Willemijn van Dijk, Het wit en het purper. Amsterdam, Ambo/Anthos 2019. 412 blz. 22,99 €.

Het wit en het purper

Na een culturele reisgids voor Rome (Via Roma. De geschiedenis van Rome in 50 straten) en een biografie over keizer Tiberius (De opvolger) die ik hier al eerder heel positief heb besproken waagt Willemijn van Dijk zich met dit boek aan een nieuw genre, de historische roman of, nauwkeuriger uitgedrukt, een fictieve biografie.

Het wit en het purper


Robert Duthoy
 

 Hoofdpersonage vanuit wiens standpunt het boek is geschreven is Marcus Antonius Pallas, een vrijgelatene die uiteindelijk onder keizer Claudius (keizer van 41 tot 54) een functie bekleedde die vergelijkbaar is met deze van een minister van financiën. Deze hoofdfiguur is niet verzonnen maar bekend uit de antieke teksten (Plinius Maior, Plinius Minor, Suetonius, Tacitus, een inscriptie en enkele papyri uit Egypte). Wie ooit de m.i. beste historische TV-reeks aan Rome gewijd, I Claudius, heeft gevolgd (men kan ze ook nu nog op youtube bekijken) zal zich deze Pallas, prachtig vertolkt door Bernard Hepton, ongetwijfeld nog herinneren want in de laatste drie episodes (11, 12 en 13) was hij prominent aanwezig. Niet alleen omdat hij als 'minister van financiën' tot de naaste medewerkers en vertrouwelingen van Claudius behoorde maar ook omdat hij ervoor zorgde dat Claudius met zijn nicht Agrippina Minor, die een vorig huwelijk al een zoon had, hertrouwde en met Agrippina intrigeerde om Claudius ertoe te bewegen deze zoon, de latere keizer Nero, te adopteren. Dit alles in overeenstemming met wat de bronnen ons over deze Pallas weten te vertellen.



 

In haar roman is van Dijk er uitstekend in geslaagd een fictieve biografie te schrijven waarin, rekening houdend met wat uit de historische bronnen bekend is, een boeiend, en voor een groot deel verzonnen, levensverhaal gebracht wordt maar waarin tevens een historisch betrouwbaar beeld geschetst wordt van de historische context waarbinnen deze Pallas zich beweegt. Bovendien smokkelt de auteur onopvallend en zonder ooit pedant te worden heel wat historische informatie binnen in het verhaal. De lezer krijgt dus niet alleen een boeiend verhaal voorgeschoteld dat van de eerste tot de laatste bladzijde spannend blijft maar als toemaatje een verrijkend inzicht in de historische realia (o.m. de administratie van het Romeinse rijk) en in sociale verhoudingen (o.m. betekenis van slaven en vrijgelatenen, het leven in het keizerlijk paleis op de Palatijn) in de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Dit verhaal wordt zesmaal onderbroken door cursief gedrukte fragmenten afkomstig uit de memoires van Agrippina Minor. De tekst ervan is door de auteur verzonnen maar we weten dat Agrippina, nu verloren, memoires heeft geschreven waarvan Suetonius en Tacitus gebruik hebben gemaakt bij de redactie van hun historische werken. Deze fragmenten bieden van Dijk de mogelijkheid om ook een (historisch plausibel) inzicht te bieden in de psyche en motieven van Agrippina Minor die een van de machtigste vrouwen uit de Romeinse geschiedenis is geweest.

De personages zijn psychologisch goed getekend en zorgen voor de nodige empathie bij de lezer terwijl de plot die nergens de historische waarheid geweld aandoet altijd plausibel blijft. De auteur is daarenboven bijzonder taalvaardig en mede door haar vlotte pen beleeft de lezer aan de lectuur van deze roman ook heel wat literair genoegen. Een stamboom van de Julisch-Claudische dynastie en een overzicht van de Dramatis personae maken het de lezer gemakkelijk wegwijs te raken in de soms ingewikkelde familieverhoudingen van de personages. Warm aanbevolen!