Home Magazine Lesmateriaal Toetsmateriaal Vakinformatie
Precolumbiaanse culturen uit Meso-AmerikaOnderstaande tekst is, samen met een zeer uitgebreide powerpoint presentatie, gebruikt door de auteur, Jos Martens, tijdens een nascholingsbijeenkomst van de universiteit van Antwerpen voor leraren geschiedenis, maatschappelijke vorming en Nederlands. De tekst bestaat uit drie
delen,
de Azteken,
Teotihuacan: stad der goden, navel van de wereld en
Maya, kinderen van de tijd |
Jos Martens
Centrum Nascholing Onderwijs (UAntwerpen) & Instituut
voor Amerikanistiek
MAYA,
AZTEKEN, TOLTEKEN…
Van een andere planeet?
Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika en hun
wereldbeeld
Deel 3 DE MAYA,
KINDEREN van de TIJD
Bijbehorende, zeer uitgebreide, powerpoint presentatie
Dia’s 1 - 2 - 3. Situering in tijd en ruimte.
Een nieuw beeld van de
Maya
De Maya-beschaving is een van de meest intrigerende en
wellicht de meest ontwikkelde in Precolumbiaans Amerika.
Ze beleefde een lange periode van bloei tijdens de
zogenaamde klassieke periode, van de derde tot de
negende eeuw van onze tijdrekening. In wat nu
ondoordringbare, hete en ongezonde jungle is in het
huidige Guatemala, Belize en Zuid-Mexico, floreerden
tientallen en tientallen stadstaten en koninkrijken.
Op geen enkel ander terrein van de archeologie zijn
kennis en ideeën binnen zeer korte tijd zo sterk
veranderd als in het Maya-onderzoek. Iedere hypothese,
ieder model is volledig op zijn kop gezet. Jarenlang
hebben wij initiatiecursussen gegeven over de culturen
van Meso-Amerika, o.m. afwisselend in samenwerking met
de universiteiten van Leuven, Antwerpen en Gent. Om de
syllabus, waarvan de eerste druk uit 1982 stamt, te
actualiseren zouden wij voor het deel over de Azteken
voldoende hebben aan drie bladzijden. Het deel over de
Maya dient echter volledig herschreven.
Om te beginnen is de oorsprong van de cultuur meer dan
1500 jaar achteruit gezet, tot op zijn minst 3000 v.C.,
waarmee die misschien nog ouder is dan die van de
Olmeken.
Enkele decennia geleden geloofde men nog dat de Maya
vreedzame, maïs verbouwende boeren waren, die door
priesters werden gemaand de hemellichamen in de gaten te
houden en de tijd te vereren. Nu is gebleken dat zij
werden geregeerd door koningen en adel, die net zo
machtswellustig en ijdel waren als alle potentaten
elders in de wereld.
Nog steeds valt in veel boeken te lezen dat de Maya
eenvoudige brandrooilandbouw bedreven en uitsluitend
maïs verbouwden, maar inmiddels is reeds meer dan 25
jaar bekend dat ze al sinds het preklassiek vormen van
intensieve landbouw hadden ontwikkeld: in moerasgebieden
legden zij dijken en kanalen aan en bedreven tuinbouw
met gebruik van complexe irrigatiesystemen -volkomen
gelijk aan het beter bekende chinampa-systeem van de
Azteken; in de bergen van Guatemala bedreven zij op
grote schaal terrasbouw en bemesting was hun al evenmin
onbekend. Sterker, de hele indeling in preklassiek,
klassiek, postklassiek... is volkomen irrelevant
geworden.
4 - 5 - 6 - 7.
Vergeten we in de eerste plaats niet dat de Maya geen
uitgestorven volk zijn. In Mexico, Guatemala en Honduras
leven nog steeds miljoenen Maya, die een van de meer dan
20 Mayatalen spreken, veel oude tradities in ere houden,
traditionele klederdrachten weven …
Vergelijk deze foto’s van hedendaagse Mayavrouwen met
beeldjes van het dodeneiland Jaina.
De totale Maya-bevolking wordt tegenwoordig op meer dan
6.000.000 geschat, iets meer dan er Vlamingen zijn. Zij
bewonen een gebied dat zich uitstrekt van de zuidelijke
staten van Mexico over Guatemala en Belize tot het
noorden van Honduras en El Salvador.
In Guatemala, waar ze bijna de helft van de bevolking
uitmaken werden ze in de jaren 1980 andermaal
slachtoffer van een afschuwelijke 'burgeroorlog' die 36
jaar duurde, tot 1996, in feite een genocide uitgevoerd
door de regering, met 100.000 doden en meer dan 40.000
'verdwijningen' onder de inheemse bevolking. Het werd
een dubbeltje op zijn kant voor de Maya-civilisatie die
vijfhonderd jaar onderdrukking amper had overleefd.
Nota: Guatemala: 3,5 x België, 13 miljoen inwoners.
Niet alleen de traditionele klederdrachten, maar ook de
ontcijfering van de gliefen speelt een rol in de
wanhopige strijd voor de redding van de aloude cultuur.
Paradoxaal genoeg, want die ontcijfering is praktisch
volledig het werk geweest van westerse geleerden. De
hedendaagse onderzoekers werken met de even hedendaagse
afstammelingen van de oude Maya en proberen hun
gesproken taal te linken aan het schrift van hun
voorouders. Volwassenen en kinderen leren met gelijk
enthousiasme het gliefenschrift en ontdekken zo de eigen
geschiedenis, die hen al die eeuwen was onthouden. Ook
op school, waar ze gestraft werden als ze hun
“apentaaltje” durfden “brabbelen” in de plaats van het
“beschaafde” Spaans. (Vlamingen die hun geschiedenis
kennen, komt dit allicht bekend voor.)
8 - 9 - 10.
200 jaar geleden zou niemand geloofd hebben dat er een
verband kon bestaan tussen de eenvoudige Indio’s en de
verdwenen hoogcultuur. De steden waren al vele eeuwen
verlaten en overwoekerd door de jungle, de cultuur
raakte vergeten … tot in 1839 en volgende jaren de
Amerikaanse ontdekkingsreiziger en diplomaat John Lloyd
Stephens en de tekenaar Catherwood de steden een na een
vinden, tekenen en bekend maken via een uitermate
succesrijke reeks boeken.
Zelden is het cliché van een verloren, onbekende cultuur
zo beeldend en dramatisch poëtisch verwoord als juist
door Stephens. Toen hij in 1839 in het tropische oerwoud
op de overwoekerde ruïnes van de stad Copan stootte,
kwam meteen de metafoor van een verzonken beschaving bij
hem op: “De stad lag voor ons als een op de klippen
gelopen, kapot gebeukt schip in de oceaan, de masten
gebroken, de naam onbekend, de bemanning omgekomen. Er
was niemand in leven gebleven, die kon vertellen van wie
het schip was geweest, hoe lang het onderweg was
geweest, en wat uiteindelijk tot zijn ondergang had
geleid. Een compleet raadsel, een duister onoplosbaar
raadsel...”
En de litho’s van Catherwood zijn al even dramatisch.
Dia 11
PALENQUE
Palenque (Chiapas, Mexico) leidt ons binnen in het
gebied van de Maya. Hun religieus-kosmologische
opvattingen waren nauw verwant aan die van de Azteken,
duidelijk aan een gemeenschappelijke oudere bron
ontsproten, vermoedelijk de Olmeken.
12. Palenque ligt in het regenwoud van Chiapas en is pas
sinds de jaren 1980 per auto over de weg bereikbaar. In
1978 moest je nog een vliegtuigje huren. Stephens legde
in 1840 het steilste stuk van de bergweg af in een
draagstoel op de rug van een inheemse drager!
Vergeleken met de strakke stadsplanning van Teotihuacan
gold dit als hét voorbeeld van een ordeloos aangelegde
stad, met tempels in een willekeurige losse formatie
verspreid over niveauverschillen van niet minder dan 150
meter.
13. Lange tijd dacht men dat de Mayapiramide, in
tegenstelling tot Egypte, alleen als fundament diende
voor een tempel, totdat in 1949 een Mexicaanse
archeoloog, Alberto Ruz Lhuillier (1906-79) een
ontdekking deed in de tempel der inscripties…
14. … een niet zo erg hoge piramide. Binnenin kwam een
steen los, waaronder een met puin volgestorte gang langs
een steile trap naar beneden voerde...
15. …een zeer steile trap...
16. …met gevaarlijk glibberige treden. Tegen de muur zat
een gipsen slang, als een soort leuning. Die is echter
bij het uithakken van het vastgekoekte puin vernield.
17. Diep onder de piramide stootten de archeologen na 3
jaar graven, in 1952 op een grafkamer met een sarcofaag,
bedekt met een tonnen zware deksteen.
Hieronder lag in de merkwaardig gevormde en rood
geschilderde sarcofaag het skelet van een belangrijk
personage. Rechts: reconstructie in het Nationaal
Museum, Mexico-Stad.
18. De deksteen.
19. Het gelaat was bedekt met een masker uit
jadeschilfers, met ogen uit ingelegd obsidiaan. Merk de
scheelkijkende ogen, een schoonheidsideaal van de Maya!
Dit masker werd, met een aantal andere schatten, uit het
antropologisch museum van Mexico gestolen op kerstnacht
1985. Door een toeval werd het vier jaar later
teruggevonden.
20. In en rond de grafkamer zijn prachtige hoofden uit
stucwerk gevonden, waarvan u een prachtig voorbeeld
vindt in de collectie van het Jubelparkmuseum.
21. Maar de meeste aandacht ging toch naar de sarcofaag
zelf. Het merkwaardig bewerkte deksel riep wilde
geruchten in het leven over ‘goden die van de sterren
kwamen.’ Men ziet de overledene, zittend op de
levensboom, die oprijst uit de kaken van het
aardmonster. De armen van de kruisboom zijn
ratelslangen, waaruit een vreemdsoortig godenhoofd te
voorschijn komt. De boom is bekroond door een
‘zonnevogel' met hetzelfde vreemd gevormde hoofd. Het
stelt vermoedelijk een van de verschijningsvormen van
Kukulcan (Gevederde Slang in het Maya) voor.
22. Ondertussen weten wij dat de vergoddelijkte
priesterkoning, die hier begraven ligt K’inich Hanab
Pakal de Grote is (603-683), die regeerde vanaf 615
n.C., de elfde heerser van Palenque. Zijn naam betekent
Zonne - Schild. In onze streken is dit de periode van de
Merovingers en de ‘vadsige koningen’, een absolute
vervalperiode op alle terreinen, met één lichtpuntje:
regering van Dagobert (603-639).
23. De tempels op de kunstmatige heuvels in de omgeving
zijn alle gewijd aan de opvolgers van Pakal. Bij sommige
is de opengewerkte, holle stenen kam nog bewaard
24. Binnen de tempels zit een tweede kleiner tempeltje.
De ingang hiervan is geflankeerd door prachtige stenen
reliëfs. Het linker stelt Chan Bahlum voor, de zoon van
Pakal, die de macht overneemt van zijn dode vader, die
kleiner voorgesteld is, als bewoner van Xibalba, het
Dodenland. Rechts: een sigaarrokende (of wierook
blazende) god.
25. Doorsnede van de Tempel van het Kruis met de
constructie van de dakkam, vals gewelf en inwendig
heiligdom. Gearceerd is de lichtinval weergegeven bij
het wintersolstitium.
Stephens had zich in 1840 al afgevraagd wat die
prachtige reliëfs kwamen doen in een stikdonkere kamer,
waar geen sprankeltje licht binnenviel. Ondertussen
weten wij ook hier wat de bedoeling was: eens per jaar,
op 21 december, de kortste dag van het jaar, vielen de
laatste zonnestralen onder de uitstekende dakkammen door
binnen en belichtten eerst de opvolger, dan Pakal, om
tenslotte de god met de sigaar in het licht te zetten en
dan te verdwijnen.
In een andere tempel is een soortgelijke afbeelding wel
nog bewaard, doch zwaar aangetast door de zure regen als
gevolg van asse, afkomstig van een vulkaanuitbarsting in
1982 (vulkaan El Chinchon, op 60 km afstand over de
grens van Guatemala.)
