|
|
Dimensie Een Positieve
attitude en perceptie
- Het leren moet plaatsvinden in een veilige omgeving en de
leerling moet zich gewaardeerd voelen door leraar en leerlingen. Belangrijke
aspecten zijn: het hebben van oogcontact met de leerling, het tijd geven om
te antwoorden, goede onderdelen van foute antwoorden positief waarderen,
herformuleren van antwoorden.
- Het leren moet plaatsvinden in een prettige omgeving. Humor
kan daarbij helpen en ook het aanbrengen van structuur in de lessen,
bijvoorbeeld door een duidelijk begin en einde van de lessen.
- De leerling moet het gevoel hebben dat wat hij moet
leren binnen de grenzen van zijn mogelijkheden ligt
- Leerlingen leren beter als zij het gevoel hebben dat de
opdrachten belangrijk zijn voor hun eigen doelen/doelstellingen
- De opdracht moet duidelijk en eenduidig zijn. Voorbeelden
van afgeronde taken kunnen daarbij helpen
Dimensie Twee Het
verwerven en integreren van kennis
Leren is alleen betekenisvol als de nieuwe kennis aansluit bij
bestaande kennis. Er zijn twee soorten kennis:
procedurele kennis
kennis betreffende leerprocessen, bijvoorbeeld het toepassen van een
stappenplan, kaartlezen, experimenteren en het schrijven van een essay. In het
aanleren van procedurele kennis kun je drie fasen onderscheiden:
- het construeren van procedurele kennis. Drie basis
types van procedures zijn algoritmes (stappen, staartdelingen kunnen maken
in stappen), tactieken (regels voor het kunnen lezen van een grafiek) en
strategieën (algemene regels voor probleemaanpak) Leerlingen kunnen helpen
bij het aanleren van deze kennis door bijvoorbeeld analogieën te gebruiken
en door hardop te vertellen wat je doet als leraar.
- het vormgeven van procedurele kennis. Leerlingen leren door
te doen en worden begeleid door de docent, die reflecteert op wat de
leerling doet.
- het internaliseren van procedurele kennis vindt plaats
door iets zolang te doen dat het (haast) automatisch gaat. Nadruk op
snelheid en nauwkeurigheid kan hierbij helpen.
verklarende kennis
verklarende kennis is kennis van feiten en
die kunnen herhalen/ophoesten. In het aanleren van verklarende kennis kun je
drie fasen onderscheiden:
- het construeren van verklarende kennis. Je gebruikt
bestaande/aanwezige kennis om betekenis te geven aan wat je aan het leren
bent. Een populaire strategie is: Wat weet je al, wat wil je weten/leren,
aangeven wat je geleerd hebt.
- het organiseren van verklarende kennis. Je kunt leerlingen
van te voren vragen geven om de informatie te organiseren. Je kunt ook
gebruik maken van schema's, grafieken en modellen
- het opslaan van verklarende kennis. Succesvolle
strategieën zijn hier het leggen van verbanden met oude kennis, het
vertellen van verhalen over het onderwerp enz.
Dimensie Drie Uitbreiden
en verfijnen van kennis
Acht activiteiten om kennis uit te breiden en te verfijnen
kunnen worden ontwikkeld door vragen van de docent:
- Vergelijken. Bijvoorbeeld aangeven van verschillen en
overeenkomsten
- Categoriseren. Indelen in groepen en het benoemen van
groepen, criteria opstellen voor rubrieken enz.
- Inductie. Conclusies trekken op basis van bewijsmateriaal.
Bijvoorbeeld door een hypothese te testen
- Deductie. Bijvoorbeeld een gegeven uit een stelling afleiden.
- Fouten analyse. Bijvoorbeeld alleen gegevens gebruiken die
een hypothese bevestigen
- Onderbouwen. Argumenten ter ondersteuning zoeken.
- Abstraheren
- Standplaatsgebondenheid onderzoeken. Waarom doen mensen,
zeggen mensen, denken mensen wat zij doen, zeggen en denken.
Dimensie Vier Betekenis
geven aan kennis
Vijf manier om kennis betekenisvol te gebruiken:
- Besluitvorming. Selectie uit gegevens en op basis van
afweging tot een besluit komen.
- Onderzoek. Drie types:
- verklarend (wat is bepalend voor een
bepaald concept),
- historisch ( hoe of waarom is iets gebeurd)
- voorspellend (wat zijn er onder gegeven omstandigheden gebeuren)
- Experimenteel onderzoek. Bijvoorbeeld proeven bij
natuurkunde, scheikunde en biologie).
- Probleem oplossend
- Uitvindingen.
Algemeen kan gesteld worden dat betekenisvolle opdrachten aan
de volgende eisen voldoen:
- Toepassingsgericht (gericht op vragen of doelstellingen)
- Langdurend
- Leerling gestuurd
Dimensie Vijf
Productieve instelling
Drie belangrijke productieve instellingen zijn:
- zelf-regulerend denken en leren (plannen, metacognitie,
feedback, evaluatie)
- kritisch denken en leren (nauwkeurig)
- creatief denken en leren (niet te gauw tevreden zijn,
grensverleggend)
Bij het aanleren van een dergelijke attitude moet de
docent een belangrijke rol spelen bij de introductie en procesbegeleiding,
Bijvoorbeeld door:
- aan te sluiten bij persoonlijke doelstellingen van
leerlingen. Leerlingen moeten aangemoedigd worden om zichzelf doelen te
stellen.
- gebruik te maken van academische probleemstellingen
(wiskundige problemen, logische problemen)
- gebruik te maken van de Socratische dialoog (doorvragen,
confronterende vragen stellen)
Sites over Marzano
|