Community Geschiedenis                                                                Histoforum

    recensies deel 1   deel 2   deel 3   deel 4   deel 5   deel 6  

De oorlog in de boekwinkel 3

Jan van Oudheusden

Net als de laatste jaren heb ik in 2007-2008 als recensent voor Biblion weer een aantal boeken besproken rond nazisme en Tweede Wereldoorlog. Hiervan een bewerking. De meeste van deze boeken zijn in de betere boekhandels nog wel voorradig.

H. van de Capelle en A. van den Bovenkamp,

Het adelaarsnest

(Verba, Soest 2007), 239 blz., € 14,95.

In 1985 publiceerden de economen Van der Capelle en Bovenkamp een rijk geïllustreerd boekwerk over de gebouwen op de Obersalzberg bij Berchtesgaden, Hitlers favoriete verblijfplaats in Zuidoost-Beieren. In 1995 verscheen een nieuwe editie van dit boekwerk, onder de titel Het Adelaarsnest. Vorig jaar verscheen een geheel bijgewerkte derde uitgave verschenen, die zich met name onderscheidt van de vorige door vele fraaie kleurenfoto’s, deels uit de oorlog, deels van de situatie nu. De auteurs deden veldonderzoek en spraken tientallen getuigen, zowel Hitlers vertrouwelingen als buurtbewoners. Het boek gaat in op het dagelijks leven van de leden van de nazi-top; de personen rond Hitler zoals Bormann, Göring, Speer en Eva Braun; de politieke crises van de jaren dertig; de Duitse militaire successen in de Tweede Wereldoorlog; en de vernietiging van de gebouwen door de geallieerden in 1945. Materiaal voor het boek lag destijds ook ten grondslag aan een tv-documentaire. De teksten zijn informatief. Geïnteresseerden in WO II en de nazi’s komen wederom aan hun trekken. 

Jaap Cohen

Het bewaren van de oorlog

(Boom, Amsterdam 2007), 180 blz., € 19,50.

Het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie te Amsterdam werd in 1945 opgericht, drie dagen na de bevrijding van Nederland, met de bedoeling archivalia, dagboeken, tijdschriften en andere documenten bijeen te brengen om op basis daarvan de lotgevallen van het Nederlandse volk in de Tweede Wereldoorlog te beschrijven. De historicus Jaap Cohen heeft de eerste vijftien jaren van het instituut beschreven; met veel aandacht aan het moeizame begin, de strijd om de subsidies, het aantrekken van personeel, en conflicten rond de eerste publicaties, met name die van Sijes over de februaristaking van 1941 en van Rüter over de NS in bezet Nederland. Het pronkstuk en sluitstuk van de arbeid van het RVO moest een standaardwerk worden, van de hand van een viertal historici van naam. Uitvoerig gaat Cohen in op het stagneren van dit project. De oplossing kwam pas toen RVO-directeur dr. L.de Jong de taak van het kwartet overnam. De Jongs tv-optreden, Ondergang van Presser en De Jongs 14-delige werk lagen in 1960 nog ver in het verschiet. Wordt vervolgd?? 

Frans Denissen

De vrouwen van Mussolini

(Bert Bakker, Amsterdam 2007), 475 blz., € 29,95.

In de nooit aflatende stroom boeken rond fascisme en nationaal-socialisme ontbrak nog een monografie over het liefdesleven van Mussolini. Die leemte wordt ruimschoots opgevuld door de Vlaamse publicist Frans Denissen. Mussolini komt in het lijvige boek naar voren als onverzadigbare vrouwenverslinder. Echtgenote Rachele moest het zich, levend in een gouden kooi, laten welgevallen. Achter het stoere image van de fascistische dictator ging een weifelmoedige en bij tijden depressieve man schuil. Sommige minnaressen - zoals de joodse Margherita Sarfatti - waren hem intellectueel de baas, en werden invloedrijk. Zijn beroemdste liefje was de lieftallige maar onbenullige Clara Petacci, die in dit boek verreweg de meeste aandacht krijgt. De auteur deed veldonderzoek in Predappio, Mussolini’s geboortedorp, maar baseert zich verder op bestaande literatuur. Voor beter inzicht in de drama’s van eerste helft twintigste eeuw (WO I, WO II) is deze soap-geschiedenis weinig relevant; voor liefhebbers van sappige verhalen van liefde en bedrog is het echter smullen geblazen. 

Joachim Fest

Ik niet

(Bezige Bij, Amsterdam 2007), 347 blz., € 24,90.

In 2006 overleed de Duitse historicus Joachim Fest, bekend van onder meer biografieën van Adolf Hitler en Albert Speer, en van ‘Der Untergang’. Het boek ‘Ik niet’ verscheen in Duitsland vlak voor zijn dood. Fest geeft een uitvoerige uiteenzetting van zijn jeugd en tienerjaren, die goeddeels samenvielen met Hitlers Derde Rijk. De leraarszoon Joachim Fest groeide op in Berlijn. Toen de nazi’s aan de macht kwamen kozen de ouders – aanhangers van de katholieke Zentrumspartei – ervoor zich van het regime te distantiëren, in tegenstelling tot de meerderheid, die zich aanpaste. Vader Fest verloor meteen zijn baan, wat armoede meebracht, en ook in veel andere opzichten betaalde het gezin een hoge prijs voor de keuze. Fest schetst de dilemma’s en geeft voorbeelden van intimidatie aan hun adres. Toen hijzelf op een internaat werd geplaatst, groeide de druk zich aan te passen. Uiteindelijk overschaduwde de oorlog het leven totaal; broer Wolfgang kwam om; vader en hijzelf werden krijgsgevangen gemaakt. Naast dit alles biedt het boek ook inzicht in de ontwikkelingsgang van de jongeman, de ontluikende interesse voor literatuur en muziek en de gecompliceerde verhouding tot zijn vader. Een verhelderende bijdrage aan de verwerking van het naziverleden. 

Gerard Groeneveld

Heinz in Holland

(Vantilt, Nijmegen 2007), 159 blz., €22,50.

Dit boek bevat een selectie van amateurfoto’s die in 1940-41 gemaakt zijn door leden van de Duitse bezettingsmacht in Nederland. De samensteller publiceerde eerder o.a. over Mussert en de NSB. Na beelden van de meidagen van 1940 volgen hoofdzakelijk toeristische kiekjes, zoals strandvermaak van de militairen, en bezoek aan terrasjes. Ook werden veel kiekjes geschoten bij sportevenementen en feestelijkheden. Verder zijn er schietoefeningen en défilés. De foto’s zijn niet eerder gepubliceerd. Deels onthullen ze hoe de bezetter aankeek tegen Nederland, deels tonen ze hoe de Duitse militairen hun draai probeerden te vinden. Niet elke Nederlander nam zo te zien een vijandige houding aan. De foto’s bieden een spontane en vaak authentieke indruk van hoe de Duitse bezettingstroepen hun tijd besteedden, maar kunnen nauwelijks verrassend genoemd worden voor wie enigszins vertrouwd is met de overstelpende hoeveelheid fotomateriaal uit de bezettingstijd. 

Michael Hesemann

Hitlers religie

(Aspekt, Soesterberg 2007), 494 blz., € 26,95.

De Duitse historicus/journalist Michael Hesemann wil het vele wetenswaardige in kaart brengen van de relatie tussen Hitler en het fenomeen religie. Uitgangspunt is Hitlers bibliotheek, vanwaar de auteur de lezer meeneemt op een lange speurtocht naar Germaans-mythische voorstellingen en genootschappen, theosofie, occultisme, horoscoopsymboliek en spiritisme. Een hele stoet zweverige en zonderlinge auteurs passeert de revue. Hij omschrijft de nazi-beweging als een politieke religie, compleet met Messias, heilsverwachting, erediensten, symbolen en rituelen: het nazisme als omgedraaid christendom, met de jood als duivel, en met wijdingsplaatsen zoals de SS-burcht de Wewelsburg. Ook gaat hij in op de relatie van de nazi’s tot de Evangelische Kirche en de rooms-katholieke kerk, met wie Hitler in 1933 een concordaat sloot, maar die hij eigenlijk wilde elimineren. Dit boek is geen complete, samenhangende beschrijving van Hitlers machtsuitoefening; belangrijke episodes worden overgeslagen. Talloze lange citaten maken het boek lastig leesbaar. Maar geïnteresseerden vinden veel van hun gading. 

Roger Moorhouse

Hitler, de aanslagen

(Nieuw Amsterdam, Amsterdam 2007), 362 blz., € 19,95.

De Britse historicus Roger Moorhouse publiceerde in 2006 ‘Killing Hitler’, zijn eerste solowerk. Het boek beschrijft nauwgezet de pogingen een moordaanslag op Hitler te plegen. Een complot van generaals tegen Hitlers oorlogsplannen werd in 1938 afgeblazen doordat Hitler in de crisis om Sudetenland zonder oorlog kreeg wat hij eiste, met dank aan de Britse premier Chamberlain. Soms verhinderde domme pech het succes, zoals bij de aanslag door de eenzame Georg Elser in 1939 op de Bürgerbräukeller in München: Hitler was net weg toen de bom afging. Veel aandacht is er vanzelfsprekend voor het beroemdste complot, dat van Von Stauffenberg, wiens bomaanslag in ’44 Hitler eveneens overleefde. Het dilemma was: de complotteurs misten de steun van de bevolking voor wie Hitler een soort God was. Pas toen in 1943 het oorlogstij keerde, was er hoop op succes. Helaas ontkwam Hitler en nam hij bloedig wraak. Het is een vlot geschreven studie, interessant voor wie na stapels boeken nog niet genoeg heeft van alles rondom Hitler. 

Bettine Siertsema

Uit de diepten

(Skandalon, Vught 2007), 666 blz., € 39,50.

De neerlandica Bettine Siertsema - werkzaam aan de Vrije Universiteit Amsterdam - promoveerde in 2007 op een studie naar de manier waarop kampervaringen uit de Tweede wereldoorlog het gods- en mensbeeld van ex-gevangenen hebben beïnvloed. Daartoe onderzocht en vergeleek zij alle gepubliceerde Nederlandse dagboeken, memoires en andere egodocumenten. Uit de diepten is de ongewijzigde handelsversie van de dissertatie. Allereerst geeft Siertsema een uitvoerig exposé over de theologische, morele en literaire achtergrond van haar onderzoeksthema. Vervolgens behandelt zij beurtelings dagboeken (zoals van Abel Herzberg of Etty Hillesum), Joodse memoires en christelijke memoires. Zij eindigt elk deel met conclusies, en komt dan tot een eindbalans, waarbij naast literaire stijlmiddelen het morele perspectief centraal staat. Deze imposante studie ontsluit een groot aantal werken, is toegankelijk geschreven, tegelijk analytisch en geïnspireerd. Interessant voor wie dieper wil doordringen in het hoe en waarom van de grootste massamoord in de moderne geschiedenis.  

Piera Sonnino

Zo was het

(Athenaeum-Polak&Van Gennep, 2007),127 blz., €16,95.

In 1950 keerde deze Italiaans-joodse vrouw(1922-1999) naar Genua terug, na een helse tocht naar Auschwitz en Bergen-Belsen te hebben overleefd. Haar hele familie bleek door de nazi’s vermoord. In 1960 typte zij een 60 bladzijden lang verslag met herinneringen, dat jarenlang in een la bleef liggen. Pas in 2004 werd het in Italië gepubliceerd, waar het een bestseller werd. Het bleek dat Sonnino over uitstekende schrijversgaven had beschikt, naast een scherp geheugen en waarnemingsvermogen. Zij vertelt de geschiedenis van het gezin van zes kinderen. Hoe de antisemitische hetze begon, en hoe tijdens de oorlog de strop langzaam werd aangehaald. Hoe het gezin vervolgens werd gedeporteerd met bestemming Auschwitz. Ze spreekt met liefde over haar ouders, broers en zussen, die één voor één de dood in werden gestuurd omdat ze joods waren. Het resultaat is een juweeltje van een boek, de zoveelste getuigenis van de holocaust, en een die tevens aan de vele anonieme slachtoffers alsnog een gezicht geeft.  

Shlomo Venezia

Sonderkommando Auschwitz

(Manteau, Ambo: Antwerpen 2008), 192 blz., 19,95.

Venezia werd in 1923 geboren in de joodse gemeenschap van Thessaloniki. Op 21-jarige leeftijd werd hij naar Auschwitz gedeporteerd. Pas ruim vijftig jaar na de bevrijding was hij in staat te getuigen over de manier waarop hij het dodenkamp overleefde. In 2006 werd hij geïnterviewd door publiciste Béatrice Prasquier en historicus Marcello Pezzetti. Hun indringende vragen brachten herinneringen boven, die authentiek aandoen. Het boek is in de vorm van een lang interview. Venezia’s antwoorden bieden een onthutsende beschrijving van de deportatietrein en de aankomst in Auschwitz, de selectie, en de manieren van overleven van de minderheid van de gevangen joden die niet meteen vergast werd. Ronduit afgrijselijk is Venezia’s beschrijving van het werk van de ‘Sonderkommando’s’ waarvan hij deel uitmaakte. Zij moesten in ploegen de lijken van vermoorde joden naar de crematoria slepen en verbranden. Geen concreet detail wordt gemeden. Het verslag geeft schokkend en onverbloemd inzicht in de uitvoering van de Holocaust. Het boek eindigt met de bevrijding en het leven erna.

Serie: W.O. II in woord en beeld 

(House of Knowledge, Schelluinen 2007-2008), per deel 72 blz., 14,95.

Deze nieuwe boekenserie wil in acht delen in compleet overzicht geven van de Tweede Wereldoorlog. De redactie is in handen van Tjerk van Duinen en Kees Hagendijk, en aan de teksten werd gewerkt door een groepje  auteurs onder wie René Kok (NIOD). De multimediale uitgever is gespecialiseerd in ‘infotainment’, gemakkelijk te bevatten informatie.De teksten zijn dan ook kort en puntig. Om het spannender te maken is het in de tegenwoordige tijd geschreven. Aan de grote stapel van beschikbare boeken over WO II wordt inhoudelijk weinig toegevoegd, maar het staat weer eens opnieuw geboekstaafd, in een aantrekkelijk lees- en kijkboek zonder hoge pretenties. Tot nu toe verschenen 4 delen.

In deel 1 wordt de opkomst van Hitlers nazi-partij beschreven. Elementen als de propagandafilm; de SA en de SS; het Italiaanse fascisme, en de krachtsverhoudingen anno 1939 komen aan bod. Dit alles wordt afgewisseld met personalia van o.m. Hitler en Chamberlain; media zoals kranten en affiches; en info over uniformen.

In deel 2 staat de Blitzkrieg centraal, de bliksemsnelle Duitse opmars in 1939-1940. In korte hoofdstukken worden onder meer de Poolse kwestie behandeld, de oorlog om dit land (sept. 1939), de schemeroorlog tussen Duitsland en Frankrijk-Engeland, de aanvallen op Noorwegen, Nederland, België en Frankrijk, en de Franse capitulatie in juni 1940. Net als in deel 1 is er aandacht voor personen (zoals De Gaulle), media, plaatsen (zoals Warschau), uniformen en wapens als tanks en vliegtuigen. De vele goedgekozen foto’s maken het verhaal nog inzichtelijker.

In deel 3 staat de Slag om Engeland (1940) centraal. Aan die bekende luchtoorlog, waarin de Royal Air Force erin slaagde Hitlers veel grotere Luftwaffe te weerstaan, is het openingshoofdstuk gewijd, met aandacht voor de invasieplannen, de ‘Home Guard’ en de radar. Bijzonderheden staan vermeld over wapens als de Britse Spitfire en de Duitse Messerschmitt. De rol van Churchill wordt belicht. Vervolgens verschuift het beeld naar de strijd op de Atlantische Oceaan en in Noord-Afrika.

Deel 4 gaat over de strijd aan het Oostfront (1941-1944) en behandelt vele aspecten. Centraal staat operatie Barbarossa, de Duitse aanval op de Sovjet-Unie. De slagen om Moskou (1941) en Stalingrad (1942-43) komen schrijnend in beeld, evenals het 900 dagen durende beleg van Leningrad. Daarnaast is aandacht voor de partizanen in Rusland en Joegoslavië en de opstand van Warschau (1944). Tussen de artikelen door staan gegevens over wapens, uniformen en media zoals de gelijkgeschakelde NSB-pers die vierkant achter de ‘dappere Oostfrontstrijders’ stond. Hoofdpersonen zijn Manstein (Dl.) en Stalin. Voor niet-ingewijden biedt de serie interessante en toegankelijke leeskost.

     
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl