Home Magazine Lesmateriaal Toetsmateriaal Vakinformatie
Precolumbiaanse culturen uit Meso-AmerikaOnderstaande tekst is, samen met een zeer uitgebreide powerpoint presentatie, gebruikt door de auteur, Jos Martens, tijdens een nascholingsbijeenkomst van de universiteit van Antwerpen voor leraren geschiedenis, maatschappelijke vorming en Nederlands. De tekst bestaat uit drie
delen,
de Azteken,
Teotihuacan: stad der goden, navel van de wereld en
Maya, kinderen van de tijd |
Jos Martens
Centrum Nascholing Onderwijs (UAntwerpen) & Instituut
voor Amerikanistiek
MAYA,
AZTEKEN, TOLTEKEN…
Van een andere planeet?
Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika en hun
wereldbeeld
Deel 1 DE AZTEKEN
Bijbehorende, zeer uitgebreide, powerpoint presentatie.
Dia’s 3 en 4
In het jaar Ce-Acatl (1-Rietstengel) van de Azteekse
tijdrekening kwam de legende tot leven. Boodschappers
meldden aan de heerser over Anahuac, de Tlatoani (Grote
Spreker) Moctecuhzoma Xocoyotzin (de Jongere), het
verschijnen van reusachtige kano’s met op witte doeken
het rode kruis van Quetzalcoatl, de Gevederde Slang, god
van wetenschap en licht, die lang geleden over zee was
weggevaren en had voorspeld dat hij zou terugkeren in
dat jaar, Ce-Acatl.
Anno Domini 1519. Goede Vrijdag, 22 april. Hernan
Cortés, Spaans hidalgo, ontdekte tot zijn verbazing een
goed georganiseerde samenleving in plaats van naakte
wilden. Met 508 man, 16 paarden, 13 haakbussen en 4
stukken licht geschut rukte hij op ter verovering van
een rijk dat een leger van een kwart miljoen geharde
krijgers kon mobiliseren. Hij bestreed de Tlaxcalteken,
erfvijanden van de Azteken, won hun bondgenootschap en
bereikte na enkele maanden Tenochtitlan, centrum van
Anahuac, het Azteekse imperium.
“Minder dan drie jaar later lag dit imperium in puin,
een cataclysme dat in de geschiedenis zijn weerga niet
kent en waarbij vergeleken de val van Constantinopel als
een incident van betrekkelijk geringe proporties kan
worden beschouwd.” (Jacques Soustelle (1912 - 1990),
Frans amerikanist & minister van cultuur onder Charles
de Gaulle)
Binnen één generatie, in slechts enkele decennia werd
ook hier de inheemse bevolking door moord, onderdrukking
en Europese ziekten letterlijk gedecimeerd en
teruggebracht tot 20 of zelfs slechts 10% van het
oorspronkelijk aantal.
Wat de Spanjaarden niet beseften, en wat de Oude Wereld
zich niet realiseerde tot het midden van de 19de eeuw,
was dat hiermee tevens het gordijn viel over een lange
reeks beschavingen met een heel apart karakter. In het
vaak ondankbare klimaat van Mexico zagen de Spanjaarden
de laatste nabloei van culturen, die reeds oud waren
toen Rome zich een weg worstelde naar een plaats op het
wereldtoneel. Volkeren van wie vaak niet eens de echte
naam gekend is: Olmeken, Tolteken, Maya…
Volkeren met heel wat verschilpunten en veel
gemeenschappelijk erfgoed.
Zo zag een hedendaags kunstenaar de eerste ontmoeting
tussen de Azteekse heerser en Cortés. Doña Marina stelt
hen aan elkaar voor. Heel wat geleerden denken dat Doña
Marina, tolk en minnares van Cortés de hele regie van de
verovering ideologisch in scène heeft gezet. Daarover
later meer. (Naar Orozco, samen met Diego Rivera een van
de muralisten, begin 20ste eeuw)
Rudolf van Zantwijk zegt over haar: “Malinalli Tepénal,
Steppegras (of Dor Gras); vrouw afkomstig uit het
uiterste zuidoosten van het Azteekse rijk; van vrij lage
stand (dit is in tegenstelling met alle andere bronnen:
o.a. Bernal Diaz noemt haar een 'prinses' en voegt een
hele passage in om het belang van haar familie te
beklemtonen); als slavin door Azteekse kooplieden
verhandeld en vervolgens in Spaanse handen geraakt;
beheerste het Nahuatlahtolli, de rijkstaal der Azteken,
en enige Mayatalen; zij werd de belangrijkste tolk en
ook de geliefde van Cortés en kreeg aldus grote invloed
op de communicatie tus-sen Spanjaarden en Azteken. Zij
koesterde een sterke haat tegen alles wat Azteeks was.
Zij mat zichzelf het adellijke toevoegsel -tzin aan en
verwierf later, na de verovering van Tenochtitlan, als
doña Marina een deel van het paleis van Motecuzoma in
eigendom.”
(Van Zantwijk, R., De oorlog tegen de goden. Azteekse
kronieken over de Spaanse verovering, Amsterdam,
Meulenhoff, 1992, p. 263)
Dia 5
3 afbeeldingen uit de Lienzo de Tlaxcala - De Azteken
noemden Cortés én doña Marina:
Malintzin. De illustratie is gebaseerd op een late
19de-eeuwse kopie door Chavero (1892) van de 'Lienzo de
Tlaxcala', een lange rol beschilderd linnen, met
taferelen uit de conquista van Mexico, die de
Tlaxcalteken als klachtenboek naar de Spaanse koning
zonden, om hem te herinneren aan de hun toegekende
rechten als bondgenoten van Cortés tijdens de
verovering.
Dia 6
Zogenaamde Verenkroon van Moctezuma (nu in Wenen). Veren
van de Quetzal.
Wist je dat Margareta van Oostenrijk in haar Mechelse
paleis een der oudste en grootste collecties
precolumbiaanse voorwerpen uit Mexico bezat? Margareta
was landvoogdes van de Nederlanden van 1507 tot bij haar
dood in 1530. Zij was de dochter van Maria van
Bourgondië (+1482) en de tante van Karel V, die aan haar
hof is opgegroeid. Op 20 augustus 1523 schenkt de jonge
keizer een deel van de ‘Schat van Moctezuma’, die Hernan
Cortés hem in 1519 had opgezonden om hem gunstig te
stemmen, aan zijn ‘bonne Tante et plus que mère.’, de
allereerste verzameling exotica uit het pas veroverde
Mexico…
Albrecht Dürer, die in de zomer van 1520 in de
Nederlanden verblijft, ziet de schat in Brussel en is
ronduit verrukt over de voorwerpen.
Zie: Dames met Klasse, Mechelen 2005, (onderaan)
Margareta van Oostenrijk en de schat van Moctezuma
http://users.telenet.be/joosdr/expomechelen.htm
Dia 7 - 8: kaarten
Misverstand rechtzetten: Meso-Amerika (Azteken, Maya);
Inca’s: meer dan 4000 km naar het zuiden, Peru, Bolivia
enz.!
Bij een bezoek aan bijvoorbeeld de collectie van de
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in het
Brusselse Jubelpark valt het onmiddellijk op: vergeleken
met het oude Egypte vertonen de culturen van
precolumbiaans Amerika een oneindige variatie in
architectuur, kleding, taal, aardewerk, politieke
instellingen. Toch hebben zij een aantal kenmerken
gemeen: zij kennen geen ijzer, zijn in hoofdzaak
steentijdculturen, kennen het wiel niet, noch voor het
vervaardigen van potten, noch voor rijtuigen; kennen
geen lastdieren of geld in onze betekenis; maïs is hun
hoofdvoedsel …
En -het belangrijkste voor ons betoog: zij deelden een
gemeenschappelijk wereldbeeld, waarschijnlijk afkomstig
van de (tot nu toe) oudste bekende cultuur: de Olmeken
(Mexicaanse Golfkust, ca. 1500 v.C.)
Dia 9. Tentoonstelling: Londen British Museum over
Moctezuma tot 24 januari 2010.
Voor de hoogculturen van het Amerikaanse vasteland begon
de confrontatie niet in 1492, maar meer dan een kwart
eeuw later. Veel hedendaagse onderzoekers zijn trouwens
van mening dat de geschiedenis heel anders zou verlopen
zijn, als Columbus op het vasteland van bijvoorbeeld
Mexico zou geland zijn in plaats van op de Bahama’s bij
de zeer eenvoudige Taino. De Maya of de Azteken zouden
korte metten hebben gemaakt met de vreemdelingen en
niemand in Europa zou nog ooit van de
ontdekkingsreizigers hebben gehoord.
Waarom is het later anders gegaan?
De Conquista van Mexico door Cortés heeft voor velen
altijd iets gehad van een sciencefictionverhaal, waarbij
onmiddellijk de vraag rijst: hoe was het in hemelsnaam
mogelijk? Het antwoord zit in het wereldbeeld van de
Azteken en van hun heerser Moctezuma. Laten wij dus hier
beginnen.
