Van rendierjager tot
roofridder
Tonny Vos-Dahmen von Buchholz, Van rendierjager tot roofridder (oorspr. 1983).
(Historische Lijsters 2003).Groningen, Wolters-Noordhoff, 2003, 272 blz.
Zilveren Griffel 1984
Doelgroep: 11 - 14 jaar
Tijd en ruimte: Nederland van prehistorie tot ca. 1600 n.Chr.
Op reis door de tijd
Anatole France, een beroemde Fransman, heeft eens gezegd: 'Geschiedenis,
dat is eigenlijk geen wetenschap, maar een kunst - en je brengt die
kunst pas tot leven met verbeeldingskracht.' Aan die uitspraak moet ik
altijd denken bij een bezoek aan een museum of een opgravingsterrein.
Als ik een voorwerp in handen houd, dat na honderden, of zelfs duizenden
jaren uit de grond komt, zie ik het met de ogen van de fantasie,
daarvoor ben ik schrijfster. Er gebeurt iets met dat voorwerp. De mensen
die het in lang vervlogen tijden hebben gemaakt, ermee hebben gewerkt,
komen tot leven. Ik zie, wat er met dat voorwerp gebeurd zou kunnen
zijn.
Daarvoor moet ik me natuurlijk kunnen inleven in die tijd en dat kan ik,
omdat ik ook amateur-archeologe ben.
Ik zou je willen meenemen op een reis door de tijd, langs
museumvoorwerpen die een rol hebben gespeeld in het bestaan van mensen
zoals jij en ik. Natuurlijk kan het maar een hink-stapsprong worden van
de rendierjager uit 9000 voor Christus tot de roofridder van 1600. Ik
hoop dat je de avonturen meebeleeft, dat ook jij zult kunnen denken in
de tijd. Als je zo naar museumvoorwerpen kijkt, wordt ieder bezoek aan
een museum een avontuur. Dit boek is in de eerste plaats een
avonturenboek, bestemd voor iedereen, ook voor degene die eigenlijk
helemaal niet van geschiedenis houdt.
Maar als jij iemand bent die wel van geschiedenis houdt, dan staat
ervoor jou, achter ieder verhaal nog een aantal historische
bijzonderheden. Dát zijn de echt gebeurde feiten, die ik heb opgespoord
in lange gesprekken met wetenschapsmensen en in de boeken die zij
geschreven hebben (de lijst daarvan vind je ook achterin).
Kees van Scherpenzeel maakte de pentekeningen bij mijn verhalen. Hij
ging met mij mee op reis door de tijd.
Wie volgt?
Tonny Vos-Dahmen von Buchholz
(pagina 5 - 6)
|
Korte verhalen zijn voor jongeren de beste aanloop tot blijvende belangstelling
voor geschiedenis. Historische romans zijn erg belangrijk voor de vorming van
historisch besef - die einddoelstelling van het geschiedenisonderwijs - door de
mogelijkheid tot identificatie en inleving, die onontbeerlijke componenten van
dat onderwijs.
Dat is het opzet van Tonny Vos-Dahmen von Buchholz. Haar verhalenbundel ‘Van
rendierjager tot roofridder’ dateert reeds uit 1983 en was al jaren onvindbaar.
Het is dus een goede zaak dat hij is opgenomen in de reeks ‘Historische
Lijsters’ en zo een nieuwe generatie jonge lezers kan bereiken.
De prachtige, indrukwekkend sobere illustraties van Kees van Scherpenzeel dragen
in niet gering mate bij tot het leesplezier en de waarde van het boek.
Het boek heeft vanaf het begin ook een ruim lezerspubliek gevonden in
Vlaanderen. Het pleit voor de auteur dat zij vanaf de tweede druk na elk
hoofdstuk ook de Belgische bewaarplaatsen van voorwerpen uit de beschreven
periode toevoegt. Eindelijk iemand die geen last heeft van het door ons zo vaak
gegispte kikkerlandsyndroom en beseft dat de Nederlanden tot voor heel kort
(1830) niet stopten bij de huidige landsgrenzen. Vooraan geven tekeningen op een
kaart de lokalisatie van de verschillende verhalen.
Een van die zeldzame boeken die je niet alleen leest, maar ook in je boekenkast
wil hebben, houden en koesteren!
Didactische tips
Je kunt hoofdstukken gedeeltelijk als voorleesmateriaal gebruiken. Collega’s
deden dit als introductie op groepswerken. Iedere leerling had het boek in het
kader van Historische Lijsters. Kleine groepjes werkten elk een hoofdstuk uit op
verschillende manieren, in een vakoverschrijdende leereenheid Nederlands -
geschiedenis - plastische opvoeding. In Vlaanderen is de prehistorie namelijk
leerstof voor het eerste jaar voortgezet onderwijs, waarin geschiedenis slechts
één lesuur per week heeft.
In het vak plastische opvoeding maakten leerlingen aantrekkelijke reliëfs op
gips van afbeeldingen in de grotten van Altamira en Lascaux. Werkwijze: gipsen
platen (allemaal zelfde afmeting); daarop tekening; tekening kleuren; gips
rondom wegkrassen. Diverse varianten mogelijk: wend u tot uw collega plastische
opvoeding.
Sommige groepjes voerden een kort toneelstukje op, al dan niet na een
schrijfoefening. Andere diepten een onderwerp uit aan de hand van de non-fiction
gegevens in het boek en presenteerden het resultaat in een
Powerpointpresentatie. Dit was dan weer voor de lessen Nederlands. De resultaten
werden voorgesteld in een kleine tentoonstelling op de opendeurdag in mei en
voor de bezoekers toegelicht door leerlingen.
Inhoudsopgave
1. De rendierjager 11
Als de rendieren 's zomers in panische angst voor de dazen naar het koude
noorden vluchten, volgen de jagers. Eén van hen moet een bijzondere prestatie
verrichten.
2. De eiken god 32.
Door de verandering van het landschap is het grote wild verdwenen dat de barre
toendra's heeft bevolkt. De jagersbevolking past zich moeizaam aan bij de nieuwe
omstandigheden.
3. Het dorp bij de rivier 43
De eerste landbouwers die naar ons woongebied komen branden de bossen af om
akkers te kunnen aanleggen. De jagers zien hierin een bedreiging voor de
wildstand.
4. In de greep van de angst 63
Diep in de grond delven dappere mijnwerkers vuursteen, het onmisbare materiaal
voor werktuigen en wapens.
5. Van voor de wereld tot na de tijd 85
De komst van een kleine groep boeren brengt opschudding teweeg op de heide. Niet
tevreden met wat de jacht te bieden heeft, bewerken zij het land en houden vee.
En van de stenen die reuzen achterlieten bouwen zij monumenten voor de
eeuwigheid.
6. Heilige bijlen 97
In oeroude tijden huizen er al mensen in het drassige westen van ons woongebied:
steurvissers, jagers en veehouders weren zich tegen het water.
7. Koningskralen 114
Duizend gevaren bedreigen het leven van de bronshandelaar, op weg met zijn
kostbare lading. Soms heeft hij merkwaardige zaken bij zich, zoals een snoer met
kralen uit het land van een geheimzinnige vorstin.
8. Het toverwapen 137
Een half verlamde jongen zoekt naar mogelijkheden om zich even goed te kunnen
redden als een ander. Misschien zou hem dat nooit gelukt zijn, als hij niet in
de zandstorm de zwerver had ontmoet.
9. Het misbaksel 151
Wat een teleurstelling, als de zo moeizaam gevormde pot scheef uit het vuur
komt! Maar soms maakt juist zo'n onvolkomenheid een werkstuk waardevol.
10. Het wijde wad 160
Schepeling bij vloed - schipbreukeling bij eb; zó ziet de Romein Plinius de
Friezen op hun terpen. Wat weet hij van hun avontuurlijke bestaan op het wijde
wad?
11. Een altaar voor Nehalennia 174
'Nehalennia, schenk ons een behouden vaart' smeken de handelaren vóór hun
gevaarlijke zeereis begint. En omdat ze menen, dat je iets moet geven om zelf
iets te ontvangen, beloven ze de godin een altaar. Maar belofte maakt schuldl
12. Goudkoorts 191
Vriendschap is niet te koop. Maar wie een vriend bezoekt brengt een geschenk
mee. Honderdvijfentwintig Romeinse goudstukken glanzen in de zon...
13. De edelsmid van Dorestad 207
Waar is het juweel met de almandijnen gebleven? Alleen de edelsmid kan daarop
een antwoord geven, maar slechts weinigen kunnen dat antwoord verstaan.
14. Het monster van het Almere 225
Wie de gevaren van het water kent spot er niet mee. Maar er zijn altijd
schippers die het noodlot tarten.
15 De roofridder 237
Een zwarte baard verhult het gezicht van de geheimzinnige ridder in het wijnrode
wambuis. Wie heeft hem uitgenodigd voor het feest en waar is hij gebleven als de
noodklok luidt?
De boeken die ik gebruikte 261
Wanneer het gebeurde 270
|
|