home inleiding opdracht werkwijze bronnen beoordeling reflectie docent


De beeldenstorm

Bron 1
Bron 2
Bron 3
Bron 4
Bron 5
Bron 6
Bron 7
Bron 8
Bron 9
Bron 10
Bron 11
Bron 12
Bron 13

Bron 14
Bron 15
Bron 16
Bron 17
Bron 18
Bron 19
Bron 20
Bron 21
Bron 22
Bron 23
Bron 24
Bron 25

Bron 5


Maarten Luther

Johannes Calvijn

Tijdens de late Middeleeuwen waren allerlei misbruiken in de katholieke Kerk binnengedrongen. Het gewone volk was nog wel diep-gelovig, maar richtte zijn godsvrucht te veel op uiterlijke praktijken, aflaten en relikwieënverering.Veel priesters en kloosters leefden niet meer in armoede. Een grondige hervorming in de kerk drong zich op. Die werd ingeluid door Maarten Luther (1483-1546) in Duitsland en verspreidde zich in de eerste helft van de 16de eeuw over grote delen van West-Europa. In de Nederlanden verwierf de protestantse leer van de Zwitser Johannes Calvijn (1509-1564) veel aanhang. Zijn predikanten kwamen in groten getale via de zuidergrens Vlaanderen binnen en wonnen veel aanhangers met hun zogeheten "hagepreken". Vanwaar die naam? Uit angst voor repressie van de overheid , verstopten de predikanten zich met hun volgelingen achter hagen en bomen, onder bewaking van een eigen gewapende militie.

De verspreiding van het protestantse gedachtengoed werd nog versneld door

  1. De ketters die waren uitgeweken naar de Noordelijke Nederlanden en naar Engeland (o.m. Norwich en het havenstadje Sandwich) en, na een opleiding, via de havens van Nieuwpoort en Grevelingen terugkeerden om het nieuw geloof uit te dragen in hun Vlaamse geboortestreek
  2. de liedjeszangers met hun opruiende gezangen, boeken, en pamfletten op markten en pleinen
  3. de openlijke steun van vele leden van de lagere adel
  4. de toneelspelen van de Rederijkerskamers, sterk aangetrokken door het Humanisme, een geestelijke stroming die zei dat de gelovige niet moet luisteren naar het gezag van de Kerk maar naar de eigen kritische geest en naar de bijbel.


Keizer Karel V

Plakkaat

Om de oprukkende protestantse Reformatie vaardigde de Habsburgse keizer Karel V (1515-1555) vanaf 1521 een aantal strenge plakkaten uit (open brieven, gewaarmerkt door zijn stempel). Op ketterse activiteiten, zoals het kopen of verkopen van verboden boeken, het prediken van "het nieuw geloof", het herbergen van "ketters" enz. stonden zware straffen, tot de dood "met den zweerde" of "metten viere" (brandstapel). Toch slaagde de Inquisitie (= een deels kerkelijke, deels burgerlijke rechtbank) er niet in het protestantisme met tak en wortel uit te roeien.


een verboden hagepreek

Vanaf 1560 werd het heel onrustig in het Westkwartier, dat de zuidwestelijke hoek van het graafschap Vlaanderen omvatte, met zeven kasselrijen, die naar hun hoofdplaats genoemd werden: Veurne, Ieper, Waasten, Belle, Sint-Winoksbergen, Cassel en Broekburg. De wegen werden onveilig. De bedevaarten werden stopgezet en er kwamen geen pelgrims meer langs in het Gasthuis Ten Bunderen. Voornamelijk bij de arme textielarbeiders rond Nieuwkerke, Dranouter, Wulvergem en Kemmel vond de leer van Calvijn een vruchtbare voedingsboden. De toenemende onrust en ellende aldaar zou uitmonden in de fameuze Beeldenstorm in onze gewesten. Er waren verscheidene oorzaken.

  • religieuze oorzaken. De Beeldenstorm was vooral een radicale godsdienstige beweging. De plaatselijke geestelijken, die de parochies tot dusver stevig in handen hadden, verloren stilaan hun greep op de situatie. Overigens was hun levenswandel niet alrtijd even stichtend en hun rijkdom stak de ogen uit. De Calvinisten waren gewonnen voor een radicale terugkeer naar de bijbel en gekant tegen de sacramenten, de hele aflatenhandel, de verering van heiligen, de beelden en versierselen in kerkinterieurs en kloosters.
  • politieke oorzaken. De tegenstelling tussen rijk en arm, tussen de gewone wevers en de kapitaalkrachtige grote ondernemers. Die (klassen)strijd tegen de machtige rijken had automatisch zijn weerslag op de rijkdommen van de kerk.
  • sociaal-economische oorzaken. Vooral de teloorgang van de bloeiende lakennijverheid deed het ongenoegen hoog oplaaien. De ellendige sociaal-economische omstandigheden waarin het volk leefde werden nog vergroot door de zeer strenge hongerwinters van 1564 en 1565, die de graanprijzen de hoogte injoegen.

De Beeldenstorm brak los halfweg augustus 1566 na "hagepreken" in Hondschoote, Belle (Bailleul) en Steenvoorde, ten zuiden van de huidige Belgisch-Franse grens. Deze hysterische uitbarsting van geweld raasde maandenlang uit over het hele Westkwartier. Woedende "Bosgeuzen" plunderden honderden kerken, kloosters en kapellen en sloegen daarbij alle religieuze beelden, versierselen, kunstwerken en liturgische voorwerpen stuk.

Ook het gasthuis Ten Bunderen moest het ontgelden. Alles werd gedestrueert ende verbrant", lezen we in de kloosterkronieken. De 7 zusters sloegen op de vlucht, met onbekende bestemming.

Bron: http://www.nieuwsbronnen.com/tenbunderen/beeldenstorm.html