Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5 deel 6 deel 7 deel 8 | |||
|
30.000 jaar mysterie. Vrouwen van godin tot slavin
Dit boek handelt over de rol van de vrouw in de geschiedenis, vanaf de
prehistorie tot nu en vooral over de wijze waarop mannen over vrouwen
dachten en schreven. De auteur start in de Steentijd en vertelt ons dat
recent onderzoek uitwijst dat de mannen / jagers of vissers minder
voedsel naar huis brachten dan de vrouwen / verzamelaars en plukkers van
vruchten, planten en kleine dieren. Deze laatste activiteit was namelijk
voorbehouden aan vrouwen,
kinderen en ouderlingen en hun bijdrage aan het dagelijkse voedsel liep
op tot 70 %. Bovendien speelden ze een rol in het opjagen van wild en de
verwerking van het vlees. Janssens neemt van Gimbutas over
dat de vrouw de gelijke was van
de man, omdat onder hedendaagse jagers en verzamelaars beide seksen
gelijk zijn in aanzien en rechten, wat ons een riskante hypothese lijkt.
Hij leidt het ook af uit archeologisch onderzoek, dat aantoont
dat ze op dezelfde wijze begraven werden. En hij verwijst naar
onderzoekers en Griekse historiografen zoals Herodotos en Diodoros van
Sicilië, die stellen dat er minstens tijdelijk en plaatselijk een
matriarchale cultuur was, o.a. bij de amazones. Hij vernoemt ook de
tegenstanders van deze hypothese.
Dan volgt een hoofdstuk over de moedergodinnen. Hier ontmoeten we o.m.
Isis, die door de veroveringen van Alexander de Grote en nadien van de
Romeinen over heel het Romeinse rijk verspreid werd, tot in Engeland
toe. Demeter of Ceres, Persephone of ¨Proserpina en Cybele hoorden er
ook bij. Griekse geleerden
en filosofen zoals Pythagoras, Socrates, Plato, Aristoteles en hun
Romeinse navolgers krijgen kritiek omdat ze de vrouw duidelijk als
minderwaardig aan de man beschouwden. In de Griekse en Romeinse wereld
waren prostitutie, homofilie en pedofilie ruimschoots aanwezig. Keizer
Augustus probeerde vruchteloos de decadente Romeinse elite en het volk
ertoe te bewegen om meer kinderen te hebben en ze weer op een hoger
moreel peil te tillen, door het stoïcisme te preken en zijn vrouw Livia
als voorbeeld te stellen. De auteur vergeet te vermelden dat de keizer
zelf een decadent voorbeeld gaf en mislukte in de opvoeding van zijn
enige dochter, die hij dan verbande
naar het huidige Roemenië.
Keizer Marcus Aurelius zorgde wel voor meer jonge Romeinen : zijn vrouw
schonk hem “in totale gehoorzaamheid” 13 kinderen.
In de antieke geschiedenis speelden vrouwen ook de rol van
helderzienden. De Pythia’s van Delphi waren de bekendste. Al even
helderziend waren de politici
die erin slaagden hun advies correct te interpreteren en zo de
slag bij Salamis te winnen. In Korinthe floreerde de tempelprostitutie.
De opbrengst diende voor het onderhoud van de tempel van Aphrodite.
Sommige Griekse vrouwen waren dichteres. Aan de Olympische Spelen
mochten de vrouwen niet
deelnemen. Gallische en Germaanse vrouwen komen ook aan bod. Doorgaans
speelden ze geen rol als strijders, maar wel bij de overgave : dan
pleegden ze vaak zelfmoord.
In het hoofdstuk over lichaamsverzorging en schoonheidsidealen staan ook
urine, om tanden te poetsen, ontharingsmethodes met tangetjes of crèmes,
wanhoopsmiddelen zoals ezelinnenmelk tegen rimpels, soorten haardracht,
geurende oliesoorten en zalfjes als parfums. Sieraden kwamen voor bij
alle volkeren : Romeinen, Kelten, Galliërs. Huwelijksringen werden bij
de Romeinen enkel gedragen door de vrouwen : de man mocht blijkbaar
ontrouw zijn.
In hoofdstuk.
8, “Gods discriminatie”, citeert de auteur uit de bijbel. De vrouw komt
er meestal uit als ongelijk en onderdanig aan de man. Bij de orthodoxe
joden en in de koran is ze er niet beter aan toe. De cultus van het
maagdenvlies is één aspect van haar onderwerping. Andere zijn :
besnijdenis, mishandeling, moord als ze verkracht wordt of een gedwongen
huwelijk weigert. Van de bijbel springt de auteur naar de Middeleeuwen,
een periode waarin hij vooral hypocrisie ontwaart en de vrouw herleid
werd tot de 3 k’s : kerk, kinderen, keuken. Hier gaat veel aandacht naar
Jeanne d’ Arc en wat minder
naar de schrijfsters Hildegard van Bingen, Hadewych en Christine de
Pizan.
In diezelfde periode speelden enkele vrouwen wel een belangrijke rol in
de internationale politiek : Isabella van Castilië (koningin van
Spanje), Elisabeth I van Engeland, aartshertogin Isabella (getrouwd met
Albrecht van Oostenrijk), Maria de Medici. De Antwerpse dichteres Anna
Bijns krijgt ook een ereplaats, net zoals enkele andere dames met talent
: Judith Leyster, Anna Maria van
Schurman, Chiara Cozzolani en Barbara Strozzi.
Met de Verlichting brak een tijd aan waarin niet enkel de kerken het
gedachtegoed bepaalden. Nieuwe ideeën ontstonden en verspreidden zich
via salons in Parijs, die vaak door vrouwen werden gehouden. Maar de
gelijke rechten werden niet van toepassing op de vrouw en zeker niet op
de gewone vrouwen. Hun kansen op onderwijs bleven zeer beperkt. Enkel de
Ursulinen boden de meisjes wat meer mogelijkheden. Grote filosofen zoals
Diderot waren van mening dat rationeel denken moeilijk was voor
vrouwelijke hersenen. Ook Kant beschouwde de man als superieur, hoewel
Catharina II de Grote en Maria-Theresia bewezen dat ze bekwame
bestuurders waren.
Marianne was het symbool van de Franse Revolutie, maar ze bleef onder
het patriarchale juk. Marie-Olympe de Gouges zette zich af tegen
slavernij en ongelijkheid van de vrouw, maar stierf op het schavot in
1793. Haar “Déclaration des droits de la femme et de la citoyenne”
(1791) leverde haar en haar
lotgenoten geen enkel
voordeel op. En de zo
geroemde Code Napoléon legde de
vrouw volledige gehoorzaamheid aan haar man op. Schrijfster Madame de
Staël – Necker, dochter van de rijke Zwitserse bankier Necker (minister
van financiën van Lodewijk XVI), bood verzet, zowel in haar salon als in
haar geschriften. Maar Napoleon verbande haar drie keer uit Parijs
(1802, 1806,1810), telkens omdat zij de moed had de keizer te krenken.
In Nederland haalde Aletta Jacobs als eerste vrouw een universitair
diploma in Groningen, 1871-1878. De liberale minister Thorbecke moest
tussenbeide komen om te
zorgen dat ze werd toegelaten tot de universiteit en examens mocht
afleggen. Als huisarts zette ze zich actief in voor de rechten van alle
vrouwen, ook die uit de armere klassen. Een andere bekende feministe was
Wilhelmina Drucker, die in 1889 de Vrije Vrouwen Vereniging oprichtte en
in 1894 de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht.
Aletta Jacobs steunde beide verenigingen.
In 1917 kregen de Nederlandse vrouwen passief kiesrecht, in 1919
ook actief. In België haalde Marie Popelin in 1888 als eerste een
doctoraat in de rechten aan de ULB. Maar ze mocht het beroep van
advocaat niet uitoefenen !Ze zette zich actief in voor feminisme en
pacifisme. De oorlog kwam er toch, maar in 1917 – 1919 kregen vrouwen in
diverse landen wel
kiesrecht. In België moesten de meeste nog wachten tot 1948.
De jaren ’60-’70 zorgden voor een tweede feministische golf. De
wettelijke gelijkheid van de vrouw kwam er in België in de jaren
1974-2002, in een zevental stappen. Toch blijven er nog veel vormen van
ongelijkheid bestaan : er staan veel te weinig vrouwen aan het hoofd van
Westerse overheidsinstellingen en van bedrijven en in Afrika en in de
islamitische culturen wereldwijd zijn ze nog altijd het slachtoffer van
grote ongelijkheid.Het boek eindigt met een nawoord, een lijst van
raadgevers en geïnterviewden, een uitvoerige bibliografie en een
personenregister.
Referentie:
| |||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|