Community Geschiedenis                                                                Histoforum

    recensies deel 1   deel 2   deel 3   deel 4   deel 5   deel 6  

De Bourgondische vorsten

De Maesschalck, E., De Bourgondische vorsten (1315-1530). Leuven, Davidsfonds, 2008, 247 blz., 25 x 31 cm 

“Toen de wereld vijf eeuwen jonger was, hadden alle levensgevallen veel scherper uiterlijke vormen dan nu.”

(Johan Huizinga; Herfsttij der Middeleeuwen, 1919)

Het tijdperk van de Bourgondiërs is door Johan Huizinga bezongen in onvolprezen kleuren. Hoe leesbaar nog steeds, zijn Herfsttij der Middeleeuwen dateert reeds van 1919, vlak na de Eerste Wereldoorlog. De geschiedschrijving heeft sindsdien niet stilgezeten. Ook de appreciatie van het Herfsttij is gevoelig gewijzigd. Huizinga beschouwde de 15de eeuw als een periode van decadentie, van avondrood. Vandaar zijn sprekende titel. 

Wie De Bourgondische vorsten van Edward De Maesschalck openslaat, komt onvermijdelijk de onvergetelijke openingspassage van Huizinga voor de geest. Zijn titel mag dan al prozaïscher zijn, de aanhef van De Maesschalck bezit dezelfde epische allures.

“Dit is het verhaal van de Bourgondische hertogen, die werden geboren als prinsen, leefden als vorsten en hoopten als koningen te sterven. Maar koningen zijn ze nooit geworden. Daarom heeft het verhaal een tragische bijsmaak, al zal het uiteindelijk toch goed aflopen.”

Het begon allemaal in 1369, toen Filips de Stoute trouwde met Margaretha van Male, waardoor het hertogdom Bourgondië verenigd werd met het graafschap Vlaanderen. Filips de Stoute was een zoon van de Franse koning en de Fransen hadden dan ook stevig de hand in dit huwelijk. Zij verwachtten zo de machtige vazalstaat Vlaanderen op de duur op vredelievende manier te annexeren, nadat dat militair niet zo best was gelukt. (Denk aan de Franse nederlaag in de Guldensporenslag in 1302. Hoewel, vergeet nooit dat de Vlaamse gemeentenaren die veldslag wel wonnen, maar de oorlog op den duur toch verloren, mede door het partijdig optreden van de Franse pausen.) 

Het heeft overigens niet veel gescheeld, want de eerste Bourgondische hertogen, Filips en Jan zonder Vrees, waren echte Franse prinsen, die hoopten dat hun nakomelingen vroeg of laat koning van Frankrijk zouden worden. Maar door toevallige gebeurtenissen ontstond een verwijdering tussen Frankrijk en de Bourgondische hertogen, eerst door de moord op Jan zonder Vrees (1419) en daarna door het optreden van Jeanne d’Arc (1429). Onder hun twee opvolgers, Filips de Goede en Karel de Stoute, komt een feitelijke eenmaking van de Nederlanden tot stand. In 1477 sneuvelt Karel echter bij Nancy en door de onophoudelijke drijverijen van de infernale Lodewijk XI van Frankrijk davert het Bourgondische Rijk op zijn grondvesten. De meeste centrale instellingen verdwijnen en het is nog steeds een wonder van de geschiedenis dat de Nederlanden niet meteen weer volledig uiteenvielen tot de lappendeken vorstendommen die ze voor de Bourgondiërs geweest waren.

Maar dan nam het verhaal plotseling een heel andere wending: Maria, enige dochter van Karel de Stoute, huwt met Maximiliaan, de zoon van de Duitse keizer. Bloedige jaren van oorlogen tegen Frankrijk en burgeroorlogen in de Nederlanden volgden. Door een samenloop van omstandigheden verwierf hun zoon, Filips de Schone, de kroon van Castilië. En diens zoon Karel werd de heerser over een wereldrijk.

