Om het rood van de krijger
Rosemary Sutcliff, Den Haag, Leopold, 1972, 209 blz. -
latere herdrukken bij uitg. Christofoor, Zeist - vertaling van Warrior Scarlet
(1963) door Ir. P. Telder
Doelgroep: 12 + voor goede lezers; 14+ (vierde jaar
secundair onderwijs)
Plaats en tijd: Engeland, prehistorie, op de grens van steen- en bronstijd,
omstreeks 900 voor Christus.
Thematiek: volwassen worden; overwinnen van handicap; vriendschap; leven zonder
modern comfort in moeilijke omstandigheden
Waardering: ****/4
Inhoud
De
jongen liet de oren van de jonge hond los, legde zijn arm om zijn
opgetrokken knieën en liet zijn kin op zijn arm rusten. Hij keek naar
het zuiden, waar de kalkrotsen langzaam afdaalden naar de zee,
waartussen groene hellingen lagen, die werden afgewisseld door hazelaars
en elzen, dichtbegroeide dalen en valleitjes. Ver beneden, achter de
groene hellingen, lag het grote bos en strekte zich het moeras uit. Het
moeras leek eindeloos - totdat het tenslotte ophield, daar waar het
glinsterende wijde water begon - het einde van de wereld.
Vlak onder hem was de helling naar de vallei
beneden bezaaid met duizenden schapensporen en op de bodem van de vallei
graasden de schapen. Zij maakten allerlei geluiden onder het grazen -
hij kon dat duidelijk horen. Ver weg, aan de andere kant van de vallei,
onderscheidde hij de kleine gestalten van Flann en zijn honden, die ook
de wacht hielden over de kudde. Flann floot een van zijn honden en het
geluid daarvan kwam dwars over de vallei op hem toe - als een kleine,
glinsterende pijlpunt van geluid in deze rust en stilte. Een zachte
bries woei uit het zuiden en dreef schaduwen van wolken over het grote
moeras en verder langs de groene hellingen; de wind rook naar tijm en
naar de zee en boog in het voorbijgaan de kopjes van de blauwe bloemen
die bij duizenden op de hellingen groeiden. Hoog in de lucht beschreef
een havik grote cirkels en de zon was lekker warm op zijn huid: het was
een fijne dag.
Drem - zo heette de jongen - slaakte een zucht van
tevredenheid. Hij hield er van om hier boven rond te zwerven, met Dali
en de anderen die tot het volk van de schaapherders behoorden. Deze
zomer en ook de vorige, toen zijn benen lang genoeg waren om de tocht te
kunnen volbrengen, was hij hier al vaak geweest en had hij een nacht, of
soms twee nachten, bij de schapen doorgebracht. Het was hier goed. En nu
was hij alweer twee nachten hier; hij had geslapen in de hut van Dali,
beneden bij het meertje. Hij dacht dat het nu wel tijd was geworden om
weer naar huis te gaan want hij was nog nooit eerder langer dan twee
nachten van huis geweest. Zijn moeder was iemand die zich gauw ongerust
maakte, en als zij ongerust was geweest kon zij flinke klappen uitdelen.
'Het is heerlijk, hier boven,' zei hij zo maar.
'Ja, het is hier heerlijk - tenminste als de zon
schijnt en de wind zachtjes waait en geen sneeuw meebrengt, en als je
maar niet tot je knieën in de sneeuw, achter een afgedwaalde ooi moet
aanzitten, terwijl de wolven huilen,' zei Dali.
p. 7-8
|
Dit
verhaal over Drem, een gehandicapte jongen die maar één arm kan gebruiken, bevat
alle ingrediënten die kenmerkend zijn voor het werk van de auteur: vriendschap,
magie, de groei naar volwassenheid van de hoofdpersoon en een prominente rol
voor het 'donkere volkje', volgens Sutcliff de oorspronkelijke bewoners van
Engeland. Omdat Drem er niet in slaagt zijn initiatieproef, het doden van een
wolf, met succes te voltooien, wordt hij verbannen naar het halfbloedvolk dat
zich met de schapenteelt bezighoudt. Als hij op een gure winterdag de oude
schaapherder Doli uit een ravijn wil redden, wordt hij aangevallen door een wolf
Dit keer lukt het hem wel het dier te verslaan, zodat hij kan terugkeren naar
zijn clan.
Bespreking
De bespreking is
gebaseerd op de tweede druk uit 1972. In recentere uitgaven kan de paginering
lichtjes wijzigen.
Geheel terecht wordt Rosemary Sutcliff (1920-1992)
beschouwd als de grootmeester van de psychologische historische roman.
Zoals in de meeste Sutcliffs is de hoofdpersoon hier een
verstoteling, een lichamelijk gehandicapte, zoals de schrijfster zelf! Haar
fysieke zwakte zindert door in Drem. Haast al haar hoofdpersonen zijn
uitgestotenen omwille van een psychologische of/en fysische handicap. Telkens
overwinnen zij hun lichamelijke tekorten door zich in te zetten voor anderen in
plaats van in hun hoekje weg te
kruipen.
Wellicht is het haar persoonlijk leed dat haar boeken, ook
die voor de jongste lezers, doorgloeit met een menselijke warmte, die je
moeilijk in een recensie kunt vangen, doch bij het lezen zeer sterk aanvoelt.
Ook haar liefde voor dieren, vooral honden, krijgt hier weer gestalte in Drems
trouwe gezel Zilvervlam. Misschien is de gevoelige blik van een gehandicapte
nodig om onder het eelt van onze geestelijke handicaps het aanvoelen van
andermans verborgen kwaliteiten wakker te schudden.
Het verhaal is meer dan een ‘coming of age’-roman; het zit
vol wetenswaardigheden. Elk van Sutcliffs werken steunt op gedegen, ver
doorgedreven opzoekingen. Sutcliff weet veel. En die kennis weet ze subliem,
haast impliciet, functioneel en nooit pedant -o moeilijkste van alle opgaven- in
haar boeken te verwerken. Vandaar dat het doodjammer zou zijn de bespreking te
beperken tot louter taalkundige of verhaaltechnische aspecten.
Om het rood van de krijger leent zich
uitstekend tot historische en antropologische uitdieping. Want waar de
geschiedschrijving en de archeologie tekortschieten, doet Sutcliff een
verantwoord beroep op de historische antropologie. Elk detail is met bijna
wetenschappelijke ernst verantwoord. Je moet al heel wat over antropologie
gelezen hebben om je te realiseren hoe knap zij te werk gaat. Wat ze niet vindt
bij de archeologie gaat ze zoeken in de vergelijkende culturele antropologie.
Margaret Mead en Malinowski zijn voor haar geen onbekenden. Zo voegden wij bij
Om het rood van de krijger een
onderdeel Antropologie in dat ons een
schat aan gegevens opleverde over zowel herdersgebruiken, het kweken van
jachthonden, de landbouwcyclus en de rol van bevers, als over brons- en
ijzerbewerking.
Petje af voor haar werkwijze: fijne penseeltoetsen, nooit
opdringerig, nooit pronken met tentoongespreide kennis, nooit belerend, maar
magisch-evocerend door de subjectieve ogen en de ervaringen van haar
hoofdpersonen. Lees bijvoorbeeld de magistrale beschrijving van de
initiatieriten in Om het rood.., p.
141-144 en p. 190 - ook verhaaltechnisch een knap staaltje stielkennis.
Je kan heel wat onderdelen laten uitdiepen - en achteraf
presenteren aan de klas - aan de hand van naslagwerken, al dan niet op internet.
Leerlingen doen dit graag en enthousiast. Het opent hun ogen voor de rijkdom van
Sutcliffs stijl en maakt hun werk veel concreter. Dit kadert tevens in een
streven om het onderwijs uit de abstracte naar een ‘tastbare’, concrete sfeer te
halen, door bijvoorbeeld eveneens plastische opvoeding in te schakelen. Wat dan
weer aansluit bij de psychologie van de puber en ervoor zorgt -vooral als je de
leerlingen zelf een goed deel van het werk laat opknappen- dat de lessen
Nederlands en geschiedenis plotseling geen saaie blokboel meer zijn, maar een
avontuur, een ontdekkingstocht in de leeservaring.
De thematiek is ideaal voor waardeverduidelijking in
verband met rassendiscriminatie, het uitstoten van mensen die 'anders' zijn e.d.
TAAL
De visuele en directe stijl van Sutcliff leent zich zeer
goed voor omzetting tot film. Dat gebeurde reeds eerder met
De Adelaar van het Negende, dat eerder
al verfilmd tot een televisiereeks (in 1978 reeds), de grondstof leverde voor
Centurion (2010) en weer een ‘remake’
krijgt, die in 2011 in
de filmzalen moet zijn.
Haar persoonsbeschrijvingen zijn steeds erg beeldend en
plastisch. En wat haar natuurbeschrijvingen betreft…
Om het rood van de krijger opent met de korte beschrijving van de
Southdowns die je hierboven aantrof en die tot het mooiste behoort wat ik op dit
gebied ooit gelezen heb, zo suggestief dat je de zee en de tijm haast kunt
ruiken onder de voorbijschuivende zomerwolkjes.
Al haar boeken munten uit door een rijke, genuanceerde en
voorname taal, wat ook in de vrijwel vlekkeloze vertalingen door Ir. P. Telder,
Tine Leiker Kooimans en Miep Diekmann behouden blijft. Als geen ander weet zij
door dit concies taalgebruik sfeerschepping, gevoelsuitingen, kleurschakeringen
en psychologisch verantwoorde karaktertekeningen te brengen, op een niveau dat
eerder zeldzaam is in jeugdliteratuur. Onder de verhaallaag behandelt zij steeds
een universeel thema als: vriendschap, trouw, rechtvaardigheid, botsing van
verschillende culturen.
Over de auteur
1999 Rosemary Sutcliff, in:
Schrijver gevonden (Lannoo; Biblion) op pagina 287-288
2004 Rosemary Sutcliff, in:
Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Fontein; Wolters-Noordhoff) op
pagina 315-316
Wikipedia
Interview
with ROSEMARY SUTCLIFF.
By Raymond H. THOMPSON
(aug.1986)
Didactische verwerking
Het merendeel van de didactische principes waarop de
gevolgde werkwijze stoelt, vind je in het online artikel in Histoforum Didactiek
(2009)
Gelezen tijd.
Zeer praktisch tips in:
Concreet werken met historische romans in de klas
De hier onder voorgestelde leereenheid is een aantal keren
uitgevoerd in derde en vierde jaren voortgezet onderwijs (14-16 jarigen).
Vermoedelijk zal het niet mogelijk zijn om voldoende exemplaren van het boek te
vinden voor een hele klas. Indien je laat werken in kleine groepjes met
verschillende boeken, kunnen de uitgewerkte taken een goede leidraad en
inspiratiebron vormen voor je leerlingen.
In het verleden hebben wij (leraars en leerlingen) veel
genoegen beleefd aan het boek en de gevolgde werkwijze. Jongens vervaardigden
een primitief weefgetouw, meisjes weefden daarop een geruite lap stof, met hulp
van twee moeders. Een van hen gaf in de klas een demonstratie spinnen met konkel
(spintol) en spinrokken. Om kennis te maken met de technieken van bronsgieten
brachten we (op vrije namiddag) een bezoek aan een beeldhouwer uit de buurt die
nog zelf zijn bronzen beelden giet. Enkele jaren later (bij de volgende
gelegenheid dat we het boek lazen) konden we een video van hem lenen: het
eigenlijk bronsgieten kon immers niet bijgewoond wegens veiligheidsredenen.
Ongetwijfeld kunnen creatieve leerlingen in dit
internettijdperk nog heel wat meer verzinnen.
Werkwijze
- Vooraf: je kunt de twee omslagillustraties laten zien en
vragen wie welke verkiest (door handopsteking of stembriefje). De laatste keer
dat het boek gelezen werd, verkoos de overgrote meerderheid de recentste
uitvoering. Smaken verschillen. En veranderen.
- Voorstelling van het boek, de werkwijze, motivatie van de
leerlingen: zie Gelezen tijd.
Voor de individuele fase van het thuis lezen en het
opstellen van een leesdagboek: zie
Concreet werken…, Bijlage 1.
- Eerste hoofdstuk: zeer uitvoerige bespreking door leraar
(om de werkwijze aan te brengen);
- Vanaf hoofdstuk 2: uitwerking door de leerlingen in
complementaire werkgroepjes van 3 à 5 personen. (Liefst kleine groepen nemen:
minder kans op ‘meelifters’.)
En algemene opmerking bij onderstaande: elk groepje legde
zijn bespreking vooraf voor aan de leraar. Die leest na, bespreekt samen met de
werkgroep, maar behoudt zoveel mogelijk de vorm van de leerlingen (het is hun
werk, niet het onze!)
Elke leerling van de klas kreeg als opdracht het hoofdstuk
dat aan bod was te herlezen en een lijstje aan te leggen met de woorden die
hij/zij niet kende, niet begreep. Woordverklaring bij hoofdstuk 1 bevat
bijvoorbeeld alleen woorden waarvan kon verondersteld worden dat ze voor de
meeste leerlingen onbekend waren. Dit is overgenomen door de leerlingengroepjes.
Geeft je een goed inzicht in de woordenschat van een klas!
1. Literair
Kleuren, geuren, geluiden, stemmingen worden voortreffelijk
verwoord. Hier kunnen per hoofdstuk taken worden gegeven;
weergeven van gevoelens: voorbeelden laten opzoeken en op
literaire weergave en levensechtheid laten analyseren;
karaktertekening en persoonsbeschrijvingen (telkens de blz.
laten noteren waarop men de gegevens vindt): hoe leren we de volgende personen
kennen? Zijn het round of
flat characters? Ondergaan ze een
evolutie? Welke? (Motiveren uit de tekst.)
Tijdsverloop in het hoofdstuk? Het volledige boek?
Dit zijn algemene opdrachten die naar elke goede jeugdroman
kunnen getransfereerd worden.
2. Historische
antropologie
Onder meer de landbouwkalender speelt een grote rol in het
boek. Gemakkelijk toegankelijke informatie vind je in onderstaand artikel, dat
weliswaar focust op late miniaturen, maar zeer bruikbaar is:
Joos de Rijcke-site, knop: Eeuw Joos,
Landbouw: gebonden aan de seizoenen, vooral :
3.
De kalender maand per maand
(maar kijk ook de andere onderdelen even na).
Ook over textieltechnieken (spinnen, weven…) vind je op deze site informatie
onder de knop Eeuw Joos,
Klederdracht en mode.
Uitwerking
bij enkele hoofdstukken
Jos Martens
|