Community Geschiedenis                                                                Histoforum

    recensies                                      deel 1   deel 2   deel 3   deel 4  

Josef Stalin 

Er is geen tekort aan degelijke boeken over Stalin en Toonen legt ook niet uit waarom hij dit boekje samenstelde. 50 jaar geleden hield Chroesjtsjov zijn ophefmakende destalinisatietoespraak, maar die redevoering van drie uur wordt hier niet vermeld.

Toonen schrijft deels biografisch, deels geeft hij een antwoord op de vraag of Stalin een zegen of een vloek was voor Rusland en de omliggende landen. Het antwoord zal duidelijk nee zijn, wat niet belet dat Toonen refereert naar Ludo Martens, één van de laatste grote verdedigers van Stalin.

De inhoud dan. De kleine Stalin bleef heel zijn leven klein van gestalte: 1 m 62. Hij kwam met hoge cijfers op het seminarie, maar werd om zijn huichelachtig gedrag van school gestuurd. Op 1 mei 1900 hield hij zijn eerste geheime toespraak. Hij verspreidde Lenins ideeën in Georgië. Tussen 1902 en 1917 werd hij dikwijls gearresteerd wegens roofovervallen en agitatie, hij belandde in de gevangenis en in Siberië, maar even vaak ontsnapte hij. Het is niet duidelijk waarom hij altijd lichte straffen kreeg en telkens kon wegvluchten en het land kon verlaten en weer binnen komen. Tegenstanders beweren dat hij werkte voor de tsaristische politie. Tijdens een dergelijke vlucht ontmoette hij Lenin voor het eerst in Finland. Zijn eerste vrouw overleed in 1907 aan tbc of tyfus, na twee jaar huwelijk. Hij zag ze graag, maar sloeg en schopte ze. Ze liet één kindje na: Jakov of Jasja ( 1907 – 1943).

In 1910 ging hij inwonen bij een weduwe en verwekte daar Konstantin, die later directeur werd van de staatstelevisie en onderminister. Rond 1915 presteerde Stalin hetzelfde bij een 13- à 14-jarig meisje in Siberië. De naam van dit kind wordt niet genoemd. In de revoluties van 1917 speelde hij geen rol van betekenis. Bij de eerste en enige democratische verkiezingen van november 1917 haalden de communisten slechts 32 %, hoewel de liberalen, conservatieven en mensjewieken geen kans kregen. Kort daarna maakten zij een einde aan de parlementaire democratie. De februarirevolutie van 1917 was begonnen wegens de hoge broodprijs. Lenin zou daar verandering in brengen, maar in 1918 was er complete hongersnood en de industriële productie was gedaald tot 5% van 1913. De 39-jarige Stalin trouwde opnieuw, nu met de 17-jarige Nadezjda Allidoejeva. In 1921 werd Vasili geboren(+ 1962), in 1926 Svetlana.

Rusland was tot 1921 één grote chaos. Oorlog, burgeroorlog, terreur, honger, kannibalisme en ziekten hadden 16 miljoen slachtoffers en 2 miljoen emigranten voor gevolg. De waarde van het geld was gedaald met een factor van “50 miljoen” ( 37). Dit lijkt me wel erg veel. Een N.E.P. was broodnodig. In 1927 bereikte de industrie weer het peil van 1913, maar de landbouw bleef catastrofaal door de schuld van de overheid, die de boeren leegzoog. Volgens Toonen experimenteerde men in het onderwijs met projectmethodes, taakonderwijs en leerlingenmedezeggenschap, maar ook hier zetten we een vraagteken bij. Hij zegt ook niet in hoeveel of weinig scholen dit gebeurde en hoe lang.

Na Lenins dood won Stalin de machtsstrijd tegen Trotski. Deze werd verbannen naar de buurt van Istanbul en jaren later in Mexico vermoord. Bij de collectivisatie van 1928-1932 werden ca. 5 miljoen van de beste boeren gedood of verbannen naar kampen voor dwangarbeid (52). Iets verder spreekt de auteur over 8,5 tot 10 miljoen verdrevenen (53) of maar 1,8 miljoen ( 54; bron: Ludo Martens). Het aantal kolchozen steeg van 15.000 in 1927 naar 200.000 in 1932. Geweld en uithongering veroorzaakten in Oekraïne 4,5 miljoen doden. Brezjnev was één van de hoofdschuldigen, naast Stalin, die in 1932/33 500.000 ton graan aan het buitenland verkocht om machines te kopen (55-56).

Tijdens de Grote Terreur van 1934 – 1938  werden deze dodencijfers nog overtroffen met 4 à 8 miljoen doden. In Moskou werden soms duizend executies per dag uitgevoerd. Volkogonov zegt : 5 miljoen, van wie 0,9 miljoen geëxecuteerden en 4,1 miljoen die “crepeerden”, o.a. in de kampen. Naar die kampen vlogen ook veel leidinggevende militairen, die tussen 1922 en 1933 contacten hadden met Duitsers die in Rusland vliegtuigen en tanks produceerden.

In de hoofdstukjes  over Stalins familie  en entourage staat ook het verhaal van zoon Jakov die van 1941 tot 1943 in Duitse krijgsgevangenschap viel. Stalin was niet meer in hem geïnteresseerd. Verder vind je er ook onbenullige details in een chaotische volgorde.

We zien ook dat Stalin minstens één goede eigenschap had : geld en bezit interesseerden hem weinig. Bij zijn dood liet hij weinig achter. Hij had ook meer ter beschikking  dan nodig was: een groot appartement in het Kremlin, 15 datsja’s of villa’s ( o.a. in Koentsevo, Zoebalovo, Oesovo, Sotsji aan de Zwarte Zee, Jalta), een gepantserde Packard. Het gewone volk wist hier niets van. Het lekte pas uit t.t.v. Gorbatsjov en Jeltsin.

In het hoofdstukje “Was Stalin een intellectueel” ( antwoord: nee ) vertelt Toonen bijna evenveel over zichzelf als over de dictator. Deze was autodidact, las wel wat, maar hij wantrouwde intellectuelen en omringde zich liever met self-made men.

In  het hoofdstukje “Angst voor Hitler” beweert Toonen dat beide dictators elkaar ontmoet hebben in Lvov op 18 oktober 1939(105). Hiervan vinden we niets terug bij Montefiore en Overy.

Het hoofdstuk over de tweede wereldoorlog leest vlot, maar bevat enkel wat nieuws over de bezetting van Iran, de poging van de jood Litvinov om geld van de Amerikaanse joden los te krijgen en de moederheldinnen(10 of meer kinderen), een concept dat ook bij Hitler bestond. Stalin vloog naar Teheran (1943, p. 120), maar iets verder staat dat hij niet durfde vliegen ( 124). De auteur maakt geen onderscheid tussen Moskou 1944 en Jalta 1945 en stelt zonder veel bewijzen dat Stalin in Jalta de meeste concessies deed.

Hij beweert ook dat de lijken van Hitler en Eva Braun tot 1970 begraven lagen op een legerbasis in Magdenburg, totdat Andropov hen in april 1970 liet cremeren en de as liet verspreiden. Het kaakbeen en een stuk van de schedel werden in Moskou bewaard( 125).

Ook hierover bestaan andere en betere versies. De hoofdstukjes over de Koude Oorlog ( tot 1953), de joden in de SU en de speculaties over Stalins dood bevatten geen nieuwe dingen. Het boek eindigt met enkele conclusies, d.w.z. antwoorden op vragen die de auteur zelf formuleert. In zijn geheel is  dit onderhoudend leesboek geen aanwinst voor de serieuze geschiedschrijving en hoogstens bruikbaar als introductie voor scholieren.

Enkele opmerkingen: Toonen beweert dat de lijfeigenschap in 1861 afgeschaft werd als gevolg van terreuraanslagen, maar de Grote Hervorming van de tsaar gebeurde jaren voordat de aanslagen begonnen. Bij de investeerders van 1890 e.v. ontbreken de Belgen. Toonen gooit jaartallen en cijfers door elkaar : op p. 18 spreekt hij over 1902-1912, op p. 20 is het 1907-1917; idem voor aantallen doden en gedeporteerden. Bij veel citaten is het gissen naar de bron.

De uitgever mag in een volgende druk veel drukfouten wegwerken, o.a. p.18, 19, 31, 70, 103. Als dat jaartallen zijn, zoals “1927” i.p.v. 1937, zorgt dat voor verwarring (70). Hij mag er naar het voorbeeld van Montefiore ook een stamboom en een landkaart bijvoegen voor de vele eigennamen en plaatsnamen en eventueel een verklarend woordenlijstje of register.

In de literatuurlijst ontbreken toonaangevende werken van Anne Applebaum ( Gulag), Victor Jerofejev ( De goede Stalin), Nina Loegovskaja ( Mijn leven), Richard Overy ( Dictators).

Referentie: Elbert  Toonen,  Josef Stalin. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg; Denis, Deurne, 2005. 159 p. ; lit..            ISBN   90 5911 441 8;  € 16,95. 

Jef Abbeel,  maart 2006.

     
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl

     
 

© Albert van der Kaap, Enschede
1998-2005.

kaap@home.nl