Het lijdt geen twijfel dat de voornaamste associaties
met wereldbeeld en oriëntatie verbonden zijn met de drie
eerste heersers uit de Laat-klassieke periode: Pakal,
Chan Bahlum en Kan Xul (Hok). Deze drie volgden elkaar
op, wat met herhaalde en ononderbroken
gliefeninscripties kan gestaafd worden. Politieke macht
en mythologie lagen erg verstrengeld.
Een tegenhanger van dit fenomeen is de beroemde
Egyptische rotstempel van Aboe Simbel, die ten tijde van
Ramses II (ca. 1250 v. Chr.) werd uitgehouwen, zodanig
dat tweemaal per jaar (20 februari en 20 oktober) bij
zonsopgang één lange horizontale straal door de ingang
glijdt en in de gangen door-dringt, tot ze als met een
schijnwerper een beeldengroep verlicht van de farao en
Amon-Ra en Ra-Harachte, de zonnegoden, tegen de muur van
het achterste heiligdom, 54 meter diep in de rots. De
tempel is daarbij zo geprojecteerd dat de vierde god,
Ptah, aan de rechterhand van Amon gezeten, in het
duister blijft. Daar Ptah niet alleen de scheppende god
is, maar tevens geïdentificeerd wordt met Osiris, god
van de onderwereld, mocht zijn beeld geen licht
ontvangen. Bij de aanleg van de Assoean-dam zijn de
tempels door UNESCO tussen 1964 en 1968 in grote blokken
gezaagd en opnieuw opgebouwd op een locatie die 65 meter
hoger en 200 meter verder van de rivier lag. Doordat de
oriëntatie lichtjes gewijzigd is, is het fenomeen nu
twee dagen verschoven, naar 22 februari en 22 oktober.
26. Reconstructie. De dynastie beriep zich, net als in
het Oude Egypte, Japan en Tawantinsuyu (het Incarijk) op
een goddelijke oorsprong.
Voor de samengestroomde menigte buiten was dit het
bewijs, dat de zon diep neeg voor zijn zonen, hun
vorsten, alvorens de volgende dagen terug te gaan
klimmen. Nu begreep men ook wat de bedoeling was van de
vernielde slang onder de tempel van de inscripties naar
het graf van Pakal toe: hier viel de zon op de steen,
net boven de muil van de slang, die hier de onderwereld
met de bovenwereld verbond.
Ook de Maya projecteerden hun kosmologie op hun concrete
wereld. Palenque werd beschouwd als de westelijke ingang
van de onderwereld. Mitla, ver in het noorden, in het
Mixtekengebied was blijkbaar ook voor de Maya een andere
concrete ingang. Als dit klopt is dit een voorbeeld van
een projectie van een gemeenschappelijk wereldbeeld over
grote afstand.
En tenslotte begreep men nu ook de schijnbare wanorde
van de tempels, als je vergelijkt met de stadsplanning
in Teotihuacan: zij waren wél zeer geordend ontworpen,
maar volgens totaal andere urbanisatiewetten dan wij
gewend zijn, namelijk in functie van de zonsondergang
bij de winterzonnewende!
27. Om afscheid te nemen van Palenque: deze prachtige
wierookbrander.
Ruz Lhuillier overleed in 1979 en ligt begraven
tegenover de Tempel der Inscripties in een verkleinde
replica van de tempel.
TIKAL
28. Kaart Tikal, Guatemala
Aan het eertijds zo belangrijke centrum Tikal, brengen
we slechts een heel kort bezoek. Tikal ligt in het
noorden van Guatemala, in het oerwoud van de Petén.
Tot ca. 1980 was Tikal moeilijk bereikbaar: ofwel per
DC3 vanuit Guatemala stad ofwel over een zeer slechte
onveerharde weg vanuit Flores, de 2de stad van
Guatemala. (Het kostte bijna een halve dag om de 28 km
te overbruggen!) Tikal ligt op een kalksteenplateau, ca.
600 m hoogte, weinig of geen oppervlaktewater, dat is
verdwenen in de ondergrondse cenotes (dolines).
29- 30- 32- 33. Dit is de hoogste tempel, Tempel 1 of de
Tempel van de Grote Jaguar.
Drie redenen voor ons korte bezoek:
1ste architectuur; de Maya vormden geen rijk:
stadstaten, enorme verschillen;
2de Hier in Tempel 1, vondst van het tweede graf van een
vorst met dit prachtige jaden masker;
3de keerpunt in de geschiedenis: In Vuur Geboren, een
legeraanvoerder uit het ver noordelijk gelegen
Teotihuacan, doodt in 378 Grote Jaguarklauw, vorst van
Tikal en installeert met Speerwerper Uil een nieuwe
dynastie op de troon. (art. in Nat. Geogr. aug. 2007.
Bevestigd op tentoonstelling Parijs door Felipe Solis.)
Tot nu toe wisten we (en eveneens recent):
Toh-Chak-Ich’ak, Grote Jaguarklauw, (regeerde ca.
317-378); stierf aan verwondingen in oorlog met Waxaktun
- stèle in 2000 ontcijferd door David Stuart.
In 1979 deed ons instituut hier opgravingen in Tempel 1
om de methode Lerici te testen die tot dan toe alleen
toegepast voor korte boringen in Etruskische graven in
Italië. Werd aangepast tot lengte van 45 m; een
mini-camera (toen pas ontwikkeld) in holle buis vond
geen graf maar wel een plunderaarsgang.
34. CHICHEN ITZA
Met Chichén Itzá zijn we weer terug in Mexico, op het
schiereiland Yucatan, maar dan ettelijke honderden jaren
na de bloei van Tikal. Chichen Itza (Mond van de bron
der Itza) is sterk beïnvloed door de Tolteken, afkomstig
van meer dan 1100 km naar het noorden.
