Het
zwarte vuur
Christopher Sansom, Utrecht, De Fontein, 2011, 558 blz.
Oorspronkelijke titel: Dark fire (2004), vertaald door
Gerard Grasman.
Plaats en tijd : Engeland lente en
zomer 1540 (tijd van Hendrik VIII)
Thematiek: opheffing kloosters,
hervorming, val van Cromwell, machtsstrijd.
Genre: historische thriller.
Doelgroep: 14 + & volwassenen
Waardering: ****/5
In 1540 heerst er politieke en religieuze onrust in
Londen. De positie van eerste minister Thomas Cromwell
wankelt: Hendrik VIII (1491-1547)is ‘not amused’ met
zijn vierde bruid, de protestantse Duitse prinses Anna
van Kleef. Het huwelijk is door Cromwell gearrangeerd.
Hendrik had haar gekozen op basis van een portret door
zijn hofschilder, de beroemde Hans Holbein de jongere
(historisch correct), zoals Cromwell aan Shardlake
vertelt (p. 95) Maar in de werkelijkheid viel haar
uiterlijk hem zo tegen, dat hij binnen de kortste keren
van haar scheidde (weliswaar nadat hij haar een riant
jaargeld had toegekend).
Anna van Kleef, door Hans
Holbein
In deze sfeer wordt advocaat
Matthew Shardlake gevraagd de jonge Elizabeth Wentworth
te verdedigen die haar neefje vermoord zou hebben. Zij
weigert ook maar iets te zeggen tegen de rechters. Dat
betekent: ‘scherpe ondervraging’ (foltering) en de
doodstraf. Shardlake is echter overtuigd van haar
onschuld.
Om 12 dagen respijt te verkrijgen
voor het meisje accepteert Shardlake een opdracht van
Thomas Cromwell. Hij moet de verdwenen alchemieboeken
vinden met de formule voor Grieks vuur, voordat
Cromwells tegenstanders er mee vandoor gaan. In zijn
nawoord legt Sansom uit dat het een geheim wapen is, een
soort vlammenwerper gemaakt van een mengeling van
aardolie en harssoorten, die de Byzantijnse legers al in
de zevende eeuw gebruikten tegen de Arabieren en later
tegen de Turken. Wanneer Shardlake en Jack Barak, een
zwaardvechter in dienst van Cromwell, de betrokken
alchemisten vinden, blijken die net tevoren genadeloos
en op zeer bloedige wijze afgeslacht. Er moet verraad in
het spel zijn, dat kan niet anders. Tot zijn verbazing
ziet Shardlake een radeloze Cromwell, die hem bezweert
de zoektocht tot een goed einde te brengen.
Naarmate de speurtocht van
Shardlake en Barak vordert, stapelen de lijken zich op
met gruwelijke en op het eerste gezicht zinloze moorden.
Blijkbaar moet iedereen eraan geloven die mogelijk iets
over het Grieks Vuur zou kunnen vernomen hebben. Telkens
zijn hun tegenstanders de twee speurders net iets te
snel af geweest. Ook Shardlake ontsnapt enkele malen op
het nippertje aan de dood. Hij vindt zelfs ei zo na zijn
einde in een beerput, een echte dan. En niet altijd zijn
de gevaarlijkste vijanden de meest voor de hand
liggende.
Wat zich ontspint, is een spannend
en goed opgebouwd verhaal, waarin de rechtszaak en de
zoektocht voortdurend vermengd worden. Tezelfdertijd
krijgt de lezer ook een sterke historische evocatie van
deze periode, waarin politiek, rechtspraak en religie,
bezit en standsbewustzijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden zijn. Ook de sociale gevolgen van de opheffing
van de kloosters doen zich met de dag pijnlijker voelen.
Natuurlijk lost Shardlake de
kindermoord op en bewijst de onschuld van de jonge
Elizabeth Wentworth. Zijn volstrekt gewetenloze vijanden
zijn te zoeken in de allerhoogste kringen, die Cromwell
ten val willen brengen, de Reformatie nekken en met dat
doel voor geen moord meer of minder terugdeinzen.
In het boek ontmoeten we meteen bij
het begin een van de figuren uit het vorige verhaal: Guy
Malton, een uit Granada afkomstige bekeerde Moor, die in
Leuven medicijnen heeft gestudeerd en nu apotheker is in
Londen. Op het einde houdt Shardlake een nieuwe helper
over aan zijn avonturen: Jack Barak, de zwaardvechter,
voorheen in dienst van Cromwell.
En het beruchte Griekse vuur?
Alleszins zou het de volgende eeuwen nooit in de
Europese oorlogvoering gebruikt worden (tot
het in de 20ste eeuw toch weer opdook in de
vorm van fosforbommen (tijdens W.O. II) en het even
gruwelijk napalm (in de Vietnamoorlog).
De roman volgt niet alleen de
persoonlijke perikelen van Shardlake, maar ook wat er op
het hoogste politieke vlak gebeurt. De inmiddels bijna
vijftigjarige koning raakte verliefd op een tiener uit
een katholieke adellijke familie, Catherine Howard.
Cromwell werd in mei 1540 uit al zijn functies ontheven,
van hoogverraad beschuldigd en uiteindelijk onthoofd.
Deze combinatie van grote historische gebeurtenissen met
een strakke spanningsboog en een gevarieerde inkijk in
de verscheidene maatschappelijke kringen van die tijd
maken van Het zwarte vuur een van de boeiendste
thrillers van de jongste jaren. Hopelijk worden de
volgende delen ook snel vertaald.
(O
ja, niet in het boek vermeld: ook Hans Holbein de
jongere (ca.
1497-1543) viel omwille van zijn portret, dat je hier
boven vindt, eveneens voor enkele jaren in ongenade als
hofschilder. Hij overleed in Londen aan de pest (J.M.))
Thomas Cromwell (1485-1540) door Hans Holbein
Bespreking
Dit is de tweede historische detectiveroman van
Christopher J. Sansom met de gebochelde advocaat Matthew
Shardlake als hoofdpersoon. Het verhaal speelt zich af
in lente en zomer 1540, drie jaar na zijn debuut in
Kloostermoord.
Het zwarte vuur is een sterke
tweede thriller, onder meer omwille van de
sfeerschepping. Sansom voert zijn hoofdpersoon van de
beslotenheid van een klooster (in Kloostermoord) naar de
stinkende, rommelige straten van Londen in 1540, in die
langste en heetste zomer van de hele eeuw. En dat
kleurige, geurige Londen is zo plastisch beschreven dat
de stank van de gevangenen, de open riolen en de Theems
bij laagtij in je neus kruipt en zelfs met geurballen
niet meer is weg te krijgen. Zo beeldend ook dat het
hele boek klaar ligt om verfilmd te worden.
Via Shardlake neemt de auteur ons mee naar de kroegen,
de goorste bordelen en de danteske hel van de Newgate
gevangenis, maar ook naar de paleizen en de herenhuizen
van de hoofdstad. En naar het dak van de (oude) St.
Paul’s kathedraal.
Boek en personage zijn hier complexer dan in
Kloostermoord. Het leven en het karakter van Shardlake
worden boeiender en krijgen meer diepgang, onder meer
omdat hij verliefd wordt op een adellijke erg
standbewuste weduwe, de rijke en aantrekkelijke lady
Honor Vaughan. “Stand is alles.” (p. 545)
Voorin een stamboom van de familie Wentworth en over een
dubbele bladzijde een plattegrond met een deel van
Londen in 1540, die je toelaat de meeste verplaatsingen
te volgen.