Community Geschiedenis                                                                Histoforum

    recensies                                      deel 1   deel 2   deel 3   deel 4   deel 5  
Home

Aanmelden

Forum

Vakinformatie

Lesmateriaal

Ict en geschiedenis

Nieuwsbrieven

Vaklokaal

Mailinglist

Een maritieme wereldgeschiedenis

Cuyvers, L., Tienduizend jaar varen. Een wereldgeschiedenis, Leuven, Davidsfonds, 2003, 159 blz..
Cuyvers, L., De ontdekking van het Oosten, Tielt, Lannoo, 2005, 223 blz. + DVD (4delige tv-reeks).

Luc Cuyvers geniet internationaal een grote reputatie als maritiem historicus, voornamelijk om zijn in vele landen uitgezonden documentaires over de Grote Ontdekkingen. (Canvas, het Vlaamse Tweede Net zond ze uit in wereldprimeur.) Cuyvers promoveerde in de mariene studie aan de universiteit van Delaware (VS). De twee hier besproken boeken zijn gebaseerd op deze televisiereeksen.

Een wereldwijde wisselwerking

In het eerste boek, Tienduizend jaar varen beschrijft de auteur vanuit een ongewoon, intercultureel perspectief onze maritieme geschiedenis. Deze geschiedenis werd tot nog toe grotendeels geschreven door westerse historici, die zich veelal beperkten tot de nautische prestaties van westerse volken, alsof alleen die van belang zijn geweest. Dat is natuurlijk onzin. Westerse zeelui beheersten de laatste eeuwen de wereldzeeën, maar de verwezenlijkingen van andere culturen zijn daarom niet minder indrukwekkend én kwamen vaak veel vroeger tot stand. Wel is het zo dat ze bijna altijd minder goed gedocumenteerd zijn en daardoor dikwijls over het hoofd worden gezien. Hun bijdrage negeren leidt tot een te eenzijdige kijk op het verhaal van de mens en de zee. 

Daarom gaat dit boek ook in op de maritieme tradities van andere culturen. Het verhaal van de zeevaart kán immers niet geïsoleerd worden bekeken. Hoewel de eerste ervaringen van mensen met de zee zich op afzonderlijke plaatsen afspeelden, duurde het niet lang voor men ideeën begon uit te wisselen, eerst tussen naburige eilanden, vervolgens tussen streken die in elkaars nabijheid lagen en mettertijd zelfs tussen continenten. Zeevaarders keken naar elkaar omdat ze er altijd op uit waren het risico op zee te verminderen. Als iemand een goed idee realiseerde, was de kans groot dat anderen het overnamen. Uitstekende ideeën vonden uiteindelijk (meestal) hun weg over de hele wereld. 

Er zijn enkele klassieke voorbeelden van die overdracht van technologie, zoals het kompas dat vanuit het China van de Song-dynastie via Arabische zeelui Europa bereikte.  

Ook verbeteringen aan de tuigage deden de ronde van de wereld. En ook hier speelden de Arabieren een vooraanstaande rol: zij lieten zeelui op de Middellandse Zee kennismaken met het driehoekige latijnzeil, dat vandaar zijn opgang naar het noorden inzette. Het bleek een enorme sprong voorwaarts. Zonder een vorm van langsscheeps tuig, wat schepen toeliet beter tegen de wind in te varen, zouden Europese zeelui hun wereldwijde ontdekkingsavonturen nauwelijks hebben kunnen realiseren: 

Andere ideeën hadden dan weer opmerkelijk veel tijd nodig om voet aan de grond te krijgen. Het achterstevenroer bijvoorbeeld deed er meer dan duizend jaar over om vanuit China het Westen te bereiken, hoewel het als besturingsmechanisme veel efficiënter was dan de stuurriem die Europese zeelui tot in de late Middeleeuwen gebruikten. De Chinese traditie om schepen te bouwen met waterdichte schotten deed er nog langer over. Europese reizigers, onder wie Marco Polo, beschreven die al in de 12de eeuw en beschouwden het als een schitterend idee. En toch duurde het nog eeuwen voor waterdichte schotswanden deel uitmaakten van westerse vaartuigen. Het zou ontelbare schepen én mensenlevens hebben gespaard als dat eerder was gebeurd.

Het is niet altijd duidelijk waarom bepaalde ideeën zonder moeite werden overgenomen en andere veronachtzaamd. In bepaalde opzichten zijn zeelui opmerkelijk conservatief en niet altijd even bereid iets over te nemen waar ze zelf niet opgekomen zijn. Hoe dan ook, het staat buiten kijf dat het verhaal van schepen en de zeevaart er een is van technologische wisselwerking. Wie er enkel vanuit een westers perspectief naar kijkt, krijgt dan ook slechts een gefragmenteerd beeld. 

