Histoforum |
||||
Apocalypto | ||||
Apocalypto VS, 2007 - DVD - duur: 2u 17 minuten -
Yukatec gesproken, Nederlandse ondertitels.
Waardering: 2,5/****
Inhoud De film start met idyllische natuurbeelden. In een
bliksemsnelle overgang zien we flitsende, snel wisselende opnamen van
mannen en een dier: een groepje Maya jaagt op een tapir. De jagers
verdelen het wild. Het hart wordt uitgesneden en gegeten. Een van de
deelnemers krijgt de teelballen, wat goed zou zijn voor de
vruchtbaarheid. Zoals we later zien, heeft hij eindeloze herrie met zijn
bemoeizuchtige schoonmoeder, die hem dan nog regelmatig voor schut zet
voor het hele dorp, omdat hij niet in staat is kinderen te verwekken.
Die rauwe teelballen zijn een practical joke van zijn vrienden, die over
de grond rollen van het lachen als hij ze kokhalzend uitspuwt. De rust wordt verstoord door nieuwkomers. Een droevig
restje van een andere stam vraagt vrije doorgang, in ruil voor enkele
vissen. Zij zijn overvallen door vijanden en zoeken een nieuw
woongebied. De zorgeloze sfeer is plotseling verstoord. Yich’ak Balaam,
Jaguarklauw (Rudy Youngblood), krijgt van zijn vader te horen dat hij
met de dorpsgenoten niet mag praten over wat er gebeurd is: “Vrees is
besmettelijk.” Kort voor dageraad schiet Jaguarklauw wakker uit een
nachtmerrie: een van de vluchtelingen verschijnt hem, met het eigen
uitgerukte hart in de hand. Op zijn hoede wekt hij zijn zwangere vrouw
en kind, net op tijd om hen in veiligheid te brengen in een diep hol.
Het dorp wordt overvallen door woeste krijgers op jacht naar slaven en
-zoals we later merken- geschikte kandidaten voor mensenoffers. Een van de overvallers, een bijzonder sadistische
kerel, snijdt Jaguarklauws vader de keel over. De gevangenen worden aan
lange staken gebonden. Volgt dan een verschrikkelijke tocht door wouden
en kolkende rivieren, over bergpaden en weer door wouden, tot ze de
schitterende stad van de overvallers bereiken. Maar onder de heldere
kleuren loert het verval: gewassen en mensen zijn getroffen door
ziekten, besmettelijke en dodelijke ziekten. Overal liggen stervenden.
Een klein meisje, dat duidelijk lijdt aan de pokken voorspelt aan de
krijgers hun naderende ondergang “door een man die jaguar is en jaagt
met de jaguar.” De nieuwkomers worden doorheen een hysterisch dansende
menigte rechtstreeks naar de tempel geleid, ingesmeerd met blauwe verf,
ruggelings over de offersteen geworpen en het hart uitgesneden. Dan
hakken priesters het hoofd af en werpen dat via de steile trappen naar
de menigte. Net als het de beurt is van Jaguarklauw, verdwijnt de zon:
zonsverduistering… Een teken van de hemel: de god Kukulkan (Gevederde
Slang) is voldaan. De overlevenden worden afgevoerd naar een open
terrein. Als zij het struikgewas kunnen bereiken zijn ze vrij. Tijdens
hun ren worden ze door hun overvallers bestookt met werppijlen en
stenen. Jaguarklauw krijgt een pijl door het lichaam, maar slaagt erin
de wachtende beul de keel over te snijden met een pijlpunt uit
obsidiaan. Maar de jonge man die hij doodde, is de zoon van de
aanvoerder. De hele troep zet de achtervolging in. (Wat er gebeurt met
de andere overlevenden, komen we nooit te weten.) De gewonde Jaguarklauw
heeft al zijn jachtervaring en vindingrijkheid nodig om zijn belagers
een voor een uit te schakelen. De meedogenloze achtervolging gaat de
rest van de dag, de nacht en de daaropvolgende dag verder.
