home algemeen sites historische literatuur op alfabet op periode Nederlandse romans Indonesië W.O.II


Historische Romans

 

 

 

Rubroeks reizen

Willy Spillebeen, Leuven, Davidsfonds/literair, 2009, 408 blz.
 
Tijd: 13de eeuw.
 
Decennia geleden raakte Willy Spillebeen gefascineerd door mensen die een vooraanstaande rol speelden bij het contact van Europa met andere culturen en zo de horizon van de westerlingen gevoelig hebben verbreed.
 
Een heel beknopte selectie: na het veelvuldig bekroonde en herdrukte De hel bestaat (1984) volgde het magistrale Cortés of De val (1987)- algemeen beschouwd als een meesterwerk in zijn genre. Dan Busbeke of de thuiskomst (2000) en nu dus Rubroeks reizen (2009).
 
In 1252 zond koning Lodewijk IX van Frankrijk de franciscaner monnik Willem van Rubroek naar de Grote Khan van de Mongolen om een bondgenootschap te sluiten tegen de Mammelukken. De expeditie van Lodewijk naar het Egyptische Damietta is dan net geëindigd in een totale mislukking waarbij de koning is gevangen genomen en tegen een enorm losgeld vrijgelaten (1249 - 1250, later de Zevende Kruistocht genoemd).
Op 9 april 1241 is bij Liegnitz (thans Legnica, in West - Polen) een groot westers ridderleger van 30.000 man in de pan gehakt door een veel kleiner Mongools ruiterleger. Onder de christenen waren veel geduchte vechtjassen van de Duitse orde, de tempeliers en hospitaalridders, die in het H. Land hun sporen verdiend hadden. Later bleek het treffen slechts een tactisch afleidingsmanoeuvre voor de echte slag, waarbij een andere Mongoolse strijdmacht op 11 april de troepen van de Hongaarse koning Bela verpletterde, ondanks diens numerieke overwicht.
Heel de christenheid sidderde jarenlang terecht van angst, ook al verdwenen de 'Tataren' even mysterieus als ze opgedoken waren. West-Europa werd alleen maar gered omdat ver weg de Grote Khan stierf, zodat het invasieleger terug moest om mee te beslissen over de opvolging.
 
De kruisvaarderstaten in het Heilig Land zijn teruggebracht tot een smalle kuststrook rond Tripoli en vooral Akko, voortduren bedreigd door de Mammelukken onder sultan Baibars. Alle hulp is dus welkom. Daarbij doet het gerucht de ronde dat de Mongolen het christendom genegen zijn.
 
Na een verschrikkelijke reis vanuit Constantinopel (dan nog voor korte tijd een Latijns keizerrijk, na de schandelijke Vierde Kruistocht van 1204) belandt Rubroek uiteindelijk in Karakorum bij Möngke Khan. Over zijn tocht schrijft hij een uitvoerig rapport in het Latijn voor koning Lodewijk.
 
Zijn reisverslag is van onschatbare waarde. Het verhaalt over het Aziatische binnenland en de Mongoolse samenleving in de 13de eeuw. Vooral de accurate geografische beschrijvingen en de taalkundige gegevens wijzen op een enorme zin voor detail. De informatie over zowel de Mongolen als de overige volkeren die in Centraal-Azië leefden zijn belangrijk voor de historische etnografie. Willem van Rubroek beschrijft hun levenswijze, hun mentaliteit en materiële cultuur, op een ogenblik dat de Mongoolse maatschappij nog niet zo sterk beïnvloed was door de Chinese cultuur.
 
Waarom is Marco Polo dan beroemd en Rubroek onbekend? Rustichello, de man die kort na 1300 het relaas van de Venetiaan Polo optekende in Genuese gevangenschap, schreef een fantastisch avonturenverhaal. Rubroek is een scherp observator, maar houdt zich aan de werkelijkheid. Waar hij komt in onbekende streken vraagt hij de inwoners naar de ‘wonderwezens’ met één voet of met hondenkoppen die in alle geografische beschrijvingen voorkomen sinds Plinius de Oudere. Waarbij hij aantekent dat niemand ze ooit gezien heeft en ze dus bijna zeker niet bestaan. Hij is noteert onder meer als eerste dat de Krimgoten een taal spreken die nauw verwant is aan zijn eigen Diets, wat Ogier van Busbeke drie eeuwen later zou bevestigen.
 