Toen ik in 1987 voor mijn tweede bezoek in Chichén Itzá
arriveerde, herkende ik de ingang niet. In 1978 was er
alleen een gammel houten hekje geweest, in een omheining
van kippengaas. En als je, zoals wij, voor openingstijd
toekwam, kon je onder de draad door kruipen. In 1987 had
het hekje een complete metamorfose ondergaan en was
veranderd in een groot futuristisch betonnen bouwwerk,
geïnspireerd op de Maya-architectuur en zo weggelopen
uit een James Bondfilm. Bij de splinternieuwe toiletten
stond een merkwaardige kleine tentoonstelling opgesteld:
een antieke duikersuitrusting en tegen de wand een
aantal oude foto’s, (nog) zonder onderschriften. Het
duikerspak bestond uit een koperen helm, een volledig
waterdicht pak, schoenen met loden zolen en een lange
luchtslang. Eertijds was ze gebruikt door de Amerikaan
Edward Herbert Thompson (1856-1935) die in 1904 begon
met zijn historische duikexpeditie in de Heilige Cenote
van Chichén Itzá.
35 - 36. Deze piramide werd door de Spanjaarden El
Castillo, het kasteel genoemd (in 1545 plaatsten zij
hierop kanonnen, maar zij werden verdreven door de
Maya).
Zoals alle Meso-Amerikaanse piramides is dit een
kalender in steen: er zijn vier trappen, elke trap telt
91 treden, de 365ste trap is de kleine tempel op de top.
De negen terrassen verwijzen naar de negen verdiepingen
van het dodenrijk. Elke zijde van de piramide wordt als
het ware door een trap in tweeën gedeeld, de
resulterende 18 delen komen overeen met de 18 maanden
van het Mayajaar. Het aantal afzonderlijke vlakken op de
zijkanten van de piramide is 52, gelijk aan het aantal
jaren van een Mayatijdperk.
Vlak voor de zonsondergang op de dag van de lente- en
herfstevening lijkt er een slang van licht af te dalen
naar de kop van de Gevederde Slang beneden. Dit is dan
weer een voorstelling van Quetzalcoatl, die in het Maya
Kukulcan heet.
37. Dit is een verkleinde voorstelling van hun
wereldbeeld en hun kosmische opvattingen die quasi
gelijk zijn aan die van de Azteken (Codex Féjervary -
Mayer). Het is een (in onze ogen) platgedrukte piramide.
Aan de voet van de piramide ligt de Tempel van de
Krijgers. Hij dankt zijn naam aan de vele
(klaarblijkelijk Tolteekse) krijgers die zijn afgebeeld
op de vierkante zuilen.
38. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden archeologen
onder de tempel een identieke kleinere piramide. De Maya
braken nooit een tempel af, net als de Azteken. Na een
kalenderperiode van 52 jaar werd klaarblijkelijk een
nieuwe piramide over de oude gebouwd, die exact dezelfde
verhoudingen behield. In 1987 konden we het inwendige
van El Castillo bezoeken, via een klein deurtje in de
voet van de piramide.
In de tempel van deze bedolven piramide vond men deze
stenen jaguar, met ingelegde vlekken uit jade en op zijn
rug een offerschaal met daarin nog verdroogde bloemen en
vruchten.
Waarom waren de Maya zo geobsedeerd door wiskunde en de
kalender?
"Wiskunde is de taal waarin God het heelal heeft
geschreven", zei een Arabische filosoof. Hiermee zouden
de Maya-astronomen het volkomen eens geweest zijn. Net
als wij waren zij bezeten door de tijd en het
tijdsverloop. Niet die van kwartshorloges om de pols,
maar van het grote astronomische uurwerk in de hemelen.
Maya vergoddelijkten de tijd: elk dagteken werd gedragen
op de rug van een god. Zoals alle culturen die we tot nu
toe bezochten, hadden zij een cyclische opvatting van de
tijd dit wil zeggen, alles komt altijd terug: zon, maan,
seizoenen en dus ook gebeurtenissen. De Maya gebruikten
drie kalenders:
- een rituele maankalender van 13 x 20 dagen = 260 dagen
(zoals eveneens bij de Azteken en nu nog bij de
moslims);
- een zonnekalender van 18 x 20 = 360 dagen;
- een Venuskalender (gebaseerd op de omlooptijd van de
planeet Venus) die 584 dagen telde.
De kalender vormde de bepalende factor in mensenleven en
religie.
De kalender van de ‘lange telling’ van de klassieke
Mayaperiode begon op 4 Ahau 8 Kumku, 13 augustus 3114
v.C. De laatste datum in de ‘lange telling’ van de
kalender is te vinden op een stèle uit Toniná. Hij
vermeldt (in onze kalender) 18 januari 909.
1 kin = 1 dag
20 kin = = 1 uinal (maand)
18 uinals = 1 tun = 360 dagen
20 tun s = 1 katun = 20 jaar
20 katuns = 1 baktun = 400 jaar
Overal ter wereld is het voor landbouwvolkeren
letterlijk een zaak van leven en dood om de kalender
juist te bepalen. Hiervan hangt immers het juiste
ogenblik af van het zaaien van de gewassen. Ook de
astrologie, dit is de mening dat de bewegingen van de
hemellichamen het menselijk leven beheersen en bepalen,
is vrij algemeen verspreid. Vandaar naar de godsdienst,
is slechts een kleine stap. De priesterkaste gaat die
astronomische kennis monopoliseren om macht uit te
oefenen over het gewone volk, gaat een goddelijke
wetmatigheid zoeken in de vaste banen van sterren en
planeten. Als die bepalen wanneer er moet gezaaid
worden, is het dan niet normaal dat zij tevens grote
invloed hebben op alle aspecten van het aardse leven?
Op de mens woog als ultieme plicht door het offer de
kosmische cyclus in stand houden. Zonder offers zou de
kosmos vergaan in chaos. Offers konden bestaan uit
planten of dieren. Maar het belangrijkste offer was het
bloedoffer. In de eerste plaats het offeren van het
eigen bloed. Dat deed men door de tong of de
geslachtsorganen te doorboren met de doorn van een
agave, waarna het bloed werd opgevangen op
boombastpapier. Ook mensenoffers werden gebracht:
kinderen of jonge maagden die in de cenote van Chichen
Itza werden geworpen;
39. Een Chacmool, een typische Tolteekse figuur. Men
gelooft dat de schaal op zijn buik bestemd was voor het
offeren van mensenharten. Achter hem de Gevederde
Slangen. In hun ratels rustte eertijds het dak van de
tempel. Ook voor de Maya had de schepping twee polen:
een actieve mannelijke en een passieve vrouwelijke.