Ondertussen zit zijn hoogzwangere vrouw met haar
zoontje op de bodem van de put in de val. Dan beginnen de regens van het
regenseizoen: een ware stortvloed die de put snel vult. En meteen zetten
de weeën in en brengt ze haar kind ter wereld. Jaguarklauw bereikt haar
net op tijd, maar nog steeds achterna gezeten door de laatste
achtervolgers. Om hen af te leiden vlucht hij verder naar het strand.
Daar arriveren net enkele zeer grote kano’s met zeilen. Sloepen vol
gewapende mannen zetten koers naar het strand. De Spaanse conquistadores
arriveren! Jaguarklauw haalt zijn echtgenote uit de put. Met zijn
zoontje en de pasgeboren baby trekt hij de jungle in, op zoek naar een
nieuw begin…
Bespreking Zelden heeft een film zoveel controverse veroorzaakt
nog voor hij ergens ter wereld op het witte doek kwam, als
Apocalypto. Zelfs nog voor de
première in de VS protesteerden zowel de geleerde Mayanisten als de
originele Maya uit Mexico en Guatemala. In december 2006 al vroeg Koen
Fillet van het radioprogramma ‘Wilde Geruchten’ (VRT1) me om live mijn
‘deskundige’ mening te ventileren als vice-voorzitter van het (Vlaamse)
Instituut voor Amerikanistiek. Over een film die geen van ons gezien
had! Ik ben dan maar van Internet een aantal artikels gaan downloaden,
om iets of wat beslagen op het ijs te komen, het geheel gelardeerd met
enkele noodzakelijke achtergrondweetjes over de Maya. Op 8 mei 2007 werd
er naar aanleiding van de film zelfs een conferentie georganiseerd aan
de Université Libre de Bruxelles door professor Peter Eeckhout,
Département Histoire, Art et Archéologie, Orientation Amérique
précolombienne. (Nieuwsgierig om daarover meer te vernemen).
Half januari 2007 had de film in België in première moeten gaan. Maar de twee kandidaat-verdelers waren in juridische bekvechterij verwikkeld, zodat het tot in maart duurde voor Apocalypto in de zalen kwam. In Nederland was hij al sinds 11 januari te zien in de bioscoop. NRC Handelsblad ging hem bekijken in gezelschap van de antropoloog Ruud van Akkeren auteur van de knappe historische roman De Dans van de Trom (Een bespreking die door
De Standaard werd
overgenomen, woensdag 07 maart 2007). In de VS rijfde de film in zijn
eerste weekend 10,76 miljoen euro binnen.
Wat ook de inhoudelijke bezwaren mogen zijn -en
daarover hebben we het verder nog gedetailleerd, dit is een spannende
film van een regisseur die zijn vak kent. Regelmatig hebben we zitten
kijken met zwetende handen van de spanning, zeker tijdens de lange
achtervolging door de jungle, die de hoofdmoot uitmaakt van de film.
Apocalypto mikt meer op de
adrenalinespiegel dan op de hersens en die adrenalinespiegel weet Gibson
met zijn stuwende actie perfect te bespelen. Kippenvelmomenten: de scène waarin de jonge krijger
Jaguarklauw (Rudy Youngblood) op het altaar van de Mayatempel dreigt te
worden onthoofd, de Spartacus -achtige arenasequens waarin hij speren
naar zijn kop krijgt gemikt of de ultieme, bijna veertig minuten durende
ontsnappingstocht door de jungle. Maar weegt dat op tegen de vele
onwaarschijnlijkheden en vooral tegen de onnodige wreedheid? Dit is de
reden waarom vele recensenten de film neersabelen. Typerend hiervoor is
Steven De Foer van de Vlaamse kwaliteitskrant
De Standaard, die als volgt
fulmineert tegen Gibson: Met Apocalypto slaagt
Gibson er immers opnieuw in zijn ziekelijke sadomasochisme aan de
filmwereld te verkopen als entertainment of zelfs kunst. Dat deze
onprettig gestoorde regisseur zijn geweldporno acceptabel maakt in brede
kringen, en er zelfs hier en daar lovende recensies voor krijgt, is
hoogst verontrustend. In de jaren zeventig had je exploitatiefilms als Ilsa, wolvin van de SS, waarin martelingen en verkrachtingen ter vermaak van de kijker werden geserveerd met als bedenkelijke excuus een zogezegd historische achtergrond van een nazi-concentratiekamp. Apocalypto is fraaier gefotografeerd en beter geacteerd, maar doet precies hetzelfde. Nadat hij zijn fervente katholicisme had gebruikt als excuus voor de gruwelen van The passion of the Christ, gingGibson op zoek naar een achtergrond voor nog wredere rituelen. Hij vond die bij de Maya's. Een zweem van authenticiteit en dialogen in een oude taal moeten zijn film het keurmerk van ,,kunstfilm'' geven - en in kunst is alles toch toegelaten? Maar Gibson loopt gewoon te zwelgen in de overgesneden
kelen en gespietste lichamen. Als een hypocriete pastoor die recht van
zijn preekstoel naar de hoeren loopt, houdt Gibson zijn kijkers voor dat
geweld slecht is - om dan met een extatische zin voor detail te tonen
hoe een jaguar het gezicht van een indiaan van zijn hoofd scheurt.