Dat wereldbeeld was een van de meest complexe
constructies die ooit door mensen werd uitgedacht. Het
schiep een cultuur, die zo afwijkt van onze
gedachtewereld, dat ze wel van een andere planeet kon
komen. Met behulp van uniek en divers beeldmateriaal
pogen wij een dieper en historisch inzicht te
verschaffen in de mentale leefwereld van de
belangrijkste hoogculturen.
10. Moctecuzoma Xocoyotzin (uitspraak: Motewksóma
Shjokojótsien), Colhuatecuhtli (Colhua-heerser) van het
Azteekse rijk van 1502 tot 1520; wordt kort daarop door
de Spanjaarden gegijzeld. Tijdens een volksoproer tracht
hij de meute te bedaren. Hij wordt door een steen aan
het voorhoofd geraakt en vermoedelijk eind juni 1520
door de Spanjaarden gewurgd.
De Tlatoani werd gekozen uit de vorstelijke familie. Een
vrij uniek systeem: na zijn verkiezing regeerde hij als
een halfgod, met in theorie onbeperkte macht.
11. Codex Mendoza. Aangestift: boren van het Nieuwe Vuur
Moctecuzoma Xocoyotzin, 'Hij die zich Gebieder maakt
door zijn Toorn, de Jongere' Zijn naamglief staat achter
zijn hoofd. Het driehoekje in turkoois is zijn diadeem
als heerser. Voor hem een rond schild met bovenaan een
atlatl (speerwerper); door het schild: werppijlen. Samen
vormen zij het begrip en chimalli en mitl, schild en
pijlen = oorlog. De rest van de pagina is gevuld met de
veroveringen van Moctezuma, telkens de naamglief van een
plaats, gevolgd door een tempel waarvan het rieten dak
in brand staat (rookwolkjes).
Achter hem een jaarkalender. Aan de datum 2 - Riet is
een horizontaal plankje verbonden met een verticale
vuurboog en rookwolkjes: dit is het boren van het Nieuwe
Vuur, het begin van een nieuw tijdvak van 52 jaar.
Onderaan is de kalender onvoltooid gelaten door de
Azteekse schrijver; niet ingekleurd: de jaren 1-Riet
(Acatl) = 1519, aankomst van Cortés, 2-Tecpatl
(Vuurstenen Mes) en 3-Calli (Huis) =1521, inname van
Tenochtitlan, het einde. Merk dat een Spaanse klerk de
plaatsnamen heeft ingevuld in ons alfabet, wat
identificatie mogelijk maakte.
12. Templo Mayor
13. 1978 Toevallige ontdekking door arbeiders van de
Steen van Coyolxauhqui (Belletjesgezicht), maangodin.
Men wist: hier moest de Templo Mayor liggen, vlak bij de
kathedraal.
Dit is de herschepping van de mythe in steen: de opstand
op de Slangenberg van de 400 onder leiding van
Coyolxauhqui tegen hun moeder, Coatlicue (Zij met de
Slangenrok), moeder van Huitzilopochtli, de krijgsgod.
Deze versloeg de 400 (=de sterren), vierendeelde
Coyolxauhqui en wierp haar gemutileerde lichaam naar
beneden, waar het aan de voet van de heuvel bleef
liggen.
Opgravingen door Eduardo Matos Moctezuma tot 1982. Nu
een apart museum.
Ter verduidelijking, een min of meer vergelijkbaar
voorbeeld uit het katholicisme: de kruisweg bij
bedevaartsoorden als Scherpenheuvel of beter, Rocamadour
(Frankrijk), op de weg naar Santiago de Compostela, waar
de 14 staties in een moeilijke klim tegen de heuvel voor
de gelovigen lijden en dood van Christus op Goede
Vrijdag evoceren.
14-15-16-17. Templo en maquette, Londen.
Bleek dat de tempel laag na laag was opgebouwd in niet
minder dan 13 bouwfasen. De tempel was door de
conquistadores verwoest. De onderste, oudste tempel was
gedeeltelijk bewaard omdat hij in de moerassige grond
was weggezonken.
16. Dubbeltempel, links Tlaloc (de regengod), rechts de
oorlogsgod Huizilopochtli (Linkshandige, of Blauwe of
Zuidelijke Kolibrie).
Let op de oriëntatie: vergelijk met Egyptische tempels,
zonsopgang tussen de pylonen, hier tussen de twee
tempels.
18-19. Voor de tempel van Huizilopochtli: gevederde
slangen, dit verwijst naar de mythische Slangenberg en
tevens naar de god Quetzalcoatl (Gevederde Slang);
Huizilopochtli heeft hem verdrongen, de Azteken wisten
dat hij zou terugkomen om zijn rechtmatige plaats weer
op te eisen.
20. Standbeelden uit een oudere tempel, zoals gevonden
in situ.
21. Reliëfs in de oudste tempel, met gedeeltelijk
bewaarde kleuren.
22. Stenen Tzompantli, schedelrek. Voor de Templo Mayor
zagen de Spanjaarden een echt schedelrek met duizenden
schedels van geofferden.
23. In de oudste tempel stond dit beeld van een Chacmool
(Mayanaam zonder betekenis) nog in situ. Door de Azteken
overgenomen van hun legendarische voorouders de
Tolteken. De schaal op zijn buik is bestemd voor
mensenharten.
24-25. De vondsten
Leveren het bewijs dat de Azteekse heersers geschiedenis
exploiteerden en zo nodig vervalsten voor
propaganda-doeleinden. Het herbruiken van antieke
relicten, de imitatie van oude beeldhouwwerken en de
constructie van archaïsche gebouwen in Tenochtitlan
passen in hun politiek van legitimatie als erfgenamen
van de legendarische Tolteken. Dit blijkt ook uit de
vondst van bijvoorbeeld Olmeekse maskers als offergaven
in bergplaatsen bij de Templo Mayor.
De juiste toedracht is niet meer te achterhalen. Want
echte, originele historische bronnen bestaan niet! Elke
variante op de stichtingsgeschiedenis is zelf een
reconstructie post factum, een herziening van het
verleden door de Azteken in het licht van hun latere
roem.
De eerste belangrijke heerser, Itzcoatl (Slang met
Obsidiaanmessen, 1426-1440) had op aanraden van zijn
mederegeerder Tlacayelel door boekverbranding ervoor
gezorgd dat de officiële versie ook de enig mogelijke
was. Analoge situaties zijn trouwens eveneens in andere
culturen aan te wijzen: keizer Qin Shihuang Di (+210
v.Chr.) deed hetzelfde in China; de Inka’s in Peru; de
Spanjaarden zouden het voorbeeld navolgen in Mexico. Een
opvallende parallel levert de Romeinse geschiedenis: ook
hier wordt de stichting herschreven en verheven tot
mythe, nadat een boerenbevolking is uitgegroeid tot
imperiumbouwers. Alleen beriep men zich hier op de inval
van de Galliërs, die in 390 v.Chr. alle documenten
zouden vernietigd hebben.
26 -29. De offers
26.Chicuei Acatl (8-Riet = 1487) Inhuldiging van de
laatste uitbreiding van de Templo Mayor door Ahuitzotl
(Water-Otter). 20.000 mensenoffers.
Links: gedenksteen, rechts tekening uit vroeg-koloniale
codex.
Eén aspect van de Meso-Amerikaanse cultuur heeft de
Europeanen vanaf het begin met rillende sensatiezucht
dan wel afkeer vervuld: de mensenoffers. Alle religies
kennen vormen van offeren. Lees er de Bijbel maar op na.
Maar waarschijnlijk nergens nam het offer een zulkdanige
plaats in als hier. Al sinds de Mexicaanse oudheid
ontwikkelden deze culturen een traditie van offeren, in
de vorm van giften aan de voorouders en godheden. Het
ging daarbij voornamelijk om objecten van aardewerk,
stof, hout, been, metaal of andere materialen. Doorgaans
werden deze in manden of gaten in de grond of in
piramiden of paleizen geplaatst en later met aarde of
stenen bedekt.
Bij de Azteken, de jongste cultuur, ontaardde dit in een
ware orgie van mensenoffers, duizenden ieder jaar.
Nezahualpilli (1464 - 1515), Hongerige (= vastende)
Prins, Grote Spreker van het met Tenochtitlan verbonden
Texcoco, en vooral zijn vader Nezahualcoyotl (1402 -
1472), Hongerige Prairiewolf, de grootste dichter en
ziener uit de voor-Spaanse periode, hadden de heersers
van de Azteken reeds decennia eerder gewaarschuwd dat de
overdaad van bloedoffers de gramschap van de goden zou
oproepen.
Voor mij is dit het sterkste voorbeeld van godsdienstige
aliënatie (vervreemding), om met Karl Marx te spreken:
verering van een Opperwezen wordt godsdienst; dit groeit
uit tot een institutionele religie met rituelen, een
kerk, een priesterkaste. Dit ‘bouwwerk’ gaat een eigen
leven leiden, los en soms tegen de oorspronkelijke
bedoeling in. Ook in het christendom is dit gebeurd.