De jaguar was het symbool van de aarde, het vrouwelijke
en de nacht; de arend dat van de hemel het mannelijke
principe en de dag; de slang (met de veren van de vogel)
verbond de hemel met de aarde. Vandaar dat de kop altijd
naar beneden is gericht. Merkwaardig dat juist de
ratelslang, het meest giftige serpent, hier een
goedgunstige godheid is.
40. In Yucatan bestaat de bodem uit kalkgrond. Alle
water verdwijnt door gaten in de bodem (dolines), zoals
in ons land de Lesse ondergronds de grotten van Han
heeft gevormd. Daarom werden hier de steden gebouwd rond
dergelijke natuurlijke putten, de cenotes.
Chichen Itza was in het hele Mayagebied voornamelijk
beroemd voor zijn heilige cenote. Een breed voetpad, een
verhoogde processieweg, leidt naar de Heilige Cenote.
Deze put heeft een diameter van 60 meter en is ongeveer
35 meter diep. Hier werden mensen geofferd aan de
regengod die bij de Maya Chac heet, samen met allerlei
kostbaarheden.
41. In het begin van de 20ste eeuw bewees de Amerikaan
Thompson dat het geen legende was. Hij dook uit de
cenote talrijke skeletten en jaden, gouden en zilveren
voorwerpen op, afkomstig uit heel Mexico, die nu in het
museum van Merida berusten. Noteer dat edele metalen in
het Mayagebied niet voorkomen en dus door handel waren
verkregen.
42. Niet ver van El Castillo vind je deze stenen
nabootsing van een tzompantli of schedelrek. In
tegenstelling met wat de archeologen verwachtten, werden
hierbinnen geen echte schedels gevonden.
COPAN
44. Copan, net over de grens van het huidige Honduras,
is vooral bekend om zijn prachtige stèles, waarvan we nu
sinds kort eindelijk met zekerheid weten dat het
gedenkstenen zijn van heersers, zoals Stephens in 1839
al vermoedde. Vergeleken met de tekeningen van
Catherwood valt de slechte staat van de beelden op: tot
begin jaren 1980 had men de stupide gewoonte om de paar
jaar de vegetatie in brand te steken om het onkruid te
vernietigen, waardoor ook de kalkstenen beelden
beschadigd werden.
Afmetingen: meestal iets meer dan 3 m hoog
45. De figuur links werd afwisselend beschreven als een
priester of vrouw met geborduurde rok. Nu weten we dat
het Vorst 18-Konijn voorstelt, 13de heerser van de
dynastie, die regeerde 695 – 738. De namen zelf konden
pas zeer recent ontcijferd worden (waarover verder).
Hun beeldhouwers hanteerden een zo barokke vormentaal
dat de begaafde tekenaar Catherwood, die met Stephens in
1839 Copan ontdekte, dagen nodig had (en een camera
lucida) om zijn eerste schets van een gebeeldhouwde zuil
op papier te krijgen. (Stephens kocht de ruïnestad voor
de luttele som van 50 gouden dollars!)
46 - 47. Altaar Q: In een gids uit 1975 lezen we dat
hier een congres van astronomen uit alle Mayasteden was
vereeuwigd. Toentertijd was nog geen enkele stèle
ontcijferd. Nu vertellen de gidsen nog steeds hetzelfde
verhaal, hoewel we al bijna 20 jaar weten dat hier de 16
heersers van een dynastie zijn afgebeeld, van de eerste
Kinich Yax K’uk Mo (Zonogige groene Quetzal Ara) tot Yax
Pak (Eerste Dageraad) = ironisch: hij is de laatste
grote heerser, na zware militaire nederlaag en dood van
zijn voorganger. Dit is religieus-politieke propaganda:
de vergoddelijkte eerste heerser geeft de staf door aan
de laatste! Deze heerste naar schatting over 20.000
onderdanen. (één analoog voorbeeld uit vele mogelijke:
beroemde standbeeld van Augustus van de Prima Porta)
48. Hiërogliefentrap en
Grote Collaps.
Ironisch genoeg is de langste bewaarde inscriptie in
Copan te vinden, namelijk de beroemde hiërogliefentrap.
Maar de blokken met tekst waren naar beneden gestort en
werden door vroegere archeologen voorlopig in een
verkeerde volgorde terug opgestapeld. Toen we de site in
1978 voor het eerst bezochten, werd net een begin
gemaakt met de inventarisatie, die nu wordt verder gezet
met behulp van de computer (en ondertussen voltooid zou
moeten zijn). De trap is eveneens een en al politieke
propaganda, na de nederlaag en dood van Vorst 18-Konijn
tegen een naburige stadstaat. Het is een voorbeeld van
hoe koningen zich bezighielden met prestigeprojecten en
oorlogvoering in plaats van de echte problemen aan te
pakken.
Geleerden dachten tot voor kort namelijk dat de Maya
uitsluitend primitieve brand en haklandbouw beoefenden,
zoals nu nog steeds gebeurt. Met dit systeem kan de
bevolkingsdichtheid nooit erg groot zijn. Het was dus
een verrassing voor de archeologen toen hun schattingen,
op grond van het aantal stenen fundamenten van woningen,
op een veel hoger aantal uitkwamen. Over de precieze
aantallen bestaat geen eensgezindheid, maar 300 inwoners
(of nog meer) per km² in de streek van Copan lijkt
plausibel. Dan komen we in de buurt van het huidige
België of Nederland!
Zoals reeds gemeld: proefnemingen met een satelliet
boven moerassig oerwoud van Guatemala wezen uit dat de
Maya hier het zogenaamde chinampa-systeem toepasten, dat
tot dan toe alleen bekend was van bij de veel later
levende Azteken.
In de loop van de negende eeuw raakten de meeste grote
centra in Guatemala in verval. Het raadsel van deze
Grote Collaps is tot op heden niet volkomen opgelost en
zorgt nog steeds voor polemieken onder de archeologen.
Als we mogen afgaan op het paradigma Copan, werd ze het
slachtoffer van haar eigen succes. De bevolkingsexplosie
zorgde voor ontbossing. Die leidde weer tot erosie en
tot een druk op het milieu met toenemende spanningen en
vernietigende oorlogen tussen de stadstaten. Te veel
Maya-boeren verbouwden te veel maïs op een te groot deel
van het land. Kort voor de ondergang nam het
oorlogsgeweld tussen de Maya-koninkrijkjes toe: steeds
meer mensen streden om de gestaag slinkende hulpbronnen.