Dat Gibson dringend opgenomen moet worden, blijkt pas echt bij de pièce de résistance van de film. Het hoofdpersonage, Jaguarpoot, is gevangen genomen en naar de indrukwekkende Mayastad gevoerd. Hij staat nu op een piramide in de rij om geofferd te worden. Gibson brengt zo'n offer in alle gruwelijke details in beeld - het levend uitrukken van een kloppend hart, de onthoofding, enzovoort - tot het karkas van de ongelukkige van de trappen dondert. Wat dan volgt, tart alle cinemaconventies. Geen
enkele regisseur, in geen enkel genre, doet dezelfde scène exact
tweemaal na elkaar. Maar Gibson laat ons gewoon van nóg zo'n identieke
martelgang genieten, als een triomfantelijk bisnummer van zijn gore
sadisme. Nog een geluk dat Gibson
Kuifje en de zonnetempel
gelezen heeft (Hergé verdient een credit als coscenarist), waardoor
Jaguarpoot en zijn andere makkers voorlopig gered worden - en wij ook. Alleen voor sadisten en sensatiezoekers. (sdf) De Standaard, woensdag 07 maart 2007 De Foer refereert even aan Gibsons ‘fervente
katholicisme’ en The passion of
the Christ, zijn Aramees gesproken film over het lijden van Christus
(waarvan je op deze site tevergeefs een bespreking zult zoeken). Heel
wat binnen- en buitenlandse recensenten lezen dat ‘fervente
katholicisme’ ook af uit
Apocalypto en vooral uit het einde: de aankomst van de
conquistadores en een missionaris met het kruis, die de ‘verlossing’ zou
brengen aan de heidense Maya, verstrikt in hun bloederige religie. Dit
lezen we er niet in. Het is waarschijnlijk en hopelijk een projectie van
wat men weet over de man, waardoor men achter alles wat hij doet een
verborgen agenda vermoedt. Hopelijk, want als je weet wat conquista en
evangelisatie voor de inheemsen aan onheil hebben meegebracht…
(Nogmaals: lees hiervoor de schitterende historische roman van Ruud van
Akkeren,
De Dans van de Trom.)
