 |
De
Vlaamse republiek: van utopie tot project. Denksporen naar Vlaamse
onafhankelijkheid
Johan Sanctorum (red.),Leuven,
Van Halewyck, 2009, 215 p.
“Vroeger
moest je het debat over de onafhankelijkheid van Vlaanderen gaan zoeken
in de uithoeken van het politieke denken en handelen. En zodra daar
aangekomen, moest je dan nog je oor te luisteren leggen in de sector van
de epifenomenen. Die tijd is voorbij. Nu het eerste decennium van de 21ste
eeuw op zijn einde loopt, wordt het Belgische staatsverband in het
centrum van de scène, voor het voetlicht, voor een ruim publiek,
bevraagd, in twijfel getrokken, resoluut afgewezen.” Met deze woorden
start Erik Defoort, voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging de
‘Denksporen naar Vlaamse onafhankelijkheid.’
Johan Sanctorum verzamelde een achttal deelnemers
aan het debat, waaraan hij zelf ook een flinke steen bijdraagt. Zij
hebben uiteenlopende kwalificaties en leeftijden, komen uit diverse
ideologische windrichtingen en belichten van daaruit de situatie op even
diverse manieren. Gemeenschappelijk is hun vaststelling dat het niet
goed gaat met het koninkrijk België en evenmin met de staatshervorming.
De communautaire besprekingen van premier Leterme stootten telkens op
een “njet” van de Franstaligen en op het feit dat die telkens opnieuw
terugkomen op akkoorden die meer dan veertig jaar geleden in de
taalwetten zijn vastgelegd. De aanslepende zoektocht naar een nieuw
Belgisch compromis kostte ons na de verkiezingen van 10 juni 2007
daardoor anderhalf jaar bestuurloosheid, die blijft aanslepen.
Tezelfdertijd zijn de auteurs er evenmin van overtuigd dat Gaston Geens
gelijk had met zijn slogan: “Wat we zelf doen, doen we beter.” Wat de
verzuchting opleverde: “Ja, vooral knoeien!” De Belgische ziekte lijkt
over te gaan in de Vlaamse kwaal, met dezelfde ziektesymptomen van
bureaucratisering, ondoorzichtige besluitvorming, overlappende
bevoegdheden, politieke benoemingen…
Voor de rest zijn zowel methode, analyse
taalgebruik en stijl verschillend volgens aard en afkomst van de
onderscheiden auteurs. Van de bevlogen ‘Berichten uit la Flandre
profonde’ waarin samensteller Sanctorum de historie schetst van de
Vlaamse slijkmens, de ‘Belgische neger’ en het Franstalige, aan puur
racisme verwante superioriteitsgevoel (dat voor velen van hen helaas
geen geschiedenis is, maar zeer hedendaags) over de bezadigde filosoof
Ludo Abicht tot de soepele marxist Jef Turf, die het primaat van het
economische denken heeft opgegeven en pleit voor een diepgaande,
alomvattende discussie over heikele thema’s, van milieuverloedering en
eurocratie tot derdewereldpolitiek en migrantenbeleid. Turf vreest dat
een zelfstandig Vlaanderen van start zal gaan met de erfenis van een
ondemocratisch België en een onderwerping aan een al minstens even
ondemocratisch Europa.
Natuurlijk kan deze recensie slechts een lapidaire
indruk geven van de veelomvattende, vaak inspirerende en
toekomstgerichte inzichten in de essays. Mij intrigeert vooral wat er in
die toekomst van hun ideeën zal blijken verwezenlijkt te zijn. En of we
er inderdaad in zullen slagen een beter, democratischer, socialer en
rechtvaardiger Vlaanderen uit te bouwen. Aan de inspanningen van de
auteurs zal het niet liggen als we mislukken.
De bijdragen zijn geschreven door Ludo Abicht,
Brecht Arnaert, Julien Borremans, Peter De Roover, Koenraad Elst,
Matthias Storme, Jef Turf, Luc van Doorslaer en tenslotte Johan
Sanctorum, die hun meningen samenbracht en voor de redactie zorgde.
Handzaam formaat, fraai en aangenaam leesbaar
lettertype.
Jos Martens
De haat tegen het Vlaams was cultureel en
elitair, maar tegelijk fysiek en racistisch. […]
Uit al de francofone tirades tegen Leterme, De Wever en andere
Vlaamse herkauwers sprak een haast viscerale afkeer tegenover de
Flandrien die geen
boodschap heeft aan theatrale retoriek, en die écht eten op zijn
bord wil (de ‘vette vis’ van De Wever die maar niet kwam) in
plaats van een luchtspiegeling.
(Johan Sanctorum)
De Vlaamse identiteit is hoofdzakelijk
essentialistisch van aard, niet in het minst door de
taalverwantschap. De Belgische identiteit daarentegen is
uitgesproken constructivistisch van aard.Een progressief open en
zelfstandig Vlaanderen zou veel minder krampachtig en veel
minder historisch gedetermineerd met zijn Franstalige
zuiderburen kunnen omgaan dan een Vlaanderen dat opgesloten
blijft in het beladen en onevenwichtige Belgische kader.
(Luc van Doorslaer)
Net zoals de nieuwe Afrikaanse heersers en
hun ambtenaren het gedrag van hun koloniale voorgangers
imiteren, hebben we vandaag reeds Vlaamse bureaucraten die in
niets van de vroegere Belgische kaders lijken te verschillen.
Waarbij men zich terecht afvraagt of dat nu het uiteindelijk
doel van meer dan anderhalve eeuw Vlaamse ontvoogdingsbeweging
is.
(Ludo Abicht)
De Vlaamse Beweging wordt bij voorkeur een
sociale beweging, een verzamelbekken van sociale en
protestbewegingen met een duidelijke communautaire agenda,
ontdaan van haar al te academisch en sektarisch karakter.
(Julien Borremans)
Ons land kan een voorhoederol spelen in de
democratisering van Europa. De Vlamingen hebben een lange
traditie in de beperking van de macht van de koning door het
volk of zijn vertegenwoordigers. In de middeleeuwen was het hier
een laboratorium voor bestuursvormen die de stedelijke en
burgerlijke vrijheden bevorderden en de macht van de vorsten
inperkten. Laat ons eens te meer de voorhoede van de
volkssoevereiniteit uitmaken en een direct-democratische
modelstaat vormen.
(Koenraad Elst)
Ik zou graag zien dat het onafhankelijke
Vlaanderen nu eens echt grenzen verlegt en een Europese
gangmaker wordt inzake het nieuwe evenwicht tussen economie,
milieu, welzijn en welvaart. De uitverkoop van de
overheidsbelangen in de sleutelsectoren van industrie en financiën door privatisering moet
worden omgekeerd via duurzame hernationalisatie in het belang
van de hele volksgemeenschap.
Wat veel Vlaamse mensen vaak ergert,
terecht, is de lankmoedigheid van de overheid ten overstaan van
wetsovertredingen, de inbreuken op de rechten van de mens en het
onredelijk profiteren van onze sociale voorzieningen door
sommige enkelingen of groepen van inwijkelingen, naast een
uiterst ruime interpretatie van de familiale hereniging. Zij
voelen dat aan als een discriminatie, waardoor soms spanningen
ontstaan. ‘Eigen volk eerst’ is geen gedachte uitgevonden door
het Vlaams Belang, het is een universeel verschijnsel dat in
alle landen bestaat. […] Wanneer Vlamingen in de wijken met
grote concentraties van allochtonen de indruk krijgen te worden
achteruitgesteld, vormen ze een gemakkelijke prooi voor extreem
rechts, vooral wanneer het gaat om de eigen bevolking die zelf
in weinig benijdenswaardige omstandigheden moet leven.
(Jef Turf)
De Vlaamse staat moet een democratische
staat zijn, dat wil zeggen een staat die wordt ingevuld door de
mensen die in Vlaanderen wonen. “Wat we zelf doen, doen we
beter,” wordt van Gaston Geens graag geciteerd. Onzin. Wat we
zelf doen, doen we zelf. En daar moeten we dan ook zelf onze
verantwoordelijkheid voor dragen.
(Peter De
Roover)
Stappen we uit België omdat per jaar per
Vlaming 1000 euro naar Wallonië gaat? Of stappen we eruit omdat
België een juridische constructie is waarvoor noch Vlamingen,
noch Walen uit vrije wil gekozen hebben? Hoe lager onze
motivatie weegt op de morele schaal, hoe kleiner het elan zal
zijn waarop onze nieuwe staat kan bogen.
(Brecht Arnaert)
“De Republiek waardig” zullen de Vlamingen
eerst zijn wanneer zij beseffen “dass
frei nur ist, wer Seine Freiheit gebraucht, und dass die Stärke
des Volkes sich misst am Wohl der Schwachen”, zoals de
prachtige prambule van de Zwitserse grondwet het stelt.
(Matthias Storme)
|
|