
Rita Monaldi & Francesco Sorti.
Imprimatur.
Amsterdam, Cargo, 2003, 4de druk, 606 blz.
Vertaling: Jan van der Haar
Tijd: 1683 - 1699
Ruimte: Rome
Thematiek: schijn en wezen; het beleg van Wenen, paus
Innocentius XI en de Europese vorsten.
Genre: historische detective - historische tendensroman
Imprimatuur
Inleiding
Rome, 11 september 1683. Tien gasten uit verschillende
Europese landen logeren in de herberg De Schildknaap in de Via
dell’Orso. Als de bejaarde Franse edelman De Mourai sterft
tijdens het nemen van een voetbad, concludeert de Magistraat van
Volksgezondheid nogal overijverig dat hij aan de pest is
overleden. Alle bewoners van de afspanning moeten drie weken in
quarantaine. Dokter Cristofano, arts uit Siena, elimineert na een
nauwkeuriger onderzoek van het lijk de pest als doodsoorzaak,
maar denkt eerder aan een onbekend vergif. De dag daarop raakt de
herbergier Pellegrino in coma. Is er weer vergif in het spel? Het
anonieme keukenhulpje van de herberg besluit een dagboek bij te
houden.
Historische romans
Imprimatuur
Onder de gasten zijn er onder anderen de vermaarde gitarist
Robert Devizé; de Spaanse jezuïet Robleda; Pompeo Dulcibeni; abt
Atto Melani en de courtisane Cloridia. Zijn de gasten wel wie ze
beweren te zijn? Atto Melani, die de hulp van de anonieme
verteller inroept, was bijvoorbeeld een beroemde
castraat-zanger, lieveling van meerdere Europese vorstenhoven en
treedt nu op als geheim agent voor de Franse koning Lodewijk
XIV.
Ondertussen bereikt in de buitenwereld het beleg van Wenen door
de Turken een cruciale fase(1). Zullen de christelijke
hulptroepen op tijd komen om de stad en Europa van de
ongelovigen te redden, vooraleer de belegerden het begeven,
geteisterd door hongersnood, pest en dysenterie? Paus
Innocentius XI is de onverzettelijke spil die de christelijke
coalitie samenhoudt, “het enige echte bolwerk van de
christenheid” (p. 26).
Spoedig vinden Atto Melani en onze zegsman een geheime gang naar
de onderwereld van Rome. Hier stoten zij op enkele
lijkenpikkers, die oude graven plunderen om de beenderen te
verkopen als relikwieën. Met behulp van de lijkenpikkers
doorkruisen zij de onderaardse gangen. Zij blijken niet de
enigen te zijn: een der gasten van De Schildknaap doolt eveneens
door de onderwereld. Wie?
Onze kroniekschrijver raakt uitgeput door slaapgebrek: overdag
staat hij overal alleen voor daar de kastelein in coma blijft,
‘s nachts zwerft hij met Melani door de riolen. Melani vertelt
hem dat hij een gunsteling was van Fouquet, de in ongenade
gevallen minister van Lodewijk XIV, die opgevolgd werd door
Colbert. Zijn verhaal werpt een heel nieuw licht op Lodewijk,
Fouquet en vooral Colbert, die hij tekent als een bekrompen,
hebzuchtige, gewetenloze intrigant.
De nachtelijke speurtochten brengen de twee bondgenoten naar het
huis van dokter Tiracorda, lijfarts van de paus. Hier ontdekken
zij de identiteit van hun onbekende en een plan om de paus te
vermoorden en zo de Turken de overwinning te bezorgen.
Dit alles beantwoordt perfect aan de wetten van een
bloedstollende thriller: achtervolgingen in de onderaardse
gangen van Rome, verdwenen sleutels, geheime deuren, valluiken,
angstaanjagende schaduwen, complottheorieën, deuren die op een
kier staan, ratten, ja zelfs cocabladeren. Daarnaast een aantal
hilarische verrassingselementen: muziek als spionage- én
geneesmiddel, pest als machtsmiddel, plus het burleske optreden
van de twee lijkenpikkers/relikwiejagers, die doen denken aan de
twee clowneske grafdelvers in Hamlet.
Hoe het afloopt, verklappen wij liever niet. Wel, dat voor de
quarantaine ten einde is, op 23 september het bericht arriveert
van het ontzet van Wenen en de Turkse nederlaag op 12 september.
Bespreking
Deze samenvatting van de plot kan slechts een flauwe indruk
geven van de volledige 600 bladzijden inhoud. Om te beginnen is
de roman een lijvige raamvertelling binnen een raamvertelling.
Mgr. Lorenzo, bisschop van Como, zendt in 2040 (!) een pakket
aan de secretaris van de Congregatie voor Heilig- en
Zaligverklaringen, wanneer de procedure ter heiligverklaring van
paus Innocentius XI heropent. In de omslag zit het manuscript
van een roman die hem meer dan veertig jaar eerder door een jong
stel auteurs was overhandigd. De roman steunde op een uitvoerig
verslag, in 1699 opgesteld door de anonieme kroniekschrijver uit
De Schildknaap, op basis van zijn dagboeknotities uit 1683. Het
boek eindigt met een uitvoerig naschrift, waarin bisschop
Lorenzo alle feiten zo veel mogelijk natrekt en aan de lezer
zelf de conclusie overlaat dat Innocentius beslist geen
heiligverklaring verdient. (Zeer onsympathieke figuur, die
schraapzuchtige bekrompen Innocentius, zo sympathiek als de
aartsconservatieve antisemiet en antiliberaal Pius IX
(paus:1846-1878), die wél heilig werd verklaard door paus
Johannes Paulus II)
Tussen de bedrijven door vernemen wij bij monde van de
romanfiguren, uit traktaten en uitvoerige citaten een schat aan
gegevens over het dagelijks leven, de roddels over vorsten en
kardinalen, theologie, voeding, kleding, astrologie,
geneeskunde, muziek (veel over muziek!), Hollanders en
slavenhandel (2). Eco’s
De Naam van de Roos lijkt nooit ver weg.
(De auteurs verwerken zelfs een paar uitdrukkelijke knipoogjes
naar hun voorganger.) De hoofdpersonen weerspiegelen in het
gesloten universum van De Schildknaap de wereld van de grote
gebeurtenissen erbuiten. Zij zijn letterlijk tweederangsfiguren:
mensen die bijna stuk voor stuk op tweede of derde rij getuigen
waren van het schouwtoneel der ‘grote’ politiek en vaak zelfs
voor het voetlicht meespeelden als eerste zanger of eerste
gitaar.
Hoe vlot geschreven ook, bij een historische roman interesseert
je natuurlijk de betrouwbaarheid van de gegevens. Het portret
van Lodewijk XIV komt niet verrassend over; dat van Fouquet en
Colbert beslist wel! Geschiedenis wordt immers altijd geschreven
door de overwinnaars. Daarom draagt Imprimatur de opdracht:
“Voor de overwonnenen.” Het hele boek draait in feite rond het
feit dat Innocentius, via zijn familiebank van de Odescalchi’s
uit Como, de Glorious Revolution van de protestantse ‘ketter’
Willem van Oranje heeft gefinancierd. Een feit met verstrekkende
gevolgen tot onze tijd toe, vooral in Noord-Ierland.
Het auteursduo verzamelde alleszins een indrukwekkende
hoeveelheid onderzoeksmateriaal. Maar is het ook authentiek? Of
zetten ze - weer in navolging van Eco - de lezer op het
verkeerde been? Dit is duidelijk een boek met literaire
pretenties. Niet ten onrechte. De auteurs verstaan hun vak.
Typisch is de opbouw van roman. Details worden in het begin
aangebracht door ze even aan te stippen, zoals dat scheurtje in
de buitenmuur op p. 24. Pas later worden ze uitgewerkt of zie je
hun belang in. Denk aan de dode ratten in de riolen.
Net zoals bij Eco vertraagt de enorme hoeveelheid informatie de
vaart van het verhaal gevoelig.
Het decor van het verhaal is het resultaat van veel speurwerk en
daardoor ook zeer levensecht geborsteld. Sommige ‘ontdekkingen’
komen me wat lachwekkend over. Bijvoorbeeld, als bisschop
Lorenzo zijn verbazing niet kan onderdrukken wanneer hij ontdekt
dat het vorstendom van de prins van Oranje, het prinsdom Orange
niet in de Nederlanden ligt, maar in Zuid-Frankrijk (departement
Vaucluse), omringd door het pauselijk gebied van Avignon, dat op
zijn beurt weer omsingeld is door koninklijk Frans gebied
(p.555). (Orange zou met onderbrekingen -door het optreden van
Lodewijk XIV!- bezit van de Oranjes blijven tot 1732, toen het
definitief Frans werd.) Maar misschien veronderstel ik teveel
als algemeen bekend? Aangename verrassing was ook de ontmoeting
met een stokoude bekende: het universele genie en fantast
Athanasius Kircher SJ, die -zij het hoofdzakelijk indirect- een
cruciale rol blijkt te spelen. Maar dan een die mij wegens de
chronologie nogal ongeloofwaardig voorkomt (3).
Didactische verwerking
Alleen al door zijn omvang richt de roman zich
tot vrijwilligers uit de hoogste jaren voortgezet onderwijs of
volwassenen. In de lessen geschiedenis, Middeleeuwen, kun je
over de Zwarte Dood uit het boek een aantal meningen distilleren
uit de tijd zelf en de eeuwen daarna omtrent de pest en de
veronderstelde remedies ertegen. Die zijn wellicht
betrouwbaarder dan wat over Lodewijk XIV of Colbert gezegd
wordt. (Bij gebrek aan mogelijkheden tot verifiëren blijf ik
hier wantrouwig.) Ook over voedsel, keukenrecepten,
geneeskundige praktijken eind zeventiende eeuw bevat het boek
veel belangwekkende informatie.
Indien je in de klas/cursus studenten hebt, die muziekles
volgen, lijkt het me interessant hen een aantal van de in de
roman behandelde muziekstukken te laten beluisteren en
bespreken. De meeste stukken worden geïdentificeerd in het
laatste deel van het boek, bij de “non-fiction” documenten. Dit
geldt natuurlijk evenzeer voor andere geïnteresseerde lezers.
Belangrijk: vergelijk de visie in de roman met wat bijvoorbeeld
Wikipedia vermeldt over paus Innocentius XI. Welke conclusie kan
je hieruit trekken? Zoek op internet enkele commentaren over het
boek (uit kranten of tijdschriften).
Noten
1. Het beleg van Wenen is een keerpunt in de geschiedenis van
Europa. Hierna is het onstuitbare elan van de Turken voorgoed
verdwenen. Het boek behandelt het ontzet van Wenen beeldend,
doch erg kort. Voor wie meer wil, zie op YouTube enkele zeer
boeiende films over het ontzet en de Turkse nederlaag door de
legendarische laatste grote gepantserde ruiterijcharge van de
Poolse koning Jan III Sobieski en zijn ‘Gevleugelde Huzaren’.
2. Over astrologie en astronomie, zie op deze site
Eeuwen op
zoek naar de tijd
en
De Equinox achterna. Monumenten en astronomie.
3. Wij ontmoetten Kircher en zijn China Illustrata (1667). reeds
bij FerdinandVerbiest (1623 – 1688).
Astronoom en mandarijn van
de keizer.
Jos Martens,
maart 2025