Voer je onderzoek uit aan de hand van onderstaande opdrachten. Werk deze uit in een
werkdossier. Handhaaf in dit werkdossier de volgorde van onderstaande opdrachten.
Opdracht 1
Geef een korte, voor je onderzoek adequate, omschrijving van het politieke begrip
'rechts'. Leg je omschrijving voor aan de docent.
Klik hier voor een artikel over links en rechts
in de politiek
Opdracht 2
Bestudeer de
bronnen op deze pagina en bepaal welke spotprenten je nodig hebt voor het
beantwoorden van de deelvraag: 'Welke houding neemt Behrendt aan ten aanzien van het
communisme?'
Noteer de nummers van deze bronnen in je werkdossier.
Leg je keuze van bronnen voor aan de docent.
Opdracht 3
Zoek nog twee spotprenten van Behrendt die je helpen bij het beantwoorden van de
deelvraag.
Plak kopieën van deze prenten in je werkdossier.
Opdracht 4
Werk deze deelvraag uit. Noteer je bevindingen per bron in je werkdossier.
Gebruik dit
artikel over het analyseren van
spotprenten.
Opdracht 5
Bestudeer de gegeven bronnen en bepaal welke bronnen je nodig hebt voor het
beantwoorden van de deelvraag: 'Welke houding neemt Behrendt aan ten aanzien van het
fascisme?'
Noteer de nummers van deze bronnen in je werkdossier.
Leg je keuze van bronnen voor aan de docent.
Opdracht 6
Zoek nog twee spotprenten van Behrendt die je helpen bij het beantwoorden van de
deelvraag.
Plak kopieën van deze prenten in je werkdossier.
Opdracht 7
Werk deze deelvraag uit. Noteer je bevindingen per bron in je werkdossier. Maak gebruik
van het stappenplan voor het analyseren van beeldbronnen in de Kijkwijzer.
Opdracht 8
Bestudeer artikel
1 en artikel 2 over Fritz Behrendt en beantwoord de
deelvraag: 'Bestaat er een relatie tussen het wereldbeeld van Behrendt en zijn eigen
geschiedenis?'
Schrijf je bevindingen in je werkdossier.
Opdracht 9
Presenteer de resultaten van je onderzoek in een schriftelijk verslag of in een
mondelinge presentatie.
Zowel bij een schriftelijke als een mondelinge presentatie moet je de volgende
indeling aanhouden:
a Inleiding (waarin de onderzoeksvraag aan de orde wordt gesteld)
b Betoog (aan de hand van de antwoorden op de deelvragen)
c Conclusie
Werk de gekozen presentatievorm uit.
* Bij een schriftelijke presentatie neem je het verslag op in je werkdossier.
* Bij een mondelinge presentatie moet je de voorgenomen werkwijze in het werkdossier
kort beschrijven
Opdracht 10
Het is mogelijk dat bepaalde onderdelen van je onderzoek minder goed gingen. Misschien
had je het onderzoek ook efficiënter kunnen uitvoeren. Om van je fouten te kunnen leren
moet je zicht hebben op het leerproces.
Formuleer daarom wat goed en wat slecht ging bij het
onderzoek. Je kunt dit
evaluatieformulier gebruiken.
Dit onderdeel van het onderzoek wordt bij de beoordeling betrokken. De hoogte van de
score wordt bepaald door de mate waarin je hebt nagedacht over de gevolgde werkwijze.
|