|
|
Fritz Behrendt, politiek tekenaar
|
|
Fritz Behrendt
Levensles
Vijftig jaar is hij politiek tekenaar, de hele wereld
was zijn expositieruimte. Zijn cartoons kwamen (en komen
nog steeds) in gerespecteerde kranten in vele landen, in
schoolboeken, op affiches. In december 2000 zijn in drie
Duitse steden tentoonstellingen van hem te zien:
Leipzig, Berlijn en Münster. Als 75-jarige viert Fritz
Behrendt zijn gouden jubileum. In het interview met
Andere Tijden komt hij tot een opmerkelijke
vaststelling: hij is blij dat hij in de eerste 25 jaar
van zijn leven getuige is geweest van en betrokken bij
talloze schokkende politieke gebeurtenissen, die het
fundament hebben gelegd voor zijn loopbaan als politiek
tekenaar: “Daar ben ik het noodlot dankbaar voor.”
Ga maar na: op 12-jarige leeftijd is hij met zijn ouders
uit Berlijn naar Amsterdam gevlucht, uit vrees voor de
oorlog. In 1944 in Nederland door de SD gearresteerd
wegens verzetsactiviteiten, belandt hij in de dodencel,
maar wordt niet geëxecuteerd. Na de oorlog wil hij als
ideologisch bevlogen jonge socialist de Joegeslaven
helpen hun nieuwe staat op te bouwen. Hij werkt als
commandant van een internationale brigade mee aan de
aanleg van de autoweg Zagreb – Belgrado. Daarna gaat hij
op een uitnodiging uit Oost Berlijn in om de Frei
Deutsche Jugend te helpen bij de opbouw van deze
organisatie in de DDR. Kort voor een bezoek aan
Nederland wordt hij gearresteerd, verdacht van het
destabiliseren van de Oostduitse staat, in opdracht van
Tito’s Joegoslavië. Een half jaar zit hij in de
gevangenis voor hij wordt vrijgelaten en van zijn chef,
de Duitse jeugdleider Erich Honecker, voorgoed afscheid
neemt.
Een bewogen periode, maar, vindt Behrendt, een
“onbetaalbare levensles.”
Joegoslavië
U heeft slechte ervaringen met het Stalinisme
Behrendt: Ja, dat kun je wel zeggen. Ik kreeg de volle
mep als voorstander van de zogenaamde Joegoslavische
weg. Dat betekende toen, in 1948, opkomen voor
zelfstandigheid, onafhankelijkheid en een eigen weg voor
de toekomst, en niet in het kielzog van de Sovjet Unie
waarin dus elk land zijn eigen taak kreeg, zoals
landbouw, industrie, noem maar op.
De Joegoslaven zeiden nee, wij hebben niet gevochten
voor onze vrijheid om nu weer onder het juk door te
gaan. Wij willen een eigen politiek volgen, we hebben
recht op onafhankelijkheid. Dat vond ik volkomen juist.
Dus ik heb daar in Oost Europa mijn bek over open gedaan
en dan ook de volle mep gekregen.
Wat trok u zo aan in dat Joegoslavie van na de oorlog ?
Ik vond de drie thema’s van de partizanenbeweging
destijds heel goed. Als jongen in de oorlog heb ik die
beweging al met sympathie en respect gevolgd. Wat die
paar Joegoslaven deden tegen Hitler, met blote handen,
met mestvorken en met jachtgeweren, uiteindelijk hebben
ze toch zeven Duitse divisies vastgehouden en meer dan
tweederde van Joegoslavie bevrijd tijdens de oorlog. Hun
eerste leus was: dood aan het fascisme, vrijheid aan het
volk, dat vond ik natuurlijk fantastisch. De tweede was:
broederschap en eenheid onder de volkeren van
Joegoslavië, die vond ik als overtuigd humanist
natuurlijk ook uitstekend, ik dacht wat voor Joegoslavië
geldt, moet natuurlijk ook voor de wereld gelden. En het
derde was: voorwaarts voor de opbouw van het land, en
daar heb ik persoonlijk aan meegedaan, als commandant
van enkele internationale brigades, ook een Nederlandse
brigade. We hebben een grote weg aangelegd van Zagreb
naar Belgrado, die nog functioneert, ook de spoorweg
waar we aan werkten functioneert nog tot mijn grote
vreugde. Dat was een persoonlijke inzet, waarvan ik veel
plezier heb gehad, en die ik nooit heb betreurd. En nog
trots ben als ik in Bosnië ben, daar ben ik vaak, en de
resultaten zie van wat de Nederlandse jongens en meisjes
in 47-48 hebben gedaan.
De DDR
U stond helemaal achter de opbouw van Joegoslavie,
waarom bent u dan naar de DDR gegaan ?
Behrendt: Toen ik in Oost Duitsland was, op bezoek bij
de Leipziger Messe, heb ik jongens van de Frei Deutsche
Jugend ontmoet, en die zeiden: ‘Wat doet een Berlijnse
jongen, in Joegoslavie, jij hoort hier ! Je moet je
ervaring en inzicht en je kennis in het opbouwwerk
inzetten hier in Duitsland. Wij hebben zo weinig mensen
en vooral zo weinig betrouwbare mensen. Dat hebben we
dringend nodig voor de democratische opbouw van het
nieuwe Duitsland en vooral van de jeugdbeweging.’ Dat
vond ik toen wel aannemelijk. Een Berlijnse jongen terug
naar Berlijn. Toen heb ik daar een half jaar gewerkt,
bij de Frei Deutsche Jugend, in het bureau van Honecker,
als tekenaar/illustrator/ontwerper.
- Leuke man ?
Mmm, hij had een bescheiden intelligentie, hij was wel
aardig, ik heb altijd wel plezier met hem gehad, hij
heeft altijd vreselijk moeten lachen om Nederlandse
anecdotes en moppen. Maar hij had een bescheiden
horizon. Eerlijk gezegd mocht ik hem wel. Bovendien heb
ik altijd in hem de jongen gezien die tien jaar in het
tuchthuis Brandenburg gezeten heeft en de beste tijd van
zijn jeugd als strijder tegen het fascisme heeft
doorgebracht, dat ben ik nooit vergeten.
- Maar het liep allemaal anders…
Ja, die man was helemaal in het kielzog van die
Stalinistische politiek geraakt, hij was een soort
handlanger geworden, een soort zetbaas. Hij voerde de
bevelen uit die hij uit Moskou kreeg, een echte
apparatsjik, volkomen ontkoppeld van het contact van de
gewone mensen. Deze mensen in de leiding, deze
nomenklatura, waren totaal losgeraakt van het verkeer
met gewone, normale mensen, daar hadden ze geen notie
van. Elke ochtend kregen ze van hun secretaris knipsels
voorgelegd en berichten, maar ze waren totaal geïsoleerd
en eigenlijk steriel. Dat viel me in het begin al op en
dat is later steeds erger geworden.
Behrendts rebellie
U bent gepakt, wat was de reden daarvan ?
Behrendt: De hoofdreden was dat ik bij de discussies
over de weg naar het socialisme, of de weg naar een
nieuwe maatschappij, altijd het standpunt had verdedigd
dat elk volk recht heeft op een onafhankelijke weg
daarnaartoe en op vrijheid en onafhankelijkheid. Want
dat staat in het handvest Verenigde Naties, dat is een
normaal recht. Ik zei: de Joegoslaven hebben gelijk als
ze zeggen: we willen niet onder een hegemonie van een
ander land, we willen zelf ons lot bepalen. Dat was
natuurlijk hardstikke verkeerd, dat was ketterij,
rebellie van het allerergste soort, het was binnen het
Oostblok. Het waren niet de fascisten, of de
Anglo-amerikaanse oliekapitalisten, of de Hearst-pers,
die tegen de Sovjet Uinie te keer gingen, het waren hun
eigen mensen, het was notabene het land dat het meest
populair was in het Oostblok, Joegoslavie was razend
populair in het Oostblok, Tito was populairder dan
Stalin, geliefder ook, omdat hij kleiner was, een kleine
zelfstandige. En dan die partizanenoorlog, ze hadden
veel meer respect en bewondering. Dat sloeg helemaal 180
graden om, toen, er werd gezegd: zij zijn handlangers
van het anglo-amerikaanse kapitaal, en Tito was een
fascistische spion, een agent van de CIA, weet ik wat
allemaal. Daartegen kwam ik in opstand, ik voelde het
als een persoonlijke belediging dat dit werd gezegd over
Joegoslavie, dat ik van een andere kant kende, arm volk,
hongerend uit de oorlog gekomen. Ik vond het
schandelijk, ben op mijn achterste poten gaan staan, heb
een grote bek opgezet.
Hoe doe je dat ?
Ik heb me wel geëxponeerd, want niemand durfde dat toen,
in heel Oost Europa. De mensen waren geintimideerd en de
tegenstanders van Stalin waren geliquideerd, maar ik had
toch een behoorlijke klap van de calvinistsche molen
gehad. Dus recht door zee, zeggen wat je denkt, niet
eromheen draaien, dat was ook mijn opvoeding. Iedereen
hield zijn bek dicht. Ik niet, ik zei: wat is er aan de
hand, zeg wat je weet, we mogen toch wel onze mond
opendoen, openlijk discussiëren. Dat was natuurlijk
hardstikke verkeerd. Want het was ketterij, als je tegen
de draad inging van de hegemonie van de Sovjet Unie en
van Stalin.
Gearresteerd
Hoe ging die arrestatie ?
Begin december 1949 had ik een retour KLM Berlijn –
Amsterdam gekocht. Ik wilde de feestdagen bij mijn
familie in Amsterdam doorbrengen, ik zou 10 december
weggaan en 5 januari weer terug zijn. Op de 9e december
werd ik gearresteerd. Ze zeiden: waarom wil je naar
Nederland ? Ik zei: omdat ik naar mijn familie wil, ik
heb daar mijn kamer, ik ben maar een beetje uitgeleend.
Ik voel me als een soort gastarbeider hier, om een paar
maanden, of een of twee jaar te helpen. Het is niet mijn
bedoeling hier in Oost Berlijn te blijven, ik wilde
graag naar Nederland terug. Ik zag mezelf als een soort
specialist in het jeugdwerk, die zijn kennis en inzicht
ter beschikking stelt voor de opbouw van een nieuwe
maatschappij.
Kwam dat goed over bij die Stasimensen ?
Ik denk van wel. Ik heb pas kort geleden van de Duitse
justitie een brief gekregen dat ze mijn Stasi-akten
hadden doorgekeken, waaruit bleek dat ze na veertien
dagen, dus nog voor kerst, na al die verhoren, het
advies hadden gegeven om de Untersuchungsgefangene
Behrendt vrij te laten. Voor de Stasi was het toen al
rond, ik was gewoon een idealistische grootmuil. Maar
hun idee was dat ik een cel binnen de Duitse
jeugdbeweging zou vestigen, een titoistische cel. Maar
dat bleek uit niets. Voor mijn arrestatie hadden ze al
mensen gescreend en ondervraagd, zo’n beetje mijn hele
vriendenkring , maar dat had niets opgeleverd. Ik had
geen poging gedaan om een club op te richten, of
pamfletten uit te delen of op te stoken tegen de Sovhet
Unie. Ik had alleen mijn mening gezegd, dat de nationale
onafhankelijkheid reden voor die mensen was om te
vechten tegen Hitler. Vandaar het advies: Behrendt kon
gaan, maar de KGB zei: nee, we gaan in Joegoslavie nog
verder navorsen, nascreenen, dat heeft een half jaar
geduurd. Of ze het ook gedaan hebben, weet ik niet.
Om te achterhalen of u een cel…
Of ik een opdracht had. Door wie ben je gestuurd ? Door
niemand. Van wie heb je opdracht? Van niemand. De
laatste die me verhoorde was een majoor van de KGB, het
ministerie van Binnenlandse Zaken. Toen die kwam, na 5,5
maand, toen wist ik: dat is de chef, dat is de baas. Nu
hangt het ervan af wat die ervan denkt: als het mis is,
ga ik naar Siberië. Als het goed is, ben ik binnen twee
weken vrij, dat laatste was het geval. Het werd een lang
verhoor, ministens vijftien uur, steeds dezelfde vraag,
steeds over Joegoslavië. Hij zei: jullie hebben daar wel
gewerkt, maar die Tito had de bedoeling om jullie op te
leiden voor de strijd tegen de Sovjet Unie, jullie
moesten als stoottroepers tegen de Sovjet Unie vechten.
Ik moest eerst ontzettend lachen, daarna dacht ik: hij
is gek. Verdomme, nog aan toe, hoe durven ze dat ? Ik
was gewoon beledigd, ontdaan, verontwaardigd. Tien dagen
later gaat de deur open en zegt er een: ga maar, je bent
vrij. Hij vroeg : kun je nog je band oppompen? Je fiets
staat in de kelder, hij is plat. Ga maar naar huis, je
bent vrij. Heb ik mijn band opgepompt en ben ik naar
mijn familie in Berlijn gereden.
Naar Honecker
Meteen naar Nederland ?
Niet meteen, mijn vader was in Berlijn, in een poging om
mij los te krijgen. Hij zei: we gaan onmiddellijk naar
huis toe. Ik zei: nee, ik ga eerst naar Honecker. Dat
was op een zaterdagochtend. Maandag om negen uur sta ik
op de stoep bij Erich. Mijn vader zei: laat dat nou, heb
je nog niet genoeg gehad ? Maar ik ging toch. Die
Honecker was bedeesd, geïntimideerd, Duitsers zeggen
“kleinlaut” , dus heel timide. Ik zei: wat moest dat
eigenlijk betekenen ? Zes maanden, wat was dat ? Hij
zei: “In tijden van revolutionaire waakzaamheid is het
beter om 99 onschuldigen door te lichten dan er één te
laten lopen.” Toen heb ik gezegd: “Als dat het credo is,
kun je het schudden. Met deze opvatting zul je geen
nieuwe maatschappij opbouwen, want dat is de mentaliteit
van onze tegenstanders, daar hebben we tegen gevochten.
Iedereen kapot maken die iets anders wil.”
Toen had u uw buik vol van het marxisme ?
Nee, niet het marxisme, het had met marxisme niets te
maken. Het probleem is, het stalinisme ging schuil
achter een facade van humanistisch marxisme, met rooie
vlaggen, de oude Marx en zo. Daarachter had je de Gulag
Archipel met 35 miljoen slachtoffers, moet je meemaken.
Dat je je eigen mensen uitmoordt. Er zijn nergens zoveel
communisten vermoord als in de Sovjet Unie.”
Interview:
Hans Olink
Literatuur
-F.Behrendt,"Grafische signalen", van Soeren&Co,
Amsterdam, 2000.
-K. van Weringh,"Getekende wereld: de kijk van Fritz
Behrendt en Opland op het wereldgebeuren, 1961-1975", De
Arbeiderspers, Amsterdam, 1976.
-De tekst op deze Website staat ook in de Vrij Nederland
van 7 december 2000.
|
|
|
|
|
|
|
|
Copyright © 2012 Hans Olink |
|