Johan De Cock, Margareta van Oostenrijk: parel van Bourgondië
1480 – 1530. Mechelen, Uitg. Elena, 2021, 272 blz.
Margareta van Oostenrijk in de Canon
In iets meer dan een decennium, sinds de tentoonstelling
Vlaamse miniaturen voor vorsten en burgers 1475 - 1550
(Antwerpen 1997), is onze kennis over de periode die Johan
Huizinga het Herfsttij der Middeleeuwen noemde verveelvoudigd
door een reeks tentoonstellingen in Nederland en België met hun
bijbehorende publicaties. Voeg daarbij nog enkele afzonderlijke
studies als het te weinig bekende boek van Raoul Bauer, Tussen
rampspoed en vernieuwing.
Inhoud
Margareta van Oostenrijk in de Canon
Omslagfoto van dit boek: Barend
van Orley, statieportret van Margareta in weduwenkledij, 1518;
Het meest bekende. Alleen al uit 1519 zijn 9 replica’s bekend,
meestal als relatiegeschenk.
Proloog
Heel lang geleden, in prehistorische tijden toen de computers
nog niet konden spreken, startte in 1966 mijn carrière als vers
afgestudeerde docent aan de even vers gecreëerde
Colomahogeschool Toerisme in Mechelen voor de vakken
cultuurgeschiedenis, menselijke aardrijkskunde en Europese
folklore (Volkskunde).*
*Nu bacheloropleiding - vernoemd naar
de Spaanse veldheer don Carlos Coloma (1566-1637), diplomaat en
historicus)
Met de studenten, op weg naar de befaamde
St.-Romboutskathedraal, passeerden we op de markt voor het
stadhuis het standbeeld van Margareta van Oostenrijk
‘landvoogdes der Nederlanden’.
Een standbeeld voor een onbetekenende vrouw, die één alinea
kreeg in de schoolboeken geschiedenis, naast de vele bladzijden,
gewijd aan de heldendaden van haar roemruchte neef Karel V?
Op dat ogenblik dachten ze er alleen in Mechelen anders over!
Hier was en bleef ze een van de belangrijkste figuren uit de
Mechelse geschiedenis, eertijds hoofdstad van de Lage Landen.
Standbeeld van Margareta van Oostenrijk nabij de
St.-Romboutskathedraal. In haar linkerhand het verdrag van de
Damesvrede (1529)- Jozef Tuerlinckx, 1849.
Dertig jaar later en wijzer zijn we hier terug, een horde
leerlingen in ons kielzog. Ditmaal in het kader van een
pionierswerk, een multimediaal internetproject, toen nog een
complete nieuwigheid, rond figuur en tijdsgewricht van Joos de
Rijcke (Mechelen, 1498 – Popayán Ecuador, 1578), de eerste
Nederlander in het pas veroverde Incarijk, schrijver van het
allereerste verslag in het Nederlands over de conquista van
Peru. In een volgende aflevering zullen we het uitvoeriger over
hem hebben.
Wij bezoeken het paleis van Margareta, thans het gerechtshof.
Vervolgens de internationaal gerenommeerde Koninklijke
Manufactuur De Wit waar de gigantische vorstelijke
wandtapijtenserie Los Honores gerestaureerd wordt, eens de trots
van Karel V en Filips II, dit met het oog op een grootse
tentoonstelling in het komende jaar 2000.
Leuven zal volgen met het Dirk Bouts festival en het trotse
gotische stadhuis.
Dan nog Antwerpen en zijn even trotse kathedraal. Tenslotte met
een groepje vrijwilligers naar het drukkersmuseum
Plantin-Moretus (1).
In het Hof van Busleyden, promotor en mecenas van Erasmus voor
zijn befaamde Collegium Triligue aan de Leuvense universiteit,
raken we niet binnen. Geen toegang: restauratiewerken. En dat
zal nog vele jaren zo blijven!
Het vele schrijfwerk, het opstellen van de website en de
ministeriële bekroning in 2000 lagen nog in het verschiet. En
eveneens het bezoek aan Brou, de schitterende mausoleumkerk van
Margareta en haar geliefde Philibert.
Door toeval – of het wisselvallig wentelen van haar persoonlijk
Wiel van Fortuin - is er praktisch gelijktijdig met het boek van
Edward De Maesschalck, Moed & tegenspoed. Edelvrouwen in de
Bourgondische tijd (2022) deze afzonderlijke publicatie
verschenen, volledig gewijd aan Margareta (2).
