Johan De Cock, Margareta van Oostenrijk: parel van Bourgondië 1480 – 1530. Mechelen, Uitg. Elena, 2021, 272 blz.

 

Margareta van Oostenrijk in de Canon

In iets meer dan een decennium, sinds de tentoonstelling Vlaamse miniaturen voor vorsten en burgers 1475 - 1550 (Antwerpen 1997), is onze kennis over de periode die Johan Huizinga het Herfsttij der Middeleeuwen noemde verveelvoudigd door een reeks tentoonstellingen in Nederland en België met hun bijbehorende publicaties. Voeg daarbij nog enkele afzonderlijke studies als het te weinig bekende boek van Raoul Bauer, Tussen rampspoed en vernieuwing.

Margareta van Oostenrijk in de Canon

Jos Martens

 

Omslagfoto van dit boek: Barend van Orley, statieportret van Margareta in weduwenkledij, 1518; Het meest bekende. Alleen al uit 1519 zijn 9 replica’s bekend, meestal als relatiegeschenk.

Proloog

Heel lang geleden, in prehistorische tijden toen de computers nog niet konden spreken, startte in 1966 mijn carrière als vers afgestudeerde docent aan de even vers gecreëerde Colomahogeschool Toerisme in Mechelen voor de vakken cultuurgeschiedenis, menselijke aardrijkskunde en Europese folklore (Volkskunde).*

*Nu bacheloropleiding - vernoemd naar de Spaanse veldheer don Carlos Coloma (1566-1637), diplomaat en historicus)

Met de studenten, op weg naar de befaamde St.-Romboutskathedraal, passeerden we op de markt voor het stadhuis het standbeeld van Margareta van Oostenrijk ‘landvoogdes der Nederlanden’.
Een standbeeld voor een onbetekenende vrouw, die één alinea kreeg in de schoolboeken geschiedenis, naast de vele bladzijden, gewijd aan de heldendaden van haar roemruchte neef Karel V?
Op dat ogenblik dachten ze er alleen in Mechelen anders over! Hier was en bleef ze een van de belangrijkste figuren uit de Mechelse geschiedenis, eertijds hoofdstad van de Lage Landen.

Standbeeld van Margareta van Oostenrijk nabij de St.-Romboutskathedraal. In haar linkerhand het verdrag van de Damesvrede (1529)- Jozef Tuerlinckx, 1849.

Dertig jaar later en wijzer zijn we hier terug, een horde leerlingen in ons kielzog. Ditmaal in het kader van een pionierswerk, een multimediaal internetproject, toen nog een complete nieuwigheid, rond figuur en tijdsgewricht van Joos de Rijcke (Mechelen, 1498 – Popayán Ecuador, 1578), de eerste Nederlander in het pas veroverde Incarijk, schrijver van het allereerste verslag in het Nederlands over de conquista van Peru. In een volgende aflevering zullen we het uitvoeriger over hem hebben.

Wij bezoeken het paleis van Margareta, thans het gerechtshof. Vervolgens de internationaal gerenommeerde Koninklijke Manufactuur De Wit waar de gigantische vorstelijke wandtapijtenserie Los Honores gerestaureerd wordt, eens de trots van Karel V en Filips II, dit met het oog op een grootse tentoonstelling in het komende jaar 2000.
Leuven zal volgen met het Dirk Bouts festival en het trotse gotische stadhuis.
Dan nog Antwerpen en zijn even trotse kathedraal. Tenslotte met een groepje vrijwilligers naar het drukkersmuseum Plantin-Moretus (1).
In het Hof van Busleyden, promotor en mecenas van Erasmus voor zijn befaamde Collegium Triligue aan de Leuvense universiteit, raken we niet binnen. Geen toegang: restauratiewerken. En dat zal nog vele jaren zo blijven!

Het vele schrijfwerk, het opstellen van de website en de ministeriële bekroning in 2000 lagen nog in het verschiet. En eveneens het bezoek aan Brou, de schitterende mausoleumkerk van Margareta en haar geliefde Philibert.

Door toeval – of het wisselvallig wentelen van haar persoonlijk Wiel van Fortuin - is er praktisch gelijktijdig met het boek van Edward De Maesschalck, Moed & tegenspoed. Edelvrouwen in de Bourgondische tijd (2022) deze afzonderlijke publicatie verschenen, volledig gewijd aan Margareta (2).

