artikelen over geschiedenis didactiek
Ferdinand Verbiest (1623 – 1688). Astronoom en mandarijn van de keizer
Veerle de Vos. Alles onder de hemel. Ferdinand Verbiest
en de ontdekking van China.
Kalmthout, Uitgeverij Pelckmans, 2023, 344 blz. – ook
als e-boek
Waardering: * * * * */5
Inhoud
Ferdinand Verbiest (1623 – 1688). Astronoom en mandarijn van de keizer
Geschiedenis is wat
overblijft in de zeef wanneer de eeuwen er doorheen zijn gelopen: een paar stenen, wat letters op papier, enkele restjes stof. (Hilary Mantel. Motto bij het boek van Veerle de Vos.) |
Een unieke persoonlijkheid
Inkijkexemplaar van het boek: begint met een beknopte
tijdlijn van de Chinese geschiedenis.
De uitvoerige recensie van Jef Abbeel over dit boek
Alles onder de hemel geeft Jos Martens de
mogelijkheid een alternatieve complementaire en ruim
geïllustreerde versie te presenteren in onderstaand
artikel – resultaat tevens van een decennialange
fascinatie voor de uitzonderlijke figuur van de
hoofdpersoon. Zoals gebruikelijk treedt hij hier en daar
buiten het kader van het boek.
Een bezoek van China’s sterke man Xi Jinping aan de
tentoonstelling Zoon van de hemel (over Chinese keizers)
2009, Paleis voor Schone Kunsten Brussel; een exclusief
bezoek van een Belgische eerste minister en later door
koning Boudewijn aan een eeuwenoud observatorium in
Peking (Beijing); een merkwaardig voorwerp op de kaft
van een misdaadroman … Wat hebben ze gemeenschappelijk?
De unieke figuur naar wie de straat vernoemd is, enkele
meters achter mijn woning: Ferdinand Verbiest. Wie was
hij?
De hemelglobe voor het Leuvense Atrechtcollege is een
exacte replica van het instrument dat Ferdinand Verbiest
in 1673 tekende aan het keizerlijk hof in China.
Driehonderd jaar na Verbiests overlijden schonk de
Chinese overheid deze replica aan de Leuvense
universiteit, manueel vervaardigd volgens de
oorspronkelijke technologie. Op 2 juni 1989 werd de
globe ingehuldigd. Daags nadien rolden de tanks over het
Tian’anmenplein om studentenmanifestaties voor meer
democratie met geweld te onderdrukken, en nog een paar
dagen later werd de globe het decor voor een stille
protestactie van Leuvense studenten.
In China klinkt de naam Verbiest ook vandaag nog als een
klok. Daarover Noël Golvers van het Leuvense Verbiest
Instituut: “Er komen heel geregeld vragen van Chinese
studenten die onderzoek naar hem willen doen. Een deel
van de aantrekkingskracht van de KU Leuven in China is
ongetwijfeld te danken aan Verbiest en zijn globe.”
Portret van Verbiest op 23 jarige leeftijd.
Wereldkaart en wetenschap
In 1674 bood Ferdinand Verbiest aan de Chinese keizer
Kangxi een grote wereldkaart aan. Dit was een
gebeurtenis, waarvan waarschijnlijk geen van beiden de
historische draagwijdte besefte. Niet in de eerste
plaats omdat een westerling een planisfeer tekende voor
de Zoon des Hemels, maar omdat hij een taak verrichte
waartoe de Chinezen niet meer in staat waren, doordat de
benodigde kennis verloren was gegaan. Verbiest werkte
vanuit een Europese wetenschappelijke voorsprong, waar
de situatie 250 jaar vroeger nog volledig omgekeerd was!
Kangxi was de derde keizer uit de Mantsjoe-dynastie der
Qing (1644-1911), die de inheemse Ming-dynastie na drie
eeuwen van de macht had verdreven. Hij regeerde van
1667, toen hij op veertienjarige leeftijd de macht in
eigen handen nam, tot 1722 en wordt beschouwd als de
grootste vorst van zijn eeuwenlange dynastie. Onder zijn
bewind werd China het grootste en een der meest
welvarende verenigde rijken ter wereld. Verbiest was een
Vlaamse jezuïet, in 1623 geboren in het West-Vlaamse
Pittem, die na een lange en gevaarlijke zeereis omheen
de halve aardbol in 1658 in Macau arriveerde. Verbiest
bereikte de Portugese enclave op 17 juli 1658 na een
aartsgevaarlijke zeereis van 20.000 km die vanuit
Lissabon 470 dagen had geduurd en het leven had gekost
aan verscheidene jezuïeten.
(Om enig idee te geven van afstanden en tijd: het duurde
gemiddeld 6 tot 7 jaar voor de missionarissen op een
brief antwoord konden verwachten uit Europa!)
Toen hij in 1688 in Beijing stierf als Prefect van het
Keizerlijk Astronomisch Bureau, eerde de keizer zijn
grafsteen met een opschrift waarin hij Verbiests
onverdroten toewijding en grote verdiensten prees.
De auteur voor de in eer herstelde grafsteen van
Verbiest op de Zhalan begraafplaats
Het was niet de eerste wereldkaart van Europese origine
in China. Matteo Ricci (1552-1610), de eerste jezuïet
die in 1583 toestemming kreeg zich te vestigen in het
Rijk van het Midden buiten de Portugese enclave Macau,
had het hem reeds voorgedaan met onder meer zijn grote
kaart van 1602 waarvan nog 6 exemplaren bestaan. Zijn
Kunyu wanguo quantu 坤輿萬國全圖 (Volledige geografische kaart
van tienduizend landen) 1,52 x 3,66 m, is de oudste
bewaard gebleven kaart in het Chinees die Amerika laat
zien. Het is een xylograaf (houtblokdruk) op zes panelen
van fijn inheems papier (uit bamboevezels), elk paneel
meet ongeveer 608,33 mm x 1820 mm.
Zie:
James Ford Bell Library, University of Minnesota.
De kaart van Verbiest was een opmerkelijk fraai
werkstuk, gemeenschappelijk resultaat van westerse
wetenschap en Chinees vakmanschap. Zijn nieuwe
wereldkaart Kunyu quantu die door Chinese kunstenaars in
houtblokken was gesneden en waarvan de afdrukken werden
ingekleurd ten behoeve van de keizer, het leger en de
administratie, bestond uit acht bladen of rollen van 202
cm hoog en 0,52 m breed. Zij besloeg in totaal, de
marges meegerekend, 202 cm op 4,40m (= 8,4 vierkante
meter). Om ze te tekenen heeft hij onder meer de
gegevens gebruikt van Johan Blaeu's grote wereldkaart
van 1648, waarop onder andere de reizen van de
Nederlander Tasman van 1642-1644 zijn verwerkt, maar
waarbij hij aanzienlijke correcties aanbracht
klaarblijkelijk op basis van Chinese bronnen, waar deze
voor Oost-Azië en zelfs voor Australië en Nieuw-Zeeland
vollediger waren dan de Europese.
De wereld beeldde hij af in twee hemisferen, met de
nulmeridiaan door Beijing, zodat China, geheel volgens
het Chinese wereldbeeld, werkelijk het Rijk van het
Midden bleef. Die nulmeridiaan is niet ingetekend, om te
beletten dat hij zou opgevat worden als een teken van
tweedeling en dus verstoring van de Harmonie. Bij de
verschillende landen staan tekstkaders met Chinese
uitleg over de afstand van het land tot China, de
plaatselijke legermacht, rijkdom en regeringsvorm.
Daarin geeft hij uiteenzettingen over de polen, de
bolvorm van de aarde, de vier elementen... Dit is een
prachtig voorbeeld van symbiose tussen Chinees en
Europees wereldbeeld. De unieke kaart werd zeer
uitzonderlijk uitgeleend door het museum van Nanjing
voor de grote Chinatentoonstelling, Brussel 1988, waar
wij ze leerden kennen.
Voor zijn kaart gebruikt Verbiest het Europese
coördinatenstelsel van meridianen en breedtecirkels in
360°. Hij volgt dus niet de Chinese wetenschappelijke
traditie. In zijn Astronomia Europaea (Europese
Sterrenkunde, 1687) legt hij uit waarom. “Zoals de
Chinese astronomen alle graden van de cirkel in 100
onderverdeelden, zo verdeelden ze ook het etmaal, de
uren en elke minuut van het uur in 100.” Om praktische
redenen verving Verbiest dit elegantere 100-delige
systeem door het Europese 60-delige stelsel, waarmee hij
vertrouwd was.
Veel minder bekend is de volgende paradox: de jezuïeten,
toch de wetenschappelijke voorhoede van de
triomfantelijke katholieke Kerk, brachten de Chinese
kalender weer in evenwicht volgens de heliocentrische
principes van Copernicus, terwijl zij in hun officiële
voor Europa (en het Vaticaan) bestemde publicaties
simuleerden nog steeds het geocentrische systeem van
Ptolemaeus te volgen, zoals aangepast door grote Deense
astronoom Tycho Brahe,(1546 1601) . Andermaal
zelfcensuur!
Hieraan dient weliswaar toegevoegd dat Verbiest voor de
beslissende testen die hem en zijn Chinese medewerkers
door de keizer waren opgelegd m.i. volstond met het oude
wereldbeeld en de traditionele instrumenten als
astrolabium en armillarium (Zie de illustraties
hieronder).
‘Kleine Kunyu Quantu’ (wereldkaart) van Verbiest, 1674.
Onderaan afgesneden, zodat de meeste gebruikelijke
(fantasie)dieren als giraf, rinoceros en eenhoorn
ontbreken.
De rinoceros is overgenomen van Albrecht Durer, tekening
en gravure uit 1515. De meest verspreide
tot in de 18de eeuw. Zie:
The Dürer Rhinoceros Masterpieces of the British Museum
2 afleveringen 15 en 14,13
minuten. Presentatie: David Attenborough.
Kort nadat Ferdinand Verbiest in 1660 in Beijing
arriveerde, zag het er voor de jezuïetenmissie bijzonder
catastrofaal uit. Na een lang proces werd zijn
leermeester Schall in 1665 veroordeeld om levend in
stukjes te worden gehakt, terwijl Verbiest en zijn
medebroeders na geseling zouden verbannen worden. Maar
voor het vonnis kon uitgevoerd worden, verscheen er een
komeet aan de hemel wat, gezien de Chinese instelling
tegenover astronomische verschijnselen, gold als een
belangrijke waarschuwing. De reden was klaarblijkelijk
de onrechtvaardige veroordeling van de jezuïeten. De dag
zelf dat de rechters het vonnis aan de jonge keizer
overhandigden, deed een zware aardbeving Beijing tot
driemaal toe op zijn grondvesten daveren, met zware
naschokken de volgende dagen.
Dit volstond. Voor de keizerin weduwe Xiaozhuang Wen
(1613-1688), keizerin-douairière. De Hemel zelf had de
onschuld van de beklaagden aangetoond!
Ongetwijfeld was het dezelfde keizerin-grootmoeder, die
Verbiest zeer snel hierna een aanstelling bezorgde als
persoonlijke leraar wiskunde, astronomie, wetenschappen
en (geopolitieke aardrijkskunde) voor de knaap-keizer.
Dit mondde klaarblijkelijk uit in een levenslange en
hoogst uitzonderlijke vriendschappelijke relatie.
In zijn brieven spreekt hij zeer lovend over de scherpe
intelligentie en snelle vorderingen van zijn student.
Ergens in deze periode ontwierp hij voor Kangxi een
elegant tafelarmillarium en onder veel meer ook een door
stoom aangedreven modelvoertuigje, dat een nieuwe
hedendaagse carrière kent op internet, mogelijk door
zijn zeer gedetailleerde ontwerptekening (ook bewaard
gebleven).
Tafel-armillarium door Verbiest vervaardigd voor de
keizer Kangxi 37,3 x 35,8 x 35,8 cm, Ruimtelijk model van het geocentrische heelal
volgens Ptolemaeus..
De gedreven belangstelling van keizer Kangxi voor de
westerse kennis bleek van groot belang voor de
aanvankelijk hoopgevende wetenschappelijke heropleving
in China. Kangxi verwierf zelf dankzij Verbiest een
grote praktische kennis over astronomie. (Kangxi
betekent ‘Vrede en Voorspoed’. Zoals vele eeuwen vroeger
bij de Egyptische farao’s gebruikelijk, nam een nieuwe
Chinese keizer een regeringsnaam aan, als het ware een
wensprogramma voor zijn regeringsperiode.)
Onder andere stichtte hij in het Zomerpaleis een soort
academie, die tot taak had oude Chinese werken over
astronomie en wiskunde op te sporen en te publiceren.
Bovendien mobiliseerde hij de aanvankelijk zeer
vijandige Chinese literaten om reusachtige woordenboeken
van het Chinees en een nieuwe veeldelige 'encyclopedie'
samen te stellen, waarin het totaal van de oude kennis
zou aangevuld worden met de nieuwe uit het Westen. Deze
grootste van alle encyclopedieën, de Gujin tushu
jicheng, besloeg niet minder dan 5000 delen, en bevatte
100 miljoen tekens. In de loop van de voor China zo
rampzalige negentiende en twintigste eeuw raakten de
delen verspreid over zowat de hele westerse wereld. De
overlevende exemplaren zijn tegenwoordig elk een fortuin
waard!
Het drukken van deze Gujin tushu jicheng werd pas
voltooid in 1726, na de dood van Kangxi, met een kwart
miljoen speciaal voor dit doel gegoten, losse bronzen
karakters. Dit is uitzonderlijk in de Chinese
geschiedenis. Gebeurde het ook onder westerse invloed?
Het Chinese beeldschrift met zijn vele duizenden fraaie
Hanzi-tekens leent zich niet zo goed tot drukwerk met
losse letters, zoals in Europa reeds lang gebruikelijk.
Om praktische redenen verkoos men het drukken vanaf
houtblokken, waarin aan elke kant van het blok de
karakters voor een bladzijde waren uitgesneden. Precies
daarom werden losse Hansi-typen haast uitsluitend
gebruikt bij keizerlijke initiatieven, waarbij de
kostprijs van het project geen enkele rol speelde (China
1988:112).
Oudere keizerlijke encyclopedieën werden meestal als
manuscript op slechts enkele exemplaren verspreid onder
de hoogste ambtenaren en in de keizerlijke residenties.
Tot ver in de twintigste eeuw waren Chinese typemachines
zeer complex en telden veel meer toetsen dan onze
huidige toetsenborden. Voor een normale tekst waren al
gauw 5000 tekens nodig. Niet bepaald praktisch als je
snel wilt communiceren. In de jaren 1950 werd in China
het schriftsysteem hanyu pinyin (letterlijk
“Chinese-taal-spelling”) ontwikkeld. Het is een soort
fonetische leidraad waarmee je Chinees in Latijnse
letters kan weergeven. Dat opende nieuwe mogelijkheden.
Pas recent bracht de computer hier uitkomst. Is het
toeval dat de software voor het drukken van Chinese
karakters ontworpen werd aan de Leuvense universiteit,
ook de zetel van het Verbiest Instituut?
Hoe werkt het systeem? De karakters verschijnen
automatisch op je scherm als je woorden in het
pinyin-schrift intikt.
Dat maakt dat je tegenwoordig ook in het Chinees
vliegensvlug kunt typen. Het is maar de vraag of de
Chinese karakters vandaag nog veel gebruikt zouden
worden als er geen software was ontwikkeld die de
vertaalslag maakt tussen pinyin en de Chinese tekens,.
Drukblokken. Hout: perelaar
Het Rijk van het Midden
China kent een onafgebroken cultuur van meer dan 3000
jaar. De heersers beschouwden het als hun taak de
menselijke samenleving in balans te brengen met de
eeuwige wetten van het universum: de keizer was de
afschaduwing van de hemelse volmaaktheid. Wanneer ze
daarin slaagden werd hun het
Mandaat des Hemels
toegekend.
Keizers en mandarijnen vonden elkaar in dit ideaal door
de confucianistische imperatief van de kosmische
harmonie, waarin de keizer de spilfiguur was als drager
van het Mandaat des Hemels. Hij was het brandpunt waarin
alle draden van de aardse orde samenkwamen en van hem
straalden zij weer uit over de rest van de mensheid.
Soms werd dit evenwicht verbroken door een despotisch
heerser. Dit was het geval bij Qin Shihuangdi, de
'eerste keizer van China' (259-210 v.C.), die alle
confucianistische geschriften liet verbranden.
De hoeksteen voor dit ongeëvenaarde bouwwerk van
staatsorganisatie en cultuur werd namelijk gevormd door
het confucianisme, een praktisch-wijsgerig stelsel,
genoemd naar Confucius, de Latijnse naam voor de
filosoof Koeng Foe Tse, die leefde van 551 tot 479 voor
Christus. Volgens hem zijn de voornaamste deugden: de
medemenselijkheid, het medelijden of de sympathie, en de
rechtvaardigheid, die andermans eigendom eerbiedigt.
