Toetsing bij geschiedenis

Toetsing

In de rubriek toetsing vindt u informatie over allerlei aspecten van toetsing bij het vak geschiedenis.

Het Marshallplan

Testing by Outcome en het redeneren met en over bronnen

Kunnen redeneren over en met bronnen is een van de belangrijkste historische vaardigheden die leerlingen moeten beheersen om historisch te kunnen denken en redeneren. Zo moeten zij de bruikbaarheid, betrouwbaarheid en representativiteit van bronnen voor de vraagstelling vaststellen. Voor de bruikbaarheid is het niet alleen van belang om vast te stellen welke informatie de bron biedt, maar ook, en dat is vaak nog veel lastiger, welke informatie de bron niet biedt. Om de betrouwbaarheid vast te stellen moet de leerlingen op zoek gaan naar een antwoord op een groot aantal vragen (zie de bijlage) en voor iedere vraag afzonderlijk bepalen welke antwoorden wel en welke niet van belang zijn. Het perspectief van de maker van de bron is daarbij vaak een van de belangrijkste aspecten. Hetzelfde geldt m.m. voor het beoordelen van de representativiteit van de bron.

Al deze aspecten komen aan de orde in een opdracht bij een bron over het Marshallplan.

Bron

Uit een boek van een Sovjethistoricus in 1968:
`Het Marshallplan van 1947 leidde tot een teruggang in de handel van de SU. De VS hoopten dat het plan zou leiden tot verdeeldheid onder de communistische staten en dat deze staten onder Amerikaanse invloed zouden komen. Het was ook duidelijk dat veel van het Marshallplan bedoeld was om de militaire macht van West-Duitsland te doen herleven.'

 

Voor een in historisch denken en redeneren onervaren leerling - met globale contextkennis over Koude Oorlog en Marshallplan – zou een opdracht bij deze bron er als volgt uit kunnen zien:

1. Welke visie heeft deze Sovjethistoricus op motieven voor het Marshallplan?
2. Welke visie heeft deze Sovjethistoricus op gevolgen van het Marshallplan?
3. Je doet onderzoek naar het Marshallplan en komt deze bron tegen. Over welke aspecten geeft deze bron wel informatie en over welke aspecten niet? Of

 

Geef aan of deze bron informatie geeft over:

 

 

Een - in historisch denken en redeneren – meer ervaren leerling met een globale kennis van Koude Oorlog (en eventueel het Marshallplan) zou een uitgebreid antwoord moeten kunnen geven op een zo open mogelijk geformuleerde vraag, bijvoorbeeld:

1. Hoe waardevol is deze bron om meer te weten te komen over het Marshallplan? Of
Beargumenteer of en in welke mate deze bron waardevol is om meer te weten te komen over het Marshallplan.

Wat wordt hierbij van een leerling verwacht?
Leunend op zijn kennis van het concept Koude Oorlog en het Marshallplan moet hij zich afvragen welke historisch relevante informatie de bron biedt, maar ook welke informatie, die wel van belang is als je onderzoek doet naar het Marshallplan, ontbreekt. Ook moet hij onderkennen dat de informatie in de bron wordt geleverd vanuit een Russisch perspectief. Tenslotte moet hij een beredeneerde afweging maken over het relatieve belang van deze bron voor een onderzoek naar het Marshallplan. Een excellente leerling zou daarnaast ook nog kunnen aangeven dat de mate van bruikbaarheid afhankelijk is van de precieze vraagstelling. De vraag in deze vorm is namelijk zeer algemeen gesteld.

Differentiëren en determineren
Een zo open geformuleerde vraag biedt mogelijkheden om onderscheid te maken tussen meer of minder goede leerlingen, maar ook -en dat is eigenlijk nog veel belangrijker - om na te gaan wat een leerling al wel en wat hij nog niet beheerst. En dat biedt weer de mogelijkheid om de leerling gerichte feedback te geven zodat hij zich een volgende keer kan verbeteren. Voorwaarde is uiteraard wel dat leerlingen getraind zijn in het uitgebreid beantwoorden van dergelijke vragen en eerder hebben geoefend met het redeneren over en met bronnen om een antwoord te kunnen geven op een historische vraagstelling.

