Chris Houtman, I. De Veleda Voorspelling; II. De Veleda
vloek; III. De Veleda erfenis. Haarlem, Xander Uitgevers 2020
(2e druk), 2020, 2021. 80 + 480 + 480 blz., 12,99€ + 21,99€ +
21,99€.
De Veleda trilogie
Hoewel het niet gebruikelijk is in de boekenrubriek van Hermes aandacht te besteden aan fictieboeken maak ik voor deze driedelige historische roman graag een uitzondering. Niet zozeer omdat het hier een spannend verhaal betreft dat de lezer 1440 bladzijden lang zal boeien of omdat het om een knap gecomponeerd en gestructureerd romantisch verhaal gaat waarin de personages geen bordkartonnen figuren zijn maar mensen van vlees en bloed die uitstekend gekarakteriseerd zijn en daarom bij de lezer empathie wekken.
Historische romans
De Veleda trilogie
Robert Duthoy
De trilogie bezit al deze kwaliteiten en de auteur is een boeiend rasverteller die alle knepen van het vak onder de knie heeft. Maar voor een historisch geïnteresseerd publiek komt daarbij nog een belangrijke reden om deze trilogie te lezen en dit is de reden waarom ik er hier de aandacht op vestig: het is een ideale manier om zich in te leven in een aantal aspecten van de Romeinse geschiedenis en meer bepaald het milieu en de tijd waarin de auteur zijn verhaal heeft gesitueerd. Chris Houtman heeft zich grondig geïnformeerd in en gedocumenteerd over de behandelde periode en is er op een knappe wijze in geslaagd al deze informatie op een onopvallende wijze te verwerken in het boek. Niet alleen bezondigt hij zich nergens aan anachronismen maar bovendien blijven de verzonnen elementen steeds plausibel. Daarenboven is hij er ook in geslaagd de personages te laten denken en handelen in overeenstemming met de mentaliteit uit deze periode.
Al was het maar om het leesgenoegen van de lezer niet te
bederven, ik zal hier geen poging ondernemen om het verhaal na
te vertellen of zelfs maar summier samen te vatten. Omwille van
de vele peripetieën en onverwachte wendingen zou het trouwens
een onbegonnen zaak zijn de 1440 bladzijden (480 per deel) in
kort bestek te resumeren. Het hoofdpersonage Elfeda, is
verzonnen. Bij de aanvang van het verhaal, gesitueerd in 58 na
C. , is zij zeventien. Als dochter van een Fries stamhoofd die
dienst heeft genomen in de Romeinse hulptroepen (auxilia) wordt
zij naar Rome gestuurd om een klassieke opvoeding te krijgen aan
het hof van keizer Nero maar ze komt terecht in de huishouding
van Plinius de Oudere waar ze niet alleen vertrouwd wordt
gemaakt met de Roman way of life maar ook tal van leden van de
Romeinse elite leert kennen. Een van hen is Vespasianus en een
andere diens concubine Caenis die een belangrijke rol zal spelen
in haar verdere belevenissen en onverwachte wendingen van het
verhaal. Een andere belangrijke figuur in het verhaal is de
Germaanse opperpriesteres en zieneres Veleda die Elfeda voor
haar vertrek naar Rome gaat opzoeken en die haar een belangrijke
opdracht meegeeft. In het tweede deel dat zich in de jaren 66-68
afspeelt raakt Elfeda betrokken bij de door Veleda gesmede
plannen om de Germaanse stammen aan de Noordergrens van het
Romeinse rijk tot opstand tegen Rome op te zetten. Het derde
deel speelt zich af tijdens de burgeroorlogen na de dood van
Nero en de Batavenopstand onder leiding van Julius Civilis.
waarbij Elfeda een belangrijke rol speelt.
Aan spanning is er in het hele verhaal dat af en toe de allures
van een thriller krijgt geen gebrek. Maar voor de historisch
geïnteresseerde is een bijkomende verdienste van het boek dat de
auteur
gedetailleerd en op een historisch accurate wijze de
leefomstandigheden beschrijft en informatie verstrekt over
instellingen, zeden en gebruiken in de tijd dat het verhaal zich
afspeelt. Hij laat bovendien tal van gekende en minder gekende
historische personages opdraven en heeft zich tot in de details
verdiept in wat er over hen in de historische bronnen (zowel
literaire als papyrologische en epigrafische) terug te vinden
is. Hij is dan ook slechts bij hoge uitzondering op een
historische onzorgvuldigheid te betrappen (Hilaris i.p.v.
Hilarus; Ceres i.p.v. Seres; explatores i.p.v. exploratores,
Lugdulensis i.p.v. Lugdunensis, praefectus urbanae i.p.v.
praefectus Urbi, niet de cohortes urbanae maar de cohortes
vigilum waren met brandbestrijding belast) maar dat zijn details
die ik hier enkel signaleer met het oog op een eventuele tweede
druk. Bovendien krijgt de lezer in ieder deel achteraan in een
reeks kaderstukjes nuttige aanvullende informatie die niet in
het verhaal kon verwerkt worden.
Kortom, de auteur heeft met deze trilogie een prestatie geleverd
die niet moet onderdoen voor de meest succesvolle historische
romans die in het buitenland gepubliceerd worden. Ik zie dan ook
met spanning uit naar zijn volgende historische roman die in
Pompeii gesitueerd zal zijn.