Piet Reynders, Antwerpen-Rotterdam, de Vries-Brouwers,
2010, 223 blz. - Omslag: Sabine Leemans
Tijd en ruimte:
Noord-Limburg, dicht bij de Nederlandse grens, Tweede Wereldoorlog
Doelgroep: vanaf 12 jaar.
Inhoud
Dommelberg,
een ingedommeld dorpje op de Kempische heide, ten noorden van Hasselt (Belgisch
Limburg). Het verhaal start op 22 juli 1943, een snikhete dag. Stoffel, de zoon
van de dokter, moet met zijn vriend Rik per fiets proviand wegbrengen voor een
stel onderduikers, jonge mannen die zich onttrekken aan de verplichte
arbeidsdienst in Duitsland. Die zelfde dag peilt de Duitse Abwehr (geheime
dienst) enkele kilometer verder in hetzelfde dorp een marconist, die gecodeerde
berichten overseint naar Londen. De marconist is Jos Stevens, verpleger in het
nabijgelegen werkkamp voor Poolse dwangarbeiders, vriend van Lotte, de dochter
van de dokter. Hij wordt aangehouden en in Hasselt hardhandig ondervraagd. Door
de voorzichtige structuur van het Verzet kan hij niets verraden, maar hij stemt
toe om voor de Duitsers te werken en fictieve meldingen over te brengen. Maar
hij verwerkt subtiel enkele tekens waardoor de Britten weten dat de bezetter hem
controleert. (Authentiek! Een slordigheid
van de Britten bij een gelijkaardige situatie in Nederland zou het leven kosten
aan tientallen verzetslieden, het zogenaamde Holland Spiel (J.M.))
Daarop besluit Londen een nieuw radiotelegrafist te
droppen. Het is Oliver Jones, een Engelsman met Vlaamse moeder, die in de streek
is opgegroeid en perfect Nederlands spreekt. Zijn doelwit: ervoor zorgen dat de
R.A.F. de munitiefabriek in Dommelberg kan bombarderen. Die fabriek ligt half
ondergronds en zwaar gecamoufleerd in de bossen. Een Lysander (eenmotorig
verkenningsvliegtuig) brengt hem naar België. Onderweg worden zij onderschept
door een Duitse nachtjager. De Britse piloot slaagt erin de Duitser te laten
neerstorten, waardoor echter alle vijandelijke militairen worden gealarmeerd.
Want de bezetter mag dan al slechts vier Feldgendarmen in het dorp hebben, de
munitiefabriek en de Polen worden wel degelijk zwaar bewaakt. Jones schiet na
zijn parachutesprong twee Duitsers neer, doch raakt zelf licht gewond. Toevallig
is Stoffel getuige van de schietpartij. Hij neemt de Engelsman mee naar zijn
vader voor verzorging. Het hele dorp staat ondertussen in rep en roer. Ze
ontkomen maar nipt aan de Duitse soldaten. Voor het verhaal ten einde is, zullen
er nog doden vallen. En verraad schuilt waar je het niet verwacht. Zal Operatie
Wymouth, het nachtelijk bombarderen van de munitiefabriek en de bevrijding van
de Poolse gevangenen, tot een goed einde gebracht worden? Oliver Jones heeft het
laatste woord: “Hoeveel waarde had een mensenleven nog in deze gruwelijke
oorlog?”
Bespreking
“Dommelberg bestaat niet. Jos, Stoffel, Rik, Marilou en
luitenant Jones leefden slechts in de verbeelding van de schrijver. Het verhaal
is dus fictief, maar wel gebouwd op tientallen echt gebeurde feiten.” (de
auteur)
Reynders is een geboren verteller, een bijna bedreigde
diersoort lijkt tegenwoordig wel. Hij heeft zijn sporen verdiend in een hele
reeks Vlaamse Filmpjes, boekjes van
amper 32 bladzijden, dikwijls met een historisch onderwerp, die gedurende
tientallen jaren door jongeren werden verslonden (waaronder ook ondergetekende).
