensenten de film neersabelen. Typerend hiervoor is Steven De Foer van de Vlaamse kwaliteitskrant De Standaard, die als volgt fulmineert tegen Gibson: 

Met Apocalypto slaagt Gibson er immers opnieuw in zijn ziekelijke sadomasochisme aan de filmwereld te verkopen als entertainment of zelfs kunst. Dat deze onprettig gestoorde regisseur zijn geweldporno acceptabel maakt in brede kringen, en er zelfs hier en daar lovende recensies voor krijgt, is hoogst verontrustend. 

In de jaren zeventig had je exploitatiefilms als Ilsa, wolvin van de SS, waarin martelingen en verkrachtingen ter vermaak van de kijker werden geserveerd met als bedenkelijke excuus een zogezegd historische achtergrond van een nazi-concentratiekamp. Apocalypto is fraaier gefotografeerd en beter geacteerd, maar doet precies hetzelfde. Nadat hij zijn fervente katholicisme had gebruikt als excuus voor de gruwelen van The passion of the Christ, gingGibson op zoek naar een achtergrond voor nog wredere rituelen. Hij vond die bij de Maya's. Een zweem van authenticiteit en dialogen in een oude taal moeten zijn film het keurmerk van ,,kunstfilm'' geven - en in kunst is alles toch toegelaten?

Maar Gibson loopt gewoon te zwelgen in de overgesneden kelen en gespietste lichamen. Als een hypocriete pastoor die recht van zijn preekstoel naar de hoeren loopt, houdt Gibson zijn kijkers voor dat geweld slecht is - om dan met een extatische zin voor detail te tonen hoe een jaguar het gezicht van een indiaan van zijn hoofd scheurt.  

Dat Gibson dringend opgenomen moet worden, blijkt pas echt bij de pièce de résistance van de film. Het hoofdpersonage, Jaguarpoot, is gevangen genomen en naar de indrukwekkende Mayastad gevoerd. Hij staat nu op een piramide in de rij om geofferd te worden. Gibson brengt zo'n offer in alle gruwelijke details in beeld - het levend uitrukken van een kloppend hart, de onthoofding, enzovoort - tot het karkas van de ongelukkige van de trappen dondert.

Wat dan volgt, tart alle cinemaconventies. Geen enkele regisseur, in geen enkel genre, doet dezelfde scène exact tweemaal na elkaar. Maar Gibson laat ons gewoon van nóg zo'n identieke martelgang genieten, als een triomfantelijk bisnummer van zijn gore sadisme. Nog een geluk dat Gibson Kuifje en de zonnetempel gelezen heeft (Hergé verdient een credit als coscenarist), waardoor Jaguarpoot en zijn andere makkers voorlopig gered worden - en wij ook.

Alleen voor sadisten en sensatiezoekers. (sdf)

De Standaard, woensdag 07 maart 2007

De Foer refereert even aan Gibsons ‘fervente katholicisme’ en The passion of the Christ, zijn Aramees gesproken film over het lijden van Christus (waarvan je op deze site tevergeefs een bespreking zult zoeken). Heel wat binnen- en buitenlandse recensenten lezen dat ‘fervente katholicisme’ ook af uit Apocalypto en vooral uit het einde: de aankomst van de conquistadores en een missionaris met het kruis, die de ‘verlossing’ zou brengen aan de heidense Maya, verstrikt in hun bloederige religie. Dit lezen we er niet in. Het is waarschijnlijk en hopelijk een projectie van wat men weet over de man, waardoor men achter alles wat hij doet een verborgen agenda vermoedt. Hopelijk, want als je weet wat conquista en evangelisatie voor de inheemsen aan onheil hebben meegebracht… (Nogmaals: lees hiervoor de schitterende historische roman van Ruud van Akkeren, De Dans van de Trom.)  

De beelden, zeker van de landschappen, zijn adembenemend. Hetzelfde geldt voor de decors, de lichaamsbeschilderingen en tatoeages, de juwelen, de kledij…

De film zit daarbij vol spiegeleffecten: de jagers op de tapir worden later zelf de gejaagden. Het lillende hart van tapir is een voorafbeelding van de lillende harten die uit de borstkas van de slachtoffers gerukt worden, als offer voor Kukulkan. De tapirval van de openingssequentie zal bij het einde van de film gebruikt worden om de achtervolgers te spietsen. De schoonmoeder van Jaguarklauws vriend is onuitstaanbaar dominant, later wordt ze te waardeloos bevonden om als slavin een prijsje op te brengen. 

Betrouwbare beeldvorming?

De hele herrie rond Apocalypto draait rond de opwerping dat de film een verkeerd beeld zou geven van de Maya. Ik heb inderdaad een hele waslijst opmerkingen, maar wil toch beginnen met een paar positieve punten. Zo is het lovenswaardig dat de film gesproken wordt in een Mayataal (in dit geval het Yukatec Maya). Overigens dient opgemerkt te worden dat dit allerminst een dode taal is zoals door vele recensenten wordt beweerd, maar nog steeds gesproken wordt in het Mexicaanse Yucatan. Ook al wordt de film volledig in de Mayataal gesproken, je hoeft geen snelcursus Yucatec te volgen vooraleer de zaal te betreden. Echter… Maya uit Yucatan zeggen dat ze geen jota begrijpen van wat er verteld wordt. Ik ben geen expert, maar er zit in de hele film maar één persoon die ik Yucatec - klanken hoor uitspreken zoals het hoort.

De meeste acteurs zijn trouwens geen Maya, zoals de promotieteksten suggereren, doch Mexicaanse mestiezen. Misschien zijn er enkele echte Maya onder de figuranten, maar zeker niet veel. (Maya zijn over het algemeen klein van gestalte. Vermits men voor de hoofdpersonen forse niet-Maya gekozen had, was men voor de andere acteurs gebonden aan ongeveer hetzelfde lichaamsformaat, om geen Gulliver- of Hobbitfenomeen te creëren.) 

Het is opvallend met hoeveel kleine details rekening is gehouden. De kleding van de acteurs geeft een mooi beeld hoe gewone bevolking, krijgers en adel er uitgezien moeten hebben tijdens de Klassieke Periode. Lip- en oorschijven fungeerden als sociale kenmerken. Ook de lichaamstooi in het algemeen, de kerf-tatoeages enz. lijken me correct. Al die versieringen komen inderdaad voor op monumenten of vazen. Of iedereen ze zo overvloedig droeg als in de film, durf ik betwijfelen. (Maar weet ik echt niet met zekerheid.) Er is vermoedelijk invloed van de huidige piercing-cultuur (denk aan Xerxes en anderen in de film "300".)

Ook de wijze waarop het kalksteen gebrand wordt voor de beschildering van de gebouwen klopt. En hetzelfde geldt voor de scène waarin Jaguarklauw tijdens zijn vlucht een groep achtervolgers aanvalt met een bijennest (een oude oorlogstactiek van de Maya, die ze herhaaldelijk tegen de Spanjaarden zouden toepassen). Zowat alles wat met jachttechnieken te maken heeft, is authentiek: de tapirval, de drie doorns uit een plant, de blaaspijp die uit een blad gedraaid wordt, het gif uit de pad, het kauwen van de medicinale schors om de wonde te verzorgen.

De regen die in de put neerstroomt als een waterval, zal velen als een onwaarschijnlijke overdrijving voorkomen, tenzij je in Mexico of Guatemala ooit een douche genomen hebt tijdens het regenseizoen … of tijdens de zomer van 2007 de regelmatige beelden van watersnoden en overstromingen hebt gezien op het televisienieuws.  

Positief beoordeel ik eveneens het opnemen van verhalen, mythes, dromen die bij de Maya een grote rol speelden en nog spelen, tot op de dag van vandaag. (Lees er De dans van de trom van de reeds vermelde Nederlandse antropoloog Ruud van Akkeren maar op na.) Concreet: je hebt het verhaal over het ontstaan van de tegennatuurlijke hebzucht van het menselijke geslacht, dat in het begin van de film de avond na de jachtpartij rond het vuur verteld wordt door een oude man. Dezelfde nacht is er de voorspellende droom van Jaguarklauw, waardoor hij zijn vrouw en kind bijtijds in veiligheid kan brengen. En dan is er nog het kleine, door pokken aangetaste meisje dat bij de aankomst in de stad aan de overvallers huiveringwekkend hun einde door een jaguarman voorspelt. 

Edoch, geeft de film een correct beeld over de Mayabeschaving? Heel waarschijnlijk zal Apocalypto bij heel veel bezoekers bepalend zijn voor hun kijk op de Oude Maya. En dan bestaat het hele grote gevaar dat de grote meerderheid huiswaarts zal keren met een verkeerd beeld van de Maya- cultuur.

