Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5 deel 6 deel 7 deel 8 | |||
|
Iran
Bij Iran denkt menigeen meteen aan het huidige regime, dat sinds de
Islamitische Revolutie van 1979 het Nabije Oosten en in de wereld doet
schrikken door zijn nucleaire ambities, openbare terechtstellingen,
strenge voorschriften, ontkenning van de Holocaust, steun aan Hezbollah
en Hamas, onderdrukking van de oppositie.
Tegelijk is Perzië een land dat trots is op zijn rijk verleden en dat
vastbesloten is het machtigste land te worden in het Midden-Oosten.
Het is rijk aan grondstoffen en het controleert de Straat van
Hormoez of anders gezegd de
uitgang van de Perzische Golf, waar 20 % van het dagelijkse olieverbruik
langs komt. Zelf is het wereldwijd de vierde producent van olie en
aardgas. Zijn imperiale ambities steunen daarop,
plus op vazallen zoals de
terreurgroepen Hezbollah en Hamas, die het rijkelijk sponsort.
Sinds 2005 leidt president Ahmadinejad het land. Zijn aanhang situeert
zich vooral op het platteland, niet bij de jongeren in de steden. Zijn
herverkiezing in juni 2009 was volgens velen ondemocratisch. Volgens de
Financial Times was hij de invloedrijkste figuur van
dit decennium en staat
hij symbool voor de anti-westerse politiek van het Midden-Oosten.
Nummer twee is Osama bin Laden (DM,30.12.09).
Zijn voorgangers waren in 1979 niet veel beter : ze organiseerden een
Beeldenstorm, waarbij ze vele beelden van dieren en mensen vernielden,
o.a. de grote dubbele stierenkoppen en de friezen van het paleis van
Darius I te Persepolis en Susa. Het graf van Cyrus en zijn paleis in
Passargadae hebben het tot nu toe overleefd, dank zij de
druk van de UNESCO.
Michael Axworthy bezocht het land al in de jaren ’70, ten tijde van de
sjah. Hij leide jarenlang de afdeling Iran van het Britse ministerie van
buitenlandse zaken. Nu is hij hoofd van de afdeling Iraanse studies aan
de universiteit van Exeter.
Hij begint met enkele paradoxen
om de Westerse lezer
attent te maken op zijn foutieve perceptie : de Iraanse vrouwen zijn
gebonden aan totaal achterhaalde kledingvoorschriften, maar tegelijk
maken ze 60 % uit van de universiteitsstudenten; wij denken dat het land
extreem islamitisch is, maar slechts 1,4 % is trouw op post bij het
vrijdaggebed.
Axworthy besteedt ruim 300 pagina’s aan de geschiedenis van Perzië en
slechts veertig aan de ayatollahs die sinds 1979 de dienst uitmaken. De
rest bestaat uit noten(349-366), bibliografie(367-377) en
register(379-396).
Hij laat de geschiedenis beginnen met de Indo-Europese volksverhuizingen
tussen 1500 en 1000 v.C. Hij verwijst hierbij naar de linguïstische
verwantschap tussen het Perzisch en andere Indo-Europese talen zoals
Latijn, Duits, Engels en Nederlands. Hij
vertelt over de Meden en Perzen, verwijst naar een Assyrische tekst uit
836 v.C. Rond 612 v.C. verwoestten de Meden de Assyrische hoofdstad
Ninive, nabij Mosoel, aan de Tigris. Rond 600 v.C. leefde ook de profeet
Zarathoestra met zijn leer over Ahoera Mazda, de heer der wijsheid,
schepper van licht en waarheid en Ahriman, de belichaming van de
duisternis, de leugens en het kwaad. Over deze profeet is weinig met
zekerheid bekend. Volgens de auteur was hij de eerste schepper van onze
morele wereld.
Rond 559 v.C. kwam Cyrus aan de macht in Perzië. Zijn naam klinkt ons al
wat meer vertrouwd in de oren dank zij Herodotos. Cyrus veroverde de
Medische hoofdstad Ecbatana, nu Hamadan. Daarna palmde hij ook
Klein-Azië in, o.a. Lydië en de
rijkdom van Croesus en de Griekse steden in Klein-Azië. Zijn rijk
strekte zich toen uit van de westkust van Klein-Azië tot aan de Indus en
was met die grenzen het
grootste totdat zijn wrede zoon Cambyses ook nog Egypte erbij nam in 525
v.C.