De promotekst van de uitgeverij zegt, voor een keer zonder overdrijving: “Dit kleurrijke en samenhangende synthesewerk toont de Bourgondische vorsten tegen de achtergrond van hun tijd en heeft oog voor alle facetten van hun samenleving. Je leert meer over de politieke en maatschappelijke context, maar ook over de pracht en praal van het hofleven en tal van artistieke exploten. Je maakt kennis met het dagelijkse leven, maar ook met grote, soms spectaculaire gebeurtenissen zoals de pest, de Honderdjarige Oorlog, de kruistochten, huwelijken en begrafenissen, tornooien en moordpartijen.

Rashistoricus met gouden pen, Edward De Maesschalck,weet een van de markantste perioden uit ons verleden tot leven te wekken alsof je er zelf bij was. Hij vertelt tal van frappante anekdotes, maar slaagt erin het brede overzicht te behouden over een periode van meer dan tweehonderd jaar. De eminente rol van het machtige en rijke Vlaanderen krijgt speciale aandacht.” Voor Filips de Stoute betekende de vereniging met Vlaanderen concreet dat hij in één klap vier keer rijker werd! Uit het vervolg van de geschiedenis zou blijken dat de Vlamingen beter waren als geldschieters dan als boogschutters en soldaten. In die laatste functie waren ze onhandelbaar en door hun ongelooflijke arrogantie zeer geschikt om alle andere bondgenoten in een veldtocht tegen zich in het harnas te jagen. 

Een belangrijk pluspunt vormt de afbakening in de tijd. Studies over de Bourgondiërs beginnen meestal in 1369 met het huwelijk van Margaretha en Filips de Soute en eindigen in 1482 met de dood van Maria, of vlak daarna. De Maesschalck start in 1315 en eindigt met het overlijden van Margaretha van Oostenrijk, de allerlaatste Bourgondische prinses. Hij had nog kunnen verder gaan tot 1555, bij de troonsafstand van Karel V, “de laatste Bourgondiër.” Doch net over deze vorst zijn recent meer dan voldoende uitstekende werken verschenen, naar aanleiding van de herdenkingen rond zijn geboorte, 500 jaar eerder, in het jaar 2000. 

De Bourgondische vorsten vergeet eindelijk ook de vrouwen niet, zoals Johanna van Boulogne, Margaretha van Frankrijk, Johanna van Brabant, Isabella van Portugal en vooral Margaretha van Oostenrijk. Deze sterke vrouwen verdwenen vroeger dikwijls in de schaduw van hun vaders, broers of echtgenoten. In dit boek treden ze voor het volle voetlicht. Ze zijn voor de auteur de grootste ontdekking geweest bij het schrijven van zijn boek, net zoals ze dat waren voor ons, tien jaar geleden bij het werken aan het internetproject Joos de Rijcke (1). 

Schitterende illustraties van miniaturen, schilderijen, beeldhouwwerk en sieraden brengen de rijkdom van een van de meest hoogstaande periodes uit ons cultureel erfgoed in beeld. De talrijke stralende miniaturen, bekende en onbekende portretten, de tekeningen, vormen met hun duidelijke onderschriften een ware GPS doorheen de doolhof in de netwerken van menselijke, politieke en dynastieke relaties.

Het unieke beeldmateriaal is steeds functioneel, in dienst van het verhaal. Eén voorbeeld: hoe Jan zonder Vrees ten onrechte aan zijn heldhaftige bijnaam kwam. Op p. 70 tot 75 brengt de auteur het verhaal van de rampzalige Bourgondische kruistocht tegen de Turken in 1396, die door pure Franse hoogmoed eindigde in een complete ramp bij de stad Nicopolis in Bulgarije (een episode die ik voor het eerst las in Barbara Tuchmans Waanzinnige veertiende eeuw). De Maesschalck plaatst er een duidelijke kaart bij en een mij totaal onbekende miniatuur uit de Brugse kroniek van Froissart, met de terechtstelling van de kruisvaarders door sultan Bajazet.

Een ander voorbeeld van de wijze waarop de auteur het hele boek door de identificatie aanbrengt in de bijschriften: op p. 46 staat een bladvullende miniatuur met een stamboom. Hij geeft de verluchter, een zeer beknopte biografie van de man, de datum van ontstaan, de opdrachtgever en een beschrijving van de miniatuur. Regelmatig verzucht je dan: “Waarom doen andere schrijvers dit niet.” Een vraag blijft hier toch in de lucht hangen: “Hoe komt het wapenschild van de Franse koning op een miniatuur voor de Brugse patriciër Gruuthuse?” De verklaring is simpel, maar ontbreekt hier. (Ik ben er zelf maar door toeval bij beland.) Na de dood van Lodewijk van Gruuthuse kwam het grootste deel van zijn bibliotheek in handen van de Franse koning Lodewijk XII. Deze liet het wapenschild van Gruuthuse overschilderen en vervangen door de drie gouden lelies op azuren veld van het huis van Valois. Gruuthuses devies Plus est en vous (Er steekt meer in u) werd met een dekkende verflaag zoveel mogelijk onzichtbaar gemaakt. Maar zijn persoonlijk kenteken, een mortier die een kanonskogel afvuurt, liet men meestal staan om de randversiering niet te verstoren. Zo zijn een aantal handschriften uit de Parijse Bibliothèque Nationale nog te herkennen als herkomstig van Gruuthuse.

Het boek leest als een roman over geld en politiek, over gedreven mensen en heftige emoties. Soms iets té, wanneer de auteur als een romancier binnen het hoofd en de gevoelens duikt van Maria van Bourgondië of Margaretha van Oostenrijk. In die laatste periode is ook een schurk in het spel: de perfide Lodewijk XI, geschilderd in de bloedigste kleuren, maar niet in het wilde weg. Wat een schoft! Kortom, dit is zeker geen droog, academisch werk; je krijgt in overvloed wat Raoul Bauer “geschieduitbeelding” noemde (2). 

De Maesschalck heeft zijn boek strikt chronologisch opgebouwd, telkens verbonden met een van de hoofdpersonen. Flash-backs komen zeer weinig voor. Toch zit er nog een onderliggende structuur in het werk. Leidmotief is immers het Rad van Fortuin, waarmee het eerste hoofdstuk opent en het laatste, over Margaretha van Oostenrijk, besluit. De cirkel is rond. De enige miniatuur die ik mis in deze hele schatkamer, zou hier op haar plaats geweest zijn: een handschrift uit de librije van Margaretha van Oostenrijk, die de wisselvalligheid van het Lot als levensmotto had gekozen: Fortune Infortune Fortune wat kan vertaald worden als: het Lot maakt één persoon zeer ongelukkig, een verwijzing naar haar droevige lotgevallen en het kortstondige van alle aardse geluk, door de wentelingen van het Rad van Fortuin.

De Bourgondische vorsten is (tot nu toe) ongetwijfeld het magnum opus van De Maesschalck, doctor in de geschiedenis en jarenlang historisch adviseur bij Canvas, het tweede Vlaamse net. Je merkt in alles dat hier een gewetensvol en bekwaam historicus aan het woord is en bovendien iemand die vanuit zijn televisie-ervaring weet hoe hij de juiste beelden moet gebruiken op de juiste plaats. Een rasverteller bovendien, die leesbaar weet te schrijven, volgens Duby en Tuchman een conditio sine qua non voor een historicus die wil dat zijn boodschap gelezen wordt.

Daarbij is het boek door het Davidsfonds uitgegeven zoals het verdient. Schitterend! Het is het mooiste boek dat ik in handen heb gekregen sinds Dames met Klasse in 2005. (Dat was dan wel een tentoonstellingspublicatie.)

Een pracht van een cadeauboek dat kunst- en geschiedenisliefhebbers niet mogen missen.

Luister naar de auteur op vrt-internetradio

NOTEN

1. Meer over Margaretha:

Capenberghs J., Margareta van Oostenrijk en de schat van Moctezuma,

http://users.telenet.be/joosdr/Margareta.web.pdf  en:

http://users.telenet.be/joosdr/eeuwhandschrift7.htm

2. Bauer, R., In het teken van verzoening. Brief van Petrus Venerabilis…, Tielt, Lannoo, 1991

Jos Martens