(Een vriendin zei me na de film: “Voortaan mag je zonder mij naar je tentoonstellingen precolumbiaanse kunst. Ik wil nooit meer iets daarvan zien. Wat een beestachtige wilden!” Daar sta je dan!) 

Ik wil mijn waslijst echter beginnen met een kemel van formaat die op zich niets met de Maya te maken heeft. Jaguarklauw wordt op het nippertje van een wrede offerdood gered door een zonsverduistering. Die zelfde avond kijkt hij tijdens de nachtelijke achtervolging op naar de volle maan. Dan zie je zijn vrouw vanuit haar put eveneens opkijken naar dezelfde maan. Toegegeven, een volle maan is veel fotogenieker dan een donkere hemel. (cameramen hebben altijd een flink voorraadje opnamen klaar, met of zonder onweerswolken!) Maar een zonsverduistering kan alleen voorkomen bij nieuwe maan!! Dat is een astronomisch gegeven, waaraan niet kan getornd worden, ook niet voor filmische doeleinden. 

Even terug naar die offerscène. Als de eclips begint, breekt er paniek uit bij de duizenden gelovigen op het plein voor de tempel. Onzin, denk je dan. De Maya kenden een kalender die veel nauwkeuriger was dan de gelijktijdige Europese. In hun vouwcodices voorspelden zij astronomische verschijnselen zoals eclipsen tot duizenden jaren in de toekomst. De sequentie doet aan Kuifje en de zonnetempel denken (1). Doch zelfs Hergé schaamde zich later over dit fragment, toen hij meer over de Inca’s wist. Toch is iets dergelijks historische realiteit: Columbus heeft inderdaad op 29 februari 1504 een eclips gebruikt om indianen te imponeren en voor zich te laten werken, toen hij op zijn derde reis gestrand was in het huidige Jamaica (2).  

Maar bij een tweede visie van de film merk je details op die je de eerste keer waren ontgaan. Bij het uitbreken van de paniek kan de opperpriester een grijns niet onderdrukken en schiet er een medeplichtige blik heen en weer tussen hem en de koning. Na de eclips schudt hij zelfs van het lachen. Eerst dacht ik dat het was van opluchting omdat de zon was teruggekeerd. Er speelt echter iets anders: volgens een algemeen aanvaarde theorie onder geleerden eigende de Maya-elite zich een monopolie toe op kennis en gebruikte dat monopolie om de onwetendheid van de massa te exploiteren voor het handhaven van de eigen machtspositie als middelaars tussen de mensen en de goden. 

In de film worden de Maya afgeschilderd als vreedzame jager-verzamelaars enerzijds en wrede bloeddorstige moordenaars anderzijds. Beide visies zijn historisch gezien onjuist, maar voor Hollywood zijn uitersten een noodzaak om een interessante film te maken. (Een goede introductie in deze problematiek vind je in het internetartikel van prof. B. De Wever, Speelfilms als medium in de geschiedenisles)

Vanuit de ogen van een archeoloog of antropoloog is het echter een gemiste kans dat er niet meer aandacht is besteed aan de culturele en wetenschappelijke prestaties, zoals de astronomische kennis of het hiërogliefenschrift, en het sociale aspect van de Maya- maatschappij. Het was echter te verwachten en te vrezen dat deze aspecten in een Hollywood-film niet aan de orde zouden komen, het is tenslotte een thriller en geen documentaire.

Zonder voldoende achtergrondkennis loop je het gevaar dat de toeschouwers de film bekijken als een soort voorhistorische Texas Chainsaw Massacre, maar dan met een soort getatoeëerde Papoea’s, obsidiaanmessen en knotsen in plaats van kettingzagen. Het is daarom niet vreemd dat veel hedendaagse Maya beledigd zijn en zich gediscrimineerd voelen. Vergeet niet dat de onderdrukking van de Maya door de blanke minderheid nog niet zo lang geleden op grote schaal werd gesteund door de opeenvolgende regeringen in hun geboortelanden, met name in Guatemala waar tot 1996 een ‘burgeroorlog’ woedde die circa 300.000 Maya het leven kostte. 

Bij de controverse spelen een aantal elementen mee en vermoedelijk tegelijkertijd.

Tot 40 jaar geleden golden de Maya als de vredelievende wiskundigen en sterrenkundigen, de tegenhangers van de "wrede" Azteken. Deze opvatting zindert na in “De hel bestaat”, de schitterende en terecht bekroonde adolescentenroman van Willy Spillebeen uit 1984

Vermoedelijk willen de hedendaagse Maya liefst dat het oude beeld zoveel mogelijk in het collectieve geheugen blijft, al was het maar omdat het hun toeristisch beter uitkomt.

Die onrealistische idyllische visie is de laatste decennia onderuit gehaald door grootschalige multidisciplinaire archeologische expedities en vooral door de voortschrijdende ontcijfering van de gliefen op de monumenten. De klassieke Mayabeschaving is in de loop van de negende eeuw ten onder gegaan in bloedige oorlogen tussen de verschillende stadstaten. De postklassieke periode, die vooral in Yucatan (Mexico) bloeide was evenmin erg vreedzaam. 

Anderzijds kan ik me voorstellen dat heel wat kijkers juist meer willen weten over die bevreemdende cultuur, vooral als de filmbeelden die ze net hebben gezien totaal niet overeenstemmen met het exotische en romantische beeld dat ze van de Maya hadden, vooraleer ze naar de bioscoop trokken. 

Op het Internet vond ik een aantal besprekingen van Amerikaanse archeologen. Deze wetenschappers maken dan weer bezwaar tegen de vele onjuistheden en abnormaliteiten in de film, het door elkaar haspelen van stijlen en tijden enz.

Enkele voorbeelden: de acteurs spreken Yukatec, de belangrijkste Mayataal uit het Mexicaanse Yucatan. Het landschap is echter niet dat van Yucatan, maar past eerder bij Quintana Roo (Mexico) of Guatemala: kolkende rivieren en heuvels. Yucatan daarentegen is vlak, haast zonder oppervlakterivieren, wegens het kalksteenreliëf.

Wanneer Jaguarklauw en zijn lotgenoten na hun helse tocht in de grote Mayastad komen, krijg je tempels die duidelijk gebaseerd zijn op de architectuur van Tikal (Guatemala). (Geeft interessante kijk op deze bouwwerken, zoals ze er vroeger uitgezien kunnen hebben, beschilderd en ongehavend.)

Door het getoonde politieke systeem en de grote droogte die in het rijk heerst, lijkt de film zich af te spelen in de 9de eeuw. De epidemie, duidelijk de pokken, plaatst hem echter 600 jaar later, bij de aankomst van de Spaanse conquistadores. Historisch correct is dan weer dat de pokkenepidemie in grote delen van precolumbiaans Amerika de aankomst van de Spanjaarden voorafging. (De pokken kwamen hier voorheen niet voor. Zij zouden geïntroduceerd zijn door een zwarte slaaf van Cortés. Samen met andere voorheen onbekende ziekten zoals malaria, mazelen en griep, waartegen de inheemsen geen weerstand hadden ontwikkeld, zwiepten zij zoals eertijds de Zwarte Dood (vanaf 1348) door Europa waarde als een alles verwoestende steppenbrand naar noord en zuid.)

In de film worden massale mensenoffers gebracht aan de goden. Hoewel de Oude Maya mensen offerden en ook oorlogen voerden om krijgsgevangenen voor dit doel te verzamelen, zijn er absoluut geen archeologische aanwijzingen dat er op zo’n grote schaal mensen werden geofferd zoals in de film te zien is. Dat gebeurde wel bij de Tolteken en later bij de Azteken, in Centraal-Mexico. In Tenochtitlán (het huidige Mexico-City) troffen de conquistadores schedelrekken (tzompantli) aan met duizenden schedels van geofferden. 

Wanneer Jaguarklauw niet langer nodig is als offer (de honger van Kukulkan is gestild) zegt de hogepriester dat ze hem en de andere gevangenen maar moeten afvoeren. De overvallers laten hen echter niet zomaar gaan, maar willen hen op een sadistische manier afslachten. De daaropvolgende scène geeft een fraaie staalkaart van alle mogelijke werpwapens van de Maya. Inderdaad bezitten we afbeeldingen van soortelijke executies, al dan niet religieus geïnspireerd.  

