home algemeen sites historische literatuur op alfabet op periode Nederlandse romans Indonesië W.O.II


Historische Romans

 

 

 

Kruistocht van de tempeliers

Young, Robyn Houten /Antw.,Unieboek, 2009, 575 blz
Tijd en ruimte: Midden-Oosten en Europa, 1274 - 1291.
Thema: Einde van Akko; Mammelukken, Mongolen en Franken.


7

Al-Bira, Noord-Syrië
26 februari 1276


Luide strijdkreten stegen op, die de stilte van het ochtendgloren verscheurden. Zwermen vogels vlogen op vanuit de bosjes bij de rivieroever, toen de zeventig blij des die rond al-Bira waren opgesteld, beurtelings werden afgeschoten. Reusachtige keien, die door de belegeringswerktuigen werden weggeslingerd, verpulverden de stadsmuren tot stof en puin. Zodra er een projectiel was afgeschoten, liet de Chinees die het werktuig bediende de slinger zakken. Deze hing aan een lange arm die scharnierde rond de dwarsbalk van het houten geraamte. Zijn makkers plaatsten vervolgens een andere steen in de leren band. Regelmatig lichtte de hemel op wanneer er geen stenen maar brandende tonnen pek werden gelanceerd, die aan de andere kant van de vestingmuur ontploften, een spoor van zwarte rook achterlatend.

Onder dekking van de onophoudelijke beschieting rukten twee kolossale gevaartes moeizaam op in de richting van de stad. Het waren torenhoge houten bouwsels op een platform met wielen, waarboven zich vier verdiepingen bevonden, die via een ladder te bereiken waren. De tussenplatforms werden bezet door Seldjoekse boogschutters, die geknield met hun boog in de aanslag voor de schietgaten zaten. Op de bovenverdieping van elke toren lagen dicht op elkaar geperst de Mongoolse krijgers, beschut door een zwaar houten luik. Ze droegen lamellenpantsers en hielden hun knotsen en zwaarden gereed. Achter de belegeringstorens marcheerde de infanterie, sjouwend met lange ladders. Deze voetsoldaten droegen een lichter pantser van geverniste ossenhuid, een schild dat over hun schouder hing en een zwaard op hun heup. De kleren die de soldaten drie weken geleden nog goed hadden gepast, slobberden om hen heen. Dat kwam doordat er de afgelopen dagen een epidemie had geheerst die misselijkheid en diarree veroorzaakte en waaraan honderden manschappen waren bezweken. Maar toch rukten ze vastberaden op, de Seldjoeken en Irakezen met hun kleurige mantels en tulbanden tussen de Mongolen in hun bruinleren pantsers.


Snel na de eerste inslagen van stenen en tonnen, stegen er kreten op van de Mamelukken die gewond werden door de rondvliegende stukken steen of verpletterd door de keien die dwars door de borstwering sloegen. De pijlen van de Mamelukse boogschutters verduisterden de hemel met donkere wolken, waarna ze als dodelijke regen op de aanstormende troepen neerdaalden en zich met een plof in schilden, modder en mensen boorden. De inwoners van de stad dromden samen in de moskeeën, waar de mannen gebeden opzeiden en de vrouwen probeerden hun huilende kinderen te sussen die van streek waren door het oorverdovende strijdgewoel en de onderdrukte angst van hun ouders.

Het Mamelukse garnizoen dat Baibars elf jaar geleden na een Mongoolse aanval in al-Bira had gelegerd, had wel vaker een belegering meegemaakt. Sinds Baibars de stad snel na zijn troonsbestijging op de Mongoolse bezetter had veroverd, waren de Mamelukken in een voortdurend getouwtrek met hen gewikkeld. Maar deze belegering was anders, omdat de Mongolen nu al hun zwakke plekken kenden en zich daarop concentreerden. Ondanks de versterkingen die twee weken geleden uit Aleppo waren aangekomen, begon de aanval zijn tol te eisen.

De Mamelukse krijgers laadden hun werktuigen, de mandjaniks en arradahs, klommen op de platforms van de torens die tegen de muur stonden en smeten stenen en spiesen naar de oprukkende troepen. Een spies van vier voet lang werd vanuit een arradah afgeschoten op een rij Mongoolse infanteristen met een grote ladder. De voorste man had het gevaar niet zien aankomen. De spies doorboorde zijn leren pantser met gemak, alsof hij een schim was, geen man van vlees en bloed. Door de voltreffer tuimelde hij achterover, terwijl de spies zijn dodelijke weg vervolgde en nog drie andere soldaten doorstak, als varkens die aan het spit werden geregen. Uit de rijen die niet door de pijlenregen getroffen waren, maakten zich vier voetsoldaten los. Ze raapten de ladder op en marcheerden ermee verder. Elke keer als er krijgers sneuvelden, werd hun plaats door anderen ingenomen, die verder trokken, terwijl de grond met lijken bezaaid lag.

De stenen die de Mamelukken uit hun mandjaniks op de belegeringswerktuigen afschoten, hadden minder effect dan de spiesen, omdat de houten bouwsels werden beschermd door een dempende laag van doeken, hooi en jute. Maar wanneer ze door de projectielen werden geraakt, begonnen ze wel vervaarlijk te schommelen en beven. Een zware regenval had de vlakte gedeeltelijk veranderd in zompige modder, die de klus van de mannen aan de touwen nog zwaarder maakte. Telkens uitglijdend, hun benen bedekt met grijze, stinkende smurrie, knarsetandend van de spierpijn, sleurden ze de belegeringswerktuigen traag maar gestaag naar al-Bira.

p. 75 - 76


Bespreking

Na jaren van bloedvergieten heerst er eindelijk een wapenstilstand tussen christenen en moslims. In 1274 maakt Europa zich op voor een nieuwe kruistocht. In Egypte ontbrandt bij de Mammelukken een machtsstrijd tussen sultan Baibars en de waarzegger Kadir, die de vernietiging van het Beloofde Land bepleit. Vanuit de door oorlog geteisterde steden in het koninkrijk Jeruzalem tot de paleizen van de sultan in Egypte vertelt Kruistocht van de Tempeliers het op historische feiten gebaseerde verhaal van de jonge tempelier Will Campbell.

Robyn Youngs tempelierstrilogie surft mee op de trend van romans en strips over tempeliers - mysteries - Graal - schatten, net als haar latere Opstand. *
Will Campbell is ridder en lid van de Broederschap, de Anima Templi (Ziel van de Tempel) een mysterieus genootschap binnen de orde van de tempeliers, gericht op verzoening tussen de religies, met volgelingen bij christenen én moslims. (Net waarvan Filips IV van Frankrijk onder heel veel meer de tempeliers beschuldigde toen hij de orde in 1307 afschafte en wat een rol speelt in alle bovenvermelde romans en strips.)

Terwijl Oost en West de degens kruisen, heeft Will zo zijn eigen problemen. Hij worstelt met zijn eed aan de Orde, zijn geheime rol in de Broederschap en zijn gevoelens voor Elwen, de vrouw die hij liefheeft maar niet mag trouwen.
Dit tweede deel behandelt de periode 1274 - 1291, de laatste twintig jaar van Akko, de laatste hoofdstad van het christelijke koninkrijk Jeruzalem. De actie verplaatst zich van Akko naar het Egypte van de Mammelukken en hun strijd tegen de Mongolen, die de ondergang van de kruisvaarders hebben vertraagd. En even naar Engeland en Mekka.

De toestand in Akko met zijn zielige bloedige partijtwisten tussen tempeliers en johannieters, Venetianen en Genuezen, koning Hugo van Cyprus en Karel van Anjou, koning van Sicilië, zijn tegenstander voor de kroon van Jeruzalem, is goed beschreven en -voor zover wij konden nagaan- inderdaad historisch grotendeels correct. Young munt in het bijzonder uit in sfeerschepping en de beschrijving van belegeringen en veldslagen. Literair gezien verkiezen wij Rubroeks reizen van Willy Spillebeen.
Diens verhaal is in de ik-vorm, wat de horizon beperkt tot wat Rubroek zelf heeft meegemaakt, zag, of hem verteld is door betrouwbare getuigen.

Young werkt ruimer, op een beperkter terrein (als je vergelijkt met de tochten van Rubroek tot in Karakorum). Edoch, m.i. behoort zij tot de alsmaar aangroeiende horde auteurs voor wier lezers de tekstverwerker een vloek is. Zij zouden gedwongen moeten worden om met de ganzenveer te schrijven! Haar boeken zouden er beslist eveneens bij winnen als ze minstens 100 bladzijden minder ‘vuistdik’ waren! Dat ze echter succes hebben, is een feit. Het exemplaar dat ik even uit de bib haalde om de kaft in te scannen voor deze bespreking, was sinds mijn vorige ontlening enkele maanden geleden, compleet stuk gelezen. (Gosch, wat heb ik een hekel aan lezers, die een ezelsoor in de hoek van een bladzijde vouwen om de plaats merken waar ze gebleven zijn, in plaats van losse bladwijzers te gebruiken die je gratis kan krijgen, zowel in de bib als in de boekhandel! Eerbied voor boeken a.u.b. en voor de lezer, die na je komt!)


Website van de auteur (Engels)

Meer informatie: zie onderaan bij de bespreking van Willy Spillebeen, Rubroeks reizen.


*
Young, Robyn, Ridder van de tempeliers, Houten/Antwerpen, Unieboek, 2008, 574 blz.
Young, Robyn, Kruistocht van de tempeliers, Houten /Antw.,Unieboek, 2009, 575 blz.
Young, Robyn, Requiem voor de tempeliers, Houten/Antw.,Unieboek, 2009, 573 blz.
Young, Robyn, Opstand, Houten/ Antw.,Unieboek, 2011, 574 blz. - eerste hoofdstuk te lezen op bol.com

De boeken van Robyn Young zijn ook als E-boek te koop.


Jos Martens
augustus 2011