Histoforum |
||||
Alexander de Grote | ||||
Titel: Alexander - VS 2004 - DVD - speelduur: 175 minuten - Engels, Nederlandse ondertitels. Tijd en ruimte: Hellas, Perzische rijk, 356 - ca. 300 v.C. Genre: biografische massafilm. Acteurs: Colin Farrell (Alexander), Angelina Jolie (Olympias), Val Kilmer (Philippos), Jared Leto, Anthony Hopkins (Ptolemaios), Christopher Plummer, Rosario Dawson Regie: Oliver Stone
Inhoud Hij was twintig jaar toen hij de troon besteeg, en nog geen drieëndertig toen hij stierf. Hij bracht het grootste rijk van de oudheid tot stand. Door hem verspreidde de Griekse cultuur zich over de hele toenmalige wereld. Zijn daden worden nog steeds bezongen in alle landen waar hij verbleef, van Macedonië tot Afghanistan. Alexander werd in 356 voor Christus geboren als zoon van de Macedonische koning Philippos II. Hij kreeg een bevoorrechte opvoeding en had als leraar niemand minder dan Aristoteles. Na de moord op zijn vader sloeg hij in 335 de Griekse opstand neer, waartoe was opgeroepen door de grote redenaar Demosthenes, en verwoestte Thebe. De rest van zijn korte leven werd één grote veroveringstocht. Met 45.000 soldaten trok hij door de hele toen bekende wereld ten oosten van Griekenland: Turkije, Libanon, Syrië, Egypte, Oezbekistan, Babylon (Irak), Perzië (Iran), tot in Pakistan, aan de grens met India. De Macedoniërs versloegen de enorme legers van de machtige Perzische koning Darius. In de slag bij Issus in 333 overwon hij Darius. In 331 stichtte hij aan de monding van de Nijl de eerste stad die zijn naam draagt: Alexandrië. De slag bij Gaugamela bracht hem de beslissende overwinning op de Perzen. Van Susa trok hij verder naar Persepolis, dat hij tijdens een nachtelijk drinkgelag in brand stak. Het was zijn ideaal om alle volkeren te verenigen in één wereldrijk. Maar Alexander kende geen rust. Hij reisde verder naar het oosten, tot in India. Hier eindigde zijn odyssea: zijn mannen waren uitgeput en vanuit het hele rijk kwamen onheilstijdingen binnen. In 325 maakte hij rechtsomkeer. Twee jaar later, in zijn Babylonische zomerpaleis, werd hij getroffen door een geheimzinnige koorts en stierf. Ergens in Alexandrië werd hij door zijn generaal Ptolemaios bijgezet in een mausoleum. Zijn graf is tot op heden niet gevonden. Bespreking In de VS flopte deze superproductie, naar het schijnt door de herrie rond de voorstelling van Alexander als homo- of biseksueel. Nadat we de film zelf gezien hadden, denken we toch dat er iets meer aan de hand is. De hele film door suggereert Stone de liefde van Alexander voor zijn wapenbroeder en levensgezel Hephaistion, maar homoseksueel contact is er niet. Homoseksuele suggesties zijn de hele film door latent, broeierig en naar mijn smaak nodeloos overvloedig aanwezig. Heteroseks tussen Alexander en één van zijn drie vrouwen, Roxane, wordt dan weer wel uitgebreid (om niet te zeggen potsierlijk) geëtaleerd. Voor we verder gaan, even serieus: alle auteurs vanaf de oudste vermelden de biseksuele contacten, die in de toenmalige culturele context normaal waren. De film opent met een bijzonder kort bezoek aan het sterfbed van Alexander in Babylon in 323. In plaats van de verwachte flashback krijgen we een flash-forward, naar Alexandrië, veertig jaar later, waar de oude farao, Alexanders voormalige generaal Ptolemaios (gespeeld door Anthony Hopkins), zijn memoires dicteert aan zijn schrijver. Dit procédé stuitte op nogal wat kritiek van recensenten, maar stoorde ons persoonlijk niet. Het is uiteraard een literair recept. Stone past er wel meer toe die heel wat minder op hun plaats zijn, zoals -ver in de film- een volkomen misplaatste flashback naar de moord op Alexanders vader Philippos. Zo zouden