Tijdens zijn vlucht struikelt Jaguarklauw letterlijk over een groot massagraf. Hoewel er wel een enkele keer een graf met meerdere vermoorde mensen is aangetroffen, zijn er van de Oude Maya geen massagraven bekend van een dergelijke omvang. De enige daadwerkelijke massagraven die men bij de Maya heeft aangetroffen zijn de heilige cenote in Chichen Itza (die eeuwen lang is gebruikt als offerplaats en dus vol lag met skeletten) en een bij de Maya-stad Cancuen, deze laatste vermoedelijk veroorzaakt door de invallers die de stad ten val brachten en de hele elite uitmoordden. Ook hier lijkt het ons dat de regisseur zich heeft laten leiden door sensatiezucht en daarom elementen uit de Azteekse geplogenheden introduceerde.

Achtergronden van de mensenoffers 

Een volledige uiteenzetting over de kosmologische achtergronden van de mensenoffers valt uiteraard buiten het kader van deze recensie. Toch even dit.

Net als wij waren de Maya bezeten door de tijd en het tijdsverloop. Niet die van kwartshorloges om de pols, maar van het grote astronomische uurwerk in de hemelen. Maya vergoddelijkten de tijd: elk dagteken werd gedragen op de rug van een god.

Zij hadden een cyclische opvatting van de tijd dit wil zeggen, alles komt altijd terug: zon, maan, seizoenen en dus ook gebeurtenissen. De Maya gebruikten drie kalenders:

- een rituele maankalender van 13 x 20 dagen = 260 dagen (zoals nu nog bij de moslims)- een zonnekalender van 18 x 20 = 360 dagen;
- een Venuskalender (gebaseerd op de omlooptijd van de planeet Venus) die 584 dagen telde.

Om de 52 jaar vielen die drie kalenders samen; dan begon een nieuwe cyclus.

De kalender vormde de bepalende factor in mensenleven en religie. De ‘lange telling’ van de klassieke Mayaperiode begon in 3114 v. Chr. De laatste datum in de ‘lange telling’ van de kalender is te vinden op een stèle uit Toniná. Hij vermeldt (in onze kalender) 18 januari 909. 

Op de mens nu woog als ultieme plicht door het offer de kosmische cyclus in stand houden. Zonder offers zou de kosmos vergaan in chaos. Offers konden bestaan uit planten of dieren. Maar het belangrijkste offer was het bloedoffer. In de eerste plaats het offeren van het eigen bloed. Dat deed men door de tong of de geslachtsorganen te doorboren met de doorn van een agave, waarna het bloed werd opgevangen op boombastpapier. Ook mensenoffers werden gebracht: kinderen of jonge maagden die in de cenote van Chichen Itza werden geworpen; mensenoffers op de wijzen die in de film werd getoond.  

In de Postklassieke Periode werd, onder invloed Mexicaanse stammen, het slachtoffer onthoofd nadat het hart was uitgesneden. Het hoofd werd langs de trappen van de tempelpiramide naar beneden gerold om het op het tzompantli bij te zetten. Het lichaam volgde dezelfde weg, werd door priesters uitgebeend en, in kleine stukjes gesneden. Die werden uitgedeeld aan de gelovigen en door hen genuttigd. Voor je gaat gruwen: de idee hierachter is dezelfde als in het katholicisme: het offer werd god (vandaar de blauwe kleurstof waarmee Jaguarklauw en zijn lotgenoten worden bestreken). Door het eten van een klein stukje lichaam, werden de gelovigen deelachtig aan het goddelijke. “Neem en eet allen hiervan, want dit is Mijn lichaam.” 

Jaguarklauw 

Een kleine persoonlijke ergernis was dat de naam van de hoofdpersoon in de ondertitels nergens in het Yukatec werd gegeven, doch uitsluitend in het Engels als Jaguar Paw. Wanneer zijn vader hem in het begin van de film formeel voorstelt aan de erbarmelijke vluchtelingen in het woud, noemt hij hem (dacht ik te verstaan) Yich’ak-Balaam. Later telkens alleen Yich’ak. Zijn sadistische bewaker geeft hem tijdens de tocht de naam Bijna, die ik meende te verstaan als Olek. Een collega diepte me uit diverse bronnen het volgende op:

“Jaguar Paw” wordt meestal in het Nederlands vertaald als “Jaguar Klauw”. Het is de naam van verschillende koningen uit het Maya-gebied. In haar boek ‘The Code of Kings’ (1999) geeft Linda Schele (en Peter Mathews) een lijst van de regerende koningen in verschillende steden.  Daarin vind ik:

-Tikal: Toh-Chak-Ich’ak, Great Jaguar-Paw, (ruled ca. 317-378); died of wounds from war with Waxaktun
-Seibal: Yich’ak-Balam, Jaguar Paw-Jaguar, king of Seibal, conquered Dos Pilas, A.D. 735

De gebruikelijke Maya-naam voor jaguar is 'B’alam' in ongeveer alle Maya-talen. Jaguar-klauw wordt echter kortweg 'Yich’ak' genoemd. 