Darius trok nog verder : naar Thracië en Macedonië. Maar in 490 v.C.
werden de overmoedige Perzen verslagen bij Marathon. De Grieken
beschouwden de Perzen onterecht als barbaren. Mogelijk was dat woord een
kleinerende imitatie van het Perzische “baba”. Zij beseften wel dat de
Perzen veel machtiger waren dan zij. In 480 verpletterde Xerxes bij
Thermopylae Leonidas en zijn Spartanen, hij nam de Akropolis in en stak
ze in brand, maar zijn vloot werd verslagen bij Salamis. En in 479 v.C.
wonnen de Grieken nogmaals bij Plataea en Mycale.
Alexander de Grote, Macedoniër maar met Griekse opvoeding, nam weerwraak
: tussen 334 en 323 v.C.
veroverde hij heel het Perzische rijk. De Perzen noemden hem net zoals
Ahriman, nl. de vervloekte.
Alexander werd opgevolgd door zijn generaals zoals Seleukos.
In de 2° e. v.C. kwamen de Parthen. In Europa was de rol van de Grieken
uitgespeeld. De Romeinen namen hun plaats in. Rome vocht drie eeuwen
tegen de Parthen, maar zonder succes. In 218 n.C. werden de Romeinen
verslagen. Julianus de Afvallige probeerde in 363 tevergeefs de
nederlaag ongedaan te maken.
In de eeuwen daarna kende Perzië een wederopbloei onder de Sassaniden.
De zijderoute speelde daarin een rol. In de 7° eeuw werd het land
veroverd door de islamieten, die in de 20 jaar na Mohammed ‘s
dood het grootste deel van het Midden-Oosten ingepalmd hadden en
bijna overal het Arabisch opgelegd hadden. Perzië en Turkije
waren uitzonderingen hierop. Het Farsi overleefde de Arabische
veroveringen en is sinds de elfde eeuw nauwelijks veranderd.
Bijna 1000 jaar werd Iran geregeerd door buitenlandse overheersers. Die
zorgden wel voor bloei in de regio. Bagdad (Irak) werd in de 9° eeuw met
400.000 inwoners de grootste stad buiten China. Ook in Perzië stond het
culturele leven niet stil : dichters, bezeten van de liefde, beschreven
hun verlangens (103-119).
Er volgden nog andere en veel wredere veroveraars : de Mongolen, in de
13° - 14° eeuw. Deze rampzalige tijd was wonderwel het hoogtepunt van de
Iranese literatuur, met o.a. Hafiz, een dichter die de koran van buiten
had geleerd en later vertaald werd door Goethe en andere westerse
dichters. Hij was een tijdgenoot van de extreem wrede Timoer Lenk
(140-142).
Na de oorlogen met de Ottomanen, werd in 1639 de huidige grens
vastgelegd tussen Turkije, Irak en Iran. In 1709 kwamen de Afghanen in
opstand tegen de Perzen, in 1719 hielden ze er een strooptocht en namen
ze Isfahan tijdelijk in bezit. De Ottomaanse Turken profiteerden daarvan
om de westelijke provincies te veroveren. Peter de Grote was er niet
gerust in. Spanningen tussen Iran en Rusland zijn dus al enkele eeuwen
oud. In 1729 waren de Afghanen en de Turken weer verdreven door sjah
Nadir.
Na 1745 kwam Perzië in verval. Burgeroorlogen putten en moordden
het land uit. Rond 1800 was het een toeristische trekpleister
voor veel Europeanen : diplomaten, schrijvers, kunstenaars. De
toenmalige sjah, Fath Ali, vooral bekend om zijn 158 vrouwen en 260
zonen, verloor in de Kaukasus gebied aan de Russen en moest tolereren
dat Europese mogendheden (Rusland, Engeland, Frankrijk) steeds meer
binnendrongen in zijn land. Deze westerse inbreuk op de soevereiniteit
zou pas eindigen in 1979.
In de tweede helft van de 19° eeuw werden de Perzische grenzen in het
noordoosten en oosten vastgelegd in overeenkomsten met het sterkere
Rusland en Engeland(210). Beide grootmachten breidden hun imperium in
Azië uit en drukten een zodanige stempel op het bestuur dat de sjah hun
vazal werd. Terwijl in vele andere landen volop spoorwegen aangelegd
werden, had Perzië in 1896 hoop en al één smalspoorlijntje van 8 km,
aangelegd door Belgen, van de hoofdstad Teheran naar het graf van sjah
Abd ol-Azim. België speelde
er overigens een zeer bescheiden rol, Frankrijk een veel grotere vanaf
1907, uit bezorgdheid om
de groeiende Duitse ambities.