De Maya waren natuurlijk voor een groot stuk het
slachtoffer van hun leefmilieu. Ze bewoonden een gebied
van Centraal-Amerika waar de regenval bijna
onvoorspelbaar grillig is. Dus toen er omstreeks 800 n.
Chr. een aantal opeenvolgende droge jaren kwamen, waren
de gevolgen niet te overzien. Hongersnood brak uit,
steden werden halsoverkop verlaten. Een hele beschaving
stortte in. Die klimaatverandering was slechts het
eindpunt van een crisis die zich al langer aankondigde.
Vooral omdat recente vergelijkende studies uitwijzen dat
de droogteperiode misschien wel 50 jaar duurde en
gelijktijdig verschillende geografisch erg verspreide
gebieden teisterde.
49. reliëf Yaxchilan.
50. Stèle met ‘Vrouwe Alligatorvoet, voedstermoeder uit
Pomoy’, Mayacultuur.
Kalksteen met sporen van rode pigmenten. Chiapas,
Mexico, laatklassieke periode, 600 – 800 n.C. h. 170 cm,
b. 82 cm, d. 8,5 cm. Collectie Dora Janssen. Voorlopig
nog in Jubelpark, Brussel. Uitvoerige uitleg in de
tentoonstelling.
De vrouw op het paneel is een incarnatie van de
vruchtbare aarde die de maïs baart. Haar kleed verwijst
duidelijk naar de schilpad (de aarde). De Xoc-vis aan
haar riem herinnert aan de geboorte van de plant in de
rivier en aan het feit dat in verschillende versies van
de mythe de jonge maïs eerst in een vis veranderde. Het
waterlelie-monster verwijst naar de waterige omgeving.
De ‘gevederde slang’ in haar hoofdtooi symboliseert de
aar van de maïs. Op aardewerk uit deze periode vinden we
taferelen van het scheppingsverhaal waarbij de jonge
maïsgod te voorschijn komt uit een barst in het schild
van een schildpad. Het lijnenpatroon van de schilpad
vinden wij terug op de afbeeldingen van ceremoniële
kledingstukken die de hofdames droegen bij speciale
rituelen in verband met de vruchtbaarheid van de aarde.
Sommige hedendaagse Maya-kledingstukken tonen
vergelijkbare lijnpatronen.
51-52. Door de jarenlange arbeid van mensen als David
Stuart, Linda Schele en anderen kunnen de geleerden op
dit ogenblik meer dan 80% van de opschriften te lezen.
Linda Schele (1942-1998), was een goede vriendin van
Dora Janssen. Was in 1992 in België voor de
tentoonstelling annex colloquium Schatten uit de Nieuwe
Wereld.
Er ontbrak echter voor de ontcijfering nog één
belangrijke schakel. Die zou op conto komen van David
Stuart, zoon van George, zelf een belangrijk Mayanist en
auteur van boeken. Zoon David kreeg de Mayagliefen
letterlijk met de paplepel ingegoten. Op een dag bracht
zijn moeder hem bij Linda Schele in Palenque. Zij stond
verbaasd over zijn inzicht in het schriftsysteem. “In
één dag gaf hij de structuur van een reliëf in de Tempel
van het Kruis. Evengoed als mijn eigen werk. Maar (lacht
ze), mij had het drie jaar gekost!” Op zijn twaalfde
presenteerde Stuart zijn eerste wetenschappelijke paper
in een lezing voor geleerden. Op zijn achttiende kreeg
hij als jongste laureaat ooit een MacArthur Grant (de
‘genieënbeurs’).
Stuart ontdekte dat het al zo ingewikkelde
gliefenschrift nog eens extra gecompliceerd wordt
doordat de Mayascribenten homoniemen (= dezelfde
klanken) door verschillende tekens weergaven en tot
zestien verschillende symbolen gebruikten voor eenzelfde
woord, verschillende tekens integreerden in één glief of
net een teken uit elkaar haalden in zijn verschillende
samenstellende componenten, naargelang het gebouwen of
stela’s betrof, dan wel beschilderd aardewerk of boeken!
Of gewoon uit esthetische overwegingen (zoals bij
Egyptische hiërogliefen).
Langzamerhand komen de Maya nu los uit de nevelige
prehistorie en duiken de contouren op van een heuse
geschiedschrijving met ‘goddelijke’ monarchieën, talloze
wrede oorlogen, opgang en verval. Weg het beeld van de
vredelievende hemelaanbidders! Nu is gebleken dat zij
werden geregeerd door koningen en adel, net zo
machtswellustig en ijdel als alle potentaten elders in
de wereld.
Waarop berustte hun macht? Op het geloof. Het geloof dat
de koning door het offeren van zijn eigen bloed, als
enige bemiddelaar, bij de goden het welzijn voor zijn
onderdanen verkreeg en verzekerde.
53. De Maya zijn het enige volk uit precolumbiaans
Amerika dat een volwaardig schrift ontwikkelde, een
ingewikkeld en fraai hiëroglifisch schrift dat ze
gebruikten in stenen reliëfs, uitgehouwen op monumenten
en geschilderd op vazen... of geschreven in boeken,
codices, uit de bast van een wilde vijgenboom (te
vergelijken met papyrus ). Dan werden ze bedekt met een
dun gipslaagje en beschilderd. Gevolg: zeer kwetsbaar!!
Ze werden niet opgerold of ingebonden, doch gevouwen. Er
zijn slechts vier van dergelijke boeken bewaard, zoals
deze Codex Dresdensis, die meestal te maken hebben met
de kalender en de met de kalender verbonden goden. De
rest, hele bibliotheken, werd door overijverige
missionarissen verbrand, als werk van de duivel. In 1562
liet de franciscaan Diego de Landa, de eerste bisschop
van Yucatán, hele bibliotheken met Mayaboeken
verbranden, een ramp zonder weerga. Merkwaardig genoeg
zou hij de rest van zijn leven doorbrengen met ons het
belangrijkste werk over de verdwenen Mayacultuur na te
laten: zijn Relación de las Cosas de Yucatán (Verslag
over de zaken van Yucatan), dat echter de ontcijfering
eeuwenlang op een verkeerd spoort zou zetten, omdat zijn
zogenaamde ‘Landa-alfabet’ vertrok van onze schrijfwijze
en niet die van de Maya. Zoals vele andere boeken van de
pioniers uit de 16de eeuw bleven zijn manuscripten
eeuwenlang vergeten, tot ze in 1862 eerder toevallig
werden teruggevonden in de Koninklijke Bibliotheek van
Madrid door de Fransman abbé Brasseur de Bourbourg, dat
godenkind in priestergewaad, dat om de haverklap
struikelde over verdwenen Precolumbiaanse schatten.
De schaarste aan gedifferentieerde bronnen is de reden
waarom het schrift nog steeds niet helemaal ontcijferd
is. Het Mayaschrift was veel verder ontwikkeld dan het
veel later ontworpen beeldschrift van de Azteken, en nog
ingewikkelder van structuur dan het Egyptische
hiërogliefenschrift.
- gewoon even aanduiden van cijfers.
- godin van de zelfmoord, een maangodin. Zelfmoordenaars
gingen recht naar hoogste hemel; uiting van een heel
andere geest dan het christendom. Waarom maangodin?
Heeft te maken met de verschijningsvormen van de maan,
hier nieuwe maan = zelfmoord.
54. korte uitleg over het twintigdelig telsysteem:
meesterlijke astronomen, wiskundigen, ontdekten het
cijfer 0 eeuwen voor de Hindoes (van wie wij ons systeem
overnamen via de Arabieren) vgl. met het omslachtige
Romeinse optelsysteem. Dit liet hen toe een kalender te
ontwikkelen, veel nauwkeuriger dan die der Spaanse
invallers, nauwkeuriger zelfs dan de verbeterde,
Gregoriaanse kalender, die wij nu gebruiken.
55. Nog een voorbeeld van een Mayacodex.
56. Copanproject met William en Barbara Fash. Startte al
in 1975: interdisciplinaire opgravingcampagne nieuwe
stijl, model voor Sagalassos (Turkije), Tell Beidar
(Syrië), Sjenhoer (Egypte). Vandaar de eerder vermelde
informatie over bevolkingsdichtheid enz.
57 - 60. Rosalila-tempel
De ontdekking van de tempel, diep onder jongere
bouwwerken, betekende een archeologische revelatie.
Rosalila bleek opgericht door Maan Jaguar, de tiende
heerser van Copan in het jaar 571 van onze tijdrekening,
en bevatte de tombe van zijn voorganger, de
vergoddelijkte stichter van de dynastie van zestien
opeenvolgende priester-koningen, die het 400 jaar zou
uithouden. Deze Kinich Yax K’uk Mo (Zon-ogige groene
Quetzal Ara), was in 426 op de troon gebracht vanuit
Tikal, en zo onder invloed gebracht van Teotihuacan! Dit
laatste is eenzeer recente ontdekking, revolutie in de
geschiedenis van de Maya - m.i. nog onvoldoende
bevestigd.
De oorspronkelijke onderaardse site is niet toegankelijk
voor bezoekers: veel te gevaarlijk. Er is een zeer
nauwkeurige reconstructie gemaakt die sinds 1996 te
bezichtigen is in het museum van Copan. De originele
vlammende kleuren waren nog bewaard!
61 - 63. Hoe zagen die koningen en priesters van de
stèles en muurschilderingen er in werkelijkheid uit? Een
goede bron: de omstreden film Apocalypto van Mel Gibson
(2007).
64-65. Bonampak in 1946, aangewezen aan Amerikaanse
expeditie door een Lacandon als dank voor genezing met
nieuwe ‘wondermiddel’ penicilline: onaanzienlijke
tempeltjes, prachtige muurschilderingen, oorlogsscènes:
einde van de mythe van de vreedzame Maya. (Hier:
digitale restauratie uit National Geographic -
originelen zijn volledig vervaagd.)
66-67. Lacandones, de ‘verdwenen stam’ (foto bij de
ruïnes van Palenque). Hebben snel de geneugten van de
moderne beschaving ontdekt! Zijn echter met volledig
uitsterven bedreigd.
Annex De Grote Maya Collaps Volgens Jared Diamond storten beschavingen in als gevolg van vijf (meestal interfererende en complementaire) factoren: 1. Milieuschade. Door overbevissing, ontbossing of bodemproblemen verminderen de voedselopbrengsten op het land en uit de zee. 2. Klimaatverandering. Nu is de opwarming actueel, maar het kan ook afkoelen zoals in de ijstijden. Het afwisselen van klimaten beïnvloedt de oogsten en de hoeveelheid beschikbaar water. 3. Vijandige buurlanden. Lijkt vaak een hoofdreden van het ineenstorten van een rijk, maar wordt meestal veroorzaakt door een andere factor. Honger door milieuschade bijvoorbeeld leidt tot vijandigheid en tot verzwakking van het eigen leger. 4. Het wegvallen van handelspartners. Daardoor kan plotseling een tekort ontstaan aan voedsel of waren. Als Europa bijvoorbeeld ruzie krijgt met het Midden-Oosten leidt dat tot het dichtdraaien van de oliekraan. 5. De reacties op milieuproblemen. Hoe reageren de mensen op problemen? Zien ze de schade aankomen of negeren ze die? Bron: Diamond, J., Ondergang. Waarom zijn sommige beschavingen verdwenen en hoe kan de onze haar ondergang voorkomen?, Utrecht, Spectrum, 2005, 702 blz Webster, D. e.a., Levend verleden. Een inleiding in de archeologie, Houten, Unieboek & Teleac, 1993 + bijbehorende videoreeks. |
Bibliografie
Een uitvoerige bibliografie & internetlinks vind je o.a.
bij onderstaande boek- en filmbesprekingen in de
bijbehorende Tips voor didactische verwerking. Hier
alleen het beste en meest recente standaardwerk en twee
recente catalogi.
Grube, N. (red.), Maya. De goddelijke koningen van het
regenwoud, Keulen, Könemann, 2001, 480 blz.
Solis, F. (ed.), Teotihuacan. Cité des Dieux,
tentoonstellingspublicatie, Parijs, Musée du Quai
Branly, 2009, 480 blz.