we nog een tijdje kunnen voortgaan met het opsommen van details die ons niet bevallen. Samenvattend: we vinden de film zeer onevenwichtig van opbouw, nu eens te traag met veel te veel pseudo-freudiaans geleuter, dan met tijdsverdichtingen en dito sprongen die erg belangrijke episodes overslaan. (Om er slechts één te noemen: het in brand steken van Persepolis.) Persoonlijk krijg ik sterk de indruk dat Stone zich verschrikkelijk gehaast heeft om een concurrerend project voor te kunnen blijven en daardoor al die steken heeft laten vallen. Oliver Stone laat ons slechts enkele glimpen zien van wat de film 'Alexander' had kunnen zijn, maar die -hoe kort ook- neutraliseren de overige onzin. Een veroveraar is per definitie een geweldenaar. Alexanders leven duurde amper 32 jaar maar de kern daarvan lag in twaalf jaar met circa zeventig veldslagen. Ons laten zien hoe Alexander in staat was tijdens de belegering van het gebied dat nu Libanon heet tweeduizend mensen te kruisigen, had daarom veel meer gezegd dan ook maar één woord van een nobel orakelende Colin Farrell (Alexander) op muziek van Vangelis. Ofschoon Stone de bal met de regelmaat van een klok mis slaat, ligt het beste van zijn film toch precies in het oorlogsspektakel. De slag te Gaugamela (het huidige Irak), in 331 voor Christus, tegen Darius is in zijn categorie wellicht de meest indrukwekkende ooit in elkaar gebokst. Het perspectief van de arend die Alexander op zijn tocht volgt, is niet alleen een sterke metafoor voor de veroveraar en zijn aspiraties, maar geeft ook een perfecte coherentie aan fenomenale CGI-luchtpanorama's, die tegengewicht krijgen van woest gemonteerde, bloederige lijf-aan-lijfgevechten. En voor elk beeld waarin we Colin Farrell te paard zien voorbijstormen, staat een hypnotiserende widescreen-close-up van de onbeweeglijke koning Darius die 'zijn' wereld ziet instorten. Grandioos, net als -veel later- de veldslag van paard versus olifant in Indië, waar het palet van cameraman Rodrigo Prieto rood mag kleuren. Die twee kwartiertjes alleen, samen met de intocht en enkele curieuze momenten in Babylon (hoed af voor setontwerper Jan Roelfs en de obligate CGI), lonen de moeite. In alle interviews die we gezien of gelezen hebben, gaat regisseur Oliver Stone veel meer in op de persoon van Alexander de Grote dan op de film die hij over de veroveraar draaide. "Alexander was een veroveraar die niet vernietigde, maar die iets opbouwde, die iets wou toevoegen aan de toenmalige maatschappij", vat hij zijn persoonlijke visie op de jonge koning-krijger samen. "Hij bracht een leger op de been dat maar door bleef gaan. Het is fascinerend om te zien wat hij gedurende de elf jaren van zijn heerschappij allemaal gedaan heeft. Dat waren elf jaren van opbouw. Hij veroverde alles wat voor hem lag en hij stichtte vrede, sloot verdragen, zorgde voor wet en orde, maakte handel mogelijk, enzovoort. Op persoonlijk vlak was Alexander progressief wat onderlinge huwelijken, religie, en dergelijke meer betrof. Dat was allemaal het resultaat van zijn heerschappij.” "Alexander was op een vreemde manier een soort Prometheus (die het vuur stal van Zeus om het aan de mensen te geven en daardoor in de Griekse mythologie als de schepper van de beschaving gold). Ik geloof echt dat hij het vuur aan de mensheid heeft geschonken. Hij heeft de wereld geciviliseerd. Volgens de zeden van zijn tijd was hij ruw en hard, hij moest vechten en doden. Maar toen hij zijn imperium uitbouwde, bracht hij ook vrede en orde en veiligheid. Dat was zijn geschenk aan de mensen. Hij had een visie: één wereld, één koning. Vandaag is dat niet meer mogelijk. Er zijn te veel grenzen. Maar toen was dat het begin van de beschaving." Dat positieve beeld staat dan ook centraal in dit grootschalige epos. De bewondering van Oliver Stone voor zijn historische onderwerp is zo groot dat het wel lijkt alsof hij zich sterk met zijn onderwerp geïdentificeerd heeft. Maar dat vindt de regisseur "geen eerlijke vraag". "Bij elke biograaf en dus ook bij elke filmmaker die een biografische film draait, is er sprake van een proces waarbij het objectieve en het subjectieve in elkaar versmelten. Er bestaat niet zoiets als pure objectiviteit. Maar het is natuurlijk wel zo dat ik het 'gevoel' had dat ik Alexander begreep. Dat is iets dat je niet neer kunt schrijven, je voelt het gewoon." Enerzijds heeft Stone geprobeerd de militaire en politieke prestaties van wereldveroveraar Alexander in al hun megalomane grandeur tot uitdrukking te brengen, terwijl hij anderzijds uitgebreid ging peuteren in de ziel van deze legendarische koning-krijger. Daarom wordt er ook zoveel aandacht besteed aan de jeugd van de jonge Alexander en vooral aan zijn getroebleerde verhouding met zowel zijn moeder Olympias (Angelina Jolie) als met zijn vader Filippos (Val Kilmer). Een dergelijke combinatie van visueel massaspektakel en psychologische intimiteit is riskant en daarom is het niet zo verwonderlijk dat Alexander soms tussen twee stoelen valt. Didactische verwerking Ironisch genoeg leent ‘Alexander’ zich, ondanks de overduidelijke tekortkomingen, ook op historisch gebied, tot gebruik in de klas. Niet de gehele film uiteraard, doch enkele fragmenten. Bijvoorbeeld (zeker!) de slag bij Gaugamela. Maar dat kun je best onmiddellijk aanvullen met een fragment uit het boek van Jona Lendering (of het artikel van Patrick De Rynck daarover in bijlage hierna). Of de intocht in Babylon en een ander fragment in dezelfde stad. (Niet de haremscène, want dat is kitsch). En de olifantenslag tegen Poros. Misschien kun je het lesuur volmaken met een paar scènes uit de oudere film ‘Alexander the Great’ uit 1955; bijvoorbeeld Persepolis en de brandstichting daar. Als houvast sluiten wij de bijlagen, hieronder, af met een chronologische tabel. Een iets ruimere en toch zeer bruikbaar beknopte biografie vind je in het artikel van Schuling, W., Alexander de Grote. Veroveraar tegen wil en dank? Vrijwilligers, zeker in de hoogste jaren secundair onderwijs kun je doorverwijzen naar de trilogie van Valerio Massimo Manfredi, Alexander de Grote, Vianen, Areopagus, 2000. Zie daar bij de bespreking ook aanvullingen die voor een leerkracht interessant kunnen zijn, onder meer over de doorwerking van de Alexandermythe tijdens de Middeleeuwen. Voor inschakeling in een ruimer project, zie: Hellas via jeugdboeken. De figuur van Alexander is immers uitstekend geschikt als prototype van een “held” naast Hercules en Odysseus. Internationale website van de film: http://alexanderthemovie.warnerbros.com/ Jos Martens Bijlagen Historische betrouwbaarheid De Nederlandse historicus Jona Lendering is de auteur van een bejubeld Alexander-boek (Jona Lendering, Alexander de Grote. De ondergang van het Perzische Rijk, Athenaeum - Polak & Van Gennep,2004, 404 blz.). Voor zijn onderzoek reisde hij op z'n Michael Woods * door gebieden waar ook Alexander door trok. Het oordeel van deze kenner over de film is gemengd, om het zacht uit te drukken. *Michael Wood, In de voetsporen van Alexander de Grote, 4 afleveringen van telkens 1 uur, herhaaldelijk heruitgezonden, voor het laatst door Canvas (Vlaamse tweede net) in december 2004. Patrick De Rynck wijdde in de krant De Morgen, begin 2005, enkele ronduit voortreffelijke artikels aan het boek en een interview met de auteur over de historische betrouwbaarheid van de film. Hier de belangrijkste fragmenten. 