Gelukkig maar. Het standaardwerk van Jane de Iongh, de trilogie Regentessen der Nederlanden, over Margareta van Oostenrijk, Maria van Hongarije en Margareta van Parma (Elsevier 4de druk 1981, 1ste druk 1941) was reeds lange tijd niet meer te vinden, zelfs niet in de bibliotheek. Het kostte mij jaren om de drie delen op te snorren met de hulp van een vriend, antiquarische boekhandelaar.
Natuurlijk heeft het onderzoek sindsdien niet stilgestaan. Johan De Cock bezorgt met dit boek een waardige opvolger voor dr. de Iong!

Edward De Maesschalck besluit zijn De Bourgondische vorsten (2008) met Margareta’s levensverhaal. Hij voert haar andermaal als voorbeeld ten tonele, samen met haar lievelingsauteur Christine de Pisan (1364-1430) in zijn recente Moed en tegenspoed.

Deze sterke vrouwen verdwenen vroeger dikwijls in de schaduw van hun vaders, broers of echtgenoten. In dit boek treden ze voor het volle voetlicht. Ze waren voor De Maesschalck de grootste ontdekking bij het schrijven van zijn boek, net zoals ze dat waren voor ons, meer dan 25 jaar geleden bij het werken aan het internetproject Joos de Rijcke.

Margareta van Oostenrijk (1480-1530), landvoogdes der Nederlanden, tante van Karel V, is de laatste jaren herhaaldelijk uit de coulissen van de geschiedenis voor het voetlicht getreden
Vooreerst vertolkte zij een grandioze hoofdrol, samen met Margareta van York (derde echtgenote van hertog Karel de Stoute) in de grootse tentoonstelling Dames met Klasse, in Mechelen (2005) en natuurlijk ook in de dito catalogus.

Noten

1. Plantin-Moretus: zie het artikel Komt een Italiaan naar de Nederlanden: Ontdek 500 jaar stad en streek met koopman Guicciardini.
Scroll naar beneden tot bij Meer weten. Hier vind je een stapeltje informatie over het museum en Antwerpen in de 16de eeuw.

2. Edward De Maesschalck, Moed & tegenspoed. Edelvrouwen in de Bourgondische tijd, Gorredijk, Uitg. Sterck & De Vreese, 2022, 303 p.

Pion

De dood op het slagveld van de laatste Bourgondische hertog Karel de Stoute in 1477 veroorzaakte een woelige periode in de Nederlanden. Zijn dochter Maria trouwde met de Habsburger Maximiliaan en kon zo de Nederlanden behouden. Hun dochter Margareta vormde één van de pionnen in dit spel. Haar huwelijken met de koningen van Frankrijk en Spanje mislukten door politieke intriges en zelfs een overlijden. Een derde huwelijk met de hertog van Savoye bracht geluk, maar eindigde met een tragisch jachtongeval.

Haar diplomatiek talent en netwerk vrijwaarden de Nederlanden van de grote Europese oorlogen. Naast bestuurlijke perikelen biedt dit boek ook inzicht in de persoonlijkheid van Margareta, gebaseerd op haar uitgebreide correspondentie. Het resultaat is een vlot geschreven en inhoudelijk sterk verhaal, met talrijke afbeeldingen in kleur en uitvoerig literatuuroverzicht.
Voor de Nederlanden was zij van grote betekenis. Dit is het verhaal van een uitzonderlijke vrouw die erin slaagde haar eigen accent te leggen in een Europa dat door mannen werd gedomineerd. Haar leven was een opeenvolging van dramatische gebeurtenissen. Gedurende twintig jaar regeerde zij als regentes en landvoogdes over de Nederlanden, eerst onder het gezag van haar vader keizer Maximiliaan en nadien van haar neef Karel V. Hun oorlogszuchtige machtspolitiek strookte niet altijd met de belangen die Margareta voor onze landen voor ogen had. Zij wilde vrede en voorspoed.

Het boek geeft verder een unieke inkijk in de organisatie en de dagelijkse werking van de Bourgondische hofhouding en licht de sluier op over een van de grootste omkoopaffaires uit de Europese geschiedenis: de keizersverkiezing van Karel V, waarbij Margareta een actieve rol speelde.

Levensloop


Portret van de elfjarige Margareta


Margareta van Oostenrijk werd op 10 januari 1480 te Brussel geboren als enige dochter van Maximiliaan I van Habsburg en van Maria van Bourgondië. Haar voornaam kreeg zij van haar meter en aangehuwde grootmoeder, Margareta van York, de derde echtgenote van hertog Karel de Stoute.

Maria van Bourgondië overleed reeds op 27 maart 1482 aan de gevolgen van een val van haar paard. Meteen trachtte Lodewijk XI, koning van Frankrijk en aartsvijand van het Bourgondische huis, van de gelegenheid gebruik te maken. Om de vrede met Frankrijk te bewerken werd het huwelijk geregeld tussen de nog geen drie jaar oude Margareta met de twaalfjarige dauphin (de kroonprins), de latere Karel VIII. Amper twee maanden later overleed Lodewijk XI en werd Margareta koningin van Frankrijk.

Toen haar vader Maximiliaan in 1491 bij volmacht huwde met Anna van Bretagne, de erfdochter van het gelijknamige hertogdom, greep Karel VIII in. Hij schoof Margareta opzij en dwong Anna van Bretagne om met hemzelf te trouwen.


In mei 1493 kreeg Maximiliaan bij de Vrede van Senlis tegelijk Artesië, het graafschap Bourgondië (niet te verwarren met het gelijknamige hertogdom) en zijn dochter terug. Op 22 juni 1493 kwam Margareta te Mechelen aan.


Twee jaar later, in 1495 besloten Maximiliaan en Ferdinand de Katholieke, koning van Aragon en Castilië, beiden vijanden van Frankrijk, hun kinderen in een dubbel huwelijk te verenigen. Margareta zou trouwen met don Juan, prins van Castilië en haar broer, Filips de Schone, met de infante Juana. Het huwelijk van Margareta en don Juan werd bij volmacht voltrokken te Mechelen op 5 november 1495. Pas einde januari 1497 vertrok Margareta per boot uit Vlissingen naar Spanje. Haar huwelijk met don Juan werd op 3 april te Burgos ingezegend. Nauwelijks zes maanden later stierf de ziekelijke don Juan, net twintig jaar oud. Enkele maanden later schonk Margareta het leven aan een dochtertje, dat kort na de geboorte overleed.


Pas in september 1499 keerde de jonge weduwe naar de Nederlanden terug. Op 7 maart 1500 woonde zij te Gent het doopsel bij van haar petekind, de toekomstige Karel V. Zij zou niet lang in de Nederlanden blijven. Om de verzoening tussen Maximiliaan en de nieuwe Franse koning Lodewijk XII tot stand te brengen, werd zij uitgehuwelijkt aan Filibert de Schone, hertog van Savoye, even oud als zij. Het huis van Savoye heerste over een machtig, onafhankelijk hertogdom ten zuiden van Bourgondië en was door huwelijk met het Franse koningshuis verbonden. Op 1 december werd het huwelijk tussen Margareta en Filibert ingezegend.
Alles wijst erop dat dit derde huwelijk haar eindelijk het geluk bracht. Tussen haar en Filibert moet het liefde op het eerste gezicht zijn geweest. Behendigheid combinerend met krachtdadigheid, nam zij het bestuur van het vorstendom in handen Een tijdgenoot beschreef het hertogelijk paar als volgt: "Samen beschikken de hertogen over de normale intelligentie voor twee personen, gelukkig berust alle verstand bij de hertogin."
De fortuinlijke jaren zouden niet lang duren. Tijdens een jachtpartij dronk de bezwete Filibert ijskoud water. Weinige dagen later bezweek hij aan een acute borstvliesontsteking (op 10 september 1504). Op 24-jarige leeftijd was Margareta voor de tweede keer weduwe. Zij bleef nog twee jaar in Savoye.


Brou. Mausoleum voor een grote liefde
In maart 1505 begon zij met de uitvoering van haar plan: in Brou (net buiten Bourg-en-Bresse) een klooster en een kerk annex klooster bouwen ter nagedachtenis aan Filibert. Voor haar bouwplannen haalde Margaretha de beste bouwmeester, steenhouwers en beeldhouwers uit de Nederlanden naar Brou, waar ze wedijverden met het puik van de houtsnijders uit Bourgondië en de streek van Bresse. Het resultaat is een parel, een uniek monument, gevolg van een unieke concentratie van talent. Haar hofbeeldhouwer Conrad Meit stond in voor de grafbeelden en haar hofschilder Barend van Orley voor het schilderwerk en de glasramen. Beiden verbleven zelfs jaren in Brou.

