Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5 deel 6 | |||
|
De historische Mohammed. De verhalen uit Medina Wie zich wil verdiepen in het ontstaan en de vroege geschiedenis van de Islam, zal verbaasd zijn als hij/zij ontdekt dat er in de Nederlandse taal nog weinig historisch-kritisch publicaties zijn te vinden over die periode en over de historische Mohammed. De oudste bron die ons iets kan melden over Mohammeds leven is een bewerking uit de 9e eeuw door Ibn Hishām (overleden 830) van een verhalenverzameling die waarschijnlijk opgeschreven is tegen 750 in Irak door Ibn Ishāk (704-768), diens persoonlijke en stichtelijk bedoelde keuze uit de tot dan toe mondeling overgeleverde verhalen en anekdotes uit Mekka en Medina over Mohammeds leven. Tot voor kort baseerden alle, ook niet-islamitische, schrijvers over de Islam zich op dit hagiografisch-vrome werk bij het beschrijven van het leven van de stichter en de eerste decennia van de Islam. Andere bronnen dan islamitische zijn er tot nu toe niet opgedoken, zodat bij een kritische onderzoeker zelfs de vraag kan opkomen of er wel een figuur met de naam ‘Mohammed’ bestaan heeft. Zo’n onderzoeker uit het Nederlands taalgebied is de arabist en hoogleraar Hans Jansen, van wie dit voorjaar het tweede deel verscheen van het tweeluik dat hij samenstelde uit de verhalen van Ibn Ishām: De historische Mohammed, de verhalen uit Medina. Het eerste deel, De Mekkaanse verhalen, uit 2005, vertelde over de jeugd, het eerste huwelijk en de koranopenbaringen van Mohammed. Jansen beschrijft in dit tweede deel de gebeurtenissen na Mohammeds zogenoemde ‘emigratie’, verhuizing (Hidjra) naar Medina in 622, waarmee de islamitische jaartelling begint; de wijze waarop hij daar aan de macht komt (o.a. door joodse clans aldaar het veld te doen ruimen) en een staat sticht; de strijd tegen Mekka, de veldslagen, die hij en zijn aanhangers leverden; expedities, belegeringen en bepaald niet zo geweldloze innames die gepaard gingen met de uitbreiding van de Islam over het Arabisch schiereiland en verder. Dit boek is niet zo beschroomd als eerdere westerse levensbeschrijvingen, schrijft Jansen in zijn Woord vooraf ; “Het volgt de verhalenverzameling van Ibn Ishāk op de voet en doet geen pogingen die verhalen te schiften op grond van onze moderne criteria van geloofwaardigheid.” Wat Jansen wel doet, is bij elk verhaal vragen stellen namens ons, moderne rationele westerse lezers, en suggesties voor antwoorden zoeken via soms gedurfde redeneringen. Zo suggereert hij regelmatig dat bepaalde verhalen in Ibn Ishāks ‘sira’ (levensbeschrijving, biografie) zijn ontstaan als verheldering van lastige of onduidelijke passages in de aan Mohammed geopenbaarde Koran, en dus meer fictie dan feit zijn. De ironische en bijna malicieuze stijl, waarvan
Jansen zich bedient, terwijl hij de actualiteit niet schuwt, de steken
onder water die hij links en rechts uitdeelt, het notenapparaat dat hij
soms op wel heel bijzondere wijze gebruikt om uiterst persoonlijke
irritaties weer te geven, maken het lezen van het boek tot een leerzaam
genoegen, vaak amusant en prikkelend. Wel wordt het na enige tijd
storend dat hij bladzijde na bladzijde woorden gebruikt als ‘zou
misschien kunnen’, ‘zou geweest kunnen zijn’, ‘we kunnen vermoeden’
,‘denkbaar’, , ’mogelijk’ , waardoor de lezer het gevoel bekruipt dat de
auteur zich wel erg voorzichtig opstelt. Maar helaas zijn de
gebeurtenissen sinds de fatwa met betrekking tot Rushdie, als de Profeet
ontheiligd lijkt te worden, daarvoor misschien aanleiding genoeg. Maryl Cluitmans | |||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|