'Stones adviseur lijkt wel dertig jaar achter' (De Morgen, 5/1/2005) 'Regisseurs en historici blijven het best op hun eigen vakterrein", steekt Lendering van wal. "Maar voor dit geval laat ik me graag verleiden. Stone vraagt erom: hij verkondigt dat het allemaal historisch betrouwbaar is. De medewerking van Alexander-biograaf en hoogleraar in Oxford Robin Lane Fox staat daar zogezegd borg voor." - De grootste uitdaging lijkt mij het bijzonder ingewikkelde verhaal. Lendering: "Ik vind nu net de wijze waarop de Macedonisch-Perzische oorlog is samengevat het knapste van de film. Bij het schrijven van mijn boek vond ik het erg lastig te besluiten wat eruit kon. Zowat alles hangt met alles samen. Stone heeft er drastisch het mes in gezet. Hij permitteerde zich daarbij enkele zeer grote vrijheden en ja, ik kan voor de vuist een dozijn 'te vermijden onnauwkeurigheden' opsommen. Maar het resultaat staat toch als een huis." - De film is opgenomen in Marokko en Thailand, plekken die Alexander niet aandeed. Klopt wat we zien met de historische landschappen? "De locaties lijken sterk op de originele landschappen, voor zover ik ze heb bezocht. Het treffendst vond ik de plek waar Alexanders soldaten in 326 weigerden verder te gaan. Ik heb mijn ogen moeten uitwrijven om te zien waar de verschillen zaten. Ook het stoffige slagveld van Gaugamela in het Iraakse deel van Koerdistan is knap gereconstrueerd. De heuvel met de vorm van een dromedarisbult waaraan de plaats haar naam ontleent, lijkt met een computeranimatie in de beelden gemonteerd.” "Over het algemeen zijn de decors trouwens geloofwaardig. Ik kan me voorstellen dat het Perzische paleis in Babylon er inderdaad uitzag zoals het wordt getoond. Hetzelfde voor de exercerende falanxen en de gevechten met olifanten. Het zit hem ook in de details: anders dan in pakweg Mel Gibsons ‘The Passion of the Christ’, die ook streefde naar historische accuratesse, kloppen deze keer de wapenrustingen wel. En anders dan in Gladiator rijden de ruiters deze keer zonder stijgbeugels, zoals het hoort. Professioneel gedaan." - Er is nogal wat te doen over Stones beeld van Alexanders intieme relatie met zijn vriend Hefaistion. "Ik laat de beoordeling van de bordkartonnen personages en het eindeloze soapachtige geklets liever aan de recensenten, maar hoe die relatie is uitgewerkt, is ronduit ergerlijk. Alexanders huwelijksnacht met Roxane komt gedetailleerd in beeld, maar van de betrekkingen tussen Alexander en Hefaistion zie je nog geen zoen. Eerder in de film legt Aristoteles de theorie over de aardse en hemelse liefde uit. Daarmee suggereert Stone dat Alexander en Hefaistion netjes met de handen boven de dekens sliepen en vooral veel goede gesprekken voerden." (Deze passage komt quasi letterlijk uit de ‘Dialogen’ van Plato, Aristoteles’ leermeester, die hier de mening van Socrates weergeeft. (J.M.)) - Zelf hecht u in uw boek veel belang aan de 'oosterse' kijk op de zaak. Is daar in de film iets van te merken? "Ik heb daar grote bedenkingen bij. En dan denk ik in de eerste plaats aan de stereotiepe weergave van de Oriënt. Alle Aziaten zijn verwekelijkte types, met als opmerkelijkste voorbeelden koning Darius en zijn hoveling Bagoas. De Griekse bronnen typeren de koning soms als een zwakkeling die in twee veldslagen op de vlucht sloeg en soms als een dapper man die tot het einde meestreed. Welnu, we weten sinds de publicatie van de zogenaamde astronomische dagboeken uit Babylon, in 1975, dat het laatste correct is. Het staat nu vast dat Darius tijdens de slag bij Gaugamela door zijn manschappen in de steek werd gelaten. En toch laat Stone Darius als eerste op de vlucht slaan, het oude cliché van de verwijfde, laffe Oosterlingen. Het lijkt wel of Lane Fox niet op de hoogte is van de wetenschappelijke publicaties sinds 1975." - De bronnen berichten geregeld over wreedheden die Alexander en zijn leger begingen. Om van het bloedvergieten tijdens de veldslagen nog te zwijgen. "De systematische afwezigheid van wreedheid in de film is voor mij een wezenlijk probleem. De slagveldscènes zijn steriel en alles wat naar tortuur riekt is afwezig. Terwijl dat nu net een van de best geattesteerde aspecten is van Alexanders heerschappij. Een voorbeeld: we horen Ptolemaeus zeggen dat 'Alexander in India niets deed wat andere generaals in een oorlog niet ook zouden doen'. Dat weet ik zo nog niet. Zouden Stone en Lane Fox echt denken dat het aanvallen van vluchtelingen, Alexanders gebruikelijke tactiek tijdens de Indische veldtocht, een militair doel diende? De werkelijkheid van Alexanders veldtocht zijn de mensen die in Sogdia werden gedeporteerd, de nomaden uit de Zagros die werden uitgeroeid, de verdedigers van Tyros die werden gekruisigd, de vrouwen die in Persepolis werden verkracht en de vluchtelingen die in India zijn vermoord. Je ziet er allemaal niets van. De boodschap lijkt te zijn dat geweld mag, als je maar een verheven, westers ideaal hebt." - De perceptie van Alexander beweegt zich tussen de goedmenende bevrijder en kosmopoliet en anderzijds de rücksichtloze tiran. Ik veronderstel dat we in de film met type 1 te maken krijgen? "Klopt. Stone houdt ons voor dat Alexander de mensheid een betere wereld wilde bieden door haar de Griekse levenswijze aan te reiken. We vernemen zelfs dat de Babyloniërs blij waren dat ze werden bevrijd van de Perzische heerschappij. En we horen dat de Perzische koning de volken beschouwde als zijn slaven en dat Alexander ze een kans op verbetering en bevrijding bood. Er is geen enkel historisch bewijs voor die ideeën. Ze zijn voor het eerst geformuleerd in een feestrede die de Griek Plutarchus hield in de tweede eeuw, een klein half millennium na Alexander. Mij bekroop het ongemakkelijke gevoel dat Lane Fox domweg het verschil tussen een retorische en een historische tekst niet heeft begrepen." - Middelmatige film, slecht historisch advies? "Dat Oliver Stone zo'n film maakt, wil ik hem vergeven. Ter vergelijking: veel Amerikanen geloven nu ook oprecht dat ze mensen in landen als Afghanistan en Irak vrijheid en een betere levensomstandigheden bieden. En waarschijnlijk hebben ze gelijk. Maar van Robin Lane Fox, die toch op de hoogte moet zijn van de discussies onder historici, had ik meer verwacht. In elk geval meer liefde voor de historische waarheid en meer sympathie voor de honderdduizenden genocideslachtoffers die in deze film buiten beeld blijven." Patrick De Rynck De schaduw van Alexander (De Morgen, 5/1/2005) Jona Lendering, Alexander de Grote. De ondergang van het Perzische Rijk,Athenaeum - Polak & Van Gennep,2004, 404 blz. Tot in de jaren 1950 ging het in veel Alexander-literatuur ongeveer als volgt: de Macedonische Griek Alexander de Grote (356-323) veroverde in zowat tien jaar tijd een immens territorium dat zich uitstrekt van Griekenland tot de Punjab, met inbegrip van Syrië, Libanon, Palestina/Israël en het eerbiedwaardig oude Egypte, waar hij onder meer Alexandrië stichtte, een van zijn nieuwe steden. Hij deed zijn ding om wraak te nemen voor wat de Perzen 150 jaar eerder de Grieken hadden aangedaan, koesterde homerische heldenidealen en streefde gaandeweg naar een brotherhood of men. Dankzij de missie van deze visionaire idealist heeft de superieure Griekse cultuur zich wijd en zijd verspreid. Er kleefde hoogstens hier en daar een onvermijdelijk bloedvlekje op zijn blazoen, maar verder geen onvertogen woord over dit militaire en politieke genie, een van de uiterst zeldzame specimina van de menselijke soort die het aanschijn van de wereld ten goede hebben veranderd. Le nouveau Alexander de Grote is ergens rond de Tweede Wereldoorlog geboren. We hadden daar despotische creaturen als Hitler en Stalin voor nodig. Nu gaat het in de Alexander-literatuur in het slechtste geval ongeveer als volgt: Alexander was een machtsmens pur sang en hij werd geleidelijk aan een wrede en tirannieke totalitarist die zichzelf goddelijke trekjes aanmat. Deze opportunist was een cynicus met bloed aan zijn handen en met zware psychische problemen: paranoia, alcoholisme, cholerische buien etcetera. En hij was tot overmaat van ramp biseksueel! Voorwaar niet het type held dat in Hollywood populair is. Ondanks het spectaculaire neerhalen van het Alexander-beeld laten ook de positivo's nog van zich horen, en niet alleen in de twee Macedoniës, waar Alexander een onaangetast nationaal symbool blijft. Onder meer voor Robin Lane Fox, de historicus wiens vertaalde biografie van Alexander ook in de lage landen populair is, is Alexander goeddeels een epische held. Lane Fox reisde, zoals tv-maker Michael Wood, Alexander over berg en dal achterna om tot die vaststelling te komen. Zijn zogeheten 'standaardwerk' heeft intussen het grote nadeel dat het al zo'n dertig jaar oud is. Het wekt met een dergelijke tweespalt weinig verbazing dat historische discussies over Alexander op een virulente toon worden gevoerd. Overigens moet ik eerlijk zijn: al in de Oudheid konden Grieken en Romeinen kiezen tussen een positieve en een negatieve Alexander. Het 'probleem' is gedoemd om te blijven bestaan, en dat heeft veel te maken met het Grieks-Romeinse bronnenmateriaal. Zowat alles wat in de tijd van Alexander zelf is geschreven, ging verloren, hoewel de kleine Macedoniër zeer begaan was met het laten notuleren van zijn daden. Onze tekstbronnen zijn allemaal afgeleiden daarvan. Ze zijn 300 tot 600 jaar jonger, het zijn interpretaties van interpretaties en ze zijn geschreven met bepaalde bedoelingen en in een eigen context. De wijde spagaat van de Alexander-beelden heeft ook veel te maken met de eigen tijd waarin historici schrijven. Ik heb de indruk dat er vandaag in de serieuze Alexander-perceptie - nee, Oliver Stone, het gaat niet over u - stilaan een derde weg wordt bewandeld. Het nieuwe boek van de Nederlandse historicus Jona Lendering, die ook in Alexanders voetsporen heeft gereisd, is daar een mooi voorbeeld van. In zijn populariserende genre is het een belangrijk werk. Lendering contextualiseert, nuanceert en vult aan. Hij contextualiseert: Alexander is ook voor hem een uiterst belangrijk personage en een fantastische legerleider die met zijn leger onmogelijke bergpassen, gladde sneeuwvlaktes en brede rivieren overwon en tactisch handig manoeuvreerde. Maar Alexander leefde ook in een tijdsgewricht waar zelfs de Groten der Aarde niet ergens luchtledig buiten staan. Alexander heeft bijvoorbeeld - dat weten we al langer - veel te danken aan zijn vader Filippos, een groot organisator en legerhervormer. En als Lendering zich aan het eind afvraagt of Alexander de Griekse cultuur inderdaad heeft verspreid, wijst hij erop dat er al langer een economische en culturele eenwording bezig was - mede dankzij het Perzische imperium - maar dat Alexander dat proces in een richting heeft geduwd, en wel een Griekse. En als het gaat om de drijfveren van Alexanders inval in Klein-Azië, maken de ijle Grote Woorden - wraak voor de Perzische inval in Griekenland in 490! Alle Menschen werden Brüder! - plaats voor koel pragmatisme: de jonge Alexander had daden nodig om in zijn labiele thuisland Macedonië rivalen monddood te maken, en geld en buit om sussende cadeautjes uit te delen. De officiële wraakexpeditie was in de feiten een veroveringsoorlog waarin geleidelijk aan op theatrale wijze een nieuwe ambitie binnensloop met mythologische, goddelijke trekjes: de randen van de aarde zien, beter doen dan de halfgod Herakles, en de hele god Dionysos nabootsen. (In Alexanders tijd dacht men dat de aarde voorbij de Ganges eindigde.) Lendering nuanceert ook. De woorden 'Macedonische propaganda' vallen geregeld in dit boek: bij de volgens de bronnen hoge slachtofferaantallen aan de kant van Alexanders vijanden, bij het zogezegd 'immense' en 'historische' belang van gewonnen veldslagen, bij het beeld van Alexander als meester van de natuurelementen, bij verzwegen problemen en mislukkingen (die er ook waren)... Zoals het een hedendaagse historicus betaamt, heeft Lendering aandacht voor de auteurs en het genre van de historische bronnen: als Ptolemaios, de Egyptische opvolger van Alexander, over zijn voormalige patroon schrijft, spring je daar beter erg omzichtig mee om. Die noodzakelijke inbedding van de bronnen is een inzicht dat bij oud-historici al bij al nog niet zo oud is. Hetzelfde is het geval voor de relativering van het 'Griekse wonder' die we momenteel (na de dekolonisatie) beleven. Wat zich in Hellas in de vijfde en vierde eeuw heeft afgespeeld, wordt in een bredere context van uitwisseling en kruisbestuiving bekeken. De bladzijden waarin Lendering de Griekse geschiedenis door een Perzische bril leest, zijn treffende eye-openers. De Grieken - beter: de Yauna, zoals de Perzen ze noemden - leven dan plotseling ergens in de marge: "Perzië was heer en meester van de wereld." De Perzische Oorlogen hebben rond 480 helemaal niet tot zo'n ongelooflijke Griekse zege geleid als de (propaganda)literatuur laat uitschijnen en de Yauna waren lange tijd een onbetekenende en onderling verdeelde luis in de Perzische pels tot de... Macedoniërs onder leiding van Alexanders vader Filippos echt gevaarlijk werden. En dan nu misschien het belangrijkste: Lendering vult aan. Terwijl zowel het positieve en het negatieve beeld van Alexander op Griekse bronnen steunt, is dit een tot nu toe zeldzaam grootpubliekboek over Alexander waarin er veel aandacht en sympathie gaat naar de Perzische en Indische kijk op de zaak. Veel specialisten zijn zover nog niet. Hierdoor kan je bij Lendering de volgende uitspraken lezen: "Zoals wel meer supermachten in de wereldgeschiedenis, ging het Perzische imperium niet ten onder door barbaarse invallen, maar doordat het barbaren de gelegenheid bood gevaarlijk te worden", en: "Als Alexanders veroveringen al een culturele vooruitgang inluidden, dan niet alleen voor de onderworpenen, maar ook en misschien vooral voor de Grieken en Macedoniërs." Als ik Lendering mag geloven, kunnen we nog veel 'Alexandernieuws' verwachten van de archeologen, indien tenminste de geopolitieke evolutie in Irak, Afghanistan, Pakistan, Oezbekistan en de Punjab dat toestaat. Nu al heeft de archeologie bewezen dat de volgens de bronnen ongelooflijk gigantische brandstapel voor Alexanders overleden boezemvriend Hefaistion inderdaad ongelooflijk gigantisch was en dat Alexander het schatrijke Persepolis, een soort nationale kluis van het Perzische Rijk, na een plundering inderdaad bewust in brand heeft gestoken, en niet in een onbewaakte dronken bui. Veelbelovend lijken de duizenden kleitabletten die momenteel worden ontcijferd. Ook die leverden Lendering al enkele nieuwe inzichten op. Ze plaatsen bijvoorbeeld de Perzische koning Darius - traditioneel een zwakke lafaard, conform het beeld van de oosterling - in een nieuw licht. Benieuwd of Lenderings (te?) hoge verwachtingen zullen worden