Hellas (Griekenland) was in de oudheid geen eenheid, het was geen staat zoals
nu bijvoorbeeld Nederland of Frankrijk.
Hellas bestond uit een groot aantal steden
die allemaal zelfstandig waren. Elke stad, vaak met het aangrenzende gebied, was
een landje op zich, het was dus een stadstaat. Zo'n stadstaat werd een polis genoemd. (meervoud=poleis)
De belangrijkste poleis waren Athene en
Sparta, stadstaten met een heel verschillend karakter.
Sparta
De Spartanen waren Doriërs die in de periode 1000-800 voor Christus de
landstreek Laconië hebben veroverd. De oorspronkelijke bewoners werden tot
staatsslaven gemaakt. Deze Heloten bewerkten het land zodat de Spartanen zich
vooral met oorlog voeren bezig konden houden. In de zesde eeuw voor Christus
stopten de Spartanen met het veroveren van de Peloponnesus. In plaats daarvan
boden zij andere stadstaten een bondgenootschap aan. De bondgenoten moesten, in
tijden van oorlog, soldaten leveren maar waren verder vrij. Zo ontstond de
Peloponnesische Bond.
Athene
De Atheners waren Ioniërs. Zij waren de baas in de landstreek die Attica
wordt genoemd. In de vijfde eeuw verenigde Athene zich met verschillende Griekse
stadstaten in de Delisch-Attische Bond.
Deze stadstaten lagen voornamelijk op de eilanden in de Aegeische Zee. De bond
was dan ook voornamelijk opgericht om gezamenlijk oorlog te voeren tegen de
Perzen in het Oosten.
Ondanks de grote verschillen tussen Sparta en Athene hadden zij toch een
aantal dingen gemeenschappelijk, bijvoorbeeld de godsdienst, de taal en de
Olympische Spelen. En als Hellas werd bedreigd door een buitenlandse vijand,
zoals de Perzen in het begin van de vijfde eeuw voor Christus, dan vochten de
Griekse stadstaten samen tegen de vijand.
Maar als de dreiging weer was verdwenen dan vochten zij vaak weer tegen
elkaar. Zoals bijvoorbeeld in de verwoestende oorlog tussen Sparta en Athene
tussen 431-404 voor Christus.
Over deze oorlogen en over de verschillen tussen Sparta en Athene gaat deze
Queeste, die bestaat uit verschillende opdrachten.
|