Denk maar aan kruistochten als heilige oorlog tegen de
ongelovigen, de brandstapels voor ketters en heksen.
De religieuze filosofie die hier in Mexico achter zit is
de volgende: de goden hebben zich voor ons geofferd om
het huidige tijdperk van de Vijfde Zon te scheppen.
Daarom is het de hoogste en edelste plicht van de mens
om zich op zijn beurt te offeren voor de goden.
Dit offeren gebeurde voor of in de tempel die gebouwd
was op een steile trappenpiramide. Nadat het hart van
het nog levende offer met een stenen mes was
uitgesneden, hief de priester het naar de zon als
voedsel voor de zonnegod. (De zonnegod moest dagelijks
gevoed worden met nog kloppende harten, om in beweging
te kunnen blijven.) Dan deponeerde hij het hart in een
zogenaamde Adelaarsvaas (quauxcicalli). Volgens de
mythen vloog een adelaar met het hart van de geofferde
naar de zonnegod en het hiernamaals. Het lichaam werd
langs de trappen van de piramide naar beneden gegooid,
aan de voet van de trap in stukken gesneden door de
priesters en de stukjes verdeeld onder de gelovigen, die
door deze “communie” een werden met de god en dus een
beetje god werden.
Een analoge gedachte vindt men eveneens weer in het
christendom. Volgens de katholieke leer heeft Jezus, de
Zoon van God, aan het kruis Zijn leven gegeven voor de
redding van de mensheid tot het eeuwig leven. Dit wordt
onbloedig herdacht in de eucharistie. Bij de woorden van
de consecratie veranderen het brood en de wijn wezenlijk
in het lichaam en bloed van Christus. Bij de communie
eten de gelovigen een stukje brood (in de orthodoxe kerk
brood én wijn), terwijl de priester zegt: “Het lichaam
en bloed van Christus.” Met andere woorden: net als bij
de Azteken eten de christenen het lichaam van hun God!
Als men bedenkt wat al gruwelijkheden de inquisitie in
naam van God heeft uitgehaald, kan men niet anders dan
rillend concluderen dat we hier maar op het nippertje
aan een Azteeks lot zijn ontkomen! Of hoe een volkomen
analoge religieuze redenering, volkomen verschillend kan
zijn in de uitwerking.
Nota: Je zou geneigd zijn te zeggen dat de christenen de
zaak symbolisch hebben aangepakt. Maar dat klopt niet:
volgens het katholieke dogma is er geen sprake van
symboliek, maar worden brood en wijn werkelijk het
lichaam en bloed van Christus. Dit noemt men de
transsubstantiatieleer. En voor het verschil tussen
symbolisch en werkelijk zijn er in de 15de en 16de eeuw
tijdens de reformatie oorlogen gevoerd en honderden
zoniet duizenden mensen op de brandstapel gebracht!!
30-31. Kalendersteen of beter: Steen van de Vijfde Zon-
gevonden in 1790, 3,60 m diameter, 24.000 kg
- Centraal: de zonnegod Tonatiuh. Zijn tong: een
vuurstenen mes, duidt op mensenoffers.
- links en rechts: adelaarssnavel die tegelijk
jaguarklauw is, met daarin mensenhart.
- de hele centrale afbeelding vormt het teken Nahui
Ollin, 4-Beweging, het huidige tijdvak van de
geschiedenis, de Vijfde Zon, dat zal eindigen door een
aardbeving en begonnen is op een datum 13-Riet (helemaal
bovenaan, centraal).
- In de rechthoeken rondom Tonatiuh, de vier voorgaande
tijdperken van de geschiedenis, te lezen vanaf
rechtsboven, in tegenwijzerzin.
- Vier Jaguar, toen de mensen werden verslonden door
jaguars;
- Vier Wind, toen een storm de mensheid wegvaagde;
- Vier Vuurregen;
- Vier Water: vernietiging door zondvloed.
- 20 dagtekens van de Azteekse maand: begint bovenaan
met krokodil, dan in tegengestelde wijzerzin (naar
links): wind, huis, hagedis, slang, dood, hert…
- Buitenste ring: twee slangen met (onderaan) het
gezicht van de vuurgod en de zonnegod.
32. Schelp met datum 1-Miquiztli (Dood).
33. Dagtekens, aangestift: begin van de maand: Cipactli,
krokodil.
34-36: Teocalli van de heilige oorlog - Boren van het
Nieuwe Vuur 1507.
Vulkanische steen, 123 x 92 x 100 cm
Een op zicht niet zo indrukwekkend, maar
cultuurhistorisch enorm belangrijk monument. Ontworpen
op bevel van Moctezuma zelf, ter gelegenheid van “het
Verbinden van de Jaren en het Boren van het Nieuwe Vuur”
in ons jaar 1507, de aanvang van een nieuwe Azteekse
cyclus van 52 jaar - de allerlaatste keer in de
geschiedenis dat die plechtigheid zou plaatsvinden.
Het monument is gebouwd in de vorm van een
miniatuurpiramide. (Teocalli betekent huis van de goden
= tempel.) Het viert de triomf van de Zon in het
universum en dient als legitimatie voor de macht van de
Mexica na de stichting van de stad Tenochtitlan in het
jaar Ome Calli (Twee Huis) 1325, die zo verbonden wordt
met de kosmische orde. (Dit is identiek met de
voorstelling op de Steen van de Vijfde Zon.)
Bovenaan de trappen: Links . quauxcicalli (Adelaarsvaas
bestemd voor mensenharten) met jaguarhuid - rechts met
adelaarsveren,
Onderaan: data - links: jaar 1 Tochtli (konijn) -
rechts: 2 Acatl (Riet). Het boren van het Nieuwe Vuur
geschiedt bij de overgang van het ene jaar naar het
andere.
- Centraal: het teken van de Vijfde Zon, Nahui Ollin
(Vier Beweging), duidt op de triomf van de Zon
- Links daarvan: Huitzilopochtli (god van dag en oorlog)
met aan een voet de rokende obsidiaanspiegel van
Tezcatlipoca, de tovenaar - god en vijand van
Quetzalcoatl. Oorspronkelijk was hij het sterrenbeeld
Grote Beer. Betekenis: de twee goden zijn hier
versmolten tot één. (Vgl. Egypte, de diverse gedaanten
van de god Ra.)
- Rechts Moctezuma , herkenbaar aan zijn naamglief.
Let op de versierde spreekvoluten die uit hun mond
komen: dit duidt op de gewijde teksten die bij deze
gelegenheid werden gereciteerd.
- Daaronder op het horizontale vlak, het aardmonster,
tweemaal geflankeerd door een schild met gevederde
werppijlen, eenmaal met adelaarsveren (links), rechts
vermoedelijk met jaguarhuid. Dit is het begrip en
chimalli en mitl, schild en werppijl = heilige oorlog.
37. Nogmaals Moctezuma, boren van het Nieuwe Vuur 1507.
38. In de vroeg-koloniale Codex Borbonicus tekenden
Azteekse scribenten de hele ceremonie van het Nieuwe
Vuur of het Binden der Jaren, het ritueel van de
kosmische vernieuwing. Bovenaan rechts: de bergtop (ten
z-o van Tenochtitlan) waar de priesters de opkomst van
de Pleiaden waarnamen. Zodra het Zevengesternte opkwam,
offerden zij een jonge man en maakten dan vuur met een
vuurboor in zijn geopende borstkas.
De grappige zwarte voetjes duiden op ‘afgelegde weg’.
Vier priesters ontsteken het Nieuwe Vuur aan gebundelde
gedroogde rietstengels. Van daaruit dragen boden,
gekleed als goden, bundels met het vuur uit over het
gehele imperium. Overal werd het haardvuur ontstoken aan
dit heilige vuur. De hele bevolking was bij de ceremonie
betrokken. Zwangere vrouwen moesten zich gedurende de
plechtigheid schuilhouden in de afgesloten
opslagplaatsen voor maïs en turkooizen maskers voor hun
gezicht houden om zich te beschermen tegen de
afschrikwekkende neerdalende geesten van de vrouwen die
in het kraambed gestorven waren, bovendien verdedigd
door gewapende krijgers (rechts, onder). Kinderen
(helemaal onder, rechts) werden wakker gehouden, want
als ze in slaap vielen, zouden ze in muizen veranderen.
De personificatie van een godheid, boven, voor de Tempel
van de Gehesen Banier is Moctezuma. Voor hem: de
datumglief 2-Riet.
De hele aankleding van de plechtigheid diende om de
politieke dominantie van de Mexica te verzekeren, als
(zelf aangestelde) bewakers van de Vijfde Zon en zijn
cyclische kosmische vernieuwing.
Afschrikwekkende goden
39. Xipe Totec. Nog een historische getuigenis: op zijn
rug de datumglief 2-Riet, Ome Acatl, 1507.
Afbeelding van een zeer expressief Azteeks
beeldhouwwerk: een krijger (of priester), gehuld in de
afgestroopte huid van een geofferde.
Ter ere van Xipe Totec, Onze Heer de Gevilde, god van de
lente en het nieuwe leven in de natuur (!) werden
krijgsgevangenen geofferd door hen levend te villen.
Vooraf waren ze zwaar verdoofd. (Analogie: slangen
werpen in de lente eveneens hun huid af.)
40. Tweekoppige slang, turkoois, British Museum.
De hele Azteekse cultuur doet me in alle opzichten
denken aan een tweekoppige slang: poëzie en schoonheid
versus bloedvergieten en offers.
Zoals gezegd: het Azteekse wereldbeeld was een van de
meest complexe constructies die ooit door mensen werd
uitgedacht.
Fundamenteel hierin is de tweepoligheid die elk aspect
van het maatschappelijk leven doordesemt. De
tweevoudigheid, een voor Europeanen moeilijk te vatten
gegeven, vond haar oorsprong in de scheppende oppergod
Ometeotl, de Twee-God, die mannelijk én vrouwelijk
tegelijkertijd was. Deze grondgedachte weerspiegelde
zich tot in het dagelijkse taalgebruik, in de zogenaamde
difrasismen: uitdrukkingen en beeldspraak waarmee één
begrip (in onze ogen) werd weergegeven door twee
verbonden elementen. Zo werd een plaatselijke of
regionale gemeenschap benoemd met de woorden 'water en
berg', omdat het leven in de vallei van Mexico zich
altijd afspeelde tussen de tastbare tweedeling water en
berg(en). In hun eigen taal, het Nahuatl, noemden de
Azteken het gebied daarom Anahuac ('Bij het Water'); en
chimalli en mitl, 'Schild en pijlen’ betekent oorlog en
wordt in het Azteekse beeldschrift dan ook voorgesteld
door een fraai getekend schild met een bundel werppijlen
en daarboven meestal een atlatl, een speerwerper.
Het dualiteitsprincipe werd doorgetrokken tot in het
leiderschap, iets wat de conquistadores niet begrepen en
blijkbaar zelfs nooit geweten hebben. Naast de Grote
Spreker stond een tweede opperste gezagsdrager, die het
vrouwelijke principe vertegenwoordigde en de titel droeg
van Cihuacoatl (Vrouwelijke Slang), maar wel een man
was. Tlacayelel (‘Helder is zijn lever’, d.i. Heldere
Geest) (1398-1478), afkomstig uit de vorstelijke
familie, was Vrouwelijke Slang van vier opeenvolgende
vorsten gedurende 50 jaar en schepper van de omvattende
Azteekse kosmologische staatsideologie. Hij lanceerde na
een langdurige hongersnood (1450-54) de idee van de
Bloemenoorlogen, rituele gevechten met als enig doel:
gevangenen verwerven voor offers om zo de woede van de
goden af te wenden en nieuwe rampen te voorkomen. Was
eveneens verantwoordelijk voor de boekenverbranding
onder Itzcoatl.
41. De scheppingsgod Ometecuthli: voorgesteld als de
volwassen vuurgod: scheppingsgod & god van vernietiging:
dit heeft te maken met het vulkanisch karakter van de
hele streek. Als godheid afkomstig van Teotihuacan (zie
verder)
42. Xochipilli (Bloemenprins), god van bloemen en
schitterende poëzie.
Bloedoffers en poëzie; hoe rijm je dat tezamen? Vandaar
het beeld van de tweekoppige slang.
Ongetwijfeld hebben we hier, net als in het Japan van de
samoerai, te doen met een meervoudig gelaagde cultuur:
een samenleving met eeuwenlang bloedige oorlogen en nog
bloediger mensenoffers die steeds massaler werden. En
even ongetwijfeld vormden de sublieme poëzie en de
talloze rituelen in de omgangsvormen een sublimatie, een
tegengewicht voor al dat bloed.
43-46. Quetzalcoatl, de Gevederde Slang, god van kunsten
en wetenschappen.
Toen Cortés in Anahuac aankwam, hield Moctezuma hem voor
de teruggekeerde god Quetzalcoatl ('Vogel-Slang' of
'Kostbare Tweeling'). In zijn hemels aspect werd deze
god vereenzelvigd met de planeet Venus als Morgenster,
voorloper van de opkomende zonnegod. Maar tevens was hij
als Avondster zijn monsterachtige tweelingbroer Xolotl.
Vaak wordt Xolotl als skelet afgebeeld op de rugzijde
van Quetzalcoatl, of omgekeerd, zoals hier: twee
verschijningsvormen van eenzelfde figuur. Bij uitstek
drukken de Azteken hiermee uit dat de dualistische
polarisatie licht - donker en goed - kwaad niet enkel
speelt tussen verschillende goden, maar in één en
dezelfde persoon aanwezig is. We moeten immers het kwade
niet zoeken in uiterlijke duivels of boze goden, het is
in ieder van onszelf aanwezig.
De achterzijde (rechts) heeft tot zeer diverse
interpretaties aanleiding gegeven. O.i. stelt ze
Quetzalcoatl voor als wegbereider van de Zon (centraal
in het “turkooisen schild” = symbool voor de jonge
Zonnegod).
47. Tlazolteotl ('Zij die vuil eet'), de godin van de
zinnelijke liefde en van de geboorte, zij die leven
geeft en leven neemt. Zoals alle goden is zij goed én
kwaad.
Bij de Azteken bestond een vorm van biecht. Men kon een
keer in zijn leven biechten bij de Aardmoeder, de godin
Tonantzin of bij Tlazolteotl.
De Azteken geloofden dat de lotsbestemming van een mens
bepaald werd door het kalenderteken waaronder men
geboren werd. (Een vage schaduw daarvan vinden we in het
hedendaagse geloof in horoscopen.) Meisjes die op een
van de feestdagen van Tlazolteotl geboren werden, waren
voorbestemd tot prostituee. De geboortedag van doña
Marina was Malinalli (Steppegras), een dag gewijd aan
Tlazolteotl. Hebben haar ouders haar verkocht aan
slavenhandelaars, omdat zij haar wilden onttrekken aan
haar Lotsbestemming? Verklaart dat haar door het Noodlot
bepaalde rol bij de ondergang van haar volk en haar
goden?
48-49-50. Tezcatlipoca de tovenaar-god, oorspronkelijk
het sterrenbeeld Grote Beer, god van de dood en de
nacht. Zijn naam betekent 'Rokende Obsidiaanspiegel'.
Hij is in voortdurende oorlog met Quetzalcoatl, de goede
scheppingsgod. Aan een been had hij een obsidiaanspiegel
in plaats van een voet, waarin hij als in een kristallen
bol kon kijken om het verborgene te zien. Bij de Azteken
versmolt hij tot één godheid met Huitzilopochtli. Aan
obsidiaanspiegels werd grote magische kracht
toegeschreven. Na de Conquista belandden er zelfs enkele
in Europa. Ze zijn te herkennen aan hun vorm, die
vierkant is, terwijl die van de Azteken rond waren. Een
van de drie nog bekende behoorde toe aan John Dee
(1527-1608), geograaf, vriend van Mercator,
astroloog-waarzegger van Koningin Elisabeth I van
Engeland, die hieraan groot gezag ontleende (Catalogus
De Azteken, Brussel,1988, nr. 342 en 343).
51-53. Mayahuel, godin van de maguey.
Een andere plant met veelzijdige toepassingen is de
agave (sisal, Mex.: maguey). Hiervan be-staan een aantal
verwante variëteiten. Tegenwoordig is het een
industrieplant, geteeld op grote plantages. Yucatan, in
het Mayagebied produceert de helft van de
wereldproductie sisalvezels
In de precolumbiaanse periode (net zoals nu nog) bezat
elk huis wel een tuintje met een aantal planten voor
eigen gebruik. De vezels van het stekelige blad zijn
ongeveer 1m lang. Hiervan maakt men sandalen, zakken,
touw, zonnehoeden, borstels…
Enkele variëteiten bloeien slechts om de 20 jaar. Dan
scheiden ze een sap af, dat men laat gisten tot pulque
(octli in het Nahuatl), een verfrissende, licht
alcoholische drank. Als men de naalden handig los trekt
van het blad, komt er een dikke, draderige vezel los,
die men kan gebruiken om voorwerpen uit magueyvezels te
herstellen. De Azteken zegden: “De plant levert naald én
draad.”
In het huidige Mexico is pulque de laatste decennia
helaas vervangen door … Coca-Cola. En gelukkig ook door
uitstekend Mexicaans bier (merk: Montezuma, wat dacht
je!)
Kosmos en Stadsplanning
54-55. De kosmologische indeling in vier windstreken en
het middelpunt van de wereld volgens Codex
Féjervary-Mayer, blz.1. (Herkomst: Mixtekencultuur)
Deze codex is -in tegenstelling tot de meeste andere-
niet geschilderd op agavenbastpapier, doch op een soort
perkament van hertenleer. De bladen werden aan elkaar
bevestigd en gevouwen.