 

Haar bouwmeester baseerde zich voor de kerk op de mooiste voorbeelden van de late Brabantse gotiek: de kathedraal van Antwerpen en die van Mechelen, de Sint-Pieters van Leuven. In het koor vind je de drie praalgraven, in wit marmer van Carrara (Italië) en albast: in een muurnis dat van haar schoonmoeder Margaretha van Bourbon, centraal dat van Filibert en aan de zijkant dat van Margareta zelf. Overal is haar devies uitgehakt of aangebracht in de glasramen: FORTUNE INFORTUNE FORT UNE, wat kan vertaald worden als: het Lot maakt één persoon zeer ongelukkig, een verwijzing naar de wisselvalligheden van haar leven en het kortstondige van alle aardse geluk, door de wentelingen van het Rad van Fortuin (een steeds terugkerend thema in deze hele periode). Margareta zou de voltooiing niet beleven: pas midden mei 1532, bijna twee jaar na haar dood was het complex klaar om haar lijkkist onder het grafmonument in het koor bij te zetten. De praalgraven in Brou horen bij de mooiste monumenten die in Europa te vinden zijn.


Brou. Tombe van Margareta. Bovenaan ligt zij in hofkledij, onderaan in een eenvoudig hemd. In tegenstelling met de gewoonte van de tijd is de onderste "gisant" hier en bij de tombe van Filibert. geen rottend lijk. (eigen foto) Zie "Memento Mori. Gedenkt uw sterfelijkheid. In de greep van de doodsgedachte" in Eeuwen op zoek naar de tijd.

 

Brou. Tombe van Filibert. Rechts: Margareta. Pas sinds tentoonstelling ‘Albast’ in Museum M Leuven, 2022 weten we dat de putti (cherubijntjes) boven op het grafbeeld niet zoals altijd gedacht uit witte marmer zijn gehouwen, maar uit het zachtere albast. (eigen foto).

In de Nederlanden zelf zal je tevergeefs naar een evenknie zoeken. Als die al bestaan heeft, is ze door de beeldenstorm van 1566 verwoest.

Brou ontsnapte ternauwernood aan een soortgelijk lot tijdens de Franse Revolutie, doordat een van de plaatselijke revolutionaire leiders de kerk losjes vol hooi stapelde en zo de monumenten aan het oog en de vernielzucht onttrok van de ‘citoyens’ uit Parijs. Tegenwoordig biedt het klooster tevens onderdak aan het museum voor schone kunsten van Bresse. De geglazuurde dakpannen met hun typische gekleurde patronen (zoals je ze eveneens ziet bij het Hôtel-Dieu, het middeleeuwse hospitaal van Beaune met het indrukwekkende Laatste Oordeel door Rogier van der Weyden) werden vanaf 1998 in hun oude pracht gerestaureerd. Brou krijgt o.i. in de Franse reisgidsen niet de aandacht die het verdient. Als je Bourgondië bezoekt, maak dan een kleine omweg tot hier: het loont beslist de moeite.




Landvoogdes van de Nederlanden
Op 25 september 1506 overleed haar broer Filips de Schone in nooit volkomen opgehelderde omstandigheden in Burgos. Dit overlijden betekende een definitieve kentering in het leven van de jonge weduwe. Keizer Maximiliaan stelde zijn dochter aan tot regentes voor de duur van de minderjarigheid van haar neef, aartshertog Karel. Eind oktober 1506 verliet Margareta Savoye voorgoed. Eind maart 1507 arriveerde ze in de Nederlanden.


Na een hartelijk onthaal in de belangrijkste steden der Nederlanden vestigde zij zich te Mechelen. Zij koos deze stad uit, omwille van de centrale ligging en omdat het hier rustiger was dan in het steeds oproerige Gent of Brugge. Door haar keuze werd Mechelen, dat reeds de zetel was van centrale Bourgondische instellingen als het Parlement (het hoogste gerechtshof) en de Rekenkamer, de hoofdplaats van de Nederlanden. Haar verblijfplaats, het Hof van Savoye is in bouwkundig opzicht bijzonder belangrijk. Reeds in 1510 kon Margareta de achtervleugel aan de Voogdstraat betrekken. Die vleugel in baksteen vertoont nog alle kenmerken van de laat-gotiek. De voorzijde aan de Keizerstraat daarentegen is een van de eerste gebouwen dat in Noordwest-Europa opgetrokken werd in renaissancestijl (circa 1515-1517).

 



Mechelen, Hof van Savoye ( Eigen foto )


Op 5 januari 1515 werd aartshertog Karel meerderjarig verklaard en kwam aan het gezag van de regentes een einde. Onder invloed van Willem van Croy, heer van Chièvres, stapte Karel volledig af van de door zijn tante gevoerde buitenlandse politiek. Keizer Maximiliaan overtuigde zijn kleinzoon haar gezag terug te geven aan Margareta, wat deze deed in 1518, toen hij naar Spanje afreisde om de koningskroon op te eisen na de dood van Ferdinand de Katholieke in 1516. Intussen was in januari 1519 ook keizer Maximiliaan zelf overleden.


Tijdens de laatste tien jaar van haar bewind liet Karel V het gehele bestuur over de Nederlanden op haar schouders rusten. In vele opzichten kan men Margareta's regering beschouwen als een tijd van rust en welvaart.
Behalve de regering van de Nederlanden, behartigde zij ook nog bekwaam van op afstand het beheer van haar persoonlijke domeinen: de graafschappen Bourgondië, Bresse en Charolais en een aantal niet onaanzienlijke heerlijkheden. Vanuit Mechelen bleef ze al die tijd de vorderingen volgen aan het kloostercomplex in Brou, waar zij wenste begraven te worden aan de zijde van haar geliefde Filibert.


Haar laatste diplomatieke succes behaalde Margareta in 1529 door de Vrede van Kamerrijk, de Damesvrede genoemd , omdat de succesrijke onderhandelingen gevoerd werden door haar en door Louise van Savoye, de moeder van de Franse koning Frans I, maar ook Margaretha's schoonzuster: zij was namelijk de zus van haar overleden echtgenoot Philibert, voor wie Margaretha het mausoleum in Brou bouwde.


In november 1530 begon een oude wonde aan haar been opnieuw te ontsteken. In de nacht van 30 november op 1 december 1530 overleed de gouvernante in haar residentie in Mechelen.

 

Een dame met smaak (p. 215)


Margareta's hele leven werd met ontembare energie en onvermoeibare werkkracht in beslag genomen door het landsbestuur en door de opvoeding van de kinderen van haar broer Filips de Schone. In de kunst vond zij haar enige ontspanning. Zij was zelf literair en artistiek begaafd en hield van schilderkunst, muziek en boeken. Vooral voor handschriften lijkt zij de passie gekoesterd te hebben, zo kenmerkend voor haar voorgeslacht. Van haar residentie in Mechelen maakte zij een kunstcentrum en richtte er haar 'riche librairie' in.

‘La chambre de madame’, zoals haar privékwartieren genoemd werden, telde meerdere vertrekken, gangen en kamers met een honderdtal schilderijen.
In de woonkamer, ‘la première chambre’ en in de bibliotheek hingen de statieportretten van de Bourgondische vorsten en de Habsburgers en stonden onder meer kleine fraaie houten bustes van haarzelf en haar betreurde echtgenoot Philibert, opgesteld als paar.


Kleine portretbuste van Margareta. Conrad Meit 1518, hout, perelaar. Hoogte: 9 cm.

 


Portretbuste van Filibert de Schone. Conrad Meit 1518, perelaar. Hoogte: 9 cm.

Zij had blijkbaar een voorkeur voor Jeroen Bosch: verschillende schilderijen met verzoekingen van de H. Antonius. Verder werken van Dirk Bouts en Rogier Van der Weyden, o.a. het beroemde portret van Karel de Stoute (1460). Ook Jan van Eyck, o.m. Het huwelijk van Arnolfini, een van haar (en mijn) lievelingswerken, thans in National Gallery Londen.
Tal van kunstenaars – zoals de componist Pierre de la Rue, de beeldhouwer Conrad Meit, de schilders Jan Gossaert ‘Mabuse’ en Barend van Orley – werken aan en voor het hof in Mechelen en in Brou. Erasmus en Albrecht Dürer kwamen er op bezoek. Muziek, beeldende kunst en geletterdheid, geloof en wetenschap ontmoetten er elkaar.

‘Mocht men vandaag haar verzameling schilderijen, beeldhouwwerken, wandtapijten, kunst voorwerpen, boeken en manuscripten, verzameling klokken, spiegels kostbare gesteenten, een ‘rariteitenkabinet’ met koralen en luxegerei uit de hele wereld, de allereerste verzameling exotica uit het pas veroverde Mexico - Margareta kreeg van haar neef Karel V in 1523 een deel van de schat van Moctezuma (zie Bijlage 2) en een ‘Besloten Hofje’ in één gebouw kunnen samenbrengen, je had een museum dat met gemak de vergelijking met de grootste musea van de wereld zou doorstaan’ meent de auteur

Een rijke librije

De librije was de plaats waar Margareta zich het liefst terugtrok. De boekkasten met haar kostbare en uitvoerige collectie waren met ijzeren tralies afgesloten, zoals toen gebruikelijk was (en tegenwoordig in kloosterbibliotheken en dergelijke opnieuw gebeurt, ter bescherming van de oudere boeken tegen diefstal).
De bibliotheek maakte een diepe indruk op tijdgenoten zoals de schilder Dürer. De librije, die gordijnen had van blauwe Florentijnse tafzijde, omvatte in de eerste plaats een onschatbare collectie perkamenten en met schitterende miniaturen verluchte manuscripten. Zij pronkten in rood, groen of blauw fluwelen banden en hadden gouden sloten, met email of edelstenen versierd.



Portret van Margareta in één van haar eigen handschriften. In de hand houdt ze haar embleem: een margriet. Rondom in cirkelvorm haar devies: Fortune – Infortune – Fortune (Geluk, Ongeluk, Geluk). Haar persoonlijke Rad van Fortuin!

Hetgeen hierboven gezegd werd over Margareta' s artistieke smaak, geldt ook voor haar literaire belangstelling. Zij bezat zo kostbaar mogelijk uitgevoerde exemplaren van vrijwel alle boeken die in haar tijd door de groten der aarde op prijs werden gesteld. De meest bekende hiervan zijn het wereldberoemde getijdenboek ‘Les Très Riches Heures’ van de hertog van Berry en het ‘Sforza Getijdenboek’. Verder talrijke religieuze werken, klassieke auteurs als Aristoteles, Julius Caesar, Livius, Seneca, juridische en historische verhandelingen, legenden, ridderromans en fabels, kronieken en politieke werken vormden een collectie die stellig geen afspiegeling was van de literaire voorkeur der bezitster. Margareta had trouwens de boeken geërfd die haar stief-grootmoeder Margareta van York in haar woning te Mechelen bijeen had gebracht.


Slechts enkele titels maken de indruk dat wij te doen hebben met onderwerpen die de hertogin van Savoye persoonlijk interesseerden. Boccacio' s serieuze boek: ’De Claris Mulieribus’ (Over beroemde vrouwen) in een Franse vertaling, een werk getiteld ‘Le Champion des Dames’, een ‘Livre des trois Vertus à l' enseignement des dames et damoiselles’ en ‘Le Livre de la Cité des Dames’ (beide van Christine de Pisan) wijzen op haar belangstelling in de positie en opvoeding van de vrouw - zij het waarschijnlijk voornamelijk in die van een vorstin. De Librije huisvest meerdere autografische handschriften van Christine de Pisan (1364-1430). Zij was één van de eerste vrouwelijke auteurs die van haar pen kon leven. De ‘…Cité des Dames’, een enorme bestseller bij hoog adellijke dames in heel Europa, is vertaald in het Nederlands als ‘Het Boek van de Stad der Vrouwen’. Zoals de meeste werken uit de tijd is het zo goed als onleesbaar voor de moderne lezer wegens het voor ons overdreven allegorisch karakter en het uitstallen van kennis, voornamelijk afkomstig uit de oudheid. Doch dat blijkt kenmerkend voor de tijdgeest, zoals onder veel meer ook het geval voor de beroemde tapijtenserie ‘Los Honores’. (Waarop we in een afzonderlijke bijdrage zullen terugkomen.)


Wandtapijten vormden een van de topproducten van de kunstnijverheid in de Lage Landen. Het werd door Margareta ten zeerste geapprecieerd en haar inventarissen vermelden een aanzienlijk aantal. Alleszins was Christine de Pisan een van haar meest geliefde auteurs: zij had bijna al haar werken. Behalve haar boeken bezat ze uit Doornikse ateliers een zeer kostbare reeks wandtapijten ‘La Citè des Dames’, geweven in zijdedraad, geïnspireerd op het gelijknamige boek


Wij komen haar iets nader wanneer wij een handschrift aantreffen gewijd aan ‘La Nature des Oyseaulx’. Een viertal schaakboeken wijst op haar belangstelling voor dit vorstelijke spel.
(zie Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen, dl 2)

Om af te sluiten: tenslotte bevatte haar librairie tevens een aantal muziekboeken met polyfonische liederen, waaronder een uniek juweel: haar prachtige grote en zware ‘Mechels Koorboek’ met de waarlijk keizerlijke miniaturen uit het atelier van de beroemde Petrus Alamire – alleen superlatieven mogelijk! Het enige boek van haar hele 'riche librairie' dat Mechelen nooit verlaten heeft, wonderbaarlijk ontsnapt is aan alle plunderingen doorheen de eeuwen en nu, vijfhonderd jaar later, op de topstukkenlijst en de Canon van Vlaanderen is beland.


Het item is niet alleen verantwoordelijk voor de behandeling van de polyfonie, maar ook de weg waarlangs Margareta zelf in de Canon verschijnt. Eerlijk gezegd: dit ontdekten we pas bij een verdere exploratie van de Canon, toen dit artikel al voltooid was.





Het Koorboek is zo'n 65 cm hoog en 44 cm breed. Het bestaat uit leer, perkament, hout en koper. Het bevat zeven missen van Mathias Pipelare en Pierre de la Rue, beiden grootmeesters van de Vlaamse polyfonie, plus een aantal wereldlijke liederen, waaronder één in het Nederlands.

Haar hele boekenbestand besloeg 392 volumes: 348 handschriften en 44 gedrukte boeken, de kern geërfd van voorouders en familie, ongeveer 40 handschriften vervaardigd in opdracht van Margareta zelf. De befaamde ‘Très Riches Heures’ had ze meegebracht uit Savoye.

Bij testament vermaakte zij haar hele librije aan Maria van Hongarije, zuster van Karel V, de weduwe van koning Lodewijk en haar opvolgster als landvoogdes.

Hoe het komt dat wij over haar librije zo goed zijn ingelicht? Tijdens haar leven werden twee inventarissen opgemaakt van haar boekenbezit, een in 1516 en een in 1523-1524. Die bleven beide bewaard. De laatste werd door haar eigenhandig ondertekend.

 

Mechelen, Hof van Busleyden. Aanwinst 2024.



Margareta. (Bernard van Orley ca. 1515). Olieverf op paneel, 47,5 x 34,5 x 4,5 cm
Gekocht door de stad Mechelen in 2024 op een veiling in Londen. Het is het allereerste geschilderd portret van de landvoogdes in de collectie. Op het portret: Margareta, kijkend naar een heuvellandschap. Ze bladert door haar getijdenboek Het portret maakte oorspronkelijk deel uit van een diptiek, maar het linker luik is verloren gegaan.


Bijlagen

Bijlage 1. Leen Huet, Dames met klasse. Uitvoerig & rijk geïllustreerd artikel uit Openbaar kunstbezit.
gebaseerd op:Eichberger, D. (redactie), Dames met Klasse. Margareta van York en Margareta van Oostenrijk, tentoonstellingspublicatie, Davidsfonds, Leuven, 2005.

Bijlage 2. Joris Capenberghs, Margareta van Oostenrijk en de schat van Moctezuma, Margareta van Oostenrijk en de schat van Moctezuma (lezing)  of op Joris Capenberghs, De wereld in een kamer. Margareta van Oostenrijk Multimedialezing , duur: 2, 11 u YouTube.

Didactisch tips


Doelstellingen:
De vrij korte levensloop van Margareta van Oostenrijk overspant een bijzonder cruciale era in de geschiedenis van de Nederlanden en van de wereld: de overgang van manuscripten naar boekdrukkunst, humanisme, reformatie, begin van massale ketter- en heksenjacht, de eenmaking van de Nederlanden, het tijdvak van de Grote Ontdekkingen ... Een ideale gelegenheid om deze hele, periode te benaderen vanuit een vrouwelijk standpunt, in plaats van de gebruikelijke eenzijdige en enge mannelijke protagonisten. Tevens ook om ons tijdsbesef aan te scherpen: al deze ontwikkelingen gebeurden in één mensenleven, dat van een werkelijk bestaande mens. Een ideale kans ook om een aantal zeer concrete gegevens over bij voorbeeld het dagelijks leven en de mentaliteitsgeschiedenis te bestuderen.

Mogelijk traject
Vooraf: peilen naar voorkennis
(inhoudelijk - chronologisch). Brainstorming: Margareta van Oostenrijk: wat roept die naam bij u op? Losse staakwoorden op bord brengen - enkele leerlingen vragen te noteren - heel korte gedachtewisseling.

Algemene klacht in het gehele onderwijs tot en met de universiteit is de ‘ontlezing’: het onvermogen van studenten om zich te concentreren op langere teksten.
Dit euvel hebben wij met collega’s in Nederland en België pogen te remediëren, vanaf de jaren 1980, nog voor de term bestond, onder meer door verzet tegen teksten in schoolboeken “met de lengte van tekstballonnetjes in strips.” Elke didactische verwerking zal dus onvermijdelijk een stevig luik remediëring op dit terrein moeten bevatten.

Bedoeling van deze tips is alleszins een multimediale en vakoverschrijdende leereenheid opbouwen, modulair uitgewerkt. Je kiest onderdelen, werkmethodes en leermiddelen, aangepast aan de concrete situatie: tijd die je eraan wil en/of kunt besteden, niveau van je leerlingen, mogelijkheid om met collega’s samen te werken in begeleid zelfstandig leren enz.
Vakken die kunnen meewerken: Nederlands, geschiedenis, Frans, Engels, aardrijkskunde, artistieke initiatie, muziek, economie, godsdienst. Deze werkwijze biedt mogelijkheid tot binnenklasdifferentiatie in parallel en/of complementair groepswerk.

Meer weten

De Canon van Vlaanderen: 17. Het Mechels Koorboek
Hier vind je voldoende gegevens voor verdere uitwerking, o.a. filmpjes met polyfonische muziek, zowel als wereldlijke liederen uit de besproken tijd.

Op Histoforum is over deze periode een haast onoverzichtelijke massa informatie samengebracht.
Ik zou voorstellen de hele hier bovenstaande bespreking te laten lezen, en ondertussen elke groep een onderwerp te laten uitwerken en voor te stellen in plenum, bv. met een Powerpoint.
Je kunt op deze wijze een ruime of beperkte dwarsdoorsnede maken van de maatschappij in de 15de en 16de eeuw; diepere studie van alle beschavingscomponenten in hun interdependentie; inleving in de behandelde periode.
Zeker behandelen: de overgang van handschrift naar gedrukte boeken.

 

 

Ondertussen heeft onderzoek aan de Leuvens Alamire Foundation door Ryan O'Sullivan aan het licht gebracht dat het befaamde liedboekje Het Leuven Chansonnier eveneens verbonden is met Margareta van Oostenrijk en hoogst waarschijnlijk deel uitmaakte van haar collectie. (Sonar, mei 2024 p. p. 8 - 13).


Zie: Martens, J., Vlaamse miniaturen.

Wilson-Lee, E., De gezonken verzameling van Ferdinand Columbus, Amsterdam, Meulenhof, 2021, 478 blz.– ook als e-boek.
(De zoon van Columbus kaapte Cleynaerts weg uit Leuven om zijn uitgebreide bibliotheek in Sevilla te ordenen – bijzonder interessant boek; recensie volgt)

Controleren voor beeldmateriaal, in het bijzonder films: Klaar voor CLIL visueel;

Stadsbezoek: bezoek Mechelen

YouTube. Hof van Busleyden.  20 min Nederlands.

Retabels: de hemel op aarde.


Huet, Leen, Over Crispinus en Crispinianus, Cromwell en Borman - Retabel met verbluffend houtsnijwerk.
Het loont verder te snuisteren via de link op de naam van de auteur. Zo krijg je toegang tot een aantal uitstekende en rijkelijk geïllustreerde uitvoerige gratis artikelen van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen o.a. over Rogier van der Weyden (Leuven 2009 en de tentoonstelling Dames met klasse. Margareta van York en Margareta van Oostenrijk (Mechelen 2005).
Een grote hoeveelheid materiaal over deze periode vind je onderaan bij Komt een Italiaan naar de Nederlanden.


Régine Pernoud (1909-1997), Christine de Pisan, Baarn, de Prom, 1997, 197 blz.

Colard Mansion: handschriften en incunabelen – zie Wikipedia (ook Engels en Frans)
& Anna de Bruyn en Hanna de Vos, Haute lecture by Colard Mansion (volledige pdf van tentoonstelling, Brugge 2018.)
(Mansion is de allereerste drukker in Brugge (1473). Hij drukte onder meer op perkament prachtige boeken die niet van zijn handschriften zijn te onderscheiden.)

De Maesschalck, E., Moed & tegenspoed. Edelvrouwen in de Bourgondische tijd, Gorredijk, Uitg. Sterck & De Vreese, 2022. – recensie volgt

De Maesschalck, E., De Bourgondische vorsten (1315-1530), Leuven, Davidsfonds, 2008.

Dubbe, B., Huusraet. Het stedelijk woonhuis in de Bourgondische tijd, Hoorn, Uitg. PolderVondsten, 2012.

Schreurs, E. (redactie), De schatkamer van Alamire. Muziek en miniaturen uit Keizer Karels tijd 1500 – 1535, Leuven, Davidsfonds, 1999.

Romans

Alleen al op Histoforum, alleen al op naam van Joris Tulkens tref je voldoende materiaal om het hele tijdsgewricht van Thomas More en zijn netwerk van humanisten te evoceren en te verweven tot een veelomvattende en multimediale hypertekst.

Jos Martens augustus 2023/september 2024