Gelukkig maar. Het standaardwerk van Jane de Iongh, de trilogie
Regentessen der Nederlanden, over Margareta van Oostenrijk,
Maria van Hongarije en Margareta van Parma (Elsevier 4de druk
1981, 1ste druk 1941) was reeds lange tijd niet meer te vinden,
zelfs niet in de bibliotheek. Het kostte mij jaren om de drie
delen op te snorren met de hulp van een vriend, antiquarische
boekhandelaar.
Natuurlijk heeft het onderzoek sindsdien niet stilgestaan. Johan
De Cock bezorgt met dit boek een waardige opvolger voor dr. de
Iong!
Edward De Maesschalck besluit zijn
De Bourgondische vorsten
(2008) met Margareta’s levensverhaal. Hij voert
haar andermaal als voorbeeld ten tonele, samen met haar lievelingsauteur Christine
de Pisan (1364-1430) in zijn recente Moed en tegenspoed.
Deze sterke vrouwen verdwenen vroeger dikwijls in de schaduw van
hun vaders, broers of echtgenoten. In dit boek treden ze voor
het volle voetlicht. Ze waren voor De Maesschalck de grootste
ontdekking bij het schrijven van zijn boek, net zoals ze dat
waren voor ons, meer dan 25 jaar geleden bij het werken aan het
internetproject Joos de Rijcke.
Margareta van Oostenrijk (1480-1530), landvoogdes der
Nederlanden, tante van Karel V, is de laatste jaren
herhaaldelijk uit de coulissen van de geschiedenis voor het
voetlicht getreden
Vooreerst vertolkte zij een grandioze hoofdrol, samen met
Margareta van York (derde echtgenote van hertog Karel de Stoute)
in de grootse tentoonstelling Dames met Klasse, in Mechelen
(2005) en natuurlijk ook in de dito catalogus.
Noten
1. Plantin-Moretus: zie het artikel
Komt een Italiaan naar de
Nederlanden: Ontdek 500 jaar stad en streek met koopman
Guicciardini.
Scroll naar beneden tot bij Meer weten. Hier vind je een
stapeltje informatie over het museum en Antwerpen in de 16de
eeuw.
2. Edward De Maesschalck, Moed & tegenspoed. Edelvrouwen in de
Bourgondische tijd, Gorredijk, Uitg. Sterck & De Vreese, 2022,
303 p.
Pion
De dood op het slagveld van de laatste Bourgondische hertog
Karel de Stoute in 1477 veroorzaakte een woelige periode in de
Nederlanden. Zijn dochter Maria trouwde met de Habsburger
Maximiliaan en kon zo de Nederlanden behouden. Hun dochter
Margareta vormde één van de pionnen in dit spel. Haar huwelijken
met de koningen van Frankrijk en Spanje mislukten door politieke
intriges en zelfs een overlijden. Een derde huwelijk met de
hertog van Savoye bracht geluk, maar eindigde met een tragisch
jachtongeval.
Haar diplomatiek talent en netwerk vrijwaarden de Nederlanden
van de grote Europese oorlogen. Naast bestuurlijke perikelen
biedt dit boek ook inzicht in de persoonlijkheid van Margareta,
gebaseerd op haar uitgebreide correspondentie. Het resultaat is
een vlot geschreven en inhoudelijk sterk verhaal, met talrijke
afbeeldingen in kleur en uitvoerig literatuuroverzicht.
Voor de Nederlanden was zij van grote betekenis. Dit is het
verhaal van een uitzonderlijke vrouw die erin slaagde haar eigen
accent te leggen in een Europa dat door mannen werd gedomineerd.
Haar leven was een opeenvolging van dramatische gebeurtenissen.
Gedurende twintig jaar regeerde zij als regentes en landvoogdes
over de Nederlanden, eerst onder het gezag van haar vader keizer
Maximiliaan en nadien van haar neef Karel V. Hun oorlogszuchtige
machtspolitiek strookte niet altijd met de belangen die
Margareta voor onze landen voor ogen had. Zij wilde vrede en
voorspoed.
Het boek geeft verder een unieke inkijk in de organisatie en de
dagelijkse werking van de Bourgondische hofhouding en licht de
sluier op over een van de grootste omkoopaffaires uit de
Europese geschiedenis: de keizersverkiezing van Karel V, waarbij
Margareta een actieve rol speelde.
Levensloop
Portret van de elfjarige Margareta
Margareta van Oostenrijk werd op 10 januari 1480 te Brussel
geboren als enige dochter van Maximiliaan I van Habsburg en van
Maria van Bourgondië. Haar voornaam kreeg zij van haar meter en
aangehuwde grootmoeder, Margareta van York, de derde echtgenote
van hertog Karel de Stoute.
