Community Geschiedenis                                                                Histoforum

    recensies deel 1   deel 2   deel 3   deel 4   deel 5   deel 6  

Wereldbrand. 1919 en de strijd tegen de Bolsjewieken

Read, Anthony, Amsterdam, Balans, 2009, 429 blz. - krtn, bibl., index. Vert. van The World on Fire. 1919 and the Battle with Bolshevism, door: van den Bergh, A., Nelissen J. & W. Simons. ISBN 978 90 5018 8975 

Thematiek: Russische revolutie, wereldwijde bolsjewistische beroeringen.

“Hoe konden we in die tijd iets weten van de gigantische gebeurtenissen die zich rondom ons voltrokken. On voit mal les montagnes quand on y habite.” 

(Thiry, A. & D. Van Cleemput, Reizigers door de Grote Oorlog. De odyssee van een Belgisch pantserkorps 1915-1919. Leuven, Davidsfonds, 2008, p. 287.)

Op 11 november 1918, 11 uur ’s morgens, zwegen eindelijk de kanonnen aan het westelijk front. Wapenstilstand. Maar geen wereldwijd einde aan het wapengekletter. Overal werd de opluchting voor de vrede overschaduwd door de angst voor de rode terreur uit het oosten: het bolsjewisme, dat vanaf 1917 en vanuit Rusland stormenderhand het wereldtoneel veroverde. Voor de regeringsleiders van de westerse wereld vormde dit een schrikbeeld, te vergelijken met Al-Qaeda zo’n 80 jaar later.

Lenin en Trotski grepen de macht in Petrograd (St.-Petersburg) via de Oktoberrevolutie*. In tegenstelling tot de gewelddadigheden van februari en maart verliep die Oktoberrevolutie vrijwel zonder bloedvergieten. Daarover zegt Read (p. 16): “[…] de coup op 7 november was een complete bende en slaagde alleen doordat de andere partij nog slechter georganiseerd was.”

*Oktoberrevolutie

Rusland gebruikte nog Juliaanse kalender (genoemd naar Julius Caesar), die 13 dagen achterlag op de Gregoriaanse (naar paus Gregorius, 16de eeuw) die overal elders in de westerse wereld gold. Volgens onze kalender gebeurde de Oktoberrevolutie op 7 november 1917.)

Het beeld dat Lenin en Trotski om propagandaredenen voor de buitenwereld ophingen was heel wat heroïscher dat de realiteit. Tien jaar later werd hun visie artistiek vormgegeven door een van de grootste talenten van het nog jonge filmmedium, de cineast Sergej Eisenstein in zijn film Oktober* (J.M.).

*Sergej Eisenstein (1898 – 1948) en zijn film Oktober (1927) 

In de loop van de menselijke geschiedenis zijn er weinig werkelijk beslissende breuklijnen aan te wijzen, die niet enkel het eigen land en de eigen tijd raakten, maar het verder verloop van die wereldgeschiedenis diepgaand beïnvloedden. De Franse Revolutie van 1789 is zo'n gebeurtenis, de Russische Oktoberrevolutie eveneens.

Omdat er zo weinig origineel filmmateriaal van de Oktoberrevolutie bestond, vroeg Stalin aan Eisenstein, ter gelegenheid van de tiende verjaardag, een semi-documentaire te draaien die de revolutie verheerlijkte. Oorspronkelijk ontwikkeld als stomme film (zie de bordjes met tussentitels en de theatrale gebaren) werd hij later voorzien van klank, vooral indringende muziek en strijdliederen.

Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Oktoberrevolutie vervaardigde het Britse Granada Films in 1967 een zeer interessante tweedelige documentaire, hoofdzakelijk samengesteld uit oorspronkelijk film- en fotomateriaal uit de jaren 1896 tot 1917. Maar om een beeld te kunnen geven van de vele belangrijke gebeurtenissen, waarbij geen cameramensen aanwezig waren, is er eveneens gebruik gemaakt van hele sequenties uit Sovjet-Russische speelfilms, die reconstructies tonen op de historisch juiste plaatsen van handeling, en met name uit de film Oktober. En wie de toenmalige wereldkaart bekijkt, beseft dat de maatschappij in 1917 niet lichtvaardig beefde voor de bolsjewistische revolutie: meer dan anderhalf miljard mensen, een groot deel van Azië en Europa, leefden in de ijzeren greep van de marxistisch-leninistische staatsdoctrine. Voor ontelbare anderen in Latijns-Amerika en Afrika was het marxisme de enige hoop op verbetering van hun ellendig lot. En voor de gekleurde volkeren zou de Russische Revolutie de bazuinstoot zijn, het lichtend voorbeeld om het koloniale juk af te werpen.

Begin 1978 werd ons gevraagd uit de Granada-documentaire een dubbele aflevering van telkens 35 minuten te distilleren voor de schooluitzendingen van de toenmalige BRT. Het eerste deel is uitgezonden op de verjaardag van de Oktoberrevolutie, 7 november 1978. De titel, Tien dagen die de wereld schokten, is ontleend aan het boek van de Amerikaanse communistische journalist John Reed (+1920), Ten days that shook the world (1919), (in het Westen trouwens als ondertitel gebruikt voor de film van Eisenstein). Reed was ‘oorlogscorrespondent’ op het toneel van de actie. Zijn werk wordt algemeen beschouwd als een van de meest belangwekkende ooggetuigenverslagen - hoewel niet het meest objectieve. Dat kan moeilijk anders: in tegenstelling met de meeste westerse persmensen was Reed een vurig bewonderaar van Lenin, de grote leider van de revolutie. Hij stierf tijdens de burgeroorlog in Rusland aan tyfus en ligt (lag?) zelfs begraven bij de muur van het Kremlin. niet ver van Lenins mausoleum. Veel meer dan de titel - en enkele meestal geconstrueerde passages - heeft de film echter niet gemeen met Reeds boek. (Over Reed is een biopic, een gedramatiseerde biografische speelfilm gedraaid door Warren Beatty, die zelf de hoofdrol vertolkt : Reds, VS 1999, met verder Diane Keaton en Jack Nicholson.)

Eisenstein toont en suggereert veel meer strijd dan er in werkelijkheid heeft plaatsgevonden. In weerwil van zijn zwart-wit beelden heeft hij de geschiedkundige realiteit aardig bijgekleurd! Zijn Oktoberrevolutie wordt vaak - ten onrechte - beschouwd als een echte historische bron, omdat hij de prent draaide zo kort na de feiten, met veel deelnemers van de echte inname als figuranten. Zijn bestorming van het Winterpaleis waar de voorlopige regering vergaderde, de beslissende fase in de bolsjewistische machtsgreep, toont de heroïsche strijd van de proletarische massa's: salvo's geweervuur knetteren en handgranaten ontploffen, maar onstuitbaar dringen de helden van de revolutie op. (Zie het slot van het YouTube-fragment hieronder.) Wie schetst onze verbazing toen wij ontdekten bij het verifiëren van deze passage, die we zelf voor de juiste weergave van de feiten hielden, dat bij het hele gevecht om het Winterpaleis slechts enkele doden vielen!

Tussen Eisensteins speelfilm en een authentiek oud filmjournaal bestaat met andere woorden hetzelfde onderscheid als tussen een geschreven archiefbron en een historische roman. Of, om in literaire termen te spreken: het verschil tussen fictie en non-fictie.

Sinds de magistrale, 26 - delige televisiereeks People’s Century (BBC 1993, België 1997, heruitgezonden 2000, uitgezonden in meer dan 30 landen) zou je verwachten dat bovenstaande gemeengoed is geworden. Maar de onvergetelijke Peter Ustinov, presentator van een andere BBC-televisiereeks, Het machtige werelddeel uit 1974 of ’75 had het al verteld en Geert Mak zou het nogmaals herhalen in zijn eigenzinnige televisiereeks In Europa, in 2008. Doch sommige mythes sterven blijkbaar zeer moeilijk. En dat is voor een groot deel te wijten aan Eisenstein (J.M.).

Youtube Oktober  

De burgeroorlog die op de bolsjewistische machtgreep volgde is meestal beschreven als een strijd tussen Witten en Roden. In feite was het niet één oorlog, maar een reeks burgeroorlogen en een reeks internationale oorlogen, die allemaal min of meer tegelijkertijd plaatsvonden in een roemloze algemene slachting. Er waren niet twee, maar drie elkaar bestrijdende hoofdpartijen in het conflict: de Roden, de Witten en de Groenen, die voornamelijk de grote boerenbevolking van Rusland vertegenwoordigden en werden geleid door de socialistische revolutionairen, minder extreme socialisten, aan wie Lenin en de bolsjewieken een nog grotere hekel hadden dan aan de Witten.

Daar kwamen nog de geallieerde interventies bovenop van Japanners, Fransen, Britten en Amerikanen. Laatstgenoemden zetten troepen aan land in Vladivostok, zogenaamd ter bescherming van de 40.000 mannen van het Tsjecho-Slowaakse legioen, dat onderdeel was geweest van het Russische leger en nu, net zoals de 400 Belgen van het AMC, zijn weg zocht en vocht doorheen Siberië. (Over het ACM: zie op deze site Reizigers door de Grote Oorlog)

De burgeroorlogen in Rusland zouden 3 jaar duren en minstens 10 miljoen levens eisen, meer dan er soldaten sneuvelden in W.O. I. De geallieerde pogingen om de bolsjewistische dreiging aan de bron te vernietigen door militaire interventies, waren omstreden en bleven zonder succes. Uiteindelijk betekenden ze vooral gratis propaganda voor de bolsjewieken in hun strijd tegen de “westerse kapitalistische samenzwering.” De schok van de Russische omwenteling deed zich al snel overal in de wereld voelen. In Duitsland, Hongarije en de nieuw opgerichte Baltische staten braken bloedige rode revoluties en nog bloediger contrarevoluties uit; de rest van de wereld raakte verlamd door massale stakingen, rellen en terroristische bomaanslagen. Een golf van hysterie tastte wereldwijd de wortels aan van het ideaal van de vrije en democratische samenleving. Marcel Thiry en de Belgen van het ACM, die in Rusland tussen hamer en aambeeld zaten, konden de gebeurtenissen niet overzien. Daarvoor zorgt Anthony Read in dit boek gelukkig wel. Tegen deze internationale achtergrond begrijp ik voor het eerst pas goed waarom in België “de coup van Loppem*” onmiddellijk na 11 november 1918 snel-snel het algemeen enkelvoudig stemrecht invoerde, waarvoor de arbeiders voorheen tientallen jaren tevergeefs hadden gestreden!

*“De coup van Loppem.” Tijdens de Eerste Wereldoorlog had België een regering van nationale eenheid, waarin voor het eerst in de geschiedenis ook socialisten zetelden. Op 11 november 1918 ontving koning Albert I een afvaardiging op het kasteel van Loppem (bij Brugge). Daar werd onder meer het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd, dat pas na de verkiezingen van 1919 in de grondwet is opgenomen. Het was dus in feite een ongrondwettelijke daad, vermits de grondwetswijziging er nog niet was. Daarom “de coup.”

In dit beeldend en met vaart geschreven relaas van het meest revolutionaire jaar sinds 1789 rekent Read af met een reeks mythes, veroorzaakt enerzijds door de leugenachtige propaganda van de cynische bolsjewistische leiders Lenin en Trotski (die wereldrevolutie als enige kans op redding zagen voor hun eigen revolutie), met hun minachting voor menselijk lijden en mensenlevens, anderzijds door de massahysterie in landen als de Verenigde Staten, waar ze aangewakkerd werd door de media en de conservatieven.

Hij behandelt de gebeurtenissen van Versailles tot de slachting van Amritsar* in Brits-Indië in synchrone schuifjes. In toenemende mate krijg je het onaangename gevoel: “Dit had hier ook kunnen gebeuren.” En, gezien in het licht van de latere geschiedenis: “Waaraan zijn we daar nipt ontsnapt! Waartoe uiteindelijk al dat ideologische bloedvergieten, al die vernietigde mensenlevens!”

*Amritsar 

Op zondag 13 april 1919 was hier een menigte ongewapende Indiërs samengestroomd op een ruimte in de buurt van de Gouden Tempel van de Sikhs. De stompzinnige generaal Dyer, “een klassiek product van de Raj (de Britse heerschappij in India),” liet het vuur openen op de menigte met 379 doden en meer dan 1200 gewonden tot gevolg. “Generaal Dyer was er stellig van overtuigd dat hij het Indiase rijk had gered. In werkelijkheid had hij er het doodvonnis van getekend (p. 22 ).”

Deze episode is prangend uitgebeeld in de speelfilm Ghandi (1983)  

Zijn aandacht gaat eerst en vooral naar Duitsland, waar Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg, “dit venijnige duo,” het voortouw namen van de bolsjewieken in Berlijn.

Het oproer begon echter in de vlootbasis Kiel, nog voor de wapenstilstand, op zondag 3 november 1918, met een muiterij van matrozen. Op zaterdag 9 november bereikten de muiters Berlijn. Onmiddellijk werden arbeiders- en soldatenraden gevormd naar sovjetvoorbeeld. De oude orde in Duitsland stortte in. Te beginnen met Beieren werden diezelfde dag ook de 22 andere koningen, prinsen en hertogen zonder weerstand afgezet. Alleen keizer Willem II weigerde af te treden. Om het geweld van een revolutie te voorkomen liet zijn kanselier het persbericht uitgaan dat de keizer troonsafstand had gedaan.

Daarop volgde een woelige en verwarde periode, waarin de wettige regering en de bolsjewieken elkaar bekampten in vaak bloedige straatrellen, tegen de apocalyptische achtergrond van de wereldwijde dodelijk pandemie van Spaanse griep, die in Berlijn onder de verhongerende bevolking (slachtoffers van de voortdurende geallieerde blokkade) vier keer meer doden eiste dan de gevechten. De overwinnaars van de oorlog waren zo bevreesd voor de revolutionairen dat ze het verslagen Duitsland toestonden troepen onder de wapens te houden om de opstanden neer te slaan.

Uiteindelijk werden zowel Liebknecht als Luxemburg in januari 1919 door antirevolutionaire ‘freikorps’- soldaten vermoord. (Wat hen onmiddellijk en voor de volgende decennia tot martelaren van de bolsjewistische zaak verhief.) De revolutionaire strubbelingen waren daarmee echter nog voor jaren niet van de baan, zoals de toekomst zou uitwijzen. 

Maar ook de overwinnaars van de Wereldoorlog ontsnapten niet aan de beroering. Voor de Britten begonnen die pas goed op 27 januari 1919 in Calais met soldatenoproer. De demobilisatie verliep veel te traag en de mannen wilden eindelijk naar huis. Verbroedering met troepen, gezonden om de ‘opstand’ neer te slaan smoorde elke militaire actie in de kiem.

“Met dezelfde fijngevoeligheid waarmee hij tijdens de oorlog honderdduizenden infanteristen vanuit de loopgraven ‘over the top’ had gestuurd om door vijandelijke mitrailleurs toe worden neergemaaid, wilde (opperbevelhebber) Haig nu ook de leiders van de staking in Calais te lijf gaan” (p. 80-81). Winston Churchill, kersverse minister van Oorlog en Luchtvaart, die in de oorlog korte tijd in de loopgraven had doorgebracht na als minister te zijn ontslagen, begreep de situatie gelukkig beter en wees het idee van de hand.

Voor Finland en de nieuw gevormde Baltische staten, Estland, Letland en Litouwen, zag de situatie er na de wapenstilstand van meet af aan penibel uit. Lenin had verordend dat ze moesten bezet worden, want: “De Oostzee moet een Sovjetzee worden.” Een Engelse vloot kon een Sovjetinvasie in Estland stoppen, maar Letland werd begin 1919 bezet na een Sovjetinvasie, gesteund door een opstand van Letse bolsjewieken. Waarna de Rode Terreur begon met zijn executies van ‘bourgeois’ en intellectuelen. Een volledige bezetting van de nieuwe staten werd verhinderd door het optreden van een Duitse troepenmacht van freikorpseenheden, die van de geallieerden met dit doel onder de wapens mocht blijven.

Hongarije was het enige land waar de bolsjewieken met Bela Kun geweldloos de macht veroverden. Het duurde echter niet lang voor ook hier de Rode Terreur werd ingevoerd. De Sovjetrepubliek zou slechts 133 dagen bestaan. Ze werd afgelost door de Witte regering van admiraal Horthy, die dictatoriale macht naar zich toe trok en zou behouden tot Hitler hem in 1944 uit het zadel lichtte.

Eind 1919 leek het er in Rusland korte tijd op dat de Witte legers de burgeroorlog zouden winnen. Dat gebeurde niet door een reeks eigen politieke dwaasheden: zij bleven onder meer vasthouden aan de oude tsaristische grenzen. Daarop trokken de Polen hun oprukkende troepen terug. Lenin zag de strategische mogelijkheden en beloofde de neutraliteit van de Baltische landen te erkennen, waarop die zich eveneens terugtrokken uit het conflict.

Een laatste hoofdstuk behandelt als uitvoerige epiloog ‘De nasleep: 1920’. In Rusland zag dat jaar 1920 het einde van de buitenlandse interventies (behalve die van de Japanners) en de overwinning van de Roden op de Witten.

Hetzelfde jaar wilde Lenin Polen binnenvallen, voor hem de cruciale rode brug naar West-Europa. Delen van Polen werden bezet. De Polen braken echter de Russische codes en versloegen de triomferende rode legers. Oktober 1920 verzochten de Russen om vrede. Lenin gaf de idee van de wereldrevolutie op en legde zich voortaan toe op de uitbouw van het communisme in één land.

Read besteedt onevenredig veel aandacht, lees bladzijden, aan het Verenigd Koninkrijk, maar vooral aan de Verenigde Staten. De analogie met ‘nine eleven’(2001) en dus met de actualiteit van de 21ste eeuw is inderdaad opvallend ‘Niet de tijd voor zachte heelmeesters’ is de titel van een hoofdstuk dat de strijd tegen binnenlandse communisten en alle vakbondsmensen behandelt, waarbij de democratische grondrechten schandelijk met de voeten werden getreden, net als na september 2001. Die strijd werd gevoerd door opportunistische ‘patriotten’ die “beeldspraak en holle slogans verhieven tot realiteit en eerder bevreesd waren voor de verstarde conservatieve communistenvreters in eigen land dan voor het communisme” zoals de Amerikaanse historica Barbara Tuchman decennia later in haar De mars der dwaasheid zou schrijven (maar dan over de oorlog in Vietnam). De angst die zij in de harten van de Amerikanen zaaiden voor alles wat maar van verre zou kunnen ruiken naar ‘socialisme’, heeft een echo tot op vandaag, zoals de campagne tegen Obama bij de presidentsverkiezingen in 2008 bewijst.  

Geraadpleegd 

De Oktoberrevolutie. Tien dagen die de wereld schokten, in: School en Omroep, jrg. 5, 1978, nr. 2, p.50-56.

Hobsbawm, E., Een eeuw van uitersten. De twintigste eeuw,1914-1991, Utrecht, Het Spectrum, 1995, 723 blz.

Geert Mak, In Europa. Reizen door de twintigste eeuw, Amsterdam, Atlas, 2004, Editie Knack, 18de druk, 2008, 1223 blz.  

Geert Mak, In Europa, afleveringen Rusland 1917 en Berlijn 1922  

Radzinsky, Edward, De laatste tsaar. Het drama van Nicolaas II, Amsterdam, Balans, 1993, 448 blz. 

Terraine, J., Het machtige werelddeel. De geschiedenis van Europa in de 20ste eeuw, Amsterdam - Brussel, Elsevier, 1975, 304 blz. BBC-televisiereeks. 

Tuchman, B., De mars der dwaasheid. Bestuurlijk onvermogen van Troje tot Vietnam, A'Dam-Brussel, Elsevier, 1985, tweede druk, 480 blz.

Jos Martens

   
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl