Het verloren leger,
Valerio Massimo Manfredi
Amsterdam, Luitingh-Sijthoff, 2008, 368 blz.
Plaats en tijd:
Perzische rijk, 401 v. Chr.
Doelgroep:
14+ - volwassenen.
Genre:
roman naar: Xenofoon, Anabasis en
Katabasis.
Inhoud
Het
jaar is 401 voor Christus. Er gebeurt nooit iets in het saaie Syrische
woestijndorpje waar de 17-jarige Abira zonder enthousiasme het huwelijk met haar
neef afwacht. Tot zij bij de waterput een ruiter ontmoet. Hij is als een jonge
god uit haar dromen, vol beloften van passie, avontuur, vreemde verten en
bevrijding uit haar stoffige bestaan. Zij kijken elkaar in de ogen en zijn
verloren.
De ruiter is een jonge Athener, Xeno, verkenner voor een immens leger. Hij is
aangenomen als waarnemer om het logboek te schrijven van de expeditie van
tienduizend Griekse huursoldaten. Zij zijn ingehuurd door de Perzische prins
Cyrus de Jongere, met de bedoeling zijn oudste broer Artaxerxes, de Grote Koning
van de Perzen, van de troon te stoten Naast de Griekse
hoplieten (zware infanterie) staan
ook honderdduizend Aziatische soldaten opgesteld, maar de Tienduizend zijn de
punt van de diamant van het leger, degenen die de ongelofelijke onderneming
kunnen realiseren. Wanneer Xeno vertrekt, neemt hij Abira met zich mee op zijn
paard.
De lange mars van Cyrus' leger begint in het voorjaar van 401 v.C. in Sardis, in
Lydië. Ze bereiken het dorp Cunaxa, bij de poorten van Babylon, tegen het eind
van de zomer. Daar vindt op een woestijnvlakte aan de oever van de Eufraat de
strijd plaats tegen het aanzienlijk grotere leger van de Grote Koning. De
Grieken lopen de linkervleugel van het vijandelijke leger onder de voet en
achtervolgen hen de hele dag. Wanneer ze terugkeren, wacht hun echter een
bittere verrassing: Cyrus is gesneuveld, zijn lichaam is aan de spiets geregen
en onthoofd. Nadat de Griekse legeraanvoerders kort daarna verraderlijk zijn
vermoord door de Perzen, treedt Xenofoon als een van de leiders naar voren.
Zonder eten, duizenden kilometers van bevriend gebied, beginnen de tienduizend
Grieken aan hun barre terugtocht door de woestijn, de bergen van Koerdistan en
daarna midden in de winter over de Armeense hoogvlakte, door sneeuwstormen en
verlaten ijsvlakten, te midden van wilde stammen, die hun grondgebied uit alle
kracht verdedigen tegen de onwelkome bezoekers.
Na onvoorstelbare ontberingen en massale verliezen, vooral te wijten aan honger
en kou, krijgen de overlevenden uiteindelijk de zee in zicht. Hun triomfkreet
Thalassa!
Thalassa!', (De zee! De zee!) is de
geschiedenis in gegaan als de bezegeling van een onmogelijke onderneming.
Het bijzondere van de Anabasis en het
vervolg, de Katabasis (Terugtocht) is
dat de auteur zelf hoofdpersoon wordt: Xenofoon (ca. 430-350 v. Chr.) schreef de
eerste memoires uit de literatuurgeschiedenis!
De lange mars van meer dan zesduizend kilometer vol gevaren en natuurlijke
hindernissen heeft zowel tijdgenoten als latere generaties vervuld van
bewondering, maar was in historisch opzicht niet erg relevant, behalve vanwege
het feit dat hiermee de fundamentele zwakheid werd aangetoond van de grootste
macht van die tijd, het Perzische Rijk. Zo is Alexander de Grote waarschijnlijk
op het idee is gekomen voor zijn verovering. De Macedonische veroveraar had
steeds een exemplaar van Xenofoons
Anabasis bij. Hij volgde zelfs nauwgezet de route van de Tienduizend, in elk
geval het eerste traject door Anatolië en Syrië.
Bespreking
Voor vele generaties studenten Grieks-Latijnse humaniora was de
Anabasis van
Xenofoon zowat de eerste serieuze
tekst die ze in het Grieks te ontcijferen kregen. Een vrij saaie tekst. Die me
nochtans vanaf de eerste dag fascineerde. Ik las gretig de aantekeningen, kocht
een vertaling plus een moderne uitgave van die andere reporter van
reisavonturen, Herodotos. En
nogmaals decennia later zou ik in 2000 een licentiaatverhandeling over
Poroi, een ander boek van dezelfde
Xenofoon, nakijken op taal.
Het bijzondere van Het verloren leger
is dat de auteur het verhaal vertelt, gezien door de ogen van een ongeletterde,
doch intelligent jonge vrouw: Abira. Zij is alles behalve verblind door
verliefdheid. Anders dan de Griekse leiders en haar geliefde Xeno(foon), merkt
zij intuïtief dat er vanaf het begin dingen niet kloppen, belangrijke dingen.
In haar relaas neemt zij ook talrijke Griekse verhalen over, die haar geliefde
haar vertelt: de Trojaanse Oorlog, Medea, Leonidas en zijn driehonderd
Spartanen… Waarbij zij opmerkt: “Al je verhalen lopen slecht af.” Zo ook haar
eigen verhaal, uiteindelijk. Of toch niet?
Historische betrouwbaarheid: een Spartaanse samenzwering?
Laten wij de auteur zelf aan het woord.
Over zijn
werkwijze en bronnen zegt hij het volgende:
Ondergetekende heeft in de jaren tachtig de volledige tocht van de
Tienduizend daadwerkelijk gemaakt tijdens drie wetenschappelijke
expedities, waarbij de verschillende trajecten met grote
waarschijnlijkheid en in vele gevallen met absolute zekerheid zijn
gereconstrueerd. In 1999 heeft ondergetekende bovendien een
verkenningstocht in het veld gemaakt, samen met de Engelse wetenschapper
Timothy Midford, die in het Pontisch gebergte, achter Trabzon, twee
grote steenheuvels ontdekt had die hij identificeerde als het zegeteken
dat de Tienduizend hadden opgericht op het punt waar ze de zee in het
vizier kregen. De verkenningstocht bevestigde Midfords theorie volledig,
en de wetenschapper had al een zeer nauwkeurig topografisch reliëf
gemaakt.
Daar houdt de roman echter niet op. Het verhaal van de lange mars, dat
op emotionele wijze wordt verteld, doet ook denken aan een grote,
internationale thriller aan het eind van de vijfde eeuw, met als
uitgangspunt een aantal ontdekkingen die ondergetekende ook al uiteen
heeft gezet in een wetenschappelijke verhandeling die is gepubliceerd na
de uitkomst van het veldonderzoek. Uit deze onderzoeken waren
belangrijke conclusies naar voren gekomen, die deden vermoeden dat de
Spartaanse regering in het geheim rechtstreeks betrokken was bij de
expeditie die officieel alleen door Cyrus was georganiseerd.
Allereerst bleek dat de commandant van de tienduizend, Klearchos, die in
Sparta werd gezocht wegens moord, naar alle waarschijnlijkheid een
Spartaanse geheim agent was.
Cheirisophos, de enige Spartaanse officier die afkomstig was uit een
geregeld leger, die het commando overnam nadat Klearchos was gesneuveld
in een hinderlaag - en zijn hoge positie met hem - werd
hoogstwaarschijnlijk door zijn eigen landgenoten vergiftigd toen hij het
leger had teruggeleid naar de omgeving van Byzantium.
Xenophon heeft vrijwel zeker drie maanden van zijn verslag over de
expeditie geschrapt, namelijk vanaf het punt waar het leger verdwaalde
in Noord-Armenië, en misschien wel tot in Azerbeidzjan.
Wat is de verklaring voor deze onrustbarende feiten? Sparta, dat met
behulp van Perzisch goud de Peloponnesische Oorlog tegen Athene had
gewonnen en wist wat Cyrus van plan was, dacht er goed aan te doen op
twee paarden te wedden: enerzijds stemden ze ermee in dat de jonge,
rebelse prins de tienduizend rekruteerde, anderzijds hielden ze de hele
operatie strikt geheim. In het geval dat de onderneming zou slagen, zou
Cyrus de overwinning en de troon aan hen te danken hebben, en als het
verkeerd afliep, zou de Spartaanse regering Artaxerxes kunnen laten zien
dat zijzelf volkomen buiten de hele operatie stonden, zodat ze een goede
relatie met hem zouden kunnen blijven houden, wat een garantie was voor
hegemonie over heel Griekenland. Met andere woorden, de Tienduizend
moesten winnen of verdwijnen.
Maar de onderneming werd op een derde, ondenkbare manier afgesloten:
tegen alle verwachtingen in slaagden de Tienduizend erin op te duiken
uit een gebied waar geen enkel leger ooit uit was teruggekeerd, en na
twee jaar weer voet op Griekse bodem te zetten. Over het verloop van die
gebeurtenissen heeft Xenophon er het zwijgen toe gedaan, en over dat
mysterie kunnen we alleen maar een romanvertelling maken, die echter wel
gekenmerkt wordt door een hoog waarheidsgehalte.
Valerio Massimo Manfredi
|
|
De archeoloog Valerio Massimo Manfredi (1943) werkte onder meer aan de
universiteit van Milaan en aan de Sorbonne. Hij heeft vele wetenschappelijke
publicaties op zijn naam staan, maar kreeg pas internationale bekendheid met
zijn romantrilogie over
Alexander de Grote (Vianen, Areopagus, 2000). Later voegde hij daar nog
een bestseller aan toe: Het laatste
legioen (Amsterdam, Luitingh-Sijthoff, 2003), die ook verfilmd werd.
Didactische tips
Om te beginnen zullen de lezers zich best meer verdiepen in het kluwen
gebeurtenissen omstreeks 400 v. Chr. dan met de gebruikelijke schoolboeken
mogelijk is. Dit voor de noodzakelijke achtergrondinformatie. Dan kan via
teksten of via een DVD met de enigszins misleidende titel
Troy. De legende ontmanteld. DVD 1, Hoofdstuk 2:
Tides of War behandelt de
Peloponnesische oorlog vanaf de slag bij Plateaea. In het Nederlands vertaald
als Trojaanse Oorlogen voor de reeks
Oorlog door de eeuwen heen in woord &
beeld.
Voor de Trojaanse oorlog zelf levert een recente speelfilm dankbaar materiaal:
Troy
(2004).
Voor de strijd van Leonidas en zijn driehonderd Spartanen verwijzen we NIET naar
het recente 300, historisch gezien
een compleet onding, maar naar de voortreffelijke roman van Steven Pressfield.
De poort van vuur (Houten,
Van Holkema & Warendorf, 2000).
Over Xenofoon vind je op internet voldoende, onder andere op
Wikipedia.
Wikisource
bevat zelfs een (verouderde) vertaling
Xenophon's Anabasis of
Tocht van Cyrus. Uit het
Grieksch... door H.C. Muller (Klass. Schr., 2-4), Amsterdam, 1893. Ook modernere
vertalingen zijn te vinden, doch meestal alleen van het eerste deel van de
tocht, de Anabasis.
De film
Alexander (2004) bevat een magistrale gevechtsscène van de Macedonische
falanx tegen het Perzische leger.
Abira vertelt eveneens het tragische verhaal van de held Jason en Medea. Wil je
daar een buitengewoon knappe moderne hertaling bijhalen, dan verwijzen we naar
het gelijknamige boekje van Ed Franck, heruitgegeven in 2005 door Davidsfonds,
Leuven in de bundel
Hou
van mij.
Jos Martens
|