Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5 deel 6 | |||
|
Hugo’s heilige vuur
Hugo Schiltz
(1927-2006) was een zeer getalenteerd Vlaams-nationalistisch politicus,
die mee aan de wieg stond van het federale België. Tijdens de 2°
Wereldoorlog kwam zijn familie in de collaboratie terecht. Zijn oudste
broer Walter en zijn neef Werner trokken mee naar het Oostfront, maar
Hugo was gelukkig nog te jong. Hij liet een uniek privé-archief achter,
met briljante en onthullende
dagboeken. Op basis daarvan stelde Paul Huybrechts
een zeer uitgebreide
biografie samen, waarvan
deel I nu verschenen
is. Het gaat over zijn jeugd : opgegroeid in een warm nest van zes
kinderen, flamingant, Groot-Nederlander, jong idealist,
tijdens de oorlog en ook nog in
1946 Duitsgezind en verblind, nadien enkele maanden geïnterneerd en
bekeerd tot geëngageerd
politicus. Verblind, want hoewel
zijn diepgelovige familie de Jodenvervolging in Antwerpen meemaakte
en veroordeelde en ook de jezuïeten in hun excellente opleiding
van de toekomstige elite hem erop wezen dat de razzia’s
amoreel waren, zag hij niet in dat heel het nazisme verderfelijk
en heidens was.
Hij en zijn familie
waren niet de enige omstanders
met ogen die niet zagen of die alleszins pas
veel later
hun conclusies
trokken uit de wandaden.
Het boek schetst ook
een helder tijdsbeeld van de oorlogsjaren, de collaboratie, de
naoorlogse repressie,
koningskwestie en de opkomende schoolstrijd tegen Collard.
De
beschrijving van de volksrepressie in september 1944 (p. 109-113) zal
elke lezer wel bijblijven. De regering Pierlot, op 3 september
terug uit Londen, had weinig greep op de gebeurtenissen. Tussen 4
en 8 september werd Antwerpen bevrijd door de Britten.
De 16-jarige
Schiltz, hoofdtrommelaar bij de NSJV( Nationaal-Socialistische Jeugd van
Vlaanderen), moest zich aangeven
en deed dat ook. Hij belandde in “De Harmonie”, daarna in een
kazerne in Berchem. Vele anderen werden opgesloten in de
leeuwenkooien van de dierentuin. Schiltz was de jongste
geïnterneerde.Hij en vele anderen ondervinden wat de Antwerpse
Franstalige krant Le Matin
schrijft in november 1944 (110) : “de Franstaligen willen eens en voor
altijd, compleet en radicaal, afrekenen met iedereen die
direct of indirect Vlaamsnationalist is”.
Schiltz ziet er
foltersessies met messen, sigaretten en slagen, terwijl
verpleegsters van het Rode
Kruis, leden van de Franstalige bourgeoisie, ervan genieten
(112).
Hij vraagt
zich af of de leiders van de collaboratie dan niet beseft hebben dat dit
op een catastrofe zou uitlopen.
Over het proces van
Neurenberg (november 1945 – oktober 1946) schrijft hij (191-192) :
niemand kan nog ontkennen dat vier jaar lang het weerzinwekkendste kwaad
over Europa gewoed heeft. De aanwezige rechters
zien stapels lijken, karren vol
karkassen, kubieke meters afgeschoren mensenhaar. Maar hij ergert zich
dat er ook een Russische rechter bij is : want ook Rusland viel in
Behalve het
politieke aspect, maakt de auteur ook waar wat de ondertitel zegt : hij
vertelt ook veel over het gevoelsleven, het toen nog diepe geloof
in “Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus”(AVV-VVK), de
twijfels van Schiltz of hij
jezuïet of politicus zou worden, de beslissende invloed van pater
Croonenborghs die hem overtuigde om in de democratische politiek te
gaan, zijn
morele opvattingen en zijn grote
zorgen over de “zedenverwildering” in Antwerpen na de oorlog, de stevige
stempel die de jezuïeten in het Xaveriuscollege van Borgerhout
voor lange tijd drukten
op deze latere gentleman, heer van stand, met preutse
morele principes die later
wel met hun tijd mee geëvolueerd
zijn, politieke vedette,
belangrijkste Vlaams-nationalistische politicus die
bereid bleek tot compromissen,
in sommige opzichten mentor van
Bart De Wever.
In de marge lezen we
ook wat vele andere toonaangevende personen uit de Vlaamse beweging,
Belgische politiek en bedrijfsleven in de oorlogsjaren en daarna deden.
Bij de lectuur stelde ik me soms de oncomfortabele
vraag : hoe zou ik in die omstandigheden gereageerd hebben ?
Het
boek is stevig ingebonden, rijkelijk voorzien van citaten en gedichten (
in Nederlands en Frans), 3 x 16 pagina’s foto’s die ook illustreren hoe
welvarend en cultureel zijn ouders
waren. In de tekst ontbreken verwijzingen naar de foto’s en vice
versa naar de tekst.
De schrijver toont
dat hij niet enkel een goed belegger en een degelijk journalist, maar
tevens een knap historiograaf is. Deel II volgt wsch. in 2012.
Jef Abbeel , juni
2009.
Referentie : Paul HUYBRECHTS, Hugo’s heilige vuur. De intieme biografie van de jonge Hugo Schiltz, 1927-1954. Uitgeverij Meulenhoff / Manteau, Antwerpen / Amsterdam, 2009. 507 p. + 48 p. foto’s, bibliografie, register (personen + plaatsen). ISBN 978 90 8542 141 2; € 39,95. | |||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|