Histoforum |
||||
Genghis Khan |
laatste wijziging: 06-11-2011 |
|||
Genghis Khan BBC 2005 - DVD - duur: ca. 50 minuten - Engels,
Mongools, Nederlandse ondertitels.
Inhoud “Hoed u voor
de man met een goddelijke zending!”
In de desolate Mongoolse steppen nam de krijgsheer
Temoedjin in 1206 de titel aan van Djenghis Khan (Opperste
leider), nadat hij haast alle Mongoolse stammen onder zijn bevel had
verenigd en gereorganiseerd tot een moordend efficiënte oorlogsmachine.
(Nota: Djenghis is de gangbare
Nederlandse spelling, Genghis de Engelse.) Het eerste deel van deze voortreffelijke
documentaire gaat in op de vraag hoe de jonge Temoedjin dit heeft kunnen
bereiken. Zonder de steun van zijn bloedbroeder Jamuka was het
onmogelijk geweest. Doch Jamuka heeft hem verraden en zijn stam bijna
uitgemoord nadat een sjamaan, een heilige man, in een visioen gezegd had
dat alleen Temoedjin door de Hemel was voorbestemd om de wereld te
veroveren. Een dergelijke alliantie kan slechts samengehouden worden
door ijzeren discipline, gecombineerd met gewapende gebiedsuitbreiding
en de belofte van buit. En dat is precies wat gebeurde. Djenghis Khan begon aan de uitbouw van het grootste
imperium dat de wereld ooit heeft gekend. Een rijk dat een breed spoor
van bloed en onnoemelijke wreedheden trok van Oost-Azië tot Polen en
Oostenrijk, een stempel drukte op de Russische ziel en streken in Perzië
en Irak zo grondig uitmoordde dat zij zich tot vandaag nooit volledig
hebben hersteld. Mongoolse en Turkse stammen die zich niet wilden
onderwerpen werden uitgeroeid of vluchtten naar het westen of uiterste
noorden. In 1211 was Djenghis Khan klaar voor de volgende stap: de invasie van het Noord-Chinese rijk der Tsjin. De eerste vuurproef ook voor zijn militaire vernieuwingen: de schijnbaar ongeordende ruiters uit de steppen tegen de heerscharen van een geordend cultuurrijk, gesterkt door eeuwen beproefde tactieken in hun strijd tegen plunderende nomaden. De documentaire stelt dat hij daartoe wel verplicht was, omdat China nooit een zo machtig heerser aan zijn grenzen zou dulden. Hier komt een
eerste, misschien onvermijdelijke simplificatie in een film die in feite
veel te kort is voor zijn veelomvattend onderwerp: China wordt
voorgesteld als een eenheidsrijk, wat het zeker niet was. Djenghis ontdekte dat hij wel de Tsjin militair kon
overwinnen, maar niet in staat was om hun rijk blijvend te veroveren. De
Mongolen beschikten nog niet over de kennis om een stad te belegeren en
in te nemen. Dus richtten zij kris kras ontzettende bloedbaden op
ongekende schaal aan onder de boeren. Bij volgende invallen zou het nog
erger worden: de eerste Noord-Chinese steden die ze konden innemen
werden volledig in de as gelegd en alle inwoners om het leven gebracht.
Elke soldaat kreeg tientallen slachtoffers toegewezen, die systematisch
met het zwaard werden gedood. Een ambassadeur van de Sjah van Chwarezm
die het veroverde Tsjoeng - toe bezocht, berichtte dat de straten
glibberig waren van menselijk vet en bezaaid met beenderen. De strijd
zou zich nog decennia voortslepen tot na de dood van Djenghis, vooraleer
Noord-China definitief veroverd was. De tienduizenden slachtoffers
vermenigvuldigden zich in de loop der jaren tot miljoenen! Vanwaar die
buitensporige moordpartijen? Als alle stepperuiters koesterden de
Mongolen, hoog vanuit hun ruiterzadels, een grenzeloze minachting voor
de menselijke wormen, die gebogen zwoegend in de grond wroetten om hun
rijst te planten. Zij beschouwden landbouwers en stedelingen als minder
waard dan hun vee, alleen maar goed om neer te houwen of als slaven weg
te voeren! In 1216 reikte het territorium van Djenghis Khan in
het westen tot aan de grenzen van het gigantische Chwarezm imperium. Een tweede
vereenvoudiging: Chwarezm wordt niet vermeld, maar aangeduid als Perzië. Eeuwenlang lag de kern van dit moslimrijk in Oezbekistan. In het verleden was dit de bakermat geweest van geleerden als het universele genie al-Biroeni (973 - 1048). Nu strekte het zich uit over West-Afghanistan, Zuid-Kazachstan en aangrenzende gebieden tot Chorasan in Iran. En recent had de Sjah ook meer noordelijk Transoxanië (het gebied tussen de Amoe Darja en Syr Darja) veroverd met het enorme leger Turkse huurlingen dat hij van zijn vader had geërfd. Hij maakte van Samarkand met zijn half miljoen inwoners zijn hoofdstad. De grote steden als Samarkand en Boekhara lagen in een dor gebied waardoor al eeuwenlang de beroemde zijderoute liep vanuit China. In 1218 executeerde de Sjah Mongoolse gezanten. Dit
stond gelijk met een oorlogsverklaring: voor Mongolen waren gezanten
onschendbaar. De Sjah zag de krachtmeting vol vertrouwen
tegemoet. Alleen al in Transoxanië had hij 400.000 man ter beschikking.
Maar dat was buiten de onverzadigbare veroveringsdrang van Djenghis
gerekend. Omwille van de ravitaillering en tegen het advies
van zijn zoon in, had de Sjah zijn gigantisch leger opgesteld in een
langgerekte verdedigingslinie. Djenghis bracht 200.000 man in het veld,
nog altijd minder dan de helft van zijn tegenstander. Hij verdeelde zijn
troepen in verschillende colonnes. Een grote afdeling rukte rechtstreeks
op tegen de vijand. Zelf verdween hij aan het hoofd van een kleiner
korps in het niets, de woestijn in. Om na een helse tocht in het westen
honderden kilometers achter de linies van de tegenstander op te duiken,
in de buurt van Boekhara. De stad werd snel ingenomen, de verdedigers
uitgeroeid, duizenden inwoners gedood, duizenden anderen als slaven
afgevoerd naar Mongolië samen met hele karavanen buit: steeds hetzelfde
scenario. Ook Samarkand, de prachtige hoofdstad van de Sjah,
hield het slechts enkele dagen uit. Het Turkse garnizoen van 30.000 man
werd tot de laatste man afgeslacht. Maar de Sjah zelf ontkwam en
vluchtte met de resten van zijn leger naar Mesopotamië. De Mongolen
achtervolgden hem van stad naar stad, tot hij uiteindelijk in januari
1221 aan de Kaspische Zee aan longontsteking overleed. Zijn zoon, Jalal al-Din, die de invallers met
succes had bestreden, moest eveneens vluchten, dwars door Iran en
Afghanistan tot over de Indus in het huidige Pakistan. Zijn
achtervolgers kregen hem nooit in handen, maar verwoestten alles
onderweg zo grondig, dat sommige streken zich nooit meer hebben
hersteld. De Mongoolse generaal Soebodai zette na de dood van
de Sjah zijn tocht verder tot in Georgië, waar hij een christelijk
ridderleger versloeg, daarna een coalitie van Turkse stammen en
uiteindelijk in 1223 een verenigde strijdmacht van Russische vorsten. Toen Djenghis in 1227 stierf aan de gevolgen van
een val van zijn paard, ging een zucht van verlichting door een
aanzienlijk deel van de wereld. Voorbarig, bleek spoedig. Volgens De geheime geschiedenis van de Mongolen,
een der bronnen voor deze documentaire, stierf Djenghis als een
teleurgesteld man, omdat hij zijn bestemming, de verovering van de hele
wereld, niet had kunnen volbrengen. Bespreking
Ondanks de knappe en grootschalige uitwerking, de wetenschappelijk verantwoorde reconstructies, de talloze Mongoolse figuranten, de verfilming op locatie en de computertechnieken, ontleend aan The Lord of the Rings heb ik toch enkele fundamentele opmerkingen. De film is uitmuntend als eerste kennismaking en/of om in zijn geheel of in fragmenten te gebruiken in een les. Mijn voornaamste bezwaar betreft enkele simplificaties die afbreuk doen aan het geheel. Natuurlijk, als je een internationale urenvullende documentaire kunt wijden aan hetzelfde onderwerp, zoals Robert Marshall met Storm uit het Oosten (1992?) -ook in Nederland en Vlaanderen herhaaldelijk uitgezonden- dan kun je de diverse onderdelen veel meer en in detail uitdiepen. Ik heb dat hierboven proberen op te vangen met eigen aanvullingen, voornamelijk gebaseerd op het boek van Marshall *. De documentaire stopt helaas waar de Mongolen onze Europese geschiedenis binnenstormen, al moordend en brandend, een lacune in onze schoolboeken geschiedenis en daardoor onbekend. Hiervoor verwijs ik naar de Bijlagen, fragmenten in voorpublicatie uit mijn nog niet voltooide boek, te verschijnen bij Davidsfonds, Leuven: De Kruistochten. Eeuwen Jihad om het Heilig Land. Robert MARSHALL,
Opkomst en ondergang van het
Mongoolse keizerrijk: van Djenghis Khan tot Koebilai Khan, Baarn,
Tirion - Utrecht, Stichting Teleac, 1993, 256 blz. Didactische
tips Deze historische episode verdient beslist meer
aandacht dan ze in het onderwijs normaal krijgt. Helaas, daar heb je
het: tijdsgebrek! In het verleden hebben we dit als volgt proberen op te
lossen: we besteedden hieraan 2 lesuren met fragmenten uit de
televisiereeks Storm uit het
Oosten, vergezeld van fragmenten uit het boek van Marshall. (De dvd
bestond immers nog niet.) Je kunt het nu als onderwerp voor een scriptie/lezing geven, zo mogelijk in samenwerking met het vak Nederlands, waar dan Rubroeks reizen van Willy Spillebeen door dezelfde werkgroep gelezen wordt. Dit in het geval dat alle leerlingen in de loop van het jaar om de beurt een taak krijgen rond een onderwerp. Wie weinig ervaring heeft met deze manier van werken, verwijzen we op deze site naar het artikel Gelezen Tijd. Over de waarde van speelfilms en documentaires als
representatie van geschiedenis, zie op deze site, in
Histoforum Didactiek:
Speelfilms als medium voor
multimediaal en vakoverschrijdend werken.
De betrokkenen mogen natuurlijk fragmenten uit de
documentaire gebruiken. De hele klas krijgt deze bespreking van de
documentaire en de teksten van de bijlagen te lezen; de werkgroep
distilleert enkele vragen die door allen moeten gekend zijn. Over heel veel onderwerpen is informatie te vinden op
internet, bijvoorbeeld: Mongoolse
yoertes (tenten), het vervaardigen van een ruiterboog enz. Of: je toont zelf fragmenten die je bruikbaar
vindt, bezorgt de teksten en opdrachten als hierboven vermeld aan allen.
november 2011
|
||||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|
||||