Bij het wereldbeeld van de precolumbiaanse volkeren uit
Meso-Amerika hoort hun tijdsbesef. Dat was cyclisch
opgebouwd en kende geen lineaire chronologie, zoals wij
tegenwoordig. Voor de Maya en de Azteken keerden
dezelfde gebeurtenissen en personen terug na elke cyclus
van 52 jaar. Na deze periode vielen de drie kalenders
die zij gebruikten samen: een zonnekalender van 365
dagen, een religieuze maankalender van 260 dagen en een
Venuskalender van 584 dagen.
De geschiedenis vormt dus een cirkel, net zoals de
seizoenen, dag en nacht, leven en dood, zaai- en
oogsttijd telkens op elkaar volgen en telkens
terugkeren.
Bij de Azteken wordt het cyclische wereldbeeld
gedetermineerd door het getal 4 dat de Vier
Wereldrichtingen van de kosmos aanduidt. De Azteekse
kosmos bestond uit een vierkant grondplan, met een
centraal punt op het snijpunt van de diagonalen.
Hierdoor liep een verticale as, die de aardse wereld
verbond met de boven- en onderwereld. Op elke zijde van
het vierkant lag een der windstreken, in twee gedeeld
door een levensboom die de hemel stutte, met elke
'halve' windstreek onder de hoede van een godheid en een
bijbehorende kleur. Deze ruimtelijke ordening (kleur
inbegrepen) was steeds aanwezig in hun denken en
bepaalde zelfs hun stedenbouw. Ook hierin gingen zij
zeer ver. Zo weerspiegelden de Grote Tempel van
Tenochtitlán en de stad in haar geheel letterlijk de
kosmische ordening van het Azteekse wereldbeeld in hun
opbouw.
Dit is de tweedimensionale weergave van een
driedimensionaal wereldbeeld: je moet je de zijkanten
voorstellen als opgeklapt naar boven. Rondom het
breedarmige kruis loopt de rituele kalender van 260
dagen (20 groepen van telkens 13 dagen), een
maankalender. De duikende adelaars op de afgeronde
tussenstukken stellen de jonge zonnegod voor, die naar
de aarde duikt voor mensenharten. In het midden staat de
vuurgod, als afgezant van Ometeotl.
Van rechtsboven af, tegen de wijzers van een klok in,
zie je de arm, het been, dan de ribben en vervolgens het
hoofd van de god Tezcatlipoca (Rokende Obsidiaanspiegel
- die spiegel zie je linksonder aan zijn been in de
plaats van een voet). Uit zijn ledematen vloeien
bloedstromen naar de vuurgod. Op het lichaam van de
duikende adelaar: de vier ‘Jaardragers’: Tochtli
(Konijn), Acatl (Rietstengel), Tecpatl (Vuurstenen Mes)
en Calli (Huis).
Betekenis: zoals Tezcatlipoca zich offerde voor ons, zo
is het de hoogste bestemming van de mens zich te offeren
voor het in stand houden van de kosmische orde.
Verdere interpretatie: rechts heb je bijvoorbeeld het
noorden. De boom in deze windstreek is begroeid met
vuurstenen offermessen en rijst op uit de kaken van het
aardmonster. Links van de boom heb je de dodengod
Mictlantecuhtli (met een offermes als neus); rechts de
maïsgodin Cinteotl.
56. Eerste bladzijde van de Codex Mendoza
Jacques Soustelle, in Zo leefden de Azteken... geeft
hierbij de volgende beschrijving:
"In het midden de arend, gezeten op een cactus; beneden
schild en pijlen (oorlogssymbolen). Rechts een
Tzompantli (rek voor mensenschedels). De tien op matten
zittende figuren vertegenwoordigen de stichters van
Tenochtitlan; naast hen de hiëroglyfen die hun namen
voorstellen. De hut boven geeft de eerste tempel van
Uitzilopochtli weer; aan de aard van het terrein, waar
deze tempel gebouwd werd, herinneren de kanalen die de
tekening omgeven en doorsnijden en ook de bossen riet,
die tussen de figuren staan afgebeeld."
(Soustelle, J., Zo leefden de Azteken, Baarn, Hollandia,
4de druk, 1969.)
57. Dit is geen stratenplan, zoals Soustelle meende,
doch een ideologische kaart. Merk de overeenkomst met de
kosmologische voorstelling van Codex Féjervary-Mayer.
Betekenis: het plan van Tenochtitlan stelt ook in
werkelijkheid de kosmos voor, die nog eens verkleind
hernomen wordt in de Grote Tempel.
In de centrale afbeelding rust een klauw van de adelaar
op de vrucht van de vijgencactus: een metafoor voor
mensenoffer. Betekenis: Tenochtitlan moet de wereldorde
in stand houden door heilige oorlog voor mensenoffers.
Het tafereel is later opgenomen in het wapenschild en de
vlag van Mexico. Met één wijziging: de adelaar heeft nu
een slang in de snavel, wat in het origineel niet
voorkomt. Na de verovering door de Spanjaarden hebben de
Azteken de stichtingsmythe aangepast, zodat de
verwijzing naar de offers verdwenen is.
58-59-60. Plan van Tenochtitlan: het Venetië van Mexico
in het meer van Texcoco. In feite een reeks meren met
verschillend zoutgehalte. De dubbeltempel weerspiegelt
bovendien de twee hoogste vulkanen van de Vallei van
Mexico: de Ixtaccihuatl (Liggende Vrouw, 5230 m) en de
Popocatépetl (Rokende Berg, 5426 m)
61-62. Middeleeuwse OT-kaart en Zodiacman uit de Très
Riches heures du duc de Berry (ca. 1415, Gebroeders van
Limburg)
Europees ideologisch denken: de Middeleeuwen zijn ons
niet zo vertrouwd als we denken te weten uit de
kathedralen en burchten. Een OT-kaart is even
ideologisch als het plan van Tenochtitlan: georiënteerd,
dit is: gericht naar het oosten, elk van de (toen
gekende) werelddelen verbonden aan een der bijbelse
zonen van Noah. Waardeloos om de weg te vinden op de
planeet!
Zodiacman: geeft de invloed van de sterrenbeelden weer
op de verschillende organen. Weerspiegelt de leer van de
4 elementen (aarde, lucht, water en vuur) en de 4
temperamenten (zwarte en gele gal, wit flegma, bloed).
Gebruikt in de geneeskunde: verband microkosmos (mens)
en macrokosmos. (De Zodiacman is op een afzonderlijk
perkament geschilderd en dan in het boek tussengevoegd.)
Overblijfselen in hedendaags taalgebruik: flegmatisch,
sanguinisch uiterlijk, choleriek…
Op te merken valt dat het tijdsbesef van onze voorouders
eveneens veel sterker cyclisch gebonden was aan de gang
van de seizoenen.
OORSPRONG VAN DE KOSMISCHE
ORDE
Nu is er in dit verband één hamvraag die we nog niet
voldoende hebben behandeld.
Een wereldbeeld is de bril waardoor de mensen de
realiteit bekijken, zichzelf, hun leefwereld en hun
relaties met medemensen, goden en de kosmos beschouwen.
In Meso-Amerika is dit kosmologisch ingevuld, zoals
reeds voldoende aangetoond.
Als je in een etnologisch museum snel van cultuur naar
cultuur wandelt en Tibet kunt vergelijken met
bijvoorbeeld Japan en India, dan treft het je dat de
basis van de religies en wereldbeelden overal identiek
is: de relatie microkosmos - macrokosmos. Alleen is de
vormentaal waarin die uitgedrukt wordt vaak zeer
verschillend.
Vanwaar dat blijkbaar universele basisprincipe?
Het beroep op een sacrale kosmische orde vindt zijn
oorsprong in het verlangen van de mens om aan de door
hem opgebouwde cultuur een onaantastbare grondslag te
geven. Hij heeft een ingeboren behoefte om zijn leven te
grondvesten op een coherent wereldbeeld. Om de aardse
constructie die hij moeizaam heeft opgebouwd een stevige
fundering te geven, gaat hij ze vergelijken met de orde
die hij in de kosmos meent te ontwaren. Zoals de
sterrenbeelden en planeetstanden steeds terugkeren, zo
keren op aarde de seizoenen terug in een vaste volgorde.
De cyclus van de vrouw stemt duidelijk overeen met de
cyclus van de maan. Zo komt de menselijke ordening van
de wereld voor als de voortzetting van de kosmische
orde. Daar deze laatste het werk is van de Schepper,
krijgt meteen de door de mens geschapen orde een sacrale
betekenis en wordt zij ontrukt aan de menselijke
willekeur. Voortaan krijgen de wetten en instellingen
een dieper, religieus fundament: zij zijn de uitdrukking
van de wil van de Schepper en de weerslag van de orde
die Hij in alle dingen heeft neergelegd. Het door de
mens ontwikkelde socio-culturele paradigma verliest zijn
toevallige en voorbijgaande karakter en krijgt de
gedaante van een door God gewilde en onveranderlijke
orde, waaraan de mens absolute eerbied en onderdanigheid
verschuldigd is. Een opstand tegen deze ordening wordt
aldus een opstand tegen God zelf. In het religieuze
ritueel komt dit samenvloeien van ethos en wereldbeeld
op symbolische wijze tot uitdrukking.