In 1905/1906 ontstond een opstand tegen de sjah. Hij werd gedwongen de
eerste grondwet in te voeren. Maar deze constitutionele revolutie werd
in 1911 ongedaan gemaakt.
In 1912 schakelde de Britse marine voor haar schepen over van kolen op
olie. Dit was efficiënter en nam veel minder plaats in beslag. Het
leidde tot een nieuwe race op Iran. De 1° Wereldoorlog verhevigde
deze wedloop. In 1921 kwamen de Pahlavi’s op de troon na een
staatsgreep. Reza Khan was de eerste. Deze autocraat legde zijn land
allerlei hervormingen op, onder andere de uitbreiding van het leger.
Tanks kwamen van Skoda in Tsjecho-Slowakije, geweren uit Zweden. Zijn
tweede project was de verbetering van de infrastructuur. Hij wilde ook
verwesteren, maar in mindere mate dan Ataturk, die het Romeinse alfabet
invoerde in Turkije.
De Duitse inval in Rusland dreef de Britten en de Sovjets weer in
elkaars armen(271). De sjah had in de jaren dertig toenadering gezocht
tot de nazi’s en de Duitsers aangemoedigd, maar tegelijk had hij zich
verzet tegen Duitse invloed in zijn land. In 1941 vielen de Geallieerden
in Iran binnen. De sjah trad af, zijn zoon Mohammed Reza volgde hem op.
Hij bleef aan tot 1979 (en stierf in 1981). In 1943 vergaderden Stalin,
Roosevelt en Churchill in Teheran.
Na de oorlog kende Iran voedseltekort. Het verzette zich tegen de
internationale bemoeiing en de winstverdeling in de Anglo-Iranian Oil
Company. Als 70-er groeide Mossadeq
in de jaren 1951-1953 uit tot het symbool van de eis van Iran om
zeggenschap over de olie en volledige soevereiniteit. Op zijn initiatief
werd de olie-industrie genationaliseerd in 1951. De Britten reageerden
furieus : hun technici verlieten de installaties in Khoezistan, de
Britse regering stelde een blokkade in en de Amerikanen sloten zich aan
bij de boycot; in volle Koude Oorlog beschouwden zij Mossadeq meteen als
een communist. De Britse SIS en de Amerikaanse CIA wilden hem weg. Hij
werd gearresteerd en kreeg huisarrest tot zijn dood in 1967. In 1956
liet Nasser zich door hem inspireren bij zijn nationalisatie van het
Suezkanaal. Hij kwam er beter van af. De sjah loste het oliegeschil op :
de overheid kreeg voortaan 50 % van de winst.
Vanaf 1963 kantte ayatollah Khomeini (1902-1989) zich tegen de sjah. Hij
verweet hem corruptie, verwaarlozing van de armen, slaafse houding
tegenover de VSA en de verkoop van olie aan Israël. In 1964 werd hij
verbannen, eerst naar Turkije, vervolgens naar Irak, tenslotte in 1978
naar Parijs.
Axworthy verklaart de omstandigheden waarin zijn revolutie tot stand
kwam : economische groei, maar tegelijk inflatie; teveel Amerikanen in
Iran : 850.000 tussen 1944 en 1979, bijna 50.000 in 1979, die op
allerlei manieren de Iraniërs kwetsten; een steeds repressiever politiek
klimaat van de sjah en zijn geheime dienst SAVAK.
Toen Khomeini op 1 februari 1979 uit ballingschap terugkeerde, werd hij
verwelkomd door een euforische menigte van 3 miljoen mensen. De sjah was
twee weken eerder vertrokken naar het buitenland.
Khomeini’s revolutie was religieus, economisch, gericht tegen corruptie,
tegen de repressie en tegen de VSA. Deze eeuwenoude cultuur was het beu
om altijd misbruikt te worden door internationale grootmachten.
De revolutie leidde snel
tot executies, sluiting van kranten, gijzeling van de Amerikaanse
ambassade van november 1979 tot januari 1981, nadat bekend werd dat de
sjah in de VSA behandeld zou worden voor kanker. De inval van Irak in
september 1980 luidde het begin in van 8 jaar oorlog. De fatwa tegen
Salman Rushdie in februari 1989 haalde ook het wereldnieuws.
Khomeini stierf op 3 juni 1989. In januari 1989 had hij nog een brief
gestuurd naar Gorbatsjov, met de boodschap dat het communisme tot het
verleden behoorde(dit kwam nog uit ook) en met het advies dat hij de
islam als levenswijze moest bestuderen.
Mede door de oorlog, was de levensstandaard achteruit gegaan. Het
inkomen in de jaren ’90 was
40 % lager dan tijdens de sjah in 1978. Het platteland was er
tijdens de eerste 20 jaar van de Islamitische Revolutie wel op vooruit
gegaan : er was voortaan stromend water, gezondheidszorg, elektriciteit,
scholen, een hogere levensverwachting en alfabetisering tot 73 %
bij de vrouwen en 80 % bij de mannen. Door de verplichte dracht van de
sluier werden de vaders ertoe overgehaald om hun dochters naar school te
sturen. Gevolg : nu vertegenwoordigen ze 66 % van de
universiteitsstudenten. Na hun studies stappen ze ook in de economie,
omdat de meeste gezinnen anders niet rondkomen.
Iran blijft wel op zijn eenzame weg van verzet tegen de westerse waarden
en zeker tegen alles wat Amerikaans is. In september 2001 veroordeelden
de Iranese leiders Khatami en Khamenei het terrorisme, maar de
VSA gingen hier niet op in, ook niet toen Iran later op het jaar
intensieve steun verleende aan de strijd tegen de Taliban. Integendeel,
Bush maakte een kapitale blunder
door het land in 2002 toe te
voegen aan de as van het kwaad,
samen met Irak en Noord-Korea.
Sinds 2005 staat Ahmadinejad
aan het roer. Hij kiest openlijk voor de confrontatie met de VSA,
Israël en het Internationaal Atoomenergie Agentschap. Axworth sluit af
vóór de betwiste herverkiezing in juni 2009 met de vraag : kan Iran in
het Midden-Oosten de invloedrijke rol spelen die haar toekomt ?
Dan volgen vele noten, een stevige bibliografie en een register. Dit
laatste is bijna onmisbaar gezien de eindeloos vele eigennamen en
begrippen die in het boek voorkomen. De bibliografie is uitsluitend
Engelstalig : de vertalers hadden er ook wel wat Nederlandse titels
mogen bijvoegen. Het boek is zeer degelijk, maar verre van gemakkelijk.
Enkele opmerkingen : sommige kaarten, zoals p. 121 en 191, missen de
nodige datering. Ook bij de foto’s van de sjahs staan geen
regeerperiodes. Soms stoot je op een zeldzaam taalfoutje ( p. 29 :
riekte i.p.v. rook).
De auteur kan zich bijzonder goed inleven in de geest van de Iraniërs en
is zeer begripvol, m.i. soms iets te begripvol voor
de standpunten van hun
leiders. Hij vindt dat het westen te veel kansen op toenadering
voorbij heeft laten gaan, zeker ten tijde van de
hervormingsgezinde president Khatami. Hoewel de huidige president
zo radicaal is dat hij de werkelijkheid uit het oog verliest,
blijft Axworthy relatief optimistisch, omdat Iran zoveel te
bieden heeft.
Hij verzet zich tegen het eenzijdig beeld dat de media ons
voorschotelen. Hij verzwijgt de vernielingen aan hun eigen cultureel
patrimonium in 1979 e.v. en hij spreekt te weinig over de eindeloze en
in onze ogen nutteloze beperkingen en repressie die het regime al 30
jaar aan de bevolking oplegt, waardoor veel knappe
en begaafde mensen
uitwijken of in de cel belanden, net zoals de
tegenstanders van het regime. Dat vindt de auteur wel heel erg,
want het Iranese volk heeft in de
voorbije 3000 jaar een
bijzonder rijke cultuur
van dichters en denkers voortgebracht.
Aanbevolen voor serieuze bibliotheken en voor geduldige lezers. Hun
doorzettingsvermogen wordt dan
ook beloond met hoogstaande kwaliteit en met meer inzicht in de complexe
problematiek van Iran.
Referentie:
Michael Axworthy,
Iran. Een cultuurgeschiedenis. Vertaald door Ruud van de Plassche en Jan
van de Westelaken. Uitgeverij Bulaaq, A’dam /
EPO? Antwerpen, 2009.
396 p. ; kaartjes, foto’s, noten, bibliografie, register. ISBN
978 90 5460 155 5 ; € 29,50.
Jef Abbeel
december 2009 | |||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|