|
|
Bron 4
De sociale kwestie
'Adolf woonde nu voorgoed bij mij. Hij was 53 jaar geworden en noemde zich een
"vrije priester". De sociale kwestie bleef hem bezighouden, al bepaalde zich dit
vooral tot geleerde beschouwingen. Veel meer dan het inwendige van kloosters en
colleges had hij niet gezien, maar zekere dag werd hij nogal ruw met de nare
werkelijkheid geconfronteerd. Op zijn wandeling langs de Oude Dender ontmoette
hij een man die een wagentje voortduwde, waarover een zeildoek lag. Een
volksvrouw hield het doek vast en stapte zwijgend ernaast. Adolf wou weten wat
er aan de hand was. Hij lichtte het zeil op...
Daar lag een elfjarig meisje, met het bleek gezichtje tegen de plank gedrukt.
Het kind werkte in de fabriek van Leirens en had aan de achterzijde met andere
kinderen garen moeten spoelen in de Oude Dender -voor elf uur arbeid per dag
ontvingen ze 30 centiem- en was ze bij dit werk in het water gevallen en
verdronken.
Adolf was diep geschokt. Hij bestelde een doodskistje en betaalde ook nog de
lijkdienst, die hij bijwoonde. Samen met de ouders bracht hij het kistje daarna
naar de begraafplaats. Hij had de aard van moeder, ernstig en plichtbewust,
terwijl ik meer de aard van vader had, lichtzinniger, speelser, onstandvastiger
en ook argelozer. Wij oefenden nu op elkaar wederzijdse invloed uit.
Had ik voor elke pastoor eerbied en langde ik diep de hoed af, onder invloed van
Adolf verandert dit stilaan -hoe tegenstrijdig het ook mag lijken- en leerde ik
inzien dat niet alle geestelijken heilige mannen waren. Adolf voelde niet de
minste behoefte om nog met andere pastoors om te gaan ... in de veronderstelling
dan, dat zij behoefte zouden voelen om met hem om te gaan.
Ik had geschreven over de nood en de ellende der fabriekskinderen en me onder
invloed van Adolf laten ontvallen, "dat er iets al een christelijk socialisme
moest komen", maar verder deed ik niets. Ik bleef mijn praatjes voeren met de
melkboer, met Janbattist, vertelde grapjes en anekdoten en was mijn christelijk
socialisme vergeten. Adolf niet. Hij dacht dieper over alles na en begon zØlf
allerlei plannen te bebroeden. '
Bron: Boek Pieter Daens
Opdrachten
Priester Daens had geleerde dingen geschreven over de sociale kwestie maar werd
pas in Aalst op zeker moment met de nare werkelijkheid geconfronteerd.
a. Hoe was hij zich, onder invloed van die nare werkelijkheid, gaan opstellen
ten opzichte van zijn eigen katholieke kerk?
b. In welke richting gingen nu zijn plannen?
|
|
|
|
|