ingelost: "Het valt te verwachten dat in de nabije toekomst nieuwe ontdekkingen zullen worden gedaan en het is daarom te hopen dat dit boek snel achterhaald zal zijn." In dit boek blijft Jona Lendering nog goeddeels afhankelijk van zijn Griekse bronnen. Die leest hij zoals gezegd met grote omzichtigheid: 'misschien', 'waarschijnlijk' en 'het valt aan te nemen dat' tieren welig. Ook dat is niet alle Alexander-schrijvers gegeven. Allemáál nieuw is het natuurlijk lang niet - dat kan ook niet met zo'n berg bestaande literatuur - maar de combinatie van nuanceringen, het aanreiken van de brede politieke context en de niet-Griekse blik is zeldzaam in een vulgariserend Alexander-boek. Die cocktail maakt van Alexander weer een mens in plaats van een god of duivel: de derde weg. Volgens Lendering ontvluchtte de 'koning van Azië' veel impasses en problemen - bestuursproblemen, onvrede bij de staf, dreigende muiterijen... - door altijd opnieuw te gaan vechten en nu en dan een 'bevrijdende' slachtpartij aan te richten. Langetermijnplanning was aan hem niet besteed. Het was een permanente blinde vlucht vooruit, tot zijn eigen soldaten niet langer mee wilden. Alexanders grote probleem was volgens Lendering dat hij er niet in slaagde een bestuurscultuur te vinden die multi-etnisch en transcultureel genoeg was om iedereen te vriend te houden. Een voorbeeld: een koning van Perzië eiste van zijn onderdanen traditioneel eerbied, bijvoorbeeld bij een begroeting, terwijl een knieval in Griekse ogen alleen voor goden was weggelegd. Hoe ga je daar als nieuwe koning mee om? Een dergelijk nooit opgelost dilemma laat een menselijke Alexander zien: Alexander was een "falend bestuurder met een imagoprobleem". Dat is iets helemaal anders dan een cholerieke sadist... Frappant is ook het voortdurende onderscheid dat we moeten maken tussen 'Macedoniërs' en 'Grieken'. Die laatste bleven moeilijk doen en waren vaak als huurlingen in Perzische dienst. Is de schaduw van Alexander vandaag nog zichtbaar? De kwestie van Alexanders voortleven behandelt Jona Lendering nauwelijks*. Dat is een ander boek. In twee woorden: het Grieks-Romeinse hellenisme, dat met Alexander aan aanvang nam, was ook de omgeving waarin drie à vier eeuwen later het christendom een 'westerse' religie kon worden. (Paulus kwam uit het huidige Turkije.) Alexander legde dus onrechtstreeks de eerste kiemen van de latere tegenstellingen en de al dan niet kruistochtachtige conflicten met de 'oosterse' islam. En voor je het weet beland je met je hedendaagse Alexander in het Irak, Iran en Afghanistan van het begin van de eenentwintigste eeuw, de plekken waar zich ook het verhaal van de historische Alexander grotendeels heeft afgespeeld. Is de cirkel rond? *Patrick De Rynck publiceerde zelf een geannoteerde uitgave van de middeleeuwse Alexanderroman: Avonturen van Alexander de Grote: de Alexanderroman / vert. en toegel. door Patrick de Rynck. - Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2000. - 207 blz. - (Baskerville serie). - Oorspr. Oudgriekse titel : Bios kai prakseis Aleksandrou tou Makedonou Chronologie 360 vader Filippos wordt koning van Macedonië 357 Filippos trouwt met Olympias 356 geboorte van Alexander 343-340 Alexander gaat in de leer bij Aristoteles 336 Filippos wordt vermoord (Alexander is dan 20 jaar) 334 Alexander begint zijn veroveringstocht; Milete, Troje 332 Gaza, Jeruzalem en Egypte 331 stichting van Alexandrië; slag bij Gaugamela 330 Perzië 327 Alexander trouwt met de oosterse prinses Roxane 323 Alexander sterft in Babylon, kort na de dood van Hefaistion 320 Alexanders rijk valt uiteen |
||||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|
||||
© Albert van der Kaap, Enschede
|