Wijsheid bereikt men door studie, nadenken en
inspanning. Zijn ideaal is de nobele mens, die zichzelf
cultiveert. Beleefdheidsrituelen regelen het menselijk
gedrag en de overeenstemming tussen dit gedrag en het
universele ritme, en zorgen dus voor de harmonie tussen
het individu en de kosmos. De orde in de aardse
samenleving verschilt niet van de orde in het heelal.
(Dit verschilt in feite niet van onze middeleeuwse
opvattingen, of die van de Egyptische farao’s en
Inkaheersers. Elk van deze voorbeelden kent een
specifieke uiterlijke culturele aankleding. Zie onder
meer Liber Floridus
en
De piramide van Khoefoe.
De keizer, de Zoon des Hemels, dankt zijn ontzaglijke
aanzien aan het 'Mandaat des Hemels'. Hij was de hoogste
priester in het keizerrijk. Hij diende zich vooral te
houden aan de rituele voorschriften die zijn persoonlijk
leven in harmonie moesten brengen met het universum. In
deze opvatting waren natuurrampen het gevolg van een
disharmonie tussen de keizer en de kosmos. Hij was dus
verantwoordelijk voor de natuurverschijnselen. En bij
een voortdurende onderbroken harmonie kon hem het
'Mandaat des Hemels' worden ontnomen en een nieuwe
dynastie op de Drakentroon geïnstalleerd. Dit alles
verklaart meteen het primordiale belang dat de keizers
hechtten aan een goed functionerende kalender.
De orde in de samenleving verschilt dus niet van de orde
in het heelal. De Chinees en China zijn in alles het
tegengestelde van de barbaren, die de hele rest van de
wereld bewonen. China is orde en kosmische harmonie, de
barbaar is ongeordende kakofonische chaos. Een zelfde
mentaliteit beheerste het Egypte van de farao’s, de
enige cultuur die qua duur kan vergeleken met China.
In China zagen de Europeanen zich geconfronteerd met een
onmetelijk, goed georganiseerd rijk en met
bevolkingsgetallen, die hun verbeelding te boven gingen.
En met een rijke, oude cultuur, waarschijnlijk wel de
oudste, die de wereld ooit had gekend. Vandaar de
overheersende indruk van ongehoorde stabiliteit en
homogeniteit, van onveranderlijkheid en rust, ondanks de
steeds terugkerende cycli van oorlog, burgeroorlog,
overstromingen, natuurrampen en hongersnoden.
Zeer vroege Chinese uitvindingen en vernieuwingen, die
letterlijk de geschiedenis van de mensheid veranderden,
zijn haast oneindig talrijk. Denk aan het kompas,
buskruit, vuurwapens. Onder de Mingdynastie(15de eeuw)
kende het land onbetwistbaar een wetenschappelijke en
technische voorsprong op Europa. Onder keizer Kangxi,
250 jaar later, was er een Verbiest nodig om de Chinese
de artillerie te moderniseren. Maar die beweging
verstarde in de late 18de eeuw. Sommige van Verbiests
kanonnen werden nog gebruikt door de Boksers bij de
beschieting van de westerse ambassades te Beijing in
1900. De Britten namen er 40 jaar vroeger op een andere
strafexpeditie twee mee als krijgsbuit, die nu prijken
in de Londense Tower.
Plantekening van Verbiests kanonnen.
Een van de twee in 1860 door de Britse strafexpeditie
buitgemaakte kanonnen van Verbiest.
De rest van dit verhaal is cultuurhistorisch te
belangrijk om onvermeld te laten. De missioneringmethode
van de jezuïeten wekte de ergernis van de andere ordes.
De jezuïeten eerbiedigden namelijk veel Chinese
gebruiken, waaronder de voorouderverering wel de
voornaamste steen des aanstoots was. Terecht zagen ze in
dat een ware christelijke bekering slechts kon slagen
als ze wortelde in de Chinese cultuur. De hoog
beschaafde, zelfgenoegzame Chinezen zouden nooit een
wereldvreemde Latijnse ritus aanvaarden. Herhaaldelijk
diende Verbiest zich per brief en in zijn publicaties in
Rome te verdedigen. Want zelfs andere, minder
ruimdenkende ordebroeders namen het hem hoogst kwalijk
dat hij ‘heidense’ ereposten aanvaardde. Hij benadrukte
telkens dat alleen zijn hoge positie de hele Chinamissie
beschermde tegen de uitvoering van een nimmer opgeheven
keizerlijk edict dat prediking van het christendom
verbood. En inderdaad, nooit tevoren of later is de
invloed van een jezuïet of zelfs eender welke Europeaan
zo groot geweest in China. Dit kwam door het
samentreffen van twee open geesten: een briljant keizer
en een briljant jezuïet, een gelukkige combinatie van
positieve eigenschappen die zo zelden voorkomt en er op
dit ene, cruciale ogenblik in de wereldgeschiedenis, in
slaagde over de onoverkomelijke culturele barrières heen
te reiken. Voor korte tijd. Helaas. In de lange en vaak
door misverstanden ontsierde geschiedenis van de Sino -
Europese betrekkingen is dit partnerschap alleszins
absoluut zonder evenknie.
Wanneer Verbiests compagnon, de jezuïet Couplet met de
jonge Chinese christen Shen op hun lange reis naar Rome
Antwerpen bereiken, noteert Couplet dat er een ware
Chinakoorts is uitgebroken (p. 272).
In Europa werden de verslagen en vaak met kunstige
kopergravures geïllustreerde boeken over China door het
grote publiek verslonden. Zo publiceerde de befaamde
jezuïetengeleerde Athanasius Kircher zijn China
Monumentis qua Sacris qua profanis Illustrata, waarin
hij een beschrijving wilde geven van al wat er tot dan
toe over China geweten was De Latijnse versie werd in
1667 te Amsterdam en Antwerpen gedrukt. Ze kende zoveel
succes dat binnen de vijf jaar al een herdruk verscheen,
plus een Nederlandse, Franse en Engelse vertaling. Zo
ontstond bij de gecultiveerde bovenlaag bijna
onmiddellijk een ware (en langdurige) rage voor
chinoiseries: Chinees porselein (of Europees porselein
met Chinese motieven), kamerschermen, wandtapijten,
waaiers en Chinese zijde voor japonnen en kamerjassen.
Hieraan zullen we een afzonderlijk artikel wijden.
De (ingekleurde) titelprent van Athanasius Kirchers
China Illustrata (1667). Johann Adam Schall (L) en
Matteo Ricci (R). In de hemel de heiligen Ignatius van
Loyola en Franciscus Xaverius, de oprichters van de
orde.
Observatorium van Beijing, door Verbiest gerestaureerd
en uitgebreid.
Observatorium van Beijing na de restauratie van 1981
e.v.
Het huidige observatorium werd opgericht tussen 1437 en
1446 (Ming-dynastie). Van 1669 tot 1673 construeerde
Verbiest in opdracht van de keizer 6 nieuwe bronzen
instrumenten naar de recentste gegevens die hem uit
Europa bereikten. Onderaan, centrum, zijn hemelglobe.
Hiermee kon men de positie van de zogenaamde vaste
sterren bepalen en hun omloop volgen, ongeacht het
seizoen of tijdstip en van op om het even welke
breedtegraad. De afmetingen zowel als de afwerking van
de hemelglobe zijn indrukwekkend. De diameter van de bol
bedraagt 1,86m! (China 1988: 428) In China werd reeds in
de 5de eeuw v.C. een hemelglobe vervaardigd.
Na de turbulente periode van de Culturele Revolutie is
Verbiest het symbool geworden van de wetenschappelijke
samenwerking met het Westen. Het erg vervallen
observatorium werd heropgebouwd. En passend was koning
Boudewijn de eerste bezoeker uit het buitenland, die het
vóór de restauratie mocht bezichtigen tijdens zijn
bezoek in 1981, terwijl minister van Buitenlandse
Betrekkingen Tindemans als eerste officiële genodigde de
gerestaureerde sterrenwacht mocht betreden op 29 maart
1983.
Vignet bij de kaart van China uit de Grooten Atlas van
Blaeu uit 1664. Links de jezuïet Matteo Ricci
(1552-1610). De kaart is gebaseerd op de Atlas Sinensis
uit 1655 die de jezuïet Martino Martini (1614-1661) voor
Blaeu samenstelde.
Martino Martini. Portret door Michaelina Wautier, 1654.
Martini had de leiding van de groep die Verbiest naar
China bracht in 1657. Na een storm nam hij de navigatie
over van de totaal ontredderde kapitein en wist door
zijn astronomische kennis het schip veilig naar Macau te
loodsen.
Statieportret van Kangxi op latere leeftijd. Dit bleef
het standaardmodel voor zijn opvolgers.
Handtekening van Verbiest.
Bespreking
“Sommige boeken vervangen een hele bibliotheek.”
Dat is hier zeker het geval. Begin dan maar eens aan een
bespreking!
Het boek van Veerle De Vos werd me met vertraging
bezorgd, toen de recensie van Jef Abbeel reeds geplaatst
was op Histoforum. Vandaar een heel andere aanpak, te
lezen complementair met zijn recensie.
Haar boek vormt een ideaal uitgangspunt voor de studie
van een hele era. Het is het eerste non-fictionwerk dat
ik dit jaar 2024 vijf sterren kan toekennen.
Het zal voor vele jaren een standaardwerk blijven over
een heel bijzondere persoonlijkheid.
Om te beginnen is het aangenaam om te lezen en bovendien
intelligent gecomponeerd. Je krijgt de indruk dat je de
voetstappen van de auteur volgt en net als zij aspect na
aspect ontdekt.
Daarbij is het meer dan louter een biografie. De auteur
evoceert een heel tijdperk veel vreemder, veel meer
onbekend dan wij denken te weten.
Het is de periode van de katholieke contrareformatie, de
triomfantelijke kerk met de exuberante barokke
schilderijen van Rubens in de Antwerpse kerken als
exponent. Over de opgefokte jubelsfeer en de katholieke
indoctrinatie die tot na het Tweede Vaticaans Concilie
(afgesloten 1965) alle aspecten van de maatschappij zou
doordesemen, in de eerste plaats aangestuurd door de
jezuïeten, lees je hier beslist gegevens die je nog niet
kende. Specifiek: over de godsdienstige genootschappen,
de rol van bedevaarten, processies en toneelopvoeringen
vernam ik alleszins details die me vreemd vertrouwd
voorkwamen uit mijn prille jeugd. En die de jeugd van
heden met stomme verbazing leert kennen in de
tegenwoordig zeer populaire boeken over de volledig
verdwenen ‘goede ouwe tijd.’
Hetzelfde geldt voor opvoeding en studeren, in
bijvoorbeeld het Leuven van de colleges, waarvan alleen
nog enkele namen resten. Ongetwijfeld ben ik niet de
enige die er het recente werk van Edward De Maesschalck
over de Leuvense colleges bijhaalt
*.
*.De Maesschalck, Edward, Leuven en zijn colleges.
