Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5 deel 6 | |||
|
De oorlog in de
boekwinkel Jan van Oudheusden Onderstaande korte boekbesprekingen verschenen eerder stuk voor stuk als NBD-Biblion-recensies ten behoeve van het Nederlandse bibliotheekwezen. Het gaat om in de afgelopen jaren verschenen boeken over de Tweede Wereldoorlog, waarvan er vele nog onbeperkt verkrijgbaar zijn in de betere boekwinkel. Rainer Karlsch, Hitlers Bom (uitg.
Lannoo, Tielt 2005), 336 blz., prijs
€ 22,50. Hoe reëel was de kans dat Adolf Hitler in de Tweede
Wereldoorlog had kunnen beschikken over een atoombom? Zestig jaar na
dato doet de Duitse wetenschapshistoricus Rainer Karlsch verslag van
zijn diepgravend onderzoek naar het geheime A4-programma, dat
gelijktijdig met het Amerikaanse atoomproject in 1944-45 toewerkte naar
fabricage van een nucleair massavernietigingswapen. Hitler droomde er al
van, hoe zo’n bom per lange-afstandsraket New York zou verwoesten. Tot
vlak voor zijn dood hoopte hij op een miraculeuze ommekeer in de voor
het Derde Rijk rampzalige oorlog. Zijn geleerden waren echter van de
tweede garnituur. Ook toen het project onder supervisie van SS-generaal
Kammler kwam (bekend van de V1 en de V2), leidden zij slechts tot een
mislukte proefexplosie in Thüringen (met wellicht 700 slachtoffers,
allen krijgsgevangenen). Karlsch’ meeslepende onderzoeksrelaas is in de
tegenwoordige tijd geschreven. Hij baseerde zich onder meer op
ooggetuigen en geheime Russische archiefstukken. Het is lezenswaard, ook
als waarschuwing: stel eens, dat zo’n bom in handen valt van dictators
of terroristen van nu!
Willem Melching en Marcel Stuivenga (samenst.),
Ooggetuigen van het Derde Rijk (uitg. Bert Bakker, Amsterdam
2006), 214 blz., prijs
€ 17,95. Uit de stapel ooggetuigenverslagen van het Derde Rijk 1933-1945 selecteerden de Amsterdamse historicus/Duitslandkenner Willem Melching en freelance historicus Marcel Stuiveling zo’n 140 fragmenten. Die geven samen een veelkleurig beeld van de perceptie van Hitlers ‘heilstaat’ bij inwoners en tegenstanders, bij medeplichtigen en slachtoffers bij meelopers en verzetsmensen, machthebbers en machtelozen. De samenstellers kozen als selectiecriterium de ervaringen van individuele tijdgenoten, om onder de huid van de geschiedenis te kruipen. Dus: bewondering én afgrijzen voor de Führer, trots om de prestaties én ergernis om de ongemakken des levens, haat én medelijden jegens de voornaamste slachtoffers, de joden. Het zijn krantenstukjes, dagboekfragmenten, brieven en andere directe bronnen, alle deskundig voorzien van korte inleidingen. De selectie had nog ruimer gekund: verzetsgroepen zijn nogal onderbelicht. Het dramatische verloop van de oorlog zorgt vanaf 1939 voor een stijlbreuk in het boek Vanaf die tijd is het kommer en kwel. Het einde is het inferno van 1945. Een mooi deel in de bekende reeks ‘Ooggetuigen’, lezenswaard voor velen. Gerard Groeneveld (inl.), Anton Mussert;
nagelaten bekentenissen (uitg. Vantilt, Nijmegen 2005), 253 blz.,
prijs € 19,90. NSB-leider Anton Adriaan Mussert was in 1945
wellicht de meest gehate man van Nederland. Collaboratie van zijn partij
met de Duitse bezetter werd hem zwaar aangerekend. Op zijn arrestatie
volgde een geruchtmakend proces, met als voorspelbare uitkomst de
doodstraf. Die werd precies een jaar na de bevrijding voltrokken. Over
Mussert schreef Jan Meyers in 1984 een voortreffelijke biografie
(onlangs nog herdrukt). De nu verschenen nagelaten bekentenissen van
Mussert, vakkundig ingeleid door historicus Gerard Groeneveld, zijn te
lezen als een aanvulling daarop. Groeneveld geeft nog wat pikante
details over Musserts verborgen liefdesleven; maar de vaak gesignaleerde
lacune in de historiografie (beschrijving van de NSB als organisatie)
wordt niet opgevuld. Mussert schreef in de cel een verantwoording, met
onder meer zijn eigen versie van de geschiedenis van de NSB in
oorlogstijd. Daarnaast verstuurde hij vele brieven, zelfs een naar
minister-president Schermerhorn. Naïef schetst hij zich als onbegrepen
redder van Nederland. Voor het eerst zijn de geschriften gepubliceerd.
Dat is verheugend voor de talrijke geïnteresseerden. Jos Pauwels, Pelgrim in Auschwitz (uitg.
Epo, Berchem 2005), 223 blz., prijs
€ 22,50. Zestig jaar na de bevrijding van Auschwitz, het
grootste concentratie- en vernietigingskamp van de nazi’s, is de
interesse voor de ‘holocaust’ nog altijd groot. In Auschwitz werden
anderhalf miljoen gevangenen vermoord, onder wie 1.100.000 joden. De
Belgische publicist Jos Pauwels (theaterwetenschapper, psychotherapeut)
bezocht Auschwitz om de diepte en omvang van de genocide te peilen. Zijn
boek doet verslag van die pelgrimage van hem en zijn reisgenoten. In het
eerste gedeelte geeft hij een uitvoerig overzicht van de inrichting en
het uitroeiingproces van
Auschwitz, met gedetailleerde beschrijvingen van organisatoren (zoals
Himmler en Eichmann), daders (zoals kamparts Mengele) en slachtoffers.
Hij citeert uit getuigenissen van overlevenden zoals Primo Levi.
Duidelijk wordt, dat alle menselijkheid en medegevoelen vaak geofferd
werden in een ‘struggle for life’. Het tweede gedeelte beschrijft enkele
bijzondere aspecten van het nazi-regime (zoals de economische basis).
Het laatste deel bestaat uit verslagen van mede-‘pelgrims’ naar
Auschwitz nu. Aangrijpend en voor een breed publiek. Dieter Pohl, Holocaust. Massale moord op de
Europese joden (uitg. Verbum, Laren 2005), 174 blz., prijs
€ 17,50. Over de moord op miljoenen Europese joden door het
nazi-regime (aangeduid als holocaust of shoah) zijn duizenden boeken
geschreven. Het beladen onderwerp - de grootste massamoord aller tijden,
planmatig uitgevoerd door vertegenwoordigers van een ‘beschaafd’ volk,
met gebruikmaking van moderne hulpmiddelen - tart elke beschrijving. Wie
waren de daders, wie de slachtoffers? Wie de omstanders? Was er geen
mededogen, geen verzet? Wie had kans te overleven? De verdienste van het
boek Holocaust van Dieter Pohl (Institut für Zeitgeschichte
München) is dat het een beknopte, leesbare synthese biedt van de
onderzoeksresultaten van historici. Het behandelt bovenstaande vragen
systematisch, door de holocaust geografisch én chronologisch te duiden.
De nadruk ligt op Oost-Europa, waar het grootste deel van de Europese
joden woonde. Het relaas is geordend in korte hoofdstukken. Een
zakelijke, analytische stijl overheerst. Maar beruchte executieplaatsen,
getto’s en dodenkampen worden indringend beschreven. Een geschikte
inleiding die geïnteresseerde leken inzicht in de materie zal
verschaffen.
Erik Schaap, Walraven van Hall. Premier van
het verzet (1906-1945) (uitg. Noord-holland, Wormer 2006), 176 blz.,
prijs € 19,50. Walraven van Hall uit Zaandam was tijdens de Tweede
Wereldoorlog oprichter en centrale figuur van het Nationaal Steunfonds
(NSF), dat geld verstrekte aan vrijwel het hele Nederlandse verzet. Niet
alleen actieve verzetslieden werden ondersteund, maar ook tienduizenden
onderduikers, kunstenaars en vertegenwoordigers van het geestelijk
verzet. Op handige wijze wisten Van Hall en zijn broer Gijs (later
burgemeester van Amsterdam) met medeweten van de regering in Londen geld
los te krijgen bij de banken, dat zij doorsluisden naar de organisatie
voor hulp aan onderduikers en de knokploegen die kraken zetten. Het boek
van de onbekende auteur Schaap geeft inzicht in de risico’s en de
onderlinge rivaliteiten binnen het verzetswerk. Het boek is een laat
eerbetoon aan Van Hall, een centrale figuur in het verzet, die meer dan
zestig jaar na zijn dood voor een Duits vuurpeloton, eindelijk een
biografie krijgt. Het boek leunt sterk op het standaardwerk van L. de
Jong en andere publicaties. Het is in droge, soms kreupele stijl
geschreven, maar zal geïnteresseerden in het verzetswerk wel aanspreken. Werner Stertzenbach, Rood en jood (uitg.
Herinneringscentrum Kamp Westerbork, 2005), 103 blz., prijs
€ 9,95. Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork geeft een
serie boekjes uit met persoonlijke verhalen uit de periode 1940-1945. De
brieven van de Duits-joodse communist/verzetsman Werner Stertzenbach uit
1941-1943 vormen deel 6 in deze reeks. Stertzenbach ontvluchtte in 1936
het nazi-regime en vestigde zich in Nederland. In 1941 werd hij
geïnterneerd in Westerbork, dat kort daarna werd ingericht als
doorgangskamp voor Nederlandse joden bestemming Auschwitz en Sobibor. In
1943 wist hij als een der weinigen te ontsnappen. In een serie brieven
aan zijn verloofde Stella doet Stertzenbach nauwkeurig verslag van de
veranderingen in het kamp en de spanning en ontberingen van de verdoemde
joden. Uit die brieven komen o.m. het transformatieproces naar voren van
Westerbork tot doorgangskamp, de onzekerheid over de ware bedoelingen
van de bezetter met de joden en het persoonlijke gemis van de geliefde.
Het is een helder leesbaar boekje, met de nodige illustraties. Wel mist
men uitleg bij bepaalde vitale begrippen (zoals Joodsche Raad). Het
vormt een van de talrijke ooggetuigenverslagen uit het kamp.
Jon Sutherland, De Tweede Wereldoorlog
(uitg. Rebo Productions, Lisse 2005), 320 blz., prijs
€ 7,99. Dit kleine, stevige boekje over de Tweede
Wereldoorlog bevat een groot aantal feiten uit de periode 1939-1945. Het
is een (niet al te beste) vertaling uit het Engels. Het betreft een
typisch opzoekboekje, zonder al te veel pretenties. Van jaar tot jaar
zet het de krijgsgebeurtenissen in juiste volgorde, en presenteert die
puntsgewijs en bondig. De nadruk ligt sterk op de militair-technische
kant van de oorlogvoering. Veel illustraties verluchten het boekje, maar
helaas geen kaartjes of situatieschetsen om veldslagen te
verduidelijken. De chronologische lijn wordt af en toe onderbroken voor
korte biografietjes van hoofdpersonen of uitleg over types bommenwerpers
etc. Veel teksten verwijzen naar vorige of volgende relevante lemmata om
ze aan te koppelen, zodat de lezer ook sprongsgewijs door het boek kan.
Aan de situatie van Nederland tijdens de bezetting wordt niet apart
aandacht besteed. Het boekje is aardig voor wie nog niet veel weet van
de oorlog en wie geïnteresseerd is in bewegingen van leger, marine en
luchtmacht. Aan de bestaande berg informatie over deze oorlog voegt het
echter niet veel toe. Jolande Withuis, Na het kamp. Vriendschap en
politieke strijd (uitg. De Bezige Bij, Amsterdam 2005), 543 blz.,
prijs € 22,50. Sociologe Jolande Withuis, publiciste in onder meer
NRC Handelsblad, bestudeerde de naoorlogse lotgevallen van
Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog de nazi-kampen Natzweiler,
Dachau, Ravensbrück en Buchenwald overleefden. Onder hen Nico Drost, Ed.
Hoornik, W.L.Brugsma en Pim Boellaard. Dankzij hen weten we van de
ellendige situatie, en de lange naoorlogse zoektocht naar hulp en naar
erkenning van trauma’s. Withuis schreef eerder over hun problematiek in
Erkenning: van oorlogstrauma naar klaagcultuur (2002). Nu geeft
zij een uitvoerig exposé over de organisaties en ruzies van de
ex-lotgenoten. Tijdens de Koude Oorlog was er niets dan spanning en
achterdocht tussen de communistische ex-gevangenen en de rest. Withuis
reconstrueert de vinnige discussies uitentreuren. Herdenkingen werden in
de jaren zestig en zeventig geclaimd door anti-Vietnamoorlog- of
anti-apartheidsmanifestanten. Later vervaagden de tegenstellingen en
kwam het begrip KZ-syndroom in zwang. Na 1980 groeide consensus. Aan de
pijnlijke terugkeer van joodse overlevenden is een apart hoofdstuk
gewijd. Een vlot geschreven studie, onthullend voor insiders en
geïnteresseerden. Bart Janssen, De pijn die blijft.
Ooggetuigenverslagen van het bombardement van Nijmegen (uitg. SUN,
Nijmegen 2005), 710 blz., prijs
€ 26,50. Op 22 februari 1944 werd de binnenstad van Nijmegen getroffen door een luchtbombardement, een vergissing van de Amerikaanse luchtmacht. De piloten meenden het Duitse Lleef in het vizier te hebben. Op klaarlichte dag wierpen zij 144 brisantbommen en 426 fragmentatiebommen op de stad vol mensen, die niet door het luchtalarm waren gewaarschuwd. Bijna achthonderd van hen vonden de dood, onder wie veel kinderen. Het oude stadscentrum veranderde in een brandende puinhoop. Duizenden werden gewond. Zestig jaar na dato brengt Bart Janssen de herinneringen van overlevenden en nabestaanden in beeld. Hij interviewde velen van hen. Hun getuigenissen (uiteenlopend van enkele regels tot enkele pagina’s) vormen de kern van dit herinneringsboek. Zij laten telkens het fatale moment herleven. Daarnaast zijn er tientallen foto’s afgedrukt van het vooroorlogse Nijmegen, dat nooit meer in oude luister is hersteld. Portretten van alle overledenen vullen vele pagina’s van dit boek; hun namen staan afgedrukt op een erelijst. Het met zorg uitgegeven boekwerk is niet slechts lezenswaardig voor wie affiniteit met Nijmegen voelt, maar dwingt ook tot overpeinzing over het fenomeen oorlog, die blinde gesel. | |||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|