Maria van Bourgondië overleed reeds op 27 maart 1482 aan de
gevolgen van een val van haar paard. Meteen trachtte Lodewijk
XI, koning van Frankrijk en aartsvijand van het Bourgondische
huis, van de gelegenheid gebruik te maken. Om de vrede met
Frankrijk te bewerken werd het huwelijk geregeld tussen de nog
geen drie jaar oude Margareta met de twaalfjarige dauphin (de
kroonprins), de latere Karel VIII. Amper twee maanden later
overleed Lodewijk XI en werd Margareta koningin van Frankrijk.
Toen haar vader Maximiliaan in 1491 bij volmacht huwde met Anna
van Bretagne, de erfdochter van het gelijknamige hertogdom,
greep Karel VIII in. Hij schoof Margareta opzij en dwong Anna
van Bretagne om met hemzelf te trouwen.
In mei 1493 kreeg Maximiliaan bij de Vrede van Senlis tegelijk
Artesië, het graafschap Bourgondië (niet te verwarren met het
gelijknamige hertogdom) en zijn dochter terug. Op 22 juni 1493
kwam Margareta te Mechelen aan.
Twee jaar later, in 1495 besloten Maximiliaan en Ferdinand de
Katholieke, koning van Aragon en Castilië, beiden vijanden van
Frankrijk, hun kinderen in een dubbel huwelijk te verenigen.
Margareta zou trouwen met don Juan, prins van Castilië en haar
broer, Filips de Schone, met de infante Juana. Het huwelijk van
Margareta en don Juan werd bij volmacht voltrokken te Mechelen
op 5 november 1495. Pas einde januari 1497 vertrok Margareta per
boot uit Vlissingen naar Spanje. Haar huwelijk met don Juan werd
op 3 april te Burgos ingezegend. Nauwelijks zes maanden later
stierf de ziekelijke don Juan, net twintig jaar oud. Enkele
maanden later schonk Margareta het leven aan een dochtertje, dat
kort na de geboorte overleed.
Pas in september 1499 keerde de jonge weduwe naar de Nederlanden
terug. Op 7 maart 1500 woonde zij te Gent het doopsel bij van
haar petekind, de toekomstige Karel V. Zij zou niet lang in de
Nederlanden blijven. Om de verzoening tussen Maximiliaan en de
nieuwe Franse koning Lodewijk XII tot stand te brengen, werd zij
uitgehuwelijkt aan Filibert de Schone, hertog van Savoye, even
oud als zij. Het huis van Savoye heerste over een machtig,
onafhankelijk hertogdom ten zuiden van Bourgondië en was door
huwelijk met het Franse koningshuis verbonden. Op 1 december
werd het huwelijk tussen Margareta en Filibert ingezegend.
Alles wijst erop dat dit derde huwelijk haar eindelijk het geluk
bracht. Tussen haar en Filibert moet het liefde op het eerste
gezicht zijn geweest. Behendigheid combinerend met
krachtdadigheid, nam zij het bestuur van het vorstendom in
handen Een tijdgenoot beschreef het hertogelijk paar als volgt:
"Samen beschikken de hertogen over de normale intelligentie voor
twee personen, gelukkig berust alle verstand bij de hertogin."
De fortuinlijke jaren zouden niet lang duren. Tijdens een
jachtpartij dronk de bezwete Filibert ijskoud water. Weinige
dagen later bezweek hij aan een acute borstvliesontsteking (op
10 september 1504). Op 24-jarige leeftijd was Margareta voor de
tweede keer weduwe. Zij bleef nog twee jaar in Savoye.
Brou. Mausoleum voor een grote liefde
In maart 1505 begon zij met de uitvoering van haar plan: in Brou
(net buiten Bourg-en-Bresse) een klooster en een kerk annex
klooster bouwen ter nagedachtenis aan Filibert. Voor haar
bouwplannen haalde Margaretha de beste bouwmeester, steenhouwers
en beeldhouwers uit de Nederlanden naar Brou, waar ze
wedijverden met het puik van de houtsnijders uit Bourgondië en
de streek van Bresse. Het resultaat is een parel, een uniek
monument, gevolg van een unieke concentratie van talent. Haar
hofbeeldhouwer Conrad Meit stond in voor de grafbeelden en haar
hofschilder Barend van Orley voor het schilderwerk en de
glasramen. Beiden verbleven zelfs jaren in Brou.
Haar bouwmeester baseerde zich voor de kerk op de mooiste
voorbeelden van de late Brabantse gotiek: de kathedraal van
Antwerpen en die van Mechelen, de Sint-Pieters van Leuven. In
het koor vind je de drie praalgraven, in wit marmer van Carrara
(Italië) en albast: in een muurnis dat van haar schoonmoeder
Margaretha van Bourbon, centraal dat van Filibert en aan de
zijkant dat van Margareta zelf. Overal is haar devies uitgehakt
of aangebracht in de glasramen: FORTUNE INFORTUNE FORT UNE, wat
kan vertaald worden als: het Lot maakt één persoon zeer
ongelukkig, een verwijzing naar de wisselvalligheden van haar
leven en het kortstondige van alle aardse geluk, door de
wentelingen van het Rad van Fortuin (een steeds terugkerend
thema in deze hele periode). Margareta zou de voltooiing niet
beleven: pas midden mei 1532, bijna twee jaar na haar dood was
het complex klaar om haar lijkkist onder het grafmonument in het
koor bij te zetten. De praalgraven in Brou horen bij de mooiste
monumenten die in Europa te vinden zijn.
Brou. Tombe van Margareta. Bovenaan ligt zij in hofkledij,
onderaan in een eenvoudig hemd. In tegenstelling met de gewoonte
van de tijd is de onderste "gisant" hier en bij de tombe van
Filibert. geen rottend lijk. (eigen foto) Zie "Memento Mori.
Gedenkt uw sterfelijkheid. In de greep van de doodsgedachte" in
Eeuwen op zoek naar de tijd.
Brou. Tombe van Filibert. Rechts: Margareta. Pas sinds
tentoonstelling ‘Albast’ in Museum M Leuven, 2022 weten we dat
de putti (cherubijntjes) boven op het grafbeeld niet zoals
altijd gedacht uit witte marmer zijn gehouwen, maar uit het
zachtere albast. (eigen foto).
In de Nederlanden zelf zal je tevergeefs naar een evenknie
zoeken. Als die al bestaan heeft, is ze door de beeldenstorm van
1566 verwoest.
Brou ontsnapte ternauwernood aan een soortgelijk lot tijdens de
Franse Revolutie, doordat een van de plaatselijke revolutionaire
leiders de kerk losjes vol hooi stapelde en zo de monumenten aan
het oog en de vernielzucht onttrok van de ‘citoyens’ uit Parijs.
Tegenwoordig biedt het klooster tevens onderdak aan het museum
voor schone kunsten van Bresse. De geglazuurde dakpannen met hun
typische gekleurde patronen (zoals je ze eveneens ziet bij het
Hôtel-Dieu, het middeleeuwse hospitaal van Beaune
met het indrukwekkende Laatste Oordeel door Rogier van der
Weyden) werden vanaf 1998 in hun
oude pracht gerestaureerd. Brou krijgt o.i. in de Franse
reisgidsen niet de aandacht die het verdient. Als je Bourgondië
bezoekt, maak dan een kleine omweg tot hier: het loont beslist
de moeite.
Landvoogdes van de Nederlanden
Op 25 september 1506 overleed haar broer Filips de Schone in
nooit volkomen opgehelderde omstandigheden in Burgos. Dit
overlijden betekende een definitieve kentering in het leven van
de jonge weduwe. Keizer Maximiliaan stelde zijn dochter aan tot
regentes voor de duur van de minderjarigheid van haar neef,
aartshertog Karel. Eind oktober 1506 verliet Margareta Savoye
voorgoed. Eind maart 1507 arriveerde ze in de Nederlanden.
Na een hartelijk onthaal in de belangrijkste steden der
Nederlanden vestigde zij zich te Mechelen. Zij koos deze stad
uit, omwille van de centrale ligging en omdat het hier rustiger
was dan in het steeds oproerige Gent of Brugge. Door haar keuze
werd Mechelen, dat reeds de zetel was van centrale Bourgondische
instellingen als het Parlement (het hoogste gerechtshof) en de
Rekenkamer, de hoofdplaats van de Nederlanden. Haar
verblijfplaats, het Hof van Savoye is in bouwkundig opzicht
bijzonder belangrijk. Reeds in 1510 kon Margareta de
achtervleugel aan de Voogdstraat betrekken. Die vleugel in
baksteen vertoont nog alle kenmerken van de laat-gotiek. De
voorzijde aan de Keizerstraat daarentegen is een van de eerste
gebouwen dat in Noordwest-Europa opgetrokken werd in
renaissancestijl (circa 1515-1517).
Mechelen, Hof van Savoye ( Eigen foto )
Op 5 januari 1515 werd aartshertog Karel
meerderjarig verklaard
en kwam aan het gezag van de regentes een einde. Onder invloed
van Willem van Croy, heer van Chièvres, stapte Karel volledig af
van de door zijn tante gevoerde buitenlandse politiek. Keizer
Maximiliaan overtuigde zijn kleinzoon haar gezag terug te geven
aan Margareta, wat deze deed in 1518, toen hij naar Spanje
afreisde om de koningskroon op te eisen na de dood van Ferdinand
de Katholieke in 1516. Intussen was in januari 1519 ook keizer
Maximiliaan zelf overleden.
Tijdens de laatste tien jaar van haar bewind liet Karel V het
gehele bestuur over de Nederlanden op haar schouders rusten. In
vele opzichten kan men Margareta's regering beschouwen als een
tijd van rust en welvaart.
Behalve de regering van de Nederlanden, behartigde zij ook nog
bekwaam van op afstand het beheer van haar persoonlijke
domeinen: de graafschappen Bourgondië, Bresse en Charolais en
een aantal niet onaanzienlijke heerlijkheden. Vanuit Mechelen
bleef ze al die tijd de vorderingen volgen aan het
kloostercomplex in Brou, waar zij wenste begraven te worden aan
de zijde van haar geliefde Filibert.
Haar laatste diplomatieke succes behaalde Margareta in 1529 door
de Vrede van Kamerrijk, de
Damesvrede genoemd , omdat de succesrijke
onderhandelingen gevoerd werden door haar en door Louise van
Savoye, de moeder van de Franse koning Frans I, maar ook
Margaretha's schoonzuster: zij was namelijk de zus van haar
overleden echtgenoot Philibert, voor wie Margaretha het
mausoleum in Brou bouwde.
In november 1530 begon een oude wonde aan haar been opnieuw te
ontsteken. In de nacht van 30 november op 1 december 1530
overleed de gouvernante in haar residentie in Mechelen.
Een dame met smaak (p. 215)
Margareta's hele leven werd met ontembare energie en
onvermoeibare werkkracht in beslag genomen door het landsbestuur
en door de opvoeding van de kinderen van haar broer Filips de
Schone. In de kunst vond zij haar enige ontspanning. Zij was
zelf literair en artistiek begaafd en hield van schilderkunst,
muziek en boeken. Vooral voor handschriften lijkt zij de passie
gekoesterd te hebben, zo kenmerkend voor haar voorgeslacht. Van
haar residentie in Mechelen maakte zij een kunstcentrum en
richtte er haar 'riche librairie' in.
‘La chambre de madame’, zoals haar privékwartieren genoemd
werden, telde meerdere vertrekken, gangen en kamers met een
honderdtal schilderijen.
In de woonkamer, ‘la première chambre’ en in de bibliotheek
hingen de statieportretten van de Bourgondische vorsten en de
Habsburgers en stonden onder meer kleine fraaie houten bustes
van haarzelf en haar betreurde echtgenoot Philibert, opgesteld
als paar.
Kleine portretbuste van Margareta. Conrad Meit 1518, hout,
perelaar. Hoogte: 9 cm.
Portretbuste van Filibert de Schone. Conrad Meit 1518, perelaar.
Hoogte: 9 cm.
Zij had blijkbaar een voorkeur voor Jeroen Bosch: verschillende
schilderijen met verzoekingen van de H. Antonius. Verder werken
van Dirk Bouts en Rogier Van der Weyden, o.a. het beroemde
portret van Karel de Stoute (1460). Ook Jan van Eyck, o.m. Het
huwelijk van Arnolfini, een van haar (en mijn) lievelingswerken,
thans in National Gallery Londen.
Tal van kunstenaars – zoals de componist Pierre de la Rue, de
beeldhouwer Conrad Meit, de schilders Jan Gossaert ‘Mabuse’ en
Barend van Orley – werken aan en voor het hof in Mechelen en in
Brou. Erasmus en Albrecht Dürer kwamen er op bezoek. Muziek,
beeldende kunst en geletterdheid, geloof en wetenschap
ontmoetten er elkaar.
‘Mocht men vandaag haar verzameling schilderijen,
beeldhouwwerken, wandtapijten, kunst voorwerpen, boeken en
manuscripten, verzameling klokken, spiegels kostbare gesteenten,
een ‘rariteitenkabinet’ met koralen en luxegerei uit de hele
wereld, de allereerste verzameling exotica uit het pas veroverde
Mexico - Margareta kreeg van haar neef Karel V in 1523 een deel
van de schat van Moctezuma (zie Bijlage 2) en een ‘Besloten
Hofje’ in één gebouw kunnen samenbrengen, je had een museum dat
met gemak de vergelijking met de grootste musea van de wereld
zou doorstaan’ meent de auteur
Een rijke librije
De librije was de plaats waar Margareta zich het liefst
terugtrok. De boekkasten met haar kostbare en uitvoerige
collectie waren met ijzeren tralies afgesloten, zoals toen
gebruikelijk was (en tegenwoordig in kloosterbibliotheken en
dergelijke opnieuw gebeurt, ter bescherming van de oudere boeken
tegen diefstal).
De bibliotheek maakte een diepe indruk op tijdgenoten zoals de
schilder Dürer. De librije, die gordijnen had van blauwe
Florentijnse tafzijde, omvatte in de eerste plaats een
onschatbare collectie perkamenten en met schitterende miniaturen
verluchte manuscripten. Zij pronkten in rood, groen of blauw
fluwelen banden en hadden gouden sloten, met email of edelstenen
versierd.
Portret van Margareta in één van haar eigen handschriften. In de
hand houdt ze haar embleem: een margriet. Rondom in cirkelvorm
haar devies: Fortune – Infortune – Fortune (Geluk, Ongeluk,
Geluk). Haar persoonlijke Rad van Fortuin!
Hetgeen hierboven gezegd werd over Margareta' s artistieke
smaak, geldt ook voor haar literaire belangstelling. Zij bezat
zo kostbaar mogelijk uitgevoerde exemplaren van vrijwel alle
boeken die in haar tijd door de groten der aarde op prijs werden
gesteld. De meest bekende hiervan zijn het wereldberoemde
getijdenboek ‘Les Très Riches Heures’ van de hertog van Berry en
het ‘Sforza Getijdenboek’. Verder talrijke religieuze werken,
klassieke auteurs als Aristoteles, Julius Caesar, Livius,
Seneca, juridische en historische verhandelingen, legenden,
ridderromans en fabels, kronieken en politieke werken vormden
een collectie die stellig geen afspiegeling was van de literaire
voorkeur der bezitster. Margareta had trouwens de boeken geërfd
die haar stief-grootmoeder Margareta van York in haar woning te
Mechelen bijeen had gebracht.
Slechts enkele titels maken de indruk dat wij te doen hebben met
onderwerpen die de hertogin van Savoye persoonlijk
interesseerden. Boccacio' s serieuze boek: ’De Claris
Mulieribus’ (Over beroemde vrouwen) in een Franse vertaling, een
werk getiteld ‘Le Champion des Dames’, een ‘Livre des trois
Vertus à l' enseignement des dames et damoiselles’ en
‘Le Livre
de la Cité des Dames’ (beide van Christine de Pisan) wijzen op
haar belangstelling in de positie en opvoeding van de vrouw -
zij het waarschijnlijk voornamelijk in die van een vorstin. De
Librije huisvest meerdere autografische handschriften van
Christine de Pisan (1364-1430). Zij was één van de eerste
vrouwelijke auteurs die van haar pen kon leven. De ‘…Cité des
Dames’, een enorme bestseller bij hoog adellijke dames in heel
Europa, is vertaald in het Nederlands als ‘Het Boek van de Stad
der Vrouwen’. Zoals de meeste werken uit de tijd is het zo goed
als onleesbaar voor de moderne lezer wegens het voor ons
overdreven allegorisch karakter en het uitstallen van kennis,
voornamelijk afkomstig uit de oudheid. Doch dat blijkt
kenmerkend voor de tijdgeest, zoals onder veel meer ook het
geval voor de beroemde tapijtenserie ‘Los Honores’. (Waarop we
in een afzonderlijke bijdrage zullen terugkomen.)
Wandtapijten vormden een van de topproducten van de
kunstnijverheid in de Lage Landen. Het werd door Margareta ten
zeerste geapprecieerd en haar inventarissen vermelden een
aanzienlijk aantal. Alleszins was Christine de Pisan een van
haar meest geliefde auteurs: zij had bijna al haar werken.
Behalve haar boeken bezat ze uit Doornikse ateliers een zeer
kostbare reeks wandtapijten ‘La Citè des Dames’, geweven in
zijdedraad, geïnspireerd op het gelijknamige boek
Wij komen haar iets nader wanneer wij een handschrift aantreffen
gewijd aan ‘La Nature des Oyseaulx’. Een viertal schaakboeken
wijst op haar belangstelling voor dit vorstelijke spel.
(zie
Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen, dl 2)
Om af te sluiten: tenslotte bevatte haar librairie tevens een
aantal muziekboeken met polyfonische liederen, waaronder een
uniek juweel: haar prachtige grote en zware ‘Mechels Koorboek’
met de waarlijk keizerlijke miniaturen uit het atelier van de
beroemde Petrus Alamire – alleen superlatieven mogelijk! Het
enige boek van haar hele 'riche librairie' dat Mechelen nooit
verlaten heeft, wonderbaarlijk ontsnapt is aan alle plunderingen
doorheen de eeuwen en nu, vijfhonderd jaar later, op de
topstukkenlijst en de
Canon van Vlaanderen
is beland.
Het item is niet alleen verantwoordelijk voor de behandeling van
de polyfonie, maar ook de weg waarlangs Margareta zelf in de
Canon verschijnt. Eerlijk gezegd: dit ontdekten we pas bij een
verdere exploratie van de Canon, toen dit artikel al voltooid
was.
Het Koorboek is zo'n 65 cm hoog en 44 cm breed. Het bestaat uit
leer, perkament, hout en koper. Het bevat zeven missen van
Mathias Pipelare en Pierre de la Rue, beiden grootmeesters van
de Vlaamse polyfonie, plus een aantal wereldlijke liederen,
waaronder één in het Nederlands.
Haar hele boekenbestand besloeg 392 volumes: 348 handschriften
en 44 gedrukte boeken, de kern geërfd van voorouders en familie,
ongeveer 40 handschriften vervaardigd in opdracht van Margareta
zelf. De befaamde ‘Très Riches Heures’ had ze meegebracht uit
Savoye.
Bij testament vermaakte zij haar hele librije aan Maria van
Hongarije, zuster van Karel V, de weduwe van koning Lodewijk en
haar opvolgster als landvoogdes.
Hoe het komt dat wij over haar librije zo goed zijn ingelicht?
Tijdens haar leven werden twee inventarissen opgemaakt van haar
boekenbezit, een in 1516 en een in 1523-1524. Die bleven beide
bewaard. De laatste werd door haar eigenhandig ondertekend.
Mechelen, Hof van Busleyden. Aanwinst 2024.
Margareta. (Bernard van Orley ca. 1515). Olieverf op paneel,
47,5 x 34,5 x 4,5 cm
Gekocht door de stad Mechelen in 2024 op een veiling in Londen.
Het is het allereerste geschilderd portret van de landvoogdes in
de collectie. Op het portret: Margareta, kijkend naar een
heuvellandschap. Ze bladert door haar getijdenboek Het portret
maakte oorspronkelijk deel uit van een diptiek, maar het linker
luik is verloren gegaan.
Bijlagen
Bijlage 1. Leen Huet,
Dames met klasse. Uitvoerig & rijk
geïllustreerd artikel uit Openbaar kunstbezit.
gebaseerd op:Eichberger, D. (redactie), Dames met Klasse.
Margareta van York en Margareta van Oostenrijk,
tentoonstellingspublicatie, Davidsfonds, Leuven, 2005.
Bijlage 2. Joris Capenberghs,
Margareta van Oostenrijk en de
schat van Moctezuma,
Margareta van Oostenrijk en de schat van Moctezuma
(lezing) of op Joris Capenberghs,
De wereld in een kamer.
Margareta van Oostenrijk
Multimedialezing , duur: 2, 11 u YouTube.
Didactisch tips
Doelstellingen:
De vrij korte levensloop van Margareta van Oostenrijk overspant
een bijzonder cruciale era in de geschiedenis van de Nederlanden
en van de wereld: de overgang van manuscripten naar
boekdrukkunst, humanisme, reformatie, begin van massale ketter-
en heksenjacht, de eenmaking van de Nederlanden, het tijdvak van
de Grote Ontdekkingen ... Een ideale gelegenheid om deze hele,
periode te benaderen vanuit een
vrouwelijk standpunt, in plaats
van de gebruikelijke eenzijdige en enge mannelijke
protagonisten. Tevens ook om ons tijdsbesef aan te scherpen: al
deze ontwikkelingen gebeurden in één mensenleven, dat van een
werkelijk bestaande mens. Een ideale kans ook om een aantal zeer
concrete gegevens over bij voorbeeld het dagelijks leven en de
mentaliteitsgeschiedenis te bestuderen.
Mogelijk traject
Vooraf: peilen naar voorkennis (inhoudelijk - chronologisch).
Brainstorming: Margareta van Oostenrijk: wat roept die naam bij
u op? Losse staakwoorden op bord brengen - enkele leerlingen
vragen te noteren - heel korte gedachtewisseling.