Conclusie 

Apocalypto is een razend spannende en gruwelijke thriller. Wie echter naar de film zou gaan om echt meer te vernemen over de historische Maya, kan beter kijken naar een van de uitstekende dvd’s van National Geographic of een der boeken lezen uit de lijst hier onder. Veel kans dat heel wat mensen dat effectief van plan zijn, na de film. 

Didactische tips 

Hoeveel negatiefs er over Apocalypto ook gezegd kan worden, toch is de film bruikbaar in klasverband. Liefst als aanleiding tot een ruimere uitwerking. Doch dan ga je vanzelfsprekend fragmenten gebruiken.

Een paar suggesties om uit te kiezen:

- het begin van de film met de jachtpartij;
- de aankomst in de stad, de gruwelijke offerscène tot aan de eclips;
- de sequens vlak daarna, met de ‘vluchtmogelijkheid’ en het doden van de gevangenen.

De fascinerende Mayabeschaving loont beslist een nadere kennismaking. Dit geldt natuurlijk ook voor geïnteresseerde volwassenen, buiten een onderwijssituatie.

Laat eerst algemene achtergrondinformatie opzoeken. Dit is geen overbodige luxe. Uit ervaring weten we dat leerlingen -en voor volwassenen is het niet beter- de oude hoogculturen als Maya, Azteken en Inca's op één hoopje vegen en door elkaar klutsen. Om nog maar te zwijgen over Tolteken, Olmeken... Hiervoor kun je best een elektronische encyclopedie gebruiken: de gedrukte die voorhanden zijn, zijn allemaal al achterhaald.

Aanbevolen lectuur/ audiovisueel materiaal

Sinds deze bespreking geplaatst werd in 2007 is er op deze site een heel pakket bruikbaar didactisch materiaal voorhanden. Dit vind je terug in onderstaand artikel op Histoforum Didactiek, jaargang 2011. De aangeboden PowerPoint telt in totaal meer dan 200 dia’s, die je kunt downloaden. Kijk vooral in de begeleidende teksten op de telkens herhaalde Tips voor didactische verwerking met onder meer links naar een aantal recente documentaires, eveneens besproken op de site.

Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika
Tekst van een nascholing met zeer uitgebreide powerpoint presentatie, gemaakt door Jos Martens voor een bijeenkomst op de universiteit van Antwerpen. voor leraren geschiedenis, maatschappelijke vorming en Nederlands. De tekst bestaat uit drie delen, de Azteken, Teotihuacan: stad der goden, navel van de wereld en Maya,  kinderen van de tijd 

Ideaal als introductie is DVD Het verloren rijk der Maya's. In de bespreking zelf tref je heel wat interessante informatie aan, plus een uitvoerige bibliografie en verzameling links. 

Roeling, S., Terugblik op een wereldtijdperk.  

Grube, N. (red.), Maya. De goddelijke koningen van het regenwoud, Keulen, Könemann, 2001, 480 blz. 

De 'burgeroorlog' in de jaren 1980. Voor het verloop, zie het boek van nobelprijswinnares Rigoberta Menchu: Burgos-Debray, E., Rigoberta Menchu, Een bericht uit Guatemala, Leuven, Kritak, 1984, 212 blz. Vertaald door Raf Allaert. 

Voor de rol van de klederdrachten in deze genocide: zie: Holsbeke, M. & J. Montoya (red.), 'Met hun handen en hun ogen.' Maya-textiel, spiegel van een wereldbeeld. Tentoonstellingspublicatie, Antwerpen, Etnografisch Museum, 2003. Besproken als Maya-klederdrachten: een geweven wereldbeeld.  

Over de conquista en de missionering in Mexico:

De conquistadores: wereldveroveraars met oogkleppen.  

Pedro de Gante.  

Bernardino de Sahagún en zijn encyclopedie van een verwoeste cultuur.  

Bartolomé de Las Casas   

De hispanisering van Nieuw-Spanje (uitgewerkte webquest)  

Noten 

1. Kuifje bij de Inca’s  

2. Todorov, Tz., La conquête de l’Amérique. La question de l’autre, Parijs, Seuil, 1982.

 Jos Martens