Zie: Landbouw gebonden aan de seizoenen.
http://users.telenet.be/joosdr/eeuwlandbouwstart.htm
en: HOLSBEKE, M. & J. MONTOYA (red.), ‘Met hun handen en
hun ogen.’ Maya-textiel, spiegel van een wereldbeeld,
Antwerpen, Etnografisch Museum, 2003.
http://users.myonline.be/~tdn24064/bijdragen_mayatex.htm
63. Codex Mendoza
Is een zeer belangrijke bron voor onze kennis van de
Azteekse cultuur. En de meest toegankelijke, dankzij de
Spaanse klerk die bijna het hele boek van commentaar in
het Spaans heeft voorzien. (De Historia General de las
Cosas de Nueva España (Geschiedenis van de Zaken van
Nieuw Spanje) een complete encyclopedie door Bernardino
de Sahagún is veel uitvoeriger, maar o.i. niet geschikt
voor klasgebruik.) Zie:http://users.telenet.be/joosdr/eeuwconquis19.htm
Geschiedenis
Het manuscript werd opgesteld voor keizer Karel V op
bevel van Don Antonio de Mendoza, eerste vice-koning van
Nieuw Spanje (1535 - 1550), die de macht overnam van
Cortés. De codex werd op papier geschilderd door een
tlacuilo, een Azteekse boekverluchter, die daartoe de
inheemse pictogrammen aanwendde. Deze werden ten behoeve
van de vorst in het Spaans becommentarieerd door een
Spaanse monnik. De stijl van de tekeningen is reeds niet
meer zuiver Azteeks, maar Europees beïnvloed.
Tekenend voor de toenmalige machtsverhoudingen is, dat
het handschrift nooit zijn bestemming bereikte. Het
schip dat het vervoerde, viel in handen van Franse
kapers en de codex belandde bij André Thevet (1504 -
1592), kosmograaf van de Franse koning. (Zijn naam en
titel staan bovenaan bijgeschreven.)
In 1583 verkocht Thevet de codex aan de Engelse geograaf
Richard Hakluyt, toen verbonden aan de Engelse ambassade
in Parijs. Bij Hakluyts dood in 1616 kwam het manuscript
in handen van de reisverhalenschrijver Samuel Purchas,
en na diens overlijden werd het eigendom van John
Selden. Nadat Selden in 1654 stierf, belandde de codex
in de Bodleian Library te Oxford.
De opdrachtgever, Don Antonio de Mendoza, mocht na het
verstrijken van zijn ambtstermijn niet terugkeren naar
Spanje, zoals hij gevraagd had. Hij werd naar Peru
gezonden, waar hij in 1552 aan malaria bezweek.
Over geografische staatsgeheimen, spionnen en oude
kaarten, zie: Waldseemüller en de geboorte van
‘America’, vnl. deel 1: De wereld in kaart.
http://users.telenet.be/joosdr/amerika/eeuwamerika.htm
Inhoud. De codex bestaat uit 71 folio's, ingedeeld in
drie delen.
Deel 1 kopieert een ouder Azteeks manuscript dat niet
bewaard is gebleven: De geschiedenis van jaar tot jaar
van de Heren van Tenochtitlan, dat de periode bestrijkt
van 1325 (officiële stichtingsjaar van de stad) tot
1521.
Deel 2 is eveneens de kopie van een oudere Tribuutrol
van Moctezuma, geschreven op magueypapier en nu bewaard
in het Nationaal Museum van Mexico. Hierop de lijst van
meer dan 400 schatplichtige steden. Vergeten we niet:
het Azteekse rijk was een schattingstaat. (Zoals
grotendeels ook Rome.)
Deel 3 werd speciaal voor de vice-koning geschilderd en
beschrijft de levenscyclus van de Azteken van jaar tot
jaar. Meest toegankelijke deel en zeer bruikbaar bij
leerlingen.
63-66. Codex Mendoza: Tribuut/Schattingslijsten,
interpretaties en telsysteem.
Links verticaal: de plaatsnamen per regio. Aangestift:
Mictlan (huidige Mitla, staat Oaxaca) schedel met
mummiebundel. Stad van Mictlantecuhtli, Heer van het
Dodenrijk, werd beschouwd als reële ingang tot de
onderwereld.
Middendeel: de schattingen.
- Bovenste rij: 402 en 400 tilmantli (mantels) van een
bepaald type.
- Midden: gewatteerde katoenen wapenrustingen en
schilden.
- Daaronder: jaden halssnoeren en 2 x 400 Quetzalveren.
- Onderaan: links: 2 x 20 zakjes cochenille - daarnaast:
20 kommen stofgoud.
65. Pronkschild met trapmotief (escalera greca) -
weefkunst met veelkleurige veren, stond zeer hoog in
aanzien bij de Azteken.
66. Gewatteerde en doorstikte katoenen wapenrusting &
helm van een jaguarridder (elitekorps).
67. Beeldhouwwerk: adelaarskop uit een rotstempel van de
adelaarridders (elitekorps).Thans in Jubelpark Brussel.
68. Op derde lijn, onder de telkens 400 veren: twee
merkwaardige staafjes. Dit zijn lipsieraden in goud,
niet in werkelijke verhouding getekend. (Soort
lippiercing)
Op de lijn lager, aan weerszijden van de 20
jaguarhuiden: twee keer 5 x 20 balen cacaobonen: werden
gebruikt als geld.
69. Op de bovenste regels: 402 en 400 mantels. De witte
tilmantli zijn geweven uit sisal en niet uit katoen.
Op de onderste rij tribuutvoorwerpen (boven een laatste
reeks plaatsnamen), links o.a. 8000 (grootste Azteekse
cijfer) ballen copal (om te gebruiken als wierook);
rechts: telkens 20 potten honing
70. Militaire carrière.
In dit rijk met weinig samenhang en veel opstanden van
schatplichtige volken stonden de elitetroepen hoog in
aanzien. Ook hun taak was tweevoudig: religieus en
militair, mutatis mutandis te vergelijken met de
hospitaalridders of tempeliers uit de westerse
Middeleeuwen.
Maatschappelijke rang moest in de eerste plaats verdiend
worden. Je kon opklimmen van eenvoudige boer-krijger tot
bevelhebber. Een eerste promotie werd steeds toegekend
voor het maken van levende gevangenen voor de offers.
Iedere rang was strikt aangegeven door zijn welomlijnde
uitrusting, die door niemand daarbuiten mocht worden
gedragen. Let op de kleine banieren met wuivende veren
die de krijgers op de rug dragen: onderscheidingstekens
voor de regimenten (net als bij de Japanse samoerai).
Basiskleding, zowel voor de simpele boer als voor de
Tlatoani was de lendendoek. Rang en stand werden
aangegeven door de versiering op de voorkant van dit
kledingstuk, het type van mantels, de oorschijven en
lipstukken en de min of meer bewerkte sandalen.
71 - 73. Mendoza - levenscyclus (een selectie)
Jongens links, meisjes rechts. Leeftijd: bij ieder in
blauwe cirkeltjes. De Mendoza start bij de geboorte. Wij
Beginnen hier bij 8 jaar. Daaronder: dagelijks rantsoen,
dat langzaam toeneemt met de leeftijd. Hier: anderhalve
maïspannenkoek (tortilla).
Elke leeftijd kende zijn welbepaalde taken voor jongens
en meisjes. Kinderen werden vroeg gehard tegen pijn door
draconische straffen die heden zeker onder
kindermishandeling zouden vallen: boven een dampend vuur
van bijtende chilipepers houden, pijnigen met doornen.
Kenners menen nochtans dat het zo’n vaart niet loopt en
dat de opvoeding meestal veel zachter verliep.
Denk eraan dat er in ons land tot na W.O. II ook lustig
op los gemept werd door onderwijzers en pianoleraressen
en dat ouders regelmatig van op de preekstoel de
bijbelse vermaning ingepeperd kregen: “Wie de roede
spaart, haat zijn kind!!”
Vanaf 13 jaar dienden de jongeren hun aandeel in het
zware werk op te nemen.
74. Heupweefgetouw. Het meisje op de vorige dia weeft op
een heupweefgetouw, dat door Mayavrouwen tot op de dag
van vandaag gebruikt wordt. Dit soort weven mag niet
door mannen gedaan. De motieven hebben heel vaak een
kosmologische inslag of vertellen de mythen. Deze
sacrale inhoud gaat helaas echter sinds enkele decennia
in snel tempo verloren.
Zie: HOLSBEKE, M. & J. MONTOYA (red.), ‘Met hun handen
en hun ogen.’ Maya-textiel, spiegel van een
we-reldbeeld, Antwerpen, Etnografisch Museum, 2003.
http://www.amerikanistiek.org/bijdragen_mayatex.htm
75. De pagina bevat twee taferelen.
- Boven: van 15 tot 18 jaar bezochten de jongens ofwel
(boven) de calmecac of priesterschool (seminarie) ofwel
de cuicacalli: voltooiing opvoeding & militaire school.
Ook de priesters kregen naast een theologische scholing
een militaire opleiding.
- Onder: het huwelijk was evenzeer een familiekwestie
als een persoonlijk aangelegenheid. Men trouwde buiten
de eigen clan. Man en vrouw werden verbonden, gezeten op
een rieten mat, door het samenbinden van hun tilmantli.
Vooraf was de bruid in een nachtelijk ritueel, dat sterk
herinnert aan het Oude Rome, door de koppelaarster naar
het huis van de bruidegom gedragen. Bovenaan: de
haardsteen met brandend vuur, die heilig was.
Midden: gepofte maïs (popcorn) en een stoofpot van
kalkoen, om vruchtbaarheid en overvloed te brengen. Elk
onderdeel wordt vergezeld van ellenlange
gestandaardiseerde redevoeringen door ouderlingen.
Onderaan in het huis: een kan pulque en een
drinkschaaltje voor de ouderlingen.
76 - 78. Ook hier een dubbel tafereel.
- Boven: Bij grote feesten was dronkenschap een
religieuze plicht. Daarbuiten was het voor actieve
mannen en vrouwen verboden. Bij een tweede overtreding
werden ze kort en goed gestenigd. Dieven en vooral
inbrekers werden eveneens gedood door steniging.
- Ook overspel werd met steniging bestraft, indien de
vrouw gehuwd was tenminste. Ongehuwde jonge mannen
mochten seks hebben met prostituees. Getrouwde mannen
ook, maar dus niet met gehuwde vrouwen.
- Onder en dia 77: eens 70 jaar geworden mochten
ouderlingen pulque drinken naar believen. De leeftijd
staat boven het hoofd van de man: 3 jaden cirkels met
een vlag (pantli) boven = 3 x 20 + (erboven) 10 blauwe
cirkeltjes. Zeer weinigen bereikten deze eerbiedwaardige
‘leeftijd van de zeer sterken’.
79. Het Azteekse schrift, overgenomen van de Mixteken,
was in volle evolutie van beeldschrift naar fonetisch
(lettergrepenschrift).
Voorbeeld: Chapultepec = Sprinkhaanberg (Waar nu het
Nationaal Museum van Antropologie ligt en het paleis van
keizer Maximiliaan (ca. 1865)
80-81. Pedro de Gante (Pieter van Gent) 2 bladzijden uit
zijn catechismus
Geboren in Idegem, 1479, gestorven in Mexico 1572.
Vertrok vanuit het franciscanerklooster in Gent. (zie de
gedenkplaat aan de gevel van het huidige Gentse
justitiepaleis)
Hij arriveerde, samen met twee andere Vlaamse
franciscanen, Dekkers en Vander Auwera, reeds in Mexico
in 1522, bijna twee jaar voor de 12 Spaanse
franciscanen, 'de 12 apostelen', die door Spaanse
bronnen steevast genoemd worden als de eerste
missionarissen.
Hij was stichter van werkplaatsen, van een koloniale
school, van een muziekconservatorium en van meer dan
honderd kerken. Ten behoeve van de missionering
ontwikkelde hij een beeldschrift, het zogenaamde
Testeriaanse alfabet (genoemd naar een Zwitserse
franciscaan Tester, die er niets mee te maken had!).
Voor de Spaanse conquistadores was hij als verdediger
van de inheemsen een hinderlijke bemoeial, die hen
belette hun gang te gaan. Tot op hoge leeftijd bleef hij
een groot en onaantastbaar moreel gezag genieten, hoewel
hij 'uit nederigheid' nooit de priesterwijding ontving
en een benoeming tot bisschop afwees. Zowel onder Karel
V als Filips II had hij rechtstreeks via zijn brieven
toegang tot het hof. Daarom beschouwen vele
geschiedschrijvers hem als een bastaardzoon van
Maximiliaan van Oostenrijk (1459 - 1519), de grootvader
van Karel V (1500 - 1558).
Afgebeeld: het Onze Vader uit de catechismus van Pieter
van Gent en de verdrijving van Adam en Eva. Als
hulpmiddel bij het onderricht zette hij de catechismus
eerst om in eerder onbeholpen pictogrammen, een
nabootsing van het Azteekse beeldschrift. Daarna
vertaalde hij hem in het Nahuatl en liet hem reeds in
1528 drukken in Antwerpen.
Meer details:
Joos de Rijcke-site en op zelfde site
Columbus achterna
82. Chinampas - constructie: afgepaalde kunstmatige
eilandjes, gevormd door opgebaggerde modder - zeer
vruchtbaar vgl. met Nijloverstromingen in Oude Egypte.
Het basisvoedsel in heel het gebied is maïs. Op de
chinampa’s verbouwden de Azteken maïs, bruine bonen
(frijoles), pompoenen en zonnebloemen, tomaten (van het
Nahuatl tomatl), chilipepers = Nahuatlwoord, niets te
maken met het land Chili.
(Ons graan was onbekend in de Nieuwe Wereld; hier heel
waarschijnlijk ingevoerd in 1535 door de Brabander Joos
de Rijcke (1498-1578) )
Maïs is in Mexico in de Tehuacanvallei reeds 7000 jaar
geleden gedomesticeerd.
Alles van de plant werd benut:
- jonge bladeren en scheuten bevatten veel suiker: ze
werden gekauwd, waarna de vezels werden uitgespuwd;
- onrijpe korrels werden zo gegeten;
- rijpe korrels werden gemalen voor pap of tortillameel;
- ze werden geroosterd en gepoft (popcorn);
- stuifmeel diende als specerij;
- vezels werden gerookt, als tabak;
- meel werd ook gebruikt als babypoeder voor
kinderbilletjes en als onderdeel voor make-up (gezichts-
en lichaamsbeschildering).
Een eenzijdig maïsdieet veroorzaakt
voedselinsufficiëntie. Dit werd opgevangen door de
korrels alkalisch te weken in water met verpulverde
schelpen of kalksteen. Door chemische reacties worden de
nodige aminozuren vrijgemaakt.
Tot voor kort werden chinampas beschouwd als typisch
Azteeks, uit nood geboren. In 1982 haalde een archeoloog
een vriend over om een Venus-satelliet van de NASA te
testen boven de jungle van Guatemala. Onder de dichte
begroeiing ontdekte de satelliet een heel
chinampa-systeem, maar veel eerder ontworpen door … de
Maya! Dit wierp een nieuw licht op het zogenaamde
verdwijnen van de klassieke Mayabeschaving omstreeks het
jaar 900! Toen men gegevens uit heel Precolumbiaans
Amerika ging samenbrengen, bleken alle volkeren van het
zuiden van de huidige VS tot de woestijnen van Peru en
Chili en de regenwouden van het Amazonebekken zeer
eenvoudige doch vernuftige systemen van verhoogde of
verlaagde velden gekend te hebben. In het eerst geval
wordt vruchtbare moerasmodder gebruikt zoals bij de
chinampa’s, in het tweede geval worden in droge streken
de velden uitgegraven, zodat de ochtenddauw voor vocht
kan zorgen. De UNESCO voert tegenwoordig promotie om
deze oeroude landbouwsystemen toe te passen in
ontwikkelingsgebieden in Afrika en Azië.
83-84. Xochimilco (ten zuiden van Mexico-stad).
Enig overblijfsel van de precolumbiaanse meren van de
Azteekse hoofdstad. Ontsnapt aan de totale drooglegging.
De grote aardbeving van 19 september 1985 had een kracht
van 8,1 op de schaal van Richter. De Mexicaanse
hoofdstad werd bijzonder zwaar getroffen:
“puddingeffect” van instabiele voormalige moerassen.
Nu: druk bezocht oord voor ontspanning op zondag
(bootjes, eten en muziek van mariachis). Op de
eeuwenoude chinampas worden bloemen en groenten gekweekt
voor de hoofdstad. Hier kun je nog de traditionele
Azteekse platbodem kano’s vinden.
85. De grote markt van Tlatelolco (ten noorden van
Mexico-stad). Uitvoerig beschreven door Bernal Diaz del
Castillo, luitenant van Cortés. Alle goederen op
gescheiden locaties. Politie en rechters voor snelrecht
bij betwistingen of diefstal. Geen geld. Ruilhandel,
cacaobonen en goudstof in ganzenveren als geld. (zeer
grote maquette in het Nationaal Museum)
86-87.
1. 20 zakken cochenille. schildluis op nopalcactus (=
vijgencactus); nijverheidsplant na conquista; kleurvast;
teelt bijna verdwenen in de 20ste eeuw door synthetische
kleuren. Terug, ingevoerd door kunstenaars voor weefsels
en schilderijen op bast.
Cochenille-rood wordt vervaardigd uit minuscule
gedroogde en gemalen schildluis, een uitermate
kieskeurig insect, dat uitsluitend leeft op slechts
enkele welbepaalde varianten van de nopalcactus: daarop
en nergens anders. Of juister: het zijn de zwangere
vrouwtjes (herkenbaar aan een uitgroeisel als geel
pluis) die de kleurstof leveren.
In de 16de eeuw was de scharlakenluis na zilver het
belangrijkste exportproduct van Nieuw-Spanje!