Streekgebonden vindingrijkheid  

De diversiteit aan culturele invalshoeken legt trouwens nog meer bloot dan intrigerende uitwisselingspatronen. Het is boeiend te bekijken hoe verschillende culturen eenzelfde uitdaging aanpakten. Zo ontwierpen de volkeren van Zuidoost-Azië en de Grote Oceaan een uniek scheepstype. Zoals elders op de wereld begonnen ook zij vermoedelijk met een uitgeholde boomstam waar naderhand een zeil aan werd toegevoegd. Maar zelfs een klein zeil maakt een boomstamkano of prauw heel labiel. Om dat te verhelpen voegden ze aan beide kanten vlerken toe, zoals de steunwieltjes bij een kinderfiets. Later evolueerde dat ontwerp tot een enkele outrigger of een kano met dubbele romp, een opmerkelijk snel vaartuig, zoals elke vrijetijdszeiler kan bevestigen.

In Europa, het Nabije Oosten en China werd het probleem anders opgelost. In plaats van er vlerken aan toe te voegen, werd de zijkant van de kano's verhoogd en de bodem een stuk zwaarder gemaakt met het oog op de stabiliteit. Het resultaat was de verplaatsingsromp die alle westerse schepen gemeen hebben, net als dhows en jonken overigens.

Alle culturen die in dit boek aan bod komen, hebben zich elk op hun wijze aangepast aan specifieke uitdagingen. Zo ontwierpen de Austronesische volkeren en de Polynesiërs niet alleen hun snelle catamarans, ze ontwikkelden ook unieke navigatietechnieken. De introductie van het latijnzeil gebeurde wellicht aan de kusten van het Midden-Oosten en de Indische Oceaan, hoewel er misschien onafhankelijk hiervan vergelijkbare ontwerpen tot stand kwamen in Zuidoost-Azië. Uit China kwam een golf van innovaties, waarvan we er een aantal in de natuur terugvinden. Zowat alles wat de Chinezen bij hun vaartuigen inbrachten, kan worden aangetroffen bij een Chinese vijver. Een blad dat door de wind over het wateroppervlak werd gedreven, zou volgens de traditie de inspiratie hebben geleverd voor het zeil. Bamboe was niet alleen een schitterend drijvend materiaal, zijn interne structuur leidde ook tot het concept van waterdichte ruimtes. Karpers die met hun staart sloegen, stimuleerden de ontwikkeling van een stuurmechanisme op de achtersteven van een schip en niet langszij. 

Dit zijn maar enkele voorbeelden van 'streekgebonden' vindingrijkheid. Sommige vondsten zijn uiteindelijk deel gaan uitmaken van de nautische technologie over de hele wereld. De meeste haalden dat niet, maar dat maakt ze er niet minder boeiend om. Deze ontwikkelingen vertellen evenveel over de mensen die ze bedachten als over hun schepen.  

Tekort en overvloed  

Het gebrek aan gepubliceerde informatie over andere zeevarende culturen is niet alleen het resultaat van westerse arrogantie. Maar iedereen met belangstelling voor de geschiedenis van de zeevaart wordt in ernstige mate belemmerd door een verbazend gebrek aan bronnen. Zo kennen we van de Polynesiërs niet één tekst die dateert van voor de tijd dat de Europeanen hun verhalen voor het eerst opschreven. Niet één van hun grote reiskano's is bewaard gebleven. Afbeeldingen bestaan evenmin, waardoor we voor veel van hun zeevaartavonturen zullen moeten blijven speculeren.

Ook de zeelui van het Midden-Oosten en de Indische Oceaan waren opmerkelijk zwijgzaam. Zo lieten de Arabieren, die gedurende vijfhonderd jaar de zeehandel tussen Oost en West controleerden, niet één afbeelding die naam waardig na van een van hun grote handels-dhows.

De toestand is iets beter in China, maar daar hebben de luimen van de keizerlijke bureaucratie vaak geleid tot de vernietiging van bijzonder waardevolle stukken. Het resultaat is dat er maar weinig feitelijke informatie rest over China’s vroege maritieme geschiedenis en nauwelijks iets, in vergelijking met het grote belang hiervan, over de hoogtijdagen van de Chinese zeereizen. Misschien wacht er nog veel materiaal op ontdekking, maar zolang dat niet is vertaald en toegankelijk gemaakt, blijft het verhaal van China en de zee onvolledig.

De maritieme geschiedenis van het Westen daarentegen is een ware schatkamer, gevuld met documenten, verhalen, ooggetuigenverslagen, schilderijen, mozaïeken, reliëfs en alles wat je maar kunt bedenken, en dat sinds de dagen van het oude Griekenland. Veel van de documentatie dateert uit een tijd waarin de westerse maritieme technologie ver achter stond ten opzichte van andere culturen.

Wereldgeschiedenis

Cuyvers beperkt zich niet tot scheepsgeschiedenis. Hij schrijft letterlijk maritieme wereldgeschiedenis. Hij start met de Polynesische expansie, maar trekt de lijn door tot bij de Europese ontdekkingen van onder meer James Cook en tot bij de tochten met gereconstrueerde dubbelrompkano’s van de laatste decennia. Waar hij kan reist hij effectief mee op de scheepstypes en de routes die hij bezeilt in zijn boek. Om één voorbeeld te geven: toen ik mijn onderzoek naar de Chinese reizen van Zheng He startte, was daarover geen bruikbare informatie voorhanden (1). Dat is na 2003 gelukkig veranderd. In de televisie-uitzending De schepen van de Draak (2002) vond ik de eerste praktische gegevens. Bij betwistingen greep ik telkens terug op Cuyvers als autoriteit. Konden jonken niet voldoende tegen de wind in zeilen? Cuyvers liet zien, aan boord van een jonk, terwijl zijn gastheren de manoeuvres effectief uitvoerden, dat het wel mogelijk was. Het experiment gaat voor op de kamergeleerden, zoals Thor Heyerdahl al bewees! 

Boeiend is ook zijn epiloog, waarin hij de laatste bloei en de nabloei van de zeilvaart behandelt. Dit onderdeel sluit hij af met een lijstje van hedendaagse types van grote zeilschepen, met voorbeelden van elk type. 

De Portugezen 

Het tweede werk, De ontdekking van het Oosten, zoomt in op de Portugese ontdekkingsreizen, die ook in het eerste boek reeds, beperkter, aan bod kwamen.

De 'realia', afkomstig uit zowel oude als moderne studies over de Portugese expansieperiode, openen voor Nederlandstalige lezers een wereld die ons haast volledig onbekend is. In onze schoolboeken geschiedenis komt dit hele epos wegens tijdsgebrek noodgedwongen slechts zeer fragmentair aan bod in een paar alinea’s, meestal rond Hendrik de Zeevaarder en de tocht van da Gama naar Indië in 1498. Vooral de moeizame start van de verkenning van de Afrikaanse kust en de uiterst trage vooruitgang in de eerste decennia wordt meestal op een drafje afgedaan. 

Eens te meer heeft Cuyvers een groot deel van het traject zelf afgelegd op traditionele zeilboten of aan boord van het Portugese opleidingszeilschip Sagres. Hij besteedt veel aandacht aan locaties die een grote rol hebben gespeeld ten tijde van de Grote Ontdekkingen, maar die nu heel vaak volkomen zijn weggedeemsterd, zoals de Swahili-handelscentra op de Afrikaanse oostkust.

Daarbij zijn de afleveringen filmisch zeer fraai, poëtisch zelfs, in beeld gebracht. 

Er is hier nog wat meer aan de hand. De auteur en uitgever Lannoo hebben het uiterst gelukkige initiatief genomen om de vier uitzendingen als dvd bij het boek te voegen. Deze documentaire van zo maar eventjes 4 x 50 minuten is alleen al de (voordelige) prijs van boek en dvd samen meer dan waard!

De onderdelen dragen dezelfde titel als de hoofdstukken uit het boek:

1. De grens van de angst. (Over de trage start van de Portugese expansie.)

2. De Kaap der Stormen voorbij.

3. De overtocht. (Da Gama bereikt Indië.)

4. Het relaas van een leugenaar. (De bijna ongelooflijke avonturen van Fernão Mendes Pinto, die China bereisde en wiens relaas onder het stof belandde.) 

Zie ook de bespreking van deze documentaire reeks.

Didactische wenken 

In het verleden (de dvd was er nog niet) hebben wij van de opgenomen video’s fragmenten van het eerste, derde en vierde hoofdstuk gebruikt. De hele reeks is natuurlijk te lang om volledig in de lessen te projecteren. Lijkt me wel geschikt voor geïnteresseerde vrijwilligers, of leerlingen die een scriptie willen wijden aan de inhoud van een der twee boeken. 

Verdere literatuur 

De Deckker, P. & F. (red.), Ta’aroa. De Polynesische wereld, tentoonstellingspublicatie, Brussel, Gemeentekrediet, 1982.

Landström, B., Het Schip, Hoofddorp, Septuaginta, 1975.

Landström, B., Zeilschepen, ICOB, Alphen a.d. Rijn, 1978.

Landström, B., Ships of the Pharaohs. 4000 Years of Egyptian Shipbuilding, London, Allen & Unwin, 1970.

Villiers, A. (red.), Het avontuur van de zee, De Haan, National Geographic Society, 1978.

Fernão Mendes Pinto, Pelgrimsreis, Baarn, de Prom, 1992, vertaald uit het Portugees door Arie Pos.

Magda Van Den Akker, Het China van Gaspar, Leuven, De Clauwaert, 1989, 247 blz.

Noot

1. Zie de artikelenreeks: Waldseemüller en de geboorte van America. Een historische odyssea. Hier vind je tevens een zeer uitvoerige bibliografie. 

Jos Martens

 

     
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl