Bron 1
Bron 2
Bron 3
Bron 4
Bron 5
Bron 6
Bron 7
Bron 8
|
Bron 8
In een column in De Tribune (mei 2001) schreef de
voorman van de Socialistische Partij Jan Marijnisse:
Bij kinderarbeid denk je aan
India, de Filippijnen en Vietnam. Kinderen die onder erbarmelijke omstandigheden
gevaarlijk, smerig werk verrichten om wat te verdienen voor het hele gezin. Zo
erg is het in ons land niet, maar kinderarbeid zien we wel steeds meer. Omdat de
nieuwe Arbeidstijdenwet toestaat dat kinderen van 13 jaar lichte
niet-industriële arbeid verrichten en kinderen vanaf 14 jaar álle lichte arbeid,
voorspelde ik dat we binnenkort ook hier kinderarbeid zouden krijgen. En jawel,
sinds een jaar of twee sturen mensen van SP-afdelingen uit Noord-Limburg mij
advertenties uit de plaatselijke dagbladen. Daarin worden kinderen van 13 jaar
en ouder geworven voor werkzaamheden in de land- en tuinbouw. Je gelooft je ogen
niet: kinderen worden geronseld om liggend op een plantenkar prei te poten of te
komen werken als rozenbinder.
Dus tóch kinderarbeid in Nederland, denk ik dan? En ja hoor, uit recente
rapporten van onder meer de Arbeidsinspectie en de FNV blijkt dat de helft van
de scholieren een bijbaantje heeft, waaronder een kwart van de 12-jarigen.
14-Jarigen staan regelmatig achter machines, veel jongeren werken ‘s avonds laat
door in supermarkten. In twee van de drie bedrijven waren jeugdigen werkzaam en
werden de Arbo-wet en de Arbeidstijdenwet overtreden. Als je de rapporten leest,
dan krijg je het idee dat ook in ons land kinderen een onmisbaar onderdeel van
de economie zijn geworden. Natuurlijk gun ik kinderen een centje extra. Maar het
loopt zo langzamerhand de spuigaten uit. Kinderen hebben het recht zo lang
mogelijk kind te blijven. Ze moeten kunnen sporten, lezen, internetten. De
regels voor kinderarbeid moeten op de helling. Laat de Arbeidsinspectie (en niet
alleen AH) op de kleintjes letten.
Deze column verscheen mei 2001 in de Tribune door Jan Marijnisse
|
|
|
|
|