artikelen over geschiedenis didactiek
Havo of vwo?
Wanneer is een havo-, wanneer een vwo-vraag? Anders gezegd, hoe maak je onderscheid tussen opdrachten waarvan je verwacht dat de gemiddelde vwo-leerling die wel kan maken, maar waar de gemiddelde havoleerling te veel moeite mee zal hebben? Om een begin van een antwoord te vinden heb ik twee vragen uit respectievelijk het havo- en het vwo-examen van 2015 (eerste tijdvak), die betrekking hadden op ongeveer hetzelfde onderwerp met elkaar vergeleken.
Vwo vraag
Vwo
Opdracht (26, p-waarde = 46, 35 14 29 22 St.dev. = 1,18 )
Bron
Op 14 augustus 1961 verschijnt deze prent van Behrendt
in een Nederlandse krant:
Onderschrift
"Maar prikkeldraad kun je volop krijgen."
Toelichting
Op de mouw van de figuur links staat: 'Ulbricht' (op dat
moment leider van de communistische partij in de DDR).
Op het machinegeweer staat: 'CCCP' (de Russische
afkorting voor de Sovjet-Unie) en op de helm staat
'DDR'.
Op de menukaart op tafel staat: 'vlees, boter, melk,
fruit'.
Op de muts van de figuur rechts staat: 'Sowj. Zone' (de
Sovjetzone in Berlijn).
Gebruik de bron.
De visie die Behrendt hier weergeeft, past bij het
Westerse beeld van de verhoudingen tussen de DDR en de
Sovjet-Unie.
3p Leg dit uit met twee verwijzingen naar de prent.
Antwoord
maximumscore 3
Voorbeeld van een juist antwoord is:
Met het afbeelden van
• "CCCP" op het machinegeweer van Ulbricht en 1
• het serveren van prikkeldraad 1
• geeft Behrendt aan dat de Oost-Duitse regering moet
doen/doet (in Oost-Berlijn/de sovjetzone) wat de
Sovjet-Unie opdraagt 1
Opmerking
Alleen als er een relatie wordt gelegd tussen de
verwijzing naar de prent en het westerse beeld worden
scorepunten toegekend.
Centraal examen 2014 (eerste tijdvak)
VMBO-GTL
Opdracht 36, p-waarde = 69, 21 19 60; st.dev. = 0,81)
Bron
Een politieke tekening over de Verenigde Naties (1973):