In onderstaand kader staat een antwoord dat gegeven is door een leerling en het commentaar daarop van een examinator. Op basis hiervan is het mogelijk een antwoordmodel te maken dat antwoorden beoordeelt op verschillende niveaus, het zogenaamde banded-marking model.


Antwoord van een leerling

De bron gaat over het Marshallplan. Het is een Sovjetkijk op het plan. En de SU was tegen het plan. Deze bron helpt me te begrijpen waarom de SU het plan afwees:
- met het plan werd geprobeerd de economie van de SU te verzwakken,
- verdeeldheid te brengen onder de communistische staten,
- de militaire macht van West-Duitsland te versterken.

De bron is niet van waarde voor de inhoud van het plan. Want daarover heeft de Sovjetschrijver het niet.

Commentaar van examinator

Deze leerling geeft een tamelijk goed antwoord. Hij beoordeelt de bron zowel op betrouwbaarheid als op relevantie voor de vraag. Maar voor het volledige aantal punten dat voor deze vraag wordt uitgetrokken, komt de leerling in aan¬merking die aan meer denkt.
De leerling hierboven vergeet te letten op de datum van de bron: zo'n twintig jaar na het Marshallplan. Achteraf is gemakkelijker om gevolgen vast te stellen dan bij het begin van het plan. Misschien heeft de economie van de SU wel onder het plan geleden, maar of dat een bedoeld gevolg was?
De Sovjetschrijver is ook in andere opzichten aanvechtbaar. Deze gaat aan enkele zaken voorbij:

• hij vermeldt niet dat de westelijke Geallieerden Duitsland niet meer zo'n zware vrede wilden opleggen als na WOI. Het ging dus niet of niet alleen om het versterken van de militaire macht maar minstens ook om Duitsland, en andere landen, de gelegenheid te geven zich economisch te herstellen.

• andere mogelijke motieven van de VS: meer welvaart in Europa betekent voor de economie van de
VS meer afzetgebied, en meer welvaart in Europa betekent ook minder kans op herleving fascisme:
Hitler kwam mede dankzij een economische crisis aan de macht.

Wat mij betreft gaat de examinator te ver als hij van de leerling verwacht dat deze ook ingaat op de motieven van de Amerikanen voor het geven van de Marshallhulp. Als de bedenker van de vraag dit verwachtte in zijn antwoord, had hij er expliciet naar moeten vragen. Bijvoorbeeld:
- Beargumenteer of en in hoeverre de motieven voor het Marshallplan, zoals die door de schrijver worden genoemd, ook de motieven waren van de Amerikaanse regering.
Deze vraag kunnen leerlingen uiteraard alleen beantwoorden als de motieven van de Amerikaanse regering in de les zijn behandeld.

 

Antwoordmodel

 

 

Bijlage

Redeneren over bronnen

Bij redeneren over bronnen stel je allerlei vragen aan de bron: wie heeft de bron geschreven of gemaakt, waar is de bron gemaakt en waarom is de bron gemaakt, enz.. In onderstaand schema kun je zien welke vragen je altijd moet stellen, ook al krijg je niet altijd op alle vragen een antwoord.








Redeneren met bronnen

Als je de vragen over de bron hebt proberen te beantwoorden, ga je onderzoeken welke informatie de bron biedt en, wat soms minstens zo belangrijk is, welke informatie ontbreekt. Is dat omdat de maker van de bron niet over meer informatie beschikte of heeft hij of zij misschien bewust bepaalde informatie weggelaten? In onderstaand schema zie je welke vragen je steeds moet proberen te beantwoorden.



 

Bron van de opdracht