Suggesties

Home    |    Docent    |    Leerling    |    Historische links   |   Zoekmachines   |   Contact

    IndustrialisatieMidden-Oosten  |  Daens  |  Centennia  |  Prehistorie  |  Eerste Wereldoorlog  |

Geschiedenis als computerexperiment  |  Olympische Spelen 

   

GESCHIEDENIS ALS COMPUTEREXPERIMENT

   

Jacqueline Kuijpers

Waarom zou je altijd klassikaal lesgeven als er zoveel computermogelijkheden zijn? Geschiedenisleraar Van der Kaap experimenteert er op los.

Op de vraag of hij zich geen proefkonijn voelt, haalt Rob (17) even zijn schouders op. ``Ja, maar ik vind het niet erg'', zegt hij dan. Rob zit in 5-vwo van het Bonhoeffercollege in Enschede. Samen met zijn klasgenote Sarvi (17) laat hij het experiment van het vak geschiedenis zien waaraan hij heeft meegewerkt: een site over klassieke architectuur in Enschede. Hiervoor waren nauwelijks klassikale lessen. De leerlingen verdeelden onderling de taken en overlegden via een elektronische leeromgeving (Teletop, ontwikkeld door de Universiteit Twente). Docent Albert van der Kaap staat er bij. Hij heeft een hekel aan woorden als `experiment' en `proefkonijn'. ``Als je wat wilt veranderen dan moet je nieuwe dingen uitproberen. Maar ik stel het belang van de leerlingen nooit in de waagschaal.''

Albert van der Kaap pioniert graag en wordt daarin gesteund door de schooldirectie. Zestig procent van zijn tijd geeft hij les, de overige veertig procent werkt hij voor het onderwijsinnovatie-instituut KPC-groep. Momenteel houdt hij zich bezig met het gebruik van informatietechnologie (ICT) bij geschiedenis. ICT is voor hem geen doel, maar een instrument dat hij wil inzetten waar het nuttig is. ``De eerste vraag die je je moet stellen is wát je de leerlingen wilt leren en vervolgens of ICT daar iets in kan betekenen.'' Wat Van der Kaap's doel wel is, is de betrokkenheid en de motivatie van leerlingen vergroten. Daarom is hij continu op zoek naar mogelijkheden om het leren meer vàn de leerlingen te maken, dan voor de leerlingen.

Het is dinsdagochtend. Van der Kaap loopt naar zijn lokaal. ``Ik heb geen vaste plek, dat zie je wel'', zegt hij, wijzend op de vergeelde landkaart vol witte vouwen op de mosgroen geverfde muur achterin het lokaal. Boven het bord hangt een klok die nog op wintertijd staat. De leerlingen van 4-vwo stromen binnen. Het onderwerp waar zij mee bezig zijn is de recente geschiedenis van het Midden Oosten. Ook hier geen traditionele les waarin de leraar vertelt en vragen dicteert, nee, Van der Kaap heeft de zaken omgedraaid. Hij noemt het onderwerp en laat de leerlingen er de vragen én de antwoorden bij zoeken. ``Leerlingen moeten vertrouwen krijgen in hun eigen kennis, en dat gaat op deze manier beter dan wanneer ze stof zomaar uit het hoofd leren. En als ze bij een toets iets niet weten dan bedenken ze wàarom ze zich die vraag niet hebben gesteld.''

Van der Kaap tekent een tijdsbalk op het bord, met twee belangrijke jaartallen (1948, de stichting van de staat Israël en 1956, de Suez crisis). Hij vertelt in vogelvlucht waar het om draait. Dan gaan de leerlingen zelf aan de slag. Speciaal hiervoor heeft Van der Kaap op de door hem ontwikkelde algemene geschiedenissite www.jacobus.nl/geschiedenis wat teksten en kaartjes gezet en links aangegeven waar de leerlingen informatie kunnen vinden. ``Kaartjes en afbeeldingen maken het leuk'', zegt Van der Kaap, ``maar het probleem is wel dat er copyright op zit. Maar als je het niet gebruikt kun je niets maken.''

Adriaan (16), Susanne (15) en Quirijn (16) hebben de kaartjes opgezocht. Vragen verzinnen vinden ze niet moeilijk, zeggen ze alledrie. Ze zijn ook niet bang dat ze niet de goede vragen stellen, of vragen vergeten of de foute antwoorden vinden. ``Je moet weten wat de basisvragen zijn en dat heeft-ie wel een keer verteld. Wat, waarom, hoe, enzo'', zegt Quirijn, die deze manier van werken wel prettig vindt. ``Ik vind het leuker om zelf te zoeken dan dingen zomaar uit een boekje te leren.'' Maar Adriaan heeft liever dat de leraar `gewoon' vertelt. ``Dat is makkelijker.''

Een ander `experiment' van Van der Kaap vond plaats in februari. Toen kregen de leerlingen in 4-vwo twee dagen van kwart over acht tot half vijf les over de Eerste Wereldoorlog. Deze `geschiedenis-marathon' kwam in de plaats van acht weken gewone lessen en een praktische opdracht. Annelies (16) vindt dat hierdoor de stof beter is blijven hangen. ``Toen we een toets hadden over dictaturen hoefde ik de stof over de Eerste Wereldoorlog alleen nog maar even door te lezen. Het was veel beter blijven hangen.'' Kees heeft dat niet. ``Ik heb liever gewone lessen, dan kan ik het zelf plannen.''

Tijdens de twee dagen stond de computer centraal en waren er stukjes film. Van der Kaap heeft er een speciale site voor ontwikkeld, vol informatie, illustraties en links naar andere sites. Dat vergt behoorlijk veel voorbereiding, al was het alleen maar omdat de internetaansluitingen op school beveiligd zijn met een sex- en geweldsfilter. ``En heel wat geschiedenissites hebben te maken met geweld'', zegt Van der Kaap. Op de twee geschiedenisdagen werkten de leerlingen in groepjes waarin ze opdrachten moesten doen. Het Verdrag van Versailles hebben ze in rollenspel nagespeeld. En ze moesten spotprenten analyseren. ``In een boek staan er maar één of twee. Het leuke van internet is dat je er tientallen kunt laten zien'', zegt Van der Kaap.

Kees (16) is niet zo lovend over het experiment. Als een ware historicus wijst hij er op dat door de focus op de computer de boeken als bron totaal buiten beeld blijven. Van der Kaap ziet dat anders. Praktischer: ``Vijftien jaar geleden heb ik in de brugklas eens de opdracht gegeven om het verschil tussen de Olympische Spelen in de oudheid en nu te beschrijven. Daarop ging de hele klas naar de bibliotheek, waarop ik een kwade bibliothecaresse aan de telefoon kreeg: `Wij hebben maar twee boeken over de Olympische Spelen. Hoe haalt u het in uw hoofd zo' n opdracht te geven.' Dat probleem hebben we nu niet meer. Internet is één grote bibliotheek en er zijn nooit te veel bezoekers.''

Beducht voor herhaling is Van der Kaap druk bezig de WOI-site aan te passen. ``Er moet meer afwisseling in komen. Ik heb nu een aantal oorlogsgedichten verzameld. Daar moeten de leerlingen dan een tekening of iets dergelijks over maken. Idealiter zou dat dan samenlopen met kunstzinnige vorming, maar in 4-vwo hebben ze geen tekenen.''

Inmiddels heeft Rob in een ander lokaal de site over klassieke architectuur in Enschede opgestart Hij heeft de taak op zich genomen om de site te maken. Zijn klasgenoten hebben de inhoud geleverd. ``Het is natuurlijk de vraag of je de vaardigheden van een leerling als Rob zo mag benutten'', zegt Van der Kaap. ``Je kunt je ook afvragen of hij net zo veel opsteekt van het onderwerp als anderen, want hij heeft zelf niets bestudeerd.'' ``Maar ik heb wel alles moeten lezen'', zegt Rob. Sarvi laat haar bijdrage zien. Zij heeft een vergelijking gemaakt tussen het amfitheater op de Universiteit Twente en Epidaurus in Griekenland. Op de site staan foto's, met de nodige links naar informatie over begrippen als `skene', het toneel. Daarover heeft Sarvi haar eigen teksten gemaakt. ``Ze leren dus ook hoe ze een tekst aantrekkelijk maken voor het Internet'', zegt Van der Kaap. Het resultaat ziet er professioneel uit. Op de vraag of Rob de site aan de VVV gaat verkopen, lacht hij. ``We gaan met onze site wel meedoen aan de website-wedstrijd voor scholieren, Thinkquest 2002.''

    bron:  NRC