Het toilet
Jan Steen
Klik
hier voor een vergroting
Een jonge vrouw zit op de rand van
haar bed en trekt een rode kous uit. Afdrukken van
de banden van haar kousen zitten nog in haar benen.
Een po staat op de grond, een hondje ligt op het
kussen te slapen. Voor ons lijkt dit een heel
onschuldig tafereel, voor de 17de-eeuwer echter
waren de erotische verwijzingen in het werk meteen
duidelijk.
Rode kousen, echte liefde? De
gemiddelde tijdgenoot van Jan Steen zag direct dat
het in dit schilderij niet gaat om een dagelijkse
handeling van een onschuldig meisje. Het woord
'kous' had in de 17de eeuw de bijbetekenis van
vrouwelijk geslachtsdeel of (zedeloze) vrouw.
Obscene uitdrukkingen als 'haer kousen doen lappen'
werden toen regelmatig gebruikt als aanduiding van
de coïtus. Een vrouw met rode kousen was in die tijd
vaak een hoer. Ook de halfvolle po op de grond
verwijst naar een
'onzedige' vrouw: 'piskous' was een benaming
voor slet. De lading wordt nog versterkt door de
uitgetrapte sloffen, het
hondje en de kandelaar op de stoel: in deze
context
symbolen van wellust.
Lange tijd is deze scène veel minder
'onzedelijk' geweest dan Jan Steen hem bedoelde: een
deel van het werk was
overgeschilderd. De rok van de vrouw was iets
langer, zodat je er niet zo ver onder kon kijken en
de po was veranderd in een kan.
Met zijn schilderijen levert Jan
Steen vaak commentaar op de losbandigheid van zijn
personages. Soms is de kritiek duidelijk voelbaar.
Hier ligt de boodschap er niet zo dik boven op. In
latere eeuwen begreep men niet altijd direct dat de
schilder de onzedelijkheid hier 'te kijk zet',
afkeurt. Misschien is om die reden ooit besloten het
ergste bloot en de 'banale' pispot onder een laagje
nieuwe verf te bedekken. Pas bij de restauratie in
de jaren '60 verscheen - als een grote verrassing -
de ongekuiste versie van het werk.
Jan Steen maakte nog andere
schilderijen waarin een kous dezelfde rol speelt.
'Het ochtendtoilet' uit het Buckingham Palace lijkt
sterk op het schilderij van het Rijksmuseum, alleen
bekijk je de scène door een doorkijkje. Ook prenten
uit de 17de eeuw tonen de dubbelzinnigheid van een
vrouw (of man!) die een kous aan- of uittrekt. Op
een prent uit een liedboekje wijst een vrouw lachend
op een man die een kous aantrekt. Het grote,
opengeslagen bed en de schunnige tekst van het
bijbehorende lied laten geen twijfel bestaan over de
betekenis van de illustratie.
Steen 8