Het heeft, tussen haakjes, hele generaties aan het lezen gehouden en hen heel
vaak ook naadloos tot de Grote Literatuur begeleid.
Het middendeel van het verhaal speelt zich af in een heel
korte tijdsspanne. De Engelse para, Oliver Jones, heeft slechts enkele dagen om
in Dommelberg het nachtelijk bombardement vanuit Engeland op poten te zetten, op
de hielen gezeten door de gealarmeerde Duitsers. Die dan in extremis nog op de
hoogte blijken van zijn plannen. Derhalve word je door de auteur samen met zijn
personages in een rotvaart meegesleurd, van de ene nipte ontsnapping naar de
andere. Veel psychologische diepgang moet je niet verwachten. Maar jonge lezers
krijgen door subtiele details een goed idee van het dagdagelijks leven in een
bezet land. Die details zijn vaak toegelicht in korte duidelijke voetnoten.
Hoewel, het leven in de zomer van 1943 op het Limburgse platteland valt qua
ontberingen niet te vergelijken met bijvoorbeeld de Hollandse Hongerwinter in
een stad als Amsterdam, anderhalf jaar later. Toch draait ook hier bijna alles
om voedsel en overleven.
En toch wordt de atmosfeer grimmiger in de reële wereld
buiten de bladzijden van de roman. De acties van de Weerstand, vooral van de
communistische partizanen, beginnen toe te nemen, net als uiteraard de
represailles van de bezetter.
De Limburgse partizanen waren berucht voor hun
moordpartijen op echte of vermeende collaborateurs met de vijand. Tot aan de
bevrijding, begin september 1944, knalden ze 93 mensen af, van wie een aantal
volkomen onschuldig. Het werd zo erg dat de leider van de partizanen,
‘commandant Jean’ (in werkelijkheid Louis Van Brussel) naar Limburg kwam om de
spiraal van geweld te stoppen, wegens de gevolgen van de weerwraak van de
Duitsers en hun handlangers op de burgerbevolking.
Persoonlijk
Operatie Weymouth
doet me heel sterk denken aan de oorlogsverhalen van mijn vader. Twintig jaar
oud in 1940, werd hij aan het werk gezet in de mijn, eerst bovengronds, dan in
de ondergrond, meer dan 700 m
diep. Wat hem claustrofobie bezorgde en wat hij bijna pathologisch haatte.
Werkweigering en onderduiken zat er niet in: er moest brood op de plank komen
voor negen jongere broers en zussen. Een broertje zou in 1941 verdrinken toen
een vlot met kinderen op weg naar school omsloeg in het Albertkanaal. (De brug
was in mei 1940 opgeblazen bij de Duitse opmars.)
In de mijn werkten veel Russische dwangarbeiders en
krijgsgevangenen, die alleen Russisch praatten -niet erg bevorderlijk voor de
conversatie. Heel regelmatig verdwenen er een paar, waar nooit meer iets over
gehoord werd. “Gestapo?” fluisterden de Vlaamse kompels achterdochtig. Pas heel
veel jaren later vernamen wij uit de boeken van Jos Bouveroux dat de Russen, met
behulp van de Weerstand ontsnapten en in de Kempische bossen partizanengroepen
vormden, die zich schuil hielden in onderaardse verblijfplaatsen.
Didactische tips
In een lessituatie kun je het boek op verschillende wijzen
aanwenden: alleen of samen met andere jeugdromans in complementair groepswerk.
Deze roman is bijzonder geschikt voor leerlingen die houden van een vlot en
avontuurlijk verhaal.
In elke klas vind je wel enkelen die gepassioneerd zijn
door de oorlog. Je kunt wapens of vliegtuigen, tanks… eventueel laten
naschilderen, al dan niet in samenwerking met het vak plastische opvoeding. Er
zijn legio boeken met kleurenafbeeldingen.
Voor het opzetten van een ruimere leereenheid, zie op de
VVLG - site: