Histoforum |
||||
Storm uit de steppen |
laatste wijziging: 06-11-2011 |
|||
Deze veldslag ontbreekt in onze geschiedenisboeken.
Niet zo in Polen, waar de gebeurtenis herinnert aan een blijvend trauma
in het collectieve geheugen. Hij verdient nochtans een plaats in het
verhaal van de kruistochten, omwille van zijn verstrekkende historische
gevolgen. In 1229 bevestigde de
koeriltai, de grote
volksvergadering, Ögödei als opvolger van zijn vader tot Grote Khan. Nauwelijks een jaar na de dood van Djenghis Khan
had Jalal al-Din het Chwarezm imperium van zijn vader nagenoeg hersteld
en zelfs uitgebreid met nieuwe gebieden. Voor hij zijn heroveringen kon
consolideren stuurde Ögödei, een nieuw Mongools invasieleger op hem af.
Jalal werd verslagen en vluchtte naar het noordwesten, steeds op de
hielen gezeten door de Mongolen. In 1231 werd hij vermoord, vermoedelijk
door Koerden. Over de lotgevallen van zijn verslagen leger is weinig
bekend. Zijn soldaten duiken weer op in het huidige Irak, waar zij zich
voegden bij de resten van het al tien jaar eerder hierheen gevluchte
leger van de Sjah. In 1235 belegde Ögödei in zijn nieuwgebouwde
hoofdstad Karakoroem een koeriltai die voor het christelijke Europa
catastrofale gevolgen zou hebben. De overwinnaar van Jalal al-Din had na
een korte veldtocht Georgië als vazalstaat toegevoegd aan het groeiende
Mongoolse imperium. Batoe, een kleinzoon van Djenghis, erfde Rusland na
de grote rooftocht van Soebodai. Hij drong aan op uitbreiding van het
rijk naar het westen. De koeriltai besliste Europa binnen te vallen.
Twee jaar later waren de voorbereidingen voldoende gevorderd om met de
onderneming te starten. In de winter van 1237 stond een Mongools leger
van 120.000 stepperuiters aan de oevers van de bevroren Wolga klaar om
Rusland binnen te vallen. Helaas, op dit cruciale kruispunt in hun
geschiedenis slaagden de Russische vorstendommen er niet in een
eenheidsfront te formeren tegen de indringers. Riazan kwam als eerste aan de beurt. Na een
dagenlang ononderbroken artilleriebombardement nam Soebodai de stad in
en moordde ze systematisch uit. Moskou en Vladimir ondergingen
vervolgens hetzelfde lot. Het leger van de grootvorst van Soezdalië werd
volkomen verrast en afgeslacht. De stad Kozelsk verdedigde zich zeven weken
verwoed, werd ingenomen, platgebrand en uitgemoord. Hierna rustte het
sterk uitgedunde Mongoolse leger een volledig jaar om op aanvulling te
wachtten. Ondertussen overvielen kleinere detachementen de
nomadenstammen in Zuid - Rusland om nieuwe rekruten in te lijven. De
meeste Komanen en Kiptsjaks werden gevangen. Hun leider, Khan Kotian,
glipte echter door de mazen van het net en ontkwam met 40.000 strijders
via de Karpaten naar Hongarije. De Mongoolse ronselcampagne was zo
succesvol dat ze een overschot jongens konden verkopen aan de nieuwe
sultan van Egypte om opgeleid te worden tot slaaf - soldaten. De ironie
van de geschiedenis wil dat net deze Mammelukken twintig jaar later de
gevaarlijkste tegenstanders van de Mongolen zouden blijken, die hun
invasies een definitief halt toeriepen! In 1240 zetten Batoe en Soebodai de verovering van
Rusland voort. Prins Michaël van Kiev vluchtte bij hun nadering met een
groot gevolg naar Silezië, het westen van het huidige Polen. De heilige
stad Kiëv werd na een intensief bombardement van verscheidene dagen
ingenomen en verwoest, ondanks de heldhaftige verdediging. Een diplomatiek incident leidde de volgende fase
in. Batoe eiste van koning Béla van Hongarije dat hij de Komanen en
Kiptsjaks, die in zijn land asiel hadden gezocht, zou wegzenden. Béla
wees de eis af. Hoewel hij reeds beschikte over de machtigste cavalerie
van Europa, vormden de 40.000 vluchtelingen een welgekomen versterking.
Vooral omdat de nieuwkomers hem perfect konden inlichten over de
Mongoolse tactieken. De Hongaarse edelen weigerden echter samen met de
Komanen te strijden, tenzij tegen rijkelijke vergoeding. De
afschuwelijke verhalen van de duizenden vluchtelingen uit Rusland gaven
hun blijkbaar totaal geen besef van de dodelijke naderende nachtmerrie
die op hen toe rolde! Drie eeuwen later, in 1526, zouden zij door
identiek gekibbel bij Mohacs hun land verliezen aan de Turken. In Polen, De Duitse Orde
van St.-Maria's Hospitaal was in het Heilig Land opgericht tijdens
de Derde Kruistocht om de deerlijk gehavende resten van het leger van
keizer Frederik Barbarossa op te vangen. De orde ontstond dus in de
Levant, maar verlegde al snel haar prioriteiten naar Noord-Europa. Daar
bouwde zij vestingwerken langs de Oostzee in Pruisen en Litouwen en
groeide in macht naarmate steeds meer Duitse rekruten tot de orde
toetraden. Hoewel de Duitse orde in 1241 nog niet de regionale
grootmacht was die ze later zou worden, vormde ze toch al een
belangrijke militaire factor. De ridders knoopten betrekkingen aan met de Poolse
hertogen. Hertog Hendrik van Silezië mobiliseerde tegen de Mongoolse
dreiging een leger, waarbij de Duitse ridders zich aansloten. De orde
riep op haar beurt de hulp in van een klein aantal tempeliers en
hospitaalridders uit Frankrijk. Op volledige sterkte zou de strijdmacht
minimum 30.000 man tellen. Bovendien was koning Wenceslaus van Bohemen
op komst met een leger van meer dan 50.000 krijgslieden. Tegenover hen
stonden niet meer dan twee tümen,
twee divisies van elk 10.000 man. Hoewel de christenen de indruk kregen
van veel grotere aantallen, door de ongewoon snelle verplaatsingen van
de verschillende Mongoolse eenheden, die wel alomtegenwoordig leken. Ondertussen was Lublin (tegen de huidige grens van
Oekraďne) reeds gevallen. De Poolse hoofdstad Krakow volgde doordat
hertog Boleslaw in de val trapte van de geliefkoosde Mongoolse tactiek.
Hij liet zijn hele cavalerie de voorhoede aanvallen, die prompt de
teugels wendde en vluchtte, terwijl ze onafgebroken pijlen pompte in de
achtervolgers. Op ongeveer achttien kilometer buiten de stad wachtte de
Mongoolse hoofdmacht hen op in een hinderlaag. Slechts weinig Polen
ontkwamen aan de dodelijke pijlenregen. Op 24 maart legden de Mongolen
het trotse Krakow in de as.
De klaroenblazer van Krakow De weinige overlevenden van Boleslaws ruiterij
bereikten Krakow en sloegen alarm. Daarop barstte paniek uit. Alle
inwoners, de hertogelijke familie op kop, sloegen in dichte drommen op
de vlucht, met al hun hebben en houden. Ondertussen naderde een
Mongoolse afdeling verkenners. Op de tinnen van de St.-Mariakerk merkte
een uitkijk hun aankomst. Keer op keer blies hij het alarm. Plotseling
werd het stil. De trompetter stortte neer, een Mongoolse pijl door de
keel. De opoffering van de uitkijk was niet vergeefs. Toen de Mongoolse
hoofdmacht enkele dagen later de stad bereikte, trof ze de straten
verlaten aan. De val van Krakow wordt nog steeds herdacht. Elk
uur van het daglicht beklimt een brandweerman de torentransen van de
St.-Mariakerk (die er nu natuurlijk heel anders uitziet dan in 1241).
Hij klaroent het alarm. Plots breekt het signaal af. De toeristen
beneden op het plein kijken ademloos toe. De klaroener gaat naar de
andere zijde en herhaalt de melodie. Hij stokt op het ogenblik dat zijn
voorouder stierf. Nuchtere hedendaagse historici
verwijzen het verhaal naar het rijk der legenden, alleen geschikt om
toeristen te bedonderen. Wat er ook van zij: de traditie bestond
alleszins reeds in de 16de eeuw, en wordt sindsdien in ere
gehouden.
Ramp bij Legnica Hendrik liet zijn hertogstad Breslau (nu:Wrocław)
onverdedigd achter en trok verder achteruit naar het westen. Waarop de
stad door de Mongolen werd ingenomen en in brand gestoken. Gelukkig
namen zij niet de tijd om de citadel aan te vallen, waarin de bewoners
een toevlucht hadden gezocht. Nu ontwikkelden de gebeurtenissen zich razendsnel,
naar een dubbele botsing van wereldomvattende historische betekenis en
met alle kenmerken van een klassieke Griekse tragedie. Op 9 april troffen de twee legers elkaar bij
Liegnitz (nu Legnica). De Mongoolse voorhoede reed op de Europeanen af
en keerde om voor ze binnen het bereik van de Poolse boogschutters kwam.
Meteen liep ook hertog Hendrik in de val van de Mongoolse tactiek en
zette de achtervolging in. Daarop legden de Mongolen een rookgordijn
tussen voetvolk en ruiters. Overlevenden spreken van giftige, stinkende
rook, luide knallen en vuurflitsen. Vermoedelijke gebruikten de Mongolen
hier voor het eerst granaten en buskruit, in Europa nog voor honderd
jaar onbekend. Nauwelijks was de hertog met zijn zware cavalerie
uit het zicht verdwenen, of de onthutste voetknechten zagen zwermen
bereden Mongoolse boogschutters uit de rook opduiken, die als gekmakende
dodelijke horzels een waar bloedbad aanrichtten. Enkele mijlen verder kwamen de ridders tot de
ontdekking dat ze blindelings in een hinderlaag waren gereden. Uit alle
richtingen dunden rondtollende boogschutters op snelle paardjes hun
gelederen uit. En dan zetten de Mongolen hun zware cavalerie in. Voor
het eerst in de hele campagne. Eindelijk kregen de getergde ridders de
gelegenheid hun ongrijpbare tegenstanders aan te pakken. De botsing liep
uit op een bloedige slag, waarbij ook de Mongolen zware verliezen leden.
Maar eigenlijk stond de afloop toen al vast. Liegnitz eindigde voor de
Europeanen in een complete ramp. Hertog Hendrik werd gedood en onthoofd.
Na de slag vonden vazallen zijn ontklede verminkte lichaam tussen de
gesneuvelden. Hij werd alleen herkend aan de zes tenen van zijn linker
voet. De overwinnaars hakten van elk slachtoffer een oor af. Zij zonden
negen zakken vol oren naar Batoe in Hongarije. Koning Wenceslaus trok, met zijn hele leger nog
intact, terug naar Bohemen, onophoudelijk bestookt door de Mongolen, die
opdoken en weer verdwenen voor ze konden aangepakt worden. Die
maskeerden daardoor dat ze zelf zodanig verzwakt uit de strijd waren
gekomen dat ze de rechtstreekse confrontatie met een geordende
troepenmacht niet meer aankonden.
Hongarije In de tussentijd legden verspreide Mongoolse
eenheden in Hongarije niet minder dan honderd kilometer per dag af,
overal dood en vernietiging zaaiend. Niet Polen was immers het doel van
de invasie, maar Hongarije. In het Hongaarse kamp wilden de edelen nog steeds
hun bondgenoten, de Komanen en Kiptsjaks, uitschakelen. Toen ze Komanen
in (gedwongen) Mongoolse krijgsdienst gevangen namen, konden de Hongaren
hun weerzin niet meer bedwingen: ze doodden de aanvoerders van de
Komanen. De noodlottigste en stompzinnigste daad die maar mogelijk was!
De anderen vluchtten weg uit Hongarije, alles op hun weg platbrandend,
en verdwenen in de coulissen van de geschiedenis. In de nacht van 10 april zette Batoe de aanval in
op koning Béla. Tussen hem en het Hongaarse leger lag een smal stenen
bruggetje over een rivier. Een klein contingent volstond om het te
verdedigen. Batoe bracht een batterij van zeven katapulten in stelling
en liet ze projectielen afschieten die explodeerden ‘met donderend
lawaai en vurige flitsen.’ Dit deed de Hongaren achteruit deinzen zodat
steeds meer Mongolen de rivier konden oversteken. Steeds weer schoven ze
de katapulten naar voor en drongen de christenen achteruit. Mocht er voor Liegnitz nog twijfel bestaan, voor
Hongarije zijn de getuigenissen ondubbelzinnig. Hier werd voor het eerst
in de westerse krijgsgeschiedenis een 'vuurwals' gebruikt - in Europa
volkomen onbekend. Toch was de strijd nog niet beslist. De Hongaren
telden 100.000 strijders, de Mongolen slechts 40.000. Op het beslissende
moment arriveerde de legerafdeling van Soebodai met verse troepen in de
rug van de christenen. Na uren strijd en een hernieuwd bombardement met
explosieven hakte zijn zware cavalerie de Hongaren in stukken. Béla
slaagde erin te ontkomen. Maar naar schatting 60.000 Hongaren
sneuvelden. De Mongolen staken Pest in brand en bedreigden Boeda aan de
overkant van de Donau. Die avond was een leger dat bijna In de hele geschiedenis van de kruistochten is geen
enkele westerse bevelhebber ooit in staat geweest dit resultaat ook maar
bij benadering te evenaren. Een gecoördineerde aanval op een dergelijke
afstand en schaal zou onovertroffen blijven tot en met Hitlers veldtocht
in Rusland tijdens de Tweede Wereldoorlog! Hoe was dit mogelijk? De Mongolen gebruikten een
uiterst effectief systeem van signalen met vlaggen, toortsen en ruiters,
die boodschappen over grote afstanden overbrachten. Betrouwbare
communicatie, dat zwakke punt in de strategie van alle tijden, was een
van hun grootste voordelen in het strijdperk. Hierdoor konden in een
veldslag alle Mongoolse eenheden constant met elkaar in contact blijven
en stonden zij, via hun corps van koeriers, direct onder controle van
een enkele commandant.
Verdwenen Nu stond er geen enkele afdoende gewapende macht
meer tussen de Mongoolse pletwals en de landen van West-Europa. Maar de
invallers wendden de teugel zuidwaarts, teisterden Oostenrijk tot nabij
Wenen, verwoestten Moravië en Kroatië tot aan de Adriatische kust bij
Dubrovnik en kwamen tot op slechts honderd kilometer van Venetië. Heel de christenheid sidderde jarenlang terecht van angst. Toen, in mei 1242, verdwenen de 'Tartaren' even mysterieus als ze opgedoken waren. In het verre Karakorum was de Grote Khan Ögödei eindelijk gestorven aan jarenlang overmatig drankmisbruik. En het invasieleger moest terug om in de koeriltai mee te beslissen over de opvolging. Doch Batoe wilde dat de Polen en Hongaren de Mongolen niet gauw zouden vergeten. Op hun terugtocht richtten zij de meest weerzinwekkende verwoestingen en bloedbaden aan die Europa ooit had gezien. Hele streken bleven achter als ontvolkte woestenij van as en puin. Het zou generaties duren voor zij zich herstelden. En voor Rusland braken donkere eeuwen aan onder het wrede juk van Batoes Gouden orde. november 2011
|
||||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|
||||