Over het leven van Rubroek is zeer weinig bekend. Zijn beroemde Engelse ordebroeder Roger Bacon vermeldt hem in zijn Opus Maius. Het is bekend dat hij met koning Lodewijk zeer vertrouwelijk omging en klaarblijkelijk deelnam aan de Zevende Kruistocht.
 
De rasverteller Spillebeen zou geen romanschrijver zijn als hij niet meer zou doen dan Rubroeks tekst omzetten in modern Nederlands. De lacunes in de biografie van zijn struisgebouwde, onvermoeibare doch steeds zeezieke zwerver gebruikt hij om een volledig cruciaal tijdsgewricht te evoceren, dat spettert van leven. In deze ongemeen rijke en uitzonderlijk goed gedocumenteerde roman ontmoet Rubroek de belangrijkste personen van zijn eeuw. Het verloop van de rampzalige expeditie naar Damietta vertelt hij jaren later in Parijs in een uitvoerige flash - back aan Francis Bacon (een literair procedé dat in zijn tijd natuurlijk nog niet bestond). Bacon is zowat Rubroeks alter ego. Beiden onconventionele denkers. Rubroek de waarnemer, steeds bekommerd om de mens, wiens hart bloedt bij het aanschouwen van allerhande leed; Bacon de mathematische wetenschappelijke geest met een onverzadigbare drang naar kennis, die niet alleen experimenteert, maar alles in grotere systemen poogt te gieten. Beiden zijn in chiasme (kruisstelling) verbonden met de starre dogmatici, de bekrompen kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, de domme halsstarrige hoogmoedige adel, de onontwikkelde monniken en de moordende soldateska aan alle zijden van de elkaar bestrijdende partijen. Het is steeds de kleine mens, die het gelag betaalt en hun slachtoffer is. Beiden zijn zelf slachtoffer: Bacon met spreek- en schrijfverbod verbannen naar Parijs en dan weer naar Engeland; Rubroek andermaal verbannen naar Akko.
 
Alleen de tragische koning Lodewijk vindt genade in Rubroeks ogen. Over hem spreekt hij met sympathie en weemoed. In de Franse hoofdstad heeft hij lange gesprekken met de koning en draagt hij regelmatig de mis op voor de koninklijke familie in de Sainte-Chapelle, door Lodewijk gebouwd als een schitterend stenen reliekschrijn voor de doornenkroon van Christus. Hij ontmoet de gebroeders Polo bij hun terugkeer van de nieuwe Mongoolse leider Koebilai Khan in Akko waarheen hij feitelijk is verbannen, is aanwezig bij de Achtste Kruistocht naar Tunis en de dood van Lodewijk. (Lodewijk zou in 1297 heilig verklaard worden op sterke instigatie van zijn allesbehalve heilige kleinzoon Filips de Schone - de koninklijke valsmunter, de man wiens leger verslagen werd door de Vlamingen in de Guldensporenslag van 1302, de vernietiger van de tempeliersorde in 1307 - door paus Bonifatius VIII, die in 1303 in Franse gevangenschap zou sterven.(J.M.))
In Akko ontmoet hij de Polo’s een tweede keer als ze met de jonge Marco weer op weg gaan naar de Grote Khan en hij hen tot zijn woede en wanhoop niet mag vergezellen. Gekortwiekt, terwijl hij de christenheid uitstekende diensten had kunnen bewijzen! Hoe luttel kon de eerlijke, ongecompliceerde Rubroek bevroeden dat zijn vriendschap met Bacon de oorzaak zou worden van zijn ongenade? In Akko is hij ooggetuige van de eindjaren en de val van dit allerlaatste kruisvaarderbolwerk in 1291 - later beschouwd als het ‘officiële’ einde van de kruistochten. Hier sterft hij onder het zwaard van een Mammeluk - of wordt hij toch nog levend onder het puin vandaan gehaald?
 
Aanbeveling aan allen met een greintje belangstelling voor een haast onbekende held van een haast vergeten era: voor de moderne lezer is deze historisch degelijk gedocumenteerde roman even belangwekkend als Rubroeks verhaal zelf. En zeker voor historici! 
 
Romans
 
Willy Spillebeen. De hel bestaat, Antwerpen, Manteau, 1984, 165 blz. Illustraties: Michel Gruyters. Bekroond met de Jacob van Maerlantprijs 1984 - latere herdrukken.

Willy Spillebeen, Cortés of De Val, Antwerpen, Hadewijch, 1987, 291 blz. - 2de druk: Antwerpen, De Gulden Engel, 1994.  

Willy Spillebeen. Busbeke, of De thuiskomst, Leuven, Davidsfonds, 2000, 443 blz.  

Robyn Young, Kruistocht van de tempeliers, Houten, Antw.,Unieboek, 2009, 575 blz.
Waar Spillebeen het verhaal vertelt, gezien door de ogen van een weliswaar nieuwsgierige en veelbereisde monnik, brengt dit tweede deel van Youngs tempeliertrilogie het relaas van een militair betrokken tempelier. De tegenwoordig haast onvermijdelijke verwijzingen naar een geheim genootschap binnen de orde neem je dan maar op de koop toe. 
 
Website
 
Er is een bijzonder degelijke en wetenschappelijk verantwoorde website opgezet door Erik Gobin en het Maerlant Centrum van de Leuvense universiteit. Zeer bruikbaar in klasverband, naar ons gevoel met iets te beknopte onderdelen. Je kan doorklikken naar een site van de universiteit van Adelaide (Australië) met de tekst van Rubroeks reisverslag in het Latijn plus Engelse vertaling. Voor de website van het Maerlant Centrum hebben de auteurs een Nederlandse vertaling van dit verslag gekregen van de Heemkundige Kring De Roede van Tielt (die eerder al een goed non-fiction boekje over de monnik uitgaf). Dit zou ik graag op de website zien!

Non - fiction

Asbridge, T., De Kruistochten. De strijd om het heilige land, Antwerpen, Standaard Uitgeverij - Het Spectrum, 2010, 784 blz.

De twee meest toegankelijk reeksen op dvd The Crusades. The Crescent & the Cross (2005)
en De kruistochten, de befaamde reeks van Terry Jones (1995) stoppen na de Derde Kruistocht. (De manier waarop Jones de volgende tochten afhaspelt, is een aanfluiting.) Het boek van Asbridge geeft het beste verslag van de periode die Spillebeen in Rubroeks reizen evoceert. In de recensie bij Asbridge vind je voldoende bibliografie en links.
 
Bergreen, L., Marco Polo, De Bezige Bij, 2008, 431 blz.
Over Marco Polo tel ik in mijn eigen bibliotheek alleen al vijf (iets oudere) boeken over Marco Polo. Geen probleem dus om documentatie te vinden.
 
Marschall, R., Opkomst en ondergang van het Mongoolse keizerrijk: van Djenghis Khan tot Koebilai Khan, Baarn, Tirion - Utrecht, Stichting Teleac, 1993, 256 blz. Uitstekend boek bij een even uitstekende televisiereeks. De (veel te dure) begeleidende video van Teleac kun je vervangen door de eerste van de dvd’s hieronder.
 
Films
 
Genghis Khan, BBC, 2005, 50 minuten, docudrama
 
Mongol, Duitsland, Mongolië, 2007, Speelduur: 120 minuten + 48’ extra’s, speelfilm.
 
Marco Polo - RAI & Channel 1, 1982 - Televisiereeks, speelduur:7u.30’- 3 dvd’s (Uitg.: Dutch Filmworks 2002) - Engelse versie, Nederlandse ondertitels.
Knappe reeks. En een primeur: de eerste keer dat buitenlanders, na de dood van Mao, mochten filmen in de Verboden Stad. 
 
 
Jos Martens
augustus 2011