Trefpunt van intellectueel leven in de Nederlanden
(1425-1797), Sterck & De Vreese, 2021, 368 blz.
Kortom: haar evocatie van ruimte en tijd, telkens in
korte hoofdstukken, over zowel gewoonten, voeding,
kleding als tijdgeest, volgehouden doorheen het hele
boek, is ronduit meesterlijk.
Adam Schall von Bell in zijn werkkamer, in ornaat van
mandarijn. Omringd door zijn attributen. Zijn
wereldkaart tegen het tapijt achter hem; zijn
rechterhand op een armillarium; in zijn linkerhand een
astrolabium; naast hem een hemelglobe. Uit Athanasius
Kircher, China Illustrata 1667.
*Meer over de astronomische instrumenten in deze
illustratie, zie
Eeuwen op zoek naar de tijd
- Tom Wujec,
Anatomy of the Astrolabe
(2014), 9, 25 minuten, met transcript van tekst
-
Armillary Sphere Animation
Verbiest als keizerlijk astronoom.
Het boek speelt in snel wisselende geografische streken:
Portugal, Leuven, de scheepsreis, Macau, China en weer
terug naar Rome via de Nederlanden. Daaraan beantwoordt
een wisseling van de rechtstreekse focalisator
(hoofdpersoon) met het bijbehorende taalregister.
Een sprekend voorbeeld uit vele: als Philippe Couplet in
1680 via Macau afreist om hulp te vragen in Rome, is hij
vergezeld van de Chinese dichter, later priester, Wu Li
en enkele bekeerlingen (p. 249). Wu Li is nog nooit
buiten zijn land geweest. Zijn verbazing en ervaringen
bezingt hij in klassieke verzen.
Geel zand, witgekalkte huizen, hier leven zwarte mensen.
Aan de poorten buigen de wilgen als riet, zelfs in de
herfst
Nog uitbundig in blad (p. 250)
En later, als Couplet afreist, maar de dichter in Macau
moet blijven:
Een schip, voortgestuwd door de wind dag en nacht,
Kan iemand vredig slapen op zee, en dromen van thuis?
Vandaag zou hij de evenaar moeten kruisen.
Ondertussen is Couplet na een bijna fatale schipbreuk in
het calvinistische (en dus normaal vijandige) Batavia
beland.
Verbiest en zijn ordebroeders hebben in voorbije jaren
bij de Nederlanders, als tolken tijdens hun bezoek aan
China voldoende krediet opgebouwd, zodat de nieuwe
gouverneur-generaal Cornelis Speelman beleefd antwoordt:
(…) gelieve u ervan te verzekeren dat de aanwezigheid
van
zulk een waardig en beroemd persoon ons niet onaangenaam
zal wezen…(p. 253)
Sterker dan in vroegere werken is de vriendschap van de
keizer met Verbiest beklemtoond, tenminste voor zover
dat mogelijk was bij de bijna goddelijke Zoon des
Hemels, achter het verstikkende ceremonieel en protocol
van de knielende buigende kowtows, voorhoofd tegen de
grond.
In Zoon van de Hemel
(2009) veel meer over dat ongelooflijke complexe
protocol dat alle aspecten van het leven
volledig doordrenkte en beknelde als een
dwangbuis, tot in dagelijkse gewaden van de
keizer en zijn hofhouding, de strikt
gedetailleerde kledingvoorschriften voor elke
rang van mandarijnen in het hele uitgestrekte
rijk, hoeveelheden, soort en samenstelling van
de verschillende maaltijden enz., enz. (Hier kon
zelfs Lodwijk XIV (ca. 1700 in zijn protserige
paleis te Versailles een ferme punt aan zuigen!) Toch even vermelden dat bij gelijkaardige culturen, in tijd en ruimte ver verwijderd van Kangxi’s China, waar de heerser eveneens als een Zoon van de Zon beschouwd werd, analoge geplogenheden voorkwamen: in China moest de keizer op de door zijn astronomen vastgelegde dag en tijd in een plechtige manifestatie ritueel de allereerste voor ploegen, waarna een hele stoet hoogwaardigheidsbekleders zijn voorbeeld volgde. Dan pas en niet eerder kon het lenteseizoen beginnen in het hele rijk. Zo moest in Peru de Inca Sapa de eerste spadesteek geven, net als de Farao in het oude Egypte. Afwijken van het protocol zou onheil veroorzaken, een mislukte oogst en hongersnood. |
Twee voorbeelden. Kangxi is zich blijkbaar bewust van de lamentabele financiële situatie bij zijn hoofd van het astronomisch bureau en diens gezellen. Zij verblijven op en soms over de rand van de armoede door hun protocollair verplichte geldverslindende mandarijnenrituelen. Herhaaldelijk schenkt hij kostbare stoffen voor de dure vereiste gewaden. Vermoedelijk blijft hij door vertrouwelingen op de hoogte van het reilen en zeilen in hun huishouding. Het is natuurlijk goed mogelijk dat de keizerin-douairière aanvankelijk achter de verstrekte giften zat.
Maar ook daarna blijkt zijn gunst: na de overwinning op de opstandelingen huldigt hij Verbiest voor het geschut dat die hem bezorgde (p. 257). En nog later blijft hij dit doen. Bij de voor Verbiest uitputtende pompeuze tocht door Mantsjoerije in 1682 (met een gevolg van 70.000 man!) waarbij hij zijn ouder wordende astronoom uitdrukkelijk opdroeg hem te vergezellen. Wanneer een snelstromende rivier moet overgestoken bij het uitbreken van een zwaar onweer, roept de keizer hem om in zijn eigen boot mee te varen. En de volgende dag gebeurt hetzelfde (p. 266). Daarna nodigt Kangxi Verbiest uit om naast hem te komen zitten op de oever van de stroom.
‘Omdat het een heldere nacht was, wilde de keizer dat ik hem alle sterrenbeelden aanwees die hij aan het noordelijk halfrond kon zien, met de Europese én de Chinese naam. Zelf herhaalde hij wat hij had geleerd en haalde hij de kleine sterrenkaart tevoorschijn die ik hem enkele jaren geleden had gegeven. Nadat hij die had uitgevouwen, bepaalde hij aan de hand van de opkomende sterren de uren van de nacht. Hij schepte er plezier in om de aanwezigen te imponeren met zijn kennis’. (brief van Verbiest)
En wie heeft hem als jonge knaap die kennis bijgebracht?
Die nacht slaapt Verbiest in een van de tenten van de keizer en krijgt hij zijn avondmaal en ontbijt aan de keizerlijke tafel (p. 267).
Een jaar later onderneemt Kangxi een soortgelijke intimidatietocht naar de Mongoolse gebieden in het uiterste noorden van zijn rijk. Weer vergezelt Verbiest hem. Wanneer hij voor de vijfde keer in enkele dagen de Chinese Muur ziet opdagen noteert hij:
Zelfs als de zeven wereldwonderen zouden samengebracht worden op één plek, konden ze de vergelijking met dit bouwwerk niet doorstaan. Wat ik met mijn eigen ogen heb gezien overtreft alle verslagen die Europa tot nu toe hebben bereikt (p. 278).
Voornamelijk één aspect blijft de huidige generaties verbazen: de katholieke missioneringsdrang en bekeringsdwang. (Vind je evenzeer bij hervormde kerken, islam, hindoeïsme…)
Dat dan nog eens gecombineerd met een voor onze tijd onbegrijpelijk martelaarsverlangen van de jonge kandidaat-missionarissen, wat in Japan sinds het begin van de eeuw reeds huiveringwekkende realiteit was, bij het uitroeien van de christendom door de Shogun.**
Een situatie die in China vlak na de aankomst van Verbiest zeer acuut dreigde te worden.
Die missioneringsmentaliteit is beslist actief gebleven tot na 1950. In mijn bibliotheek tref ik nog twee dunne boekjes uit 1953 met Pro Apostolis profielen van heiligen als Franciscus Xaverius (16de eeuw), pater Desmedt (19de eeuw), missionaris en beschermer van de Amerikaanse Indianen, nu: Native Americans…
** Zie hiervoor Shusaku Endo, Stilte (1966) en vooral de film Silence van Martin Scorsese (2016), waarvan het script gebaseerd werd op de roman.
En Milton, G., Samoerai William (2008).
Didactische tips
Sinds het herhaaldelijke bezoek aan de grote Brusselse China-tentoonstelling van 1988, de grootste ooit in België, hebben wij herhaaldelijk met leerlingen en studenten uit voortgezet onderwijs en lerarenopleiding gewerkt rond de persoon van Verbiest en van daaruit Chinese cultuur en geschiedenis benaderd. Meestal in drie opeenvolgende studiejaren, om de chronologie vanaf Ming over Qing (met Verbiest) tot Bokseropstand en Mao te kunnen behandelen. Terwijl Qin Shi Huangdi en zijn terracottaleger door collega’s in de lagere jaren als onvermijdelijke smaakmaker fungeerden. (Vooral omdat wij in de loop der jaren verscheidene keren kleinere expo’s met echte figuren uit dit leger of andere expo’s van Chinese kunstschatten konden bezoeken, meestal met kleine groepen vrijwilligers, studenten en zelfs ouders.)
Algemene klacht in het gehele onderwijs tot en met de universiteit is de ‘ontlezing’: het onvermogen van studenten om zich te concentreren op langere teksten.
Elke didactische verwerking zal dus onvermijdelijk een stevig luik remediëring op dit terrein moeten bevatten.
Bedoeling van deze tips is alleszins een multimediale en vakoverschrijdende leereenheid opbouwen, modulair uitgewerkt. Je kiest onderdelen, werkmethodes en leermiddelen, aangepast aan de concrete situatie: de tijd die je eraan wil en/of kunt besteden, niveau van je leerlingen, mogelijkheid om met collega’s samen te werken in begeleid zelfstandig leren enz.
Vakken die kunnen ingeschakeld: Nederlands, geschiedenis, Frans, Engels, aardrijkskunde, artistieke initiatie, muziek, economie, godsdienst/zedenleer.
Hier is (in 2024) voor de eerste keer een Russisch tekst over Kircher en China Illustrata ingeschakeld via een vertaalprogramma.
Mogelijk traject
Vooraf: peilen naar voorkennis (inhoudelijk - chronologisch). Brainstorming: Ferdinand Verbiest: wat roept die naam bij jullie op? Losse staakwoorden op bord brengen - heel korte gedachtewisseling.
Ferdinand Verbiest en de Canon
De plaats van Verbiest in de Canon voor Vlaanderen is meer dan uitermate bescheiden. Onverdiend! Alleen zijn naam wordt vernoemd. Punt uit!
Hij hoort bij lemma 19, over de Grote Ontdekkingen, dat volledig gecentreerd is rond de figuur van Pedro de Gante, de missionaris van de Azteken. Ook Joos de Rijcke, de eerste Nederlander in het Incarijk krijgt alleen zijn naamvermelding.
Toch wordt bij “Verbiest” naar dit boek van Veerle de Vos verwezen bij “Lezen”, zonder verdere toelichting.
Wij hebben deze periode telkens behandeld in een uitvoerige chronologisch over een schooljaar verspreide leereenheid, waarin als grote rode lijn een schaduwzijde van Renaissance/ humanisme werd bestudeerd: het contact van Europa met niet-Europese culturen vanaf de Portugese ontdekkingsreizen en 1492, Columbus. Geen vrolijk verhaal! Hierbij is Verbiest natuurlijk de meest positieve uitzondering.
In haar voltooide vorm resulteerde dit in het bekroonde Joos de Rijcke internetproject (2000), nog regelmatig aangevuld in de volgende jaren.
Chronologisch vormde Verbiest en China hier het sluitstuk na de contacten van Portugezen en jezuïeten met Japan. En nadat in een eerder stadium de culturen van Meso-Amerika aan bod kwamen in Precolumbiaanse culturen uit Meso-Amerika
Hier horen zeker Joos de Rijcke, Las Casas, de Sahagun nog bij in De Equinox achterna. Monumenten en astronomue
Werkwijze:
Kennismaking met de Chinese kunst en cultuur. Voor de meeste leerlingen is dit een even vreemd terrein als Maya’s, Azteken, enz.!
Probleem: de eindeloze stroom schitterende voorwerpen en uitvindingen. Natuurlijk hoeft dit echt niet verder te gaan dan een initiatie.
Selectie: nadruk op kunst met o.m. brons, porselein, zijde…
Leermiddelen: elke openbare bibliotheek bevat een hele resem geschikte boeken en films;
werkvorm: taken in complementair groepswerk
Zo is onder meer het item Chinoiserie tot stand gekomen, dat nog zal behandeld worden in een afzonderlijk artikel.
Bijvoorbeeld: “Kies met uw groep een onderdeel uit het boek van Veerle de Vos en stel het voor aan de hele groep.”
Dit biedt mogelijkheid tot groepswerk bijvoorbeeld rond de jezuïetenscholen (vergeleken met uw eigen school en klas NU, het Vaticaan enz…)
“ Kies uit Temple, R.: China. 3000 jaar uitvindingen en ontdekkingen of een ander boek 3 uitvindingen of kunstvoorwerpen.
Zoek op: situering in tijd enz.”
Gebruik in uw taak een geschikte film van YouTube.
Wat vaak gekozen werd: de Chinese Muur. Hierover zijn recente films met onverwachte ontdekkingen over de bouwwijzen. Opdracht: kies een recente en langere film – selecteer een korte versie voor jullie presentatie (voorzien van nodige verdere info.)
Ga naar de website van het Ferdinand Verbiest Institute-KULeuven vzw. en https://www.kuleuven.be/verbiest/koerier/kv34d1.pdf
Lees over de doelstellingen van het Instituut, leid ze
eveneens af uit een van de koerier-afleveringen.
Voor de leraren: naar keuze:
Bijlage 1 of
Bijlage 2
gebruiken.
Meer weten
Huidige situatie in China:
Zie de
talrijke recensies van Jef Abbeel
op deze site.
China. Hemel en aarde. 5000 jaar uitvindingen en
ontdekkingen. Tentoonstellingspublicatie, Brussel,
K.M.K.G., 1988, 437 blz.
De Bisscop, N., De Chinese Verleiding. Chinese
exportkunst van de zestiende tot de negentiende eeuw,
tentoonstellingspublicatie, Gent, St.-Pietersabdij,
2009. – Zie Bijlage 1: PDF. pedagogisch dossier.
De Maesschalck, Edward, Leuven en zijn colleges.
Trefpunt van intellectueel leven in de Nederlanden
(1425-1797), Sterck & De Vreese, 2021, 368 blz.
Goepper, R. (red.), Het oude China, Houten, Bruna, 1988,
458 blz.
Golvers, N. & U. Libbrecht, Astronoom van de keizer.
Ferdinand Verbiest en zijn Europese sterrenkunde,
Leuven, Davidsfonds, 1988. 254 blz.
Hansen, Valerie,
De Zijderoute: De oude handelswegen
tussen Oost en West, Utrecht, Uitgeverij
Omniboek, 2021, 375 blz.
Kircher, A., China Monumentis qua Sacris qua profanis
Illustrata, Amsterdam, 1667.
Kunstschatten uit China. 5000 v. Chr. tot 900 n.Chr.
Tentoonstellingspublicatie, Brussel, Paleis voor Schone
Kunsten, 1982, 311 blz.
Parker, G., Wereldcrisis . Oorlog, klimaatverandering en
catastrofe in de zeventiende eeuw, Utrecht, Omniboek,
2022, 704 blz.
Spence, J., Het geheugenpaleis van Matteo Ricci,
Amsterdam – Brussel, Elsevier 1987.
Standaert, N., Vragen aan China: verleden, heden en
toekomst, nascholingssyllabus, Antwerpen, UFSIA, 1997.
Temple, R.: China. 3000 jaar uitvindingen en
ontdekkingen, Amsterdam, Van Holkema en Warendorf, 1988.
254 blz.
Van Dingenen, K., De uitvinding van het buskruit en de
ontwikkeling van vuurwapens in China, KU Leuven, 1985.
Whitfield, S. (redactie), De Zijderoute. Een reis door
leven en dood (Europalia China), Brussel, Mercatorfonds/
K.M.K.G., 2009. – zie Bijlage 2: PDF. Educatief dossier
voor de leraar.
Zoon van de hemel, Europalia China 2009, Mercatorfonds,
231 blz.
Films
De Chinese armada.
YouTube:
Observatorium Peking: 2 films
- 2,27 minuten, Chinees (onverstaanbaar) gesproken, Eng
ondertitels.
- 1,49 minuten, Nederlands gesproken, beelden, geen
uitleg
De Verboden Stad: verscheidene films met zeer diverse
lengte en uitwerking: van enkele minuten tot meer dan
een uur
Verbiest. De kaarten 35; 40’ minuten.
Jos Martens, mei 2024