De beelden, zeker van de landschappen, zijn
adembenemend. Hetzelfde geldt voor de decors, de lichaamsbeschilderingen
en tatoeages, de juwelen, de kledij… De film zit daarbij vol spiegeleffecten: de jagers op
de tapir worden later zelf de gejaagden. Het lillende hart van tapir is
een voorafbeelding van de lillende harten die uit de borstkas van de
slachtoffers gerukt worden, als offer voor Kukulkan. De tapirval van de
openingssequentie zal bij het einde van de film gebruikt worden om de
achtervolgers te spietsen. De schoonmoeder van Jaguarklauws vriend is
onuitstaanbaar dominant, later wordt ze te waardeloos bevonden om als
slavin een prijsje op te brengen. Betrouwbare beeldvorming? De hele herrie rond
Apocalypto draait rond de
opwerping dat de film een verkeerd beeld zou geven van de Maya. Ik heb
inderdaad een hele waslijst opmerkingen, maar wil toch beginnen met een
paar positieve punten. Zo is het lovenswaardig dat de film gesproken
wordt in een Mayataal (in dit geval het Yukatec Maya). Overigens dient
opgemerkt te worden dat dit allerminst een dode taal is zoals door vele
recensenten wordt beweerd, maar nog steeds gesproken wordt in het
Mexicaanse Yucatan. Ook al wordt de film
volledig in de Mayataal gesproken, je hoeft geen snelcursus Yucatec te
volgen vooraleer de zaal te betreden. Echter… Maya uit Yucatan zeggen
dat ze geen jota begrijpen van wat er verteld wordt. Ik ben geen expert,
maar er zit in de hele film maar één persoon die ik Yucatec - klanken
hoor uitspreken zoals het hoort. De meeste acteurs zijn trouwens geen Maya, zoals de
promotieteksten suggereren, doch Mexicaanse mestiezen. Misschien zijn er
enkele echte Maya onder de figuranten, maar zeker niet veel. (Maya zijn
over het algemeen klein van gestalte. Vermits men voor de hoofdpersonen
forse niet-Maya gekozen had, was men voor de andere acteurs gebonden aan
ongeveer hetzelfde lichaamsformaat, om geen Gulliver- of Hobbitfenomeen
te creëren.) Het is opvallend met hoeveel kleine details rekening is gehouden. De kleding van de acteurs geeft een mooi beeld hoe gewone bevolking, krijgers en adel er uitgezien moeten hebben tijdens de Klassieke Periode. Lip- en oorschijven fungeerden als sociale kenmerken. Ook de lichaamstooi in het algemeen, de kerf-tatoeages enz. lijken me correct. Al die versieringen komen inderdaad voor op monumenten of vazen. Of iedereen ze zo overvloedig droeg als in de film, durf ik betwijfelen. (Maar weet ik echt niet met zekerheid.) Er is vermoedelijk invloed van de huidige piercing-cultuur (denk aan Xerxes en anderen in de film "300".) Ook de wijze waarop het kalksteen gebrand wordt voor
de beschildering van de gebouwen klopt. En hetzelfde geldt voor de scène
waarin Jaguarklauw tijdens zijn vlucht een groep achtervolgers aanvalt
met een bijennest (een oude oorlogstactiek van de Maya, die ze
herhaaldelijk tegen de Spanjaarden zouden toepassen). Zowat alles wat
met jachttechnieken te maken heeft, is authentiek: de tapirval, de drie
doorns uit een plant, de blaaspijp die uit een blad gedraaid wordt, het
gif uit de pad, het kauwen van de medicinale schors om de wonde te
verzorgen. De regen die in de put neerstroomt als een waterval,
zal velen als een onwaarschijnlijke overdrijving voorkomen, tenzij je in
Mexico of Guatemala ooit een douche genomen hebt tijdens het
regenseizoen … of tijdens de zomer van 2007 de regelmatige beelden van
watersnoden en overstromingen hebt gezien op het televisienieuws.
Positief beoordeel ik eveneens het opnemen van
verhalen, mythes, dromen die bij de Maya een grote rol speelden en nog
spelen, tot op de dag van vandaag. (Lees er
De dans van de trom van de
reeds vermelde Nederlandse antropoloog Ruud van Akkeren maar op na.)
Concreet: je hebt het verhaal over het ontstaan van de tegennatuurlijke
hebzucht van het menselijke geslacht, dat in het begin van de film de
avond na de jachtpartij rond het vuur verteld wordt door een oude man.
Dezelfde nacht is er de voorspellende droom van Jaguarklauw, waardoor
hij zijn vrouw en kind bijtijds in veiligheid kan brengen. En dan is er
nog het kleine, door pokken aangetaste meisje dat bij de aankomst in de
stad aan de overvallers huiveringwekkend hun einde door een jaguarman
voorspelt. Edoch, geeft de film een correct beeld over de
Mayabeschaving? Heel waarschijnlijk zal
Apocalypto bij heel veel
bezoekers bepalend zijn voor hun kijk op de Oude Maya. En dan bestaat
het hele grote gevaar dat de grote meerderheid huiswaarts zal keren met
een verkeerd beeld van de Maya- cultuur. (Een vriendin zei me na de film: “Voortaan mag je
zonder mij naar je tentoonstellingen precolumbiaanse kunst. Ik wil nooit
meer iets daarvan zien. Wat een beestachtige wilden!” Daar sta je dan!) Ik wil mijn waslijst echter beginnen met een kemel van
formaat die op zich niets met de Maya te maken heeft. Jaguarklauw wordt
op het nippertje van een wrede offerdood gered door een
zonsverduistering. Die zelfde avond kijkt hij tijdens de nachtelijke
achtervolging op naar de volle maan. Dan zie je zijn vrouw vanuit haar
put eveneens opkijken naar dezelfde maan. Toegegeven, een volle maan is
veel fotogenieker dan een donkere hemel. (cameramen hebben altijd een
flink voorraadje opnamen klaar, met of zonder onweerswolken!) Maar een
zonsverduistering kan alleen voorkomen bij nieuwe maan!! Dat is een
astronomisch gegeven, waaraan niet kan getornd worden, ook niet voor
filmische doeleinden. Even terug naar die offerscène. Als de eclips begint,
breekt er paniek uit bij de duizenden gelovigen op het plein voor de
tempel. Onzin, denk je dan. De Maya kenden een kalender die veel
nauwkeuriger was dan de gelijktijdige Europese. In hun vouwcodices
voorspelden zij astronomische verschijnselen zoals eclipsen tot
duizenden jaren in de toekomst. De sequentie doet aan
Kuifje en de zonnetempel
denken (1). Doch zelfs Hergé schaamde zich later over dit fragment, toen
hij meer over de Inca’s wist. Toch is iets dergelijks historische
realiteit: Columbus heeft inderdaad op 29 februari 1504 een eclips
gebruikt om indianen te imponeren en voor zich te laten werken, toen hij
op zijn derde reis gestrand was in het huidige Jamaica (2).
Maar bij een tweede visie van de film merk je details
op die je de eerste keer waren ontgaan. Bij het uitbreken van de paniek
kan de opperpriester een grijns niet onderdrukken en schiet er een
medeplichtige blik heen en weer tussen hem en de koning. Na de eclips
schudt hij zelfs van het lachen. Eerst dacht ik dat het was van
opluchting omdat de zon was teruggekeerd. Er speelt echter iets anders:
volgens een algemeen aanvaarde theorie onder geleerden eigende de
Maya-elite zich een monopolie toe op kennis en gebruikte dat monopolie
om de onwetendheid van de massa te exploiteren voor het handhaven van de
eigen machtspositie als middelaars tussen de mensen en de goden. In de film worden de Maya afgeschilderd als vreedzame jager-verzamelaars enerzijds en wrede bloeddorstige moordenaars anderzijds. Beide visies zijn historisch gezien onjuist, maar voor Hollywood zijn uitersten een noodzaak om een interessante film te maken. (Een goede introductie in deze problematiek vind je in het internetartikel van prof. B. De Wever, Speelfilms als medium in de geschiedenisles) Vanuit de ogen van een archeoloog of antropoloog is
het echter een gemiste kans dat er niet meer aandacht is besteed aan de
culturele en wetenschappelijke prestaties, zoals de astronomische kennis
of het hiërogliefenschrift, en het sociale aspect van de Maya-
maatschappij. Het was echter te verwachten en te vrezen dat deze
aspecten in een Hollywood-film niet aan de orde zouden komen, het is
tenslotte een thriller en geen documentaire. Zonder voldoende achtergrondkennis loop je het gevaar
dat de toeschouwers de film bekijken als een soort voorhistorische
Texas Chainsaw Massacre, maar
dan met een soort getatoeëerde Papoea’s, obsidiaanmessen en knotsen in
plaats van kettingzagen. Het is daarom niet vreemd dat veel hedendaagse
Maya beledigd zijn en zich gediscrimineerd voelen. Vergeet niet dat de
onderdrukking van de Maya door de blanke minderheid nog niet zo lang
geleden op grote schaal werd gesteund door de opeenvolgende regeringen
in hun geboortelanden, met name in Guatemala waar tot 1996 een
‘burgeroorlog’ woedde die circa 300.000 Maya het leven kostte. Bij de controverse spelen een aantal elementen mee en
vermoedelijk tegelijkertijd. Tot 40 jaar geleden golden de Maya als de vredelievende wiskundigen en sterrenkundigen, de tegenhangers van de "wrede" Azteken. Deze opvatting zindert na in “De hel bestaat”, de schitterende en terecht bekroonde adolescentenroman van Willy Spillebeen uit 1984 Vermoedelijk willen de hedendaagse Maya liefst dat het
oude beeld zoveel mogelijk in het collectieve geheugen blijft, al was
het maar omdat het hun toeristisch beter uitkomt. Die onrealistische idyllische visie is de laatste
decennia onderuit gehaald door grootschalige multidisciplinaire
archeologische expedities en vooral door de voortschrijdende
ontcijfering van de gliefen op de monumenten. De klassieke
Mayabeschaving is in de loop van de negende eeuw ten onder gegaan in
bloedige oorlogen tussen de verschillende stadstaten. De postklassieke
periode, die vooral in Yucatan (Mexico) bloeide was evenmin erg
vreedzaam. Anderzijds kan ik me voorstellen dat heel wat kijkers
juist meer willen weten over die bevreemdende cultuur, vooral als de
filmbeelden die ze net hebben gezien totaal niet overeenstemmen met het
exotische en romantische beeld dat ze van de Maya hadden, vooraleer ze
naar de bioscoop trokken. Op het Internet vond ik een aantal besprekingen van
Amerikaanse archeologen. Deze wetenschappers maken dan weer bezwaar
tegen de vele onjuistheden en abnormaliteiten in de film, het door
elkaar haspelen van stijlen en tijden enz. Enkele voorbeelden: de acteurs spreken Yukatec, de
belangrijkste Mayataal uit het Mexicaanse Yucatan. Het landschap is
echter niet dat van Yucatan, maar past eerder bij Quintana Roo (Mexico)
of Guatemala: kolkende rivieren en heuvels. Yucatan daarentegen is vlak,
haast zonder oppervlakterivieren, wegens het kalksteenreliëf. Wanneer Jaguarklauw en zijn lotgenoten na hun helse
tocht in de grote Mayastad komen, krijg je tempels die duidelijk
gebaseerd zijn op de architectuur van Tikal (Guatemala). (Geeft
interessante kijk op deze bouwwerken, zoals ze er vroeger uitgezien
kunnen hebben, beschilderd en ongehavend.) Door het getoonde politieke systeem en de grote droogte die in het rijk heerst, lijkt de film zich af te spelen in de 9de eeuw. De epidemie, duidelijk de pokken, plaatst hem echter 600 jaar later, bij de aankomst van de Spaanse conquistadores. Historisch correct is dan weer dat de pokkenepidemie in grote delen van precolumbiaans Amerika de aankomst van de Spanjaarden voorafging. (De pokken kwamen hier voorheen niet voor. Zij zouden geïntroduceerd zijn door een zwarte slaaf van Cortés. Samen met andere voorheen onbekende ziekten zoals malaria, mazelen en griep, waartegen de inheemsen geen weerstand hadden ontwikkeld, zwiepten zij zoals eertijds de Zwarte Dood (vanaf 1348) door Europa waarde als een alles verwoestende steppenbrand naar noord en zuid.) In de film worden massale mensenoffers gebracht aan de
goden. Hoewel de Oude Maya mensen offerden en ook oorlogen voerden om
krijgsgevangenen voor dit doel te verzamelen, zijn er absoluut geen
archeologische aanwijzingen dat er op zo’n grote schaal mensen werden
geofferd zoals in de film te zien is. Dat gebeurde wel bij de Tolteken
en later bij de Azteken, in Centraal-Mexico. In Tenochtitlán (het
huidige Mexico-City) troffen de conquistadores schedelrekken (tzompantli)
aan met duizenden schedels van geofferden. Wanneer Jaguarklauw niet langer nodig is als offer (de
honger van Kukulkan is gestild) zegt de hogepriester dat ze hem en de
andere gevangenen maar moeten afvoeren. De overvallers laten hen echter
niet zomaar gaan, maar willen hen op een sadistische manier afslachten.
De daaropvolgende scène geeft een fraaie staalkaart van alle mogelijke
werpwapens van de Maya. Inderdaad bezitten we afbeeldingen van
soortelijke executies, al dan niet religieus geïnspireerd.
Tijdens zijn vlucht struikelt Jaguarklauw letterlijk over een groot massagraf. Hoewel er wel een enkele keer een graf met meerdere vermoorde mensen is aangetroffen, zijn er van de Oude Maya geen massagraven bekend van een dergelijke omvang. De enige daadwerkelijke massagraven die men bij de Maya heeft aangetroffen zijn de heilige cenote in Chichen Itza (die eeuwen lang is gebruikt als offerplaats en dus vol lag met skeletten) en een bij de Maya-stad Cancuen, deze laatste vermoedelijk veroorzaakt door de invallers die de stad ten val brachten en de hele elite uitmoordden. Ook hier lijkt het ons dat de regisseur zich heeft laten leiden door sensatiezucht en daarom elementen uit de Azteekse geplogenheden introduceerde.
Achtergronden van de mensenoffers Een volledige uiteenzetting over de kosmologische
achtergronden van de mensenoffers valt uiteraard buiten het kader van
deze recensie. Toch even dit. Net als wij waren de Maya bezeten door de tijd en het
tijdsverloop. Niet die van kwartshorloges om de pols, maar van het grote
astronomische uurwerk in de hemelen. Maya vergoddelijkten de tijd: elk
dagteken werd gedragen op de rug van een god. Zij hadden een cyclische opvatting van de tijd dit wil
zeggen, alles komt altijd terug: zon, maan, seizoenen en dus ook
gebeurtenissen. De Maya gebruikten drie kalenders: - een rituele maankalender van 13 x 20 dagen = 260
dagen (zoals nu nog bij de moslims)- een zonnekalender van 18 x 20 = 360 dagen; Om de 52 jaar vielen die drie kalenders samen; dan
begon een nieuwe cyclus. De kalender vormde de bepalende factor in mensenleven
en religie. De ‘lange telling’ van de klassieke Mayaperiode begon in
3114 v. Chr. De laatste datum in de ‘lange telling’ van de kalender is
te vinden op een stèle uit Toniná. Hij vermeldt (in onze kalender) 18
januari 909. Op de mens nu woog als ultieme plicht door het offer
de kosmische cyclus in stand houden. Zonder offers zou de kosmos vergaan
in chaos. Offers konden bestaan uit planten of dieren. Maar het
belangrijkste offer was het bloedoffer. In de eerste plaats het offeren
van het eigen bloed. Dat deed men door de tong of de geslachtsorganen te
doorboren met de doorn van een agave, waarna het bloed werd opgevangen
op boombastpapier. Ook mensenoffers werden gebracht: kinderen of jonge
maagden die in de cenote van Chichen Itza werden geworpen; mensenoffers
op de wijzen die in de film werd getoond.
In de Postklassieke Periode werd, onder invloed
Mexicaanse stammen, het slachtoffer onthoofd nadat het hart was
uitgesneden. Het hoofd werd langs de trappen van de tempelpiramide naar
beneden gerold om het op het
tzompantli bij te zetten. Het lichaam volgde dezelfde weg, werd door
priesters uitgebeend en, in kleine stukjes gesneden. Die werden
uitgedeeld aan de gelovigen en door hen genuttigd. Voor je gaat gruwen:
de idee hierachter is dezelfde als in het katholicisme: het offer werd
god (vandaar de blauwe kleurstof waarmee Jaguarklauw en zijn lotgenoten
worden bestreken). Door het eten van een klein stukje lichaam, werden de
gelovigen deelachtig aan het goddelijke. “Neem en eet allen hiervan,
want dit is Mijn lichaam.”
Jaguarklauw Een kleine persoonlijke ergernis was dat de naam van
de hoofdpersoon in de ondertitels nergens in het Yukatec werd gegeven,
doch uitsluitend in het Engels als
Jaguar Paw. Wanneer zijn
vader hem in het begin van de film formeel voorstelt aan de erbarmelijke
vluchtelingen in het woud, noemt hij hem (dacht ik te verstaan)
Yich’ak-Balaam. Later telkens
alleen Yich’ak. Zijn
sadistische bewaker geeft hem tijdens de tocht de naam Bijna, die ik
meende te verstaan als Olek.
Een collega diepte me uit diverse bronnen het volgende op: “Jaguar Paw” wordt meestal in
het Nederlands vertaald als “Jaguar Klauw”. Het is de naam van
verschillende koningen uit het Maya-gebied. In haar boek ‘The
Code of Kings’ (1999) geeft Linda Schele (en Peter Mathews) een
lijst van de regerende koningen in verschillende steden.
Daarin vind ik:
De gebruikelijke Maya-naam voor jaguar is 'B’alam' in
ongeveer alle Maya-talen. Jaguar-klauw wordt echter kortweg 'Yich’ak'
genoemd.
Conclusie
Apocalypto is een
razend spannende en gruwelijke thriller. Wie echter naar de film zou
gaan om echt meer te vernemen over de historische Maya, kan beter kijken
naar een van de uitstekende dvd’s van National Geographic of een der
boeken lezen uit de lijst hier onder. Veel kans dat heel wat mensen dat
effectief van plan zijn, na de film.
Didactische tips Hoeveel negatiefs er over
Apocalypto ook gezegd kan
worden, toch is de film bruikbaar in klasverband. Liefst als aanleiding
tot een ruimere uitwerking. Doch dan ga je vanzelfsprekend fragmenten
gebruiken. Een paar suggesties om uit te kiezen: - het begin van de film met de jachtpartij; De fascinerende Mayabeschaving loont beslist een
nadere kennismaking. Dit geldt natuurlijk ook voor geïnteresseerde
volwassenen, buiten een onderwijssituatie. Laat eerst algemene achtergrondinformatie opzoeken. Dit is geen overbodige luxe. Uit ervaring weten we dat leerlingen -en voor volwassenen is het niet beter- de oude hoogculturen als Maya, Azteken en Inca's op één hoopje vegen en door elkaar klutsen. Om nog maar te zwijgen over Tolteken, Olmeken... Hiervoor kun je best een elektronische encyclopedie gebruiken: de gedrukte die voorhanden zijn, zijn allemaal al achterhaald.
Aanbevolen lectuur/ audiovisueel materiaal Sinds deze bespreking geplaatst werd in 2007 is er op deze site een heel pakket bruikbaar didactisch materiaal voorhanden. Dit vind je terug in onderstaand artikel op Histoforum Didactiek, jaargang 2011. De aangeboden PowerPoint telt in totaal meer dan 200 dia’s, die je kunt downloaden. Kijk vooral in de begeleidende teksten op de telkens herhaalde Tips voor didactische verwerking met onder meer links naar een aantal recente documentaires, eveneens besproken op de site.
Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika
Ideaal als introductie is DVD
Het verloren rijk der Maya's.
In de bespreking zelf tref je heel wat interessante
informatie aan, plus een uitvoerige bibliografie en verzameling links. Roeling, S.,
Terugblik op een wereldtijdperk.
Grube, N. (red.), Maya.
De goddelijke koningen van het
regenwoud, Keulen, Könemann, 2001, 480 blz.
De 'burgeroorlog' in de jaren 1980.
Voor het verloop, zie het boek van nobelprijswinnares Rigoberta Menchu:
Burgos-Debray, E., Rigoberta Menchu,
Een bericht uit Guatemala,
Leuven, Kritak, 1984, 212 blz. Vertaald door Raf Allaert. Voor de rol van de
klederdrachten in deze genocide: zie: Holsbeke, M. & J. Montoya (red.),
'Met hun handen en hun ogen.'
Maya-textiel, spiegel van een wereldbeeld.
Tentoonstellingspublicatie, Antwerpen, Etnografisch Museum, 2003.
Besproken als
Maya-klederdrachten:
een geweven wereldbeeld.
Over de conquista en de missionering in Mexico:
De conquistadores: wereldveroveraars met
oogkleppen.
Bernardino de Sahagún en zijn encyclopedie van een
verwoeste cultuur.
De hispanisering van
Nieuw-Spanje (uitgewerkte webquest)
Noten
2.
Todorov, Tz., La conquête de
l’Amérique. La question de l’autre, Parijs, Seuil, 1982. |