Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5 deel 6 deel 7 deel 8 | |||
|
De islam in China
Even vooraf : dit boek biedt meer dan de titel suggereert. De
schrijfster (°1936), reisbegeleidster sinds 1986, geeft ook een
beeld van de islam op zich: inhoud, symbolen, rituelen, militaire
expansie in Azië, kunst, handel, Zijderoute.
Ze geeft ook een beknopt schematisch overzicht van de Chinese
geschiedenis en parallel daarmee van de gebeurtenissen in andere
culturen in de rest van de wereld.
Het boek zelf begint met het ontstaan van de islam in de 7° eeuw in
Arabië. In minder dan een eeuw (651-751)stonden de Arabische legers in
Spanje, aan de Indus en aan de grenzen van China.
De schrijfster verklaart die snelle veroveringen door de efficiënte
militaire kracht, de mobiliserende ideologie, de religieuze en culturele
band, die ook vandaag nog altijd bestaat. Allicht speelde de zwakheid
van de tegenstanders ook een rol.
Vervolgens geeft ze een introductie in de islam, met verklaring van een
aantal begrippen en symbolen.
Vanaf 650, 100 jaar dus voor de veldslag bij de Talas rivier,
stuurden Arabische kaliefen
gezanten naar China. Dat was blijkbaar al de wens van Mohammed. Vele
Arabische kooplieden vestigden zich in Chinese steden, o.a. in Kanton /
Guangzhou. De zijderoute, een naam die pas in 1870 gegeven werd door de
Duitse geograaf Ferdinand von Richthofen, verbond Xi’an (“Westelijke
Vrede”) met de Middellandse zee. De route was 11.265 km lang. De auteur
zegt niet wanneer ze precies ontstond.
Ze spreekt over Marco Polo, maar helaas niet over onze eigen Willem van
Rubroek, die in 1253, dus 18 jaar voor Marco Polo naar de
Mongools-Chinese hoofdstad Karakorum reisde en een veel betrouwbaarder
reisverslag schreef dan de fantasierijke Italiaanse koopman, van wie we
nog altijd niet honderd procent zeker zijn dat hij in China geweest is.
De zeereizen van de moslim Zheng He (1405-1433) koppelt ze aan de
aanwezigheid van Arabieren in Kanton.
Vanaf 1519 kwamen de
Portugezen naar China en met hen, vanaf 1600, ook de jezuïeten. Matteo
Ricci wordt terecht vermeld, maar Ferdinand Verbiest en Philip Couplet,
vertaler van Confucius, helaas niet. Ricci en Verbiest vervingen aan het
keizerlijk hof de moslim astronomen, die in kennis duidelijk achterop
hinkten. In 1644 veroverden de Mantsjoes Beijing. Ze vervingen de Ming
dynastie (1368-1644) door de buitenlandse Qing dynastie.
Deze hield stand tot 1911, ondanks de Opiumoorlog (1839-1842), het
vernederende verdrag van Nanjing, waarbij China in 1842 vijf havens
moest openstellen voor het Westen, verder nog enkele opstanden, o.a. van
moslims (1850-1873) en de Bokseropstand van 1900. De Republiek China
hield moeizaam stand van 1911 tot 1949 (en op Taiwan tot nu toe). De
auteur verklaart niet waarom Mao won tegen Tsjang, over wie ze zelfs
niet spreekt.
In de Mao-periode (1949-1976) werden de moslims meer als etnische dan
als religieuze groepen beschouwd, waardoor hun activiteiten minder
gecontroleerd werden, behalve tijdens de vreselijke Culturele
revolutie(1966-1976). Ze waren er dus beter aan toe dan de katholieken,
die hard werden vervolgd, o.a. omdat ze buitenlandse missionarissen
hadden en gehoorzaamden aan de paus in plaats van aan de CCP. De
Culturele revolutie was een ramp : de islam werd jarenlang verboden,
moskeeën werden in brand gestoken, vele duizenden islamieten werden
vermoord, Sinds de jaren ’80 is er weer een relatieve tolerantie. De
grondwet van 1982 waarborgt de vrijheid van geloof. Maar het doel van de
CCP blijft de moslims te assimileren en hun opvoeding in overeenstemming
te brengen met de communistische maatschappij. De provincie Xinjiang
blijft te belangrijk, want ze bevat de helft van de Chinese oliereserves
en het gros van hun uranium. De
overheid onderhoudt haar contacten met de moslims via de vele ingeweken
Han-Chinezen en via de Chinees-Islamitische Vereniging, die in 1953 werd
opgericht. De taken hiervan staan (in het Engels) omschreven op p.
62-63.
Na dit historisch overzicht, volgt in deel III het persoonlijk verhaal
van de schrijfster: haar bezoek aan de provincies en de leefwereld van
de islamitische minderheden.
Dit deel kun je beschouwen als een reisgids van een ooggetuige, die
weergeeft wat ze ziet, ruikt, voelt en leest. Ze laat haar sympathie
voor de Hui en de Oeigoeren, met hun buitengewone gastvrijheid en
vriendelijkheid, duidelijk merken. Ook het landschap is er heel mooi. Ze
vertelt wanneer de islam ontstond bij de vele minderheden en wanneer ze
hun historisch hoogtepunt beleefden. Foto’s van hun moskeeën illustreren
het portret.
Voor de meeste lezers, die enkel de grote steden van China bezocht
hebben, zijn dit onbekende gebieden, uitgezonderd Xi’an. Opmerkelijk is
dat ze bij Xi’an de meest toeristische bezienswaardigheid, nl. het
Terracottagraf, niet vermeldt.
Deel IV gaat specifiek over de moskeeën, met al wat erbij hoort. De
lezer krijgt meteen ook te horen wat hij of zij moet doen bij een
bezoek. Hier krijgen we ook de moskeeën van de grote steden Beijing en
Shanghai te zien en
vernemen we aan welke minderheid ze toebehoort.
Deel V is een summier chronologisch overzicht van 600.000 v.C. tot 1991
n.C., in twee tabellen : China en de rest van de wereld. Boeiend, maar
met nogal wat foutjes : Laozi moet vóór Confucius staan, de Romeinse
Republiek begon in 509 i.p.v. 530 v.C., Archimedes leefde van 287 tot
212 v.C. i.p.v. rond 121 v.C., de stichting van de universiteit van
Parijs(1250) en Oxford(1263) staan erin, maar de oudste, nl.
Bologna(1088) niet,
bij de Mongoolse periode ontbreekt Willem van Rubroek, Zheng He voer
verder dan Arabië, nl. tot Kenia, de beurscrisis van 1929 was
vóór Hitler, Gorbatsjov kwam aan de macht in 1985 i.p.v. 1988.
Deel VI is de bibliografie. Deze weegt niet al te zwaar. Er zitten veel
reisgidsen bij, enkele boeken zonder jaartal t 1901 en ze mist vooral
een pak toonaangevende werken over de geschiedenis van China : Cecilia
Lindqvist over het geschrift, Annping Chin over Confucius, Julie Lovell
over de Muur, Barend ter Haar over het Hemels Mandaat, Vaerman-Standaert
over de “Belgen” in China, Frances Wood over Marco Polo enz. Ik mis ook een tabel met de aantallen van de verschillende moslimvolkeren in China. Het boek is netjes uitgegeven, met een stevige kaft, kaartjes en talrijke zwart-wit foto’s. De schrijfster kan met veel overtuiging en empathie vertellen. Haar boek vult wel een leemte aan in de vulgariserende literatuur over China.
Jef Abbeel,
dec. 2011-jan. 2012. | |||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|