Tegenwoordig beter bekend als E120 en zelfs voor snoep
en drankjes gebruikt.
Zie:
Amy Butler Greenfield, Het volmaakte rood.
87. 2. Ruilvoeten.
88. Tolteken, Teotihuacan, Olmeken.
Het wereldbeeld van de Azteken was gevormd door drie
voorafgaande culturen. Van een ervan waren ze zich min
of meer historisch bewust; de tweede, behoorde tot de
mythen; de derde, oudste en belangrijkste was totaal
onbekend en zou dat blijven tot ver in de 20ste eeuw.
Waarom min of meer historisch? Door hun cyclisch
tijdsbesef wisten de Azteken op welke kalenderdatum iets
was gebeurd, maar niet hoever die gebeurtenis in het
verleden moest geplaatst worden.
Annex De Grote Maya Collaps Volgens Jared Diamond storten beschavingen in als gevolg van vijf (meestal interfererende en complementaire) factoren: 1. Milieuschade. Door overbevissing, ontbossing of bodemproblemen verminderen de voedselopbrengsten op het land en uit de zee. 2. Klimaatverandering. Nu is de opwarming actueel, maar het kan ook afkoelen zoals in de ijstijden. Het afwisselen van klimaten beïnvloedt de oogsten en de hoeveelheid beschikbaar water. 3. Vijandige buurlanden. Lijkt vaak een hoofdreden van het ineenstorten van een rijk, maar wordt meestal veroorzaakt door een andere factor. Honger door milieuschade bijvoorbeeld leidt tot vijandigheid en tot verzwakking van het eigen leger. 4. Het wegvallen van handelspartners. Daardoor kan plotseling een tekort ontstaan aan voedsel of waren. Als Europa bijvoorbeeld ruzie krijgt met het Midden-Oosten leidt dat tot het dichtdraaien van de oliekraan. 5. De reacties op milieuproblemen. Hoe reageren de mensen op problemen? Zien ze de schade aankomen of negeren ze die? Bron: Diamond, J., Ondergang. Waarom zijn sommige beschavingen verdwenen en hoe kan de onze haar ondergang voorkomen?, Utrecht, Spectrum, 2005, 702 blz Webster, D. e.a., Levend verleden. Een inleiding in de archeologie, Houten, Unieboek & Teleac, 1993 + bijbehorende videoreeks. |
Bibliografie
Een uitvoerige bibliografie & internetlinks vind je o.a.
bij onderstaande boek- en filmbesprekingen in de
bijbehorende Tips voor didactische verwerking. Hier
alleen het beste en meest recente standaardwerk en twee
recente catalogi.
Grube, N. (red.), Maya. De goddelijke koningen van het
regenwoud, Keulen, Könemann, 2001, 480 blz.
Solis, F. (ed.), Teotihuacan. Cité des Dieux,
tentoonstellingspublicatie, Parijs, Musée du Quai
Branly, 2009, 480 blz.
McEwan, C. & Lopez Lujan, L., Moctezuma. Aztec Ruler,
tentoonstellingspublicatie, Londen, British Museum,
2009, 320 blz.
Tips voor
didactische verwerking
De eigenlijke navorming is uiteraard inhoudelijk,
informatief en bestemd voor leraren. Toch zitten er heel
wat mogelijkheden in voor didactische verwerking via
begeleid zelfstandig onderzoek, afhankelijk van het
handboek, de tijd die je aan het onderwerp wil of kan
besteden, of je al dan niet vakoverschrijdend kunt
werken met bijvoorbeeld je collega Nederlands (en/of
aardrijkskunde).
1. De PowerPoint zelf. Is in de huidige vorm natuurlijk
te uitvoerig. Kopieer de bestanden en geef ze een andere
naam, bv. MesoDidac. Zo blijft het origineel
veiligheidshalve bewaard voor eventuele aanpassing in
volgende jaren. Daarna kun je uit de kopie gemakkelijk
dia’s verwijderen tot je overhoudt wat je in de les wil
gebruiken. Advies: neem liefst essentiële dia’s niet
alleen uit de Aztekencultuur, maar ook uit bijvoorbeeld
die van de Olmeken, om foute beeldvorming over de duur
en continuïteit van de opeenvolgende culturen te
vermijden. Zo nodig kun je ook fragmenten uit de
syllabus ter beschikking stellen.
2. Aanbeveling: multimediaal, vakoverschrijdend, actief
2.1. Dia’s & tekst kiezen als illustratie bij
aanvullende lessen met scripties van leerlingen.
2.2. Film: zie verder
2.3. Museumbezoek
3. Voorbeeld: Leereenheid rond Azteken of Maya via
historische roman.
- In een 4de jaar hebben we in het verleden met
collega’s uit verschillende scholen gewerkt vanuit het
vak Nederlands en de roman De hel bestaat van Willy
Spillebeen. Een collega vulde de les aan met enkele
fragmenten uit Willy Spillebeen, Cortés of De Val. In
zijn geheel is dit laatste boek eerder geschikt voor een
5de of 6de jaar. Dit is een aantal keren gebeurd in
hoogste jaren ASO en bij ons weten één keer in het vak
‘vrije ruimte’.
Op de website van de VVLG vind je uitvoerig
lesmateriaal. (Url: zie verder, bij Romans.)
Leerlingen lazen ofwel het hele boek klassikaal ofwel in
complementaire groepjes, waarbij de anderen andere
historische romans lazen.
In beide gevallen was er een scriptie of mondelinge
voorstelling voorzien, waarbij de groepsleden
afbeeldingen projecteerden. Hier kan de PowerPoint goede
diensten bewijzen.
Opmerking: bij uitvoerige leereenheid hebben wij steeds
geactualiseerd naar de huidige situatie van de Maya via
onder meer publicaties van Amnesty International en
krantenberichten. Vrijwilligers namen deel aan de
‘schrijf ze vrij’ acties van Amnesty, ook in volgende
jaren.
Minder leerling-actief, maar eveneens gesmaakt is de
projectie van een der National Geographic films. Bij de
uitvoerige web-recenties tref je telkens heel wat
materiaal.
Wat ook kan (maar we nog niet hebben uitgetest): enkele
fragmenten uit de film Apocalypto. Bij de uitvoerige
recensie van deze film, url hieronder, vind je o.a. een
voorstel voor keuze van fragmenten. Persoonlijk zou ik
de film nooit in zijn geheel vertonen, wegens o.m. te
gruwelijk.
Wie weinig tijd heeft en niet vakoverschrijdend kan
werken, kan de webquest gebruiken
Cortés en de Azteken
Websites
Joos de Rijcke-site, Knop: “Eeuw Joos”, bovenste sectie,
vooral: “De grote namen van de conquista”: Pedro de
Gante, Bernardino Bernardino de Sahagún, Bartholomé de
las Casas http://users.telenet.be/joosdr/
Website Instituut voor Amerikanistiek
Bijdragen en links:
http://users.myonline.be/~tdn24064/
Romans
Willy Spillebeen, De hel bestaat, Antwerpen, Houtekiet,
1996, 7de druk (1ste druk: 1984), 165 blz. Zeer
uitvoerige
didactische tips.
Willy Spillebeen, Cortés of De Val, Antwerpen,
Hadewijch, 1987, 291 blz. - 2de druk,
Antwerpen, De Gulden Engel, 1994. Zeer uitvoerige
didactische uitwerking.
Ruud van Akkeren,
De Dans van de Trom. Een Maya-ritueel, Schoorl,
Uitg. Conserve, 2006, 403 blz.
Films en documentaires
Moctezuma.
Aztec Ruler - (documentaire 2009) - DVD - 45
minuten, Engels, geen onderschriften - Extra
fotogalerij.
Bloed en bloemen (In Search of the Aztecs)
(gedramatiseerde documentaire) - BBC (1999) - DVD 2009 -
Engels, Nederlandse ondertiteling - duur: 49 minuten.
Waardering: ****/4
Apocalypto (speelfilm 2007). (Over de Maya). Zie
uitvoerige bespreking en didactische tips met keuze
van fragmenten
Het verloren rijk van de Maya’s (documentaire). Dit
is een ingekorte update van
http://www.amerikanistiek.org/bijdragen_mayavideo.htm
Het geheim van de Maya koningen, 2009 (Code of the
Maya Kings, 1999) - Engels, Nederlandse ondertiteling,
duur: 82 minuten (documentaire: 52 minuten - bonus: 30
minuten) - met link naar uitgewerkte lesbrief.
De laatste dagen van de Maya cultuur, 2009
(oorspronkelijk: Royal Maya Massacre, 2005) - Engels,
Nederlandse ondertiteling, duur: 77 minuten
(documentaire: 51 minuten - bonus: 26 minuten)
Cracking the Maya Code (documentaire)
Precolumbiaanse culturen
Precolumbiaanse culturen
-
Deel 1 de Azteken (powerpoint)
-
Deel 2 Teotihuacan: stad der goden, navel van de wereld (powerpoint)
-
Deel 3 Maya, kinderen van de tijd (powerpoint)
Copyright: Jos Martens, 2011