McEwan, C. & Lopez Lujan, L., Moctezuma. Aztec Ruler,
tentoonstellingspublicatie, Londen, British Museum,
2009, 320 blz.
Tips voor
didactische verwerking
De eigenlijke navorming is uiteraard inhoudelijk,
informatief en bestemd voor leraren. Toch zitten er heel
wat mogelijkheden in voor didactische verwerking via
begeleid zelfstandig onderzoek, afhankelijk van het
handboek, de tijd die je aan het onderwerp wil of kan
besteden, of je al dan niet vakoverschrijdend kunt
werken met bijvoorbeeld je collega Nederlands (en/of
aardrijkskunde).
1. De PowerPoint zelf. Is in de huidige vorm natuurlijk
te uitvoerig. Kopieer de bestanden en geef ze een andere
naam, bv. MesoDidac. Zo blijft het origineel
veiligheidshalve bewaard voor eventuele aanpassing in
volgende jaren. Daarna kun je uit de kopie gemakkelijk
dia’s verwijderen tot je overhoudt wat je in de les wil
gebruiken. Advies: neem liefst essentiële dia’s niet
alleen uit de Aztekencultuur, maar ook uit bijvoorbeeld
die van de Olmeken, om foute beeldvorming over de duur
en continuïteit van de opeenvolgende culturen te
vermijden. Zo nodig kun je ook fragmenten uit de
syllabus ter beschikking stellen.
2. Aanbeveling: multimediaal, vakoverschrijdend, actief
2.1. Dia’s & tekst kiezen als illustratie bij
aanvullende lessen met scripties van leerlingen.
2.2. Film: zie verder
2.3. Museumbezoek
3. Voorbeeld: Leereenheid rond Azteken of Maya via
historische roman.
- In een 4de jaar hebben we in het verleden met
collega’s uit verschillende scholen gewerkt vanuit het
vak Nederlands en de roman De hel bestaat van Willy
Spillebeen. Een collega vulde de les aan met enkele
fragmenten uit Willy Spillebeen, Cortés of De Val. In
zijn geheel is dit laatste boek eerder geschikt voor een
5de of 6de jaar. Dit is een aantal keren gebeurd in
hoogste jaren ASO en bij ons weten één keer in het vak
‘vrije ruimte’.
Op de website van de VVLG vind je uitvoerig
lesmateriaal. (Url: zie verder, bij Romans.)
Leerlingen lazen ofwel het hele boek klassikaal ofwel in
complementaire groepjes, waarbij de anderen andere
historische romans lazen.
In beide gevallen was er een scriptie of mondelinge
voorstelling voorzien, waarbij de groepsleden
afbeeldingen projecteerden. Hier kan de PowerPoint goede
diensten bewijzen.
Opmerking: bij uitvoerige leereenheid hebben wij steeds
geactualiseerd naar de huidige situatie van de Maya via
onder meer publicaties van Amnesty International en
krantenberichten. Vrijwilligers namen deel aan de
‘schrijf ze vrij’ acties van Amnesty, ook in volgende
jaren.
Minder leerling-actief, maar eveneens gesmaakt is de
projectie van een der National Geographic films. Bij de
uitvoerige web-recenties tref je telkens heel wat
materiaal.
Wat ook kan (maar we nog niet hebben uitgetest): enkele
fragmenten uit de film Apocalypto. Bij de uitvoerige
recensie van deze film, url hieronder, vind je o.a. een
voorstel voor keuze van fragmenten. Persoonlijk zou ik
de film nooit in zijn geheel vertonen, wegens o.m. te
gruwelijk.
Wie weinig tijd heeft en niet vakoverschrijdend kan
werken, kan de webquest gebruiken
Cortés en de Azteken
Websites
Joos de Rijcke-site, Knop: “Eeuw Joos”, bovenste sectie,
vooral: “De grote namen van de conquista”: Pedro de
Gante, Bernardino Bernardino de Sahagún, Bartholomé de
las Casas http://users.telenet.be/joosdr/
Website Instituut voor Amerikanistiek
Bijdragen en links:
http://www.amerikanistiek.org/
Romans
Willy Spillebeen, De hel bestaat, Antwerpen, Houtekiet,
1996, 7de druk (1ste druk: 1984), 165 blz. Zeer
uitvoerige
didactische tips.
Willy Spillebeen, Cortés of De Val, Antwerpen,
Hadewijch, 1987, 291 blz. - 2de druk,
Antwerpen, De Gulden Engel, 1994. Zeer uitvoerige
didactische uitwerking.
Ruud van Akkeren,
De Dans van de Trom. Een Maya-ritueel, Schoorl,
Uitg. Conserve, 2006, 403 blz.
Films en documentaires
Moctezuma.
Aztec Ruler - (documentaire 2009) - DVD - 45
minuten, Engels, geen onderschriften - Extra
fotogalerij.
Bloed en bloemen (In Search of the Aztecs)
(gedramatiseerde documentaire) - BBC (1999) - DVD 2009 -
Engels, Nederlandse ondertiteling - duur: 49 minuten.
Waardering: ****/4
Apocalypto (speelfilm 2007). (Over de Maya). Zie
uitvoerige bespreking en didactische tips met keuze
van fragmenten
Het verloren rijk van de Maya’s (documentaire). Dit
is een ingekorte update van
http://www.amerikanistiek.org/bijdragen_mayavideo.htm
Het geheim van de Maya koningen, 2009 (Code of the
Maya Kings, 1999) - Engels, Nederlandse ondertiteling,
duur: 82 minuten (documentaire: 52 minuten - bonus: 30
minuten) - met link naar uitgewerkte lesbrief.
De laatste dagen van de Maya cultuur, 2009
(oorspronkelijk: Royal Maya Massacre, 2005) - Engels,
Nederlandse ondertiteling, duur: 77 minuten
(documentaire: 51 minuten - bonus: 26 minuten)
Cracking the Maya Code (documentaire)
Precolumbiaanse culturen
Precolumbiaanse culturen
-
Deel 1 de Azteken (powerpoint)
-
Deel 2 Teotihuacan: stad der goden, navel van de wereld (powerpoint)
-
Deel 3 Maya, kinderen van de tijd (powerpoint)
Copyright: Jos Martens, 2011