Algemene klacht in het gehele onderwijs tot en met de
universiteit is de ‘ontlezing’: het onvermogen van studenten om
zich te concentreren op langere teksten.
Dit euvel hebben wij met collega’s in Nederland en België pogen
te remediëren, vanaf de jaren 1980, nog voor de term bestond,
onder meer door verzet tegen teksten in schoolboeken “met de
lengte van tekstballonnetjes in strips.” Elke didactische
verwerking zal dus onvermijdelijk een stevig luik remediëring op
dit terrein moeten bevatten.
Bedoeling van deze tips is alleszins een multimediale en
vakoverschrijdende leereenheid opbouwen, modulair uitgewerkt. Je
kiest onderdelen, werkmethodes en leermiddelen, aangepast aan de
concrete situatie: tijd die je eraan wil en/of kunt besteden,
niveau van je leerlingen, mogelijkheid om met collega’s samen te
werken in begeleid zelfstandig leren enz.
Vakken die kunnen meewerken: Nederlands, geschiedenis, Frans,
Engels, aardrijkskunde, artistieke initiatie, muziek, economie,
godsdienst. Deze werkwijze biedt mogelijkheid tot
binnenklasdifferentiatie in parallel en/of complementair
groepswerk.
Meer weten
De Canon van Vlaanderen: 17. Het Mechels Koorboek.
Hier vind je voldoende gegevens voor verdere uitwerking, o.a.
filmpjes met polyfonische muziek, zowel als wereldlijke liederen
uit de besproken tijd.
Op Histoforum is over deze periode een haast onoverzichtelijke
massa informatie samengebracht.
Ik zou voorstellen de hele hier bovenstaande bespreking te laten
lezen, en ondertussen elke groep een onderwerp te laten
uitwerken en voor te stellen in plenum, bv. met een Powerpoint.
Je kunt op deze wijze een ruime of beperkte dwarsdoorsnede maken
van de maatschappij in de 15de en 16de eeuw; diepere studie van
alle beschavingscomponenten in hun interdependentie; inleving in
de behandelde periode.
Zeker behandelen: de overgang van handschrift naar gedrukte
boeken.
Ondertussen heeft onderzoek aan de Leuvens Alamire Foundation door Ryan O'Sullivan aan het licht gebracht dat het befaamde liedboekje Het Leuven Chansonnier eveneens verbonden is met Margareta van Oostenrijk en hoogst waarschijnlijk deel uitmaakte van haar collectie. (Sonar, mei 2024 p. p. 8 - 13).
Zie: Martens, J.,
Vlaamse miniaturen.
Wilson-Lee, E., De gezonken verzameling van Ferdinand Columbus,
Amsterdam, Meulenhof, 2021, 478 blz.– ook als e-boek.
(De zoon van Columbus kaapte Cleynaerts weg uit Leuven om zijn
uitgebreide bibliotheek in Sevilla te ordenen – bijzonder
interessant boek; recensie volgt)
Controleren voor beeldmateriaal, in het bijzonder films:
Klaar
voor CLIL visueel;
Stadsbezoek: bezoek Mechelen
YouTube. Hof van Busleyden. 20 min Nederlands.
Retabels: de hemel op aarde.
Huet, Leen,
Over Crispinus en Crispinianus, Cromwell en Borman -
Retabel met verbluffend houtsnijwerk.
Het loont verder te snuisteren via de link op de naam van de
auteur. Zo krijg je toegang tot een aantal uitstekende en
rijkelijk geïllustreerde uitvoerige gratis artikelen van
Openbaar Kunstbezit Vlaanderen o.a. over Rogier van der Weyden
(Leuven 2009 en de tentoonstelling Dames met klasse. Margareta
van York en Margareta van Oostenrijk (Mechelen 2005).
Een grote hoeveelheid materiaal over deze periode vind je
onderaan bij
Komt een Italiaan naar de Nederlanden.
Régine Pernoud (1909-1997), Christine de Pisan, Baarn, de Prom,
1997, 197 blz.
Colard Mansion: handschriften en incunabelen – zie Wikipedia
(ook Engels en Frans)
& Anna de Bruyn en Hanna de Vos,
Haute lecture by Colard Mansion
(volledige pdf van tentoonstelling, Brugge 2018.)
(Mansion is de allereerste drukker in Brugge (1473). Hij drukte
onder meer op perkament prachtige boeken die niet van zijn
handschriften zijn te onderscheiden.)
De Maesschalck, E., Moed & tegenspoed. Edelvrouwen in de
Bourgondische tijd, Gorredijk, Uitg. Sterck & De Vreese, 2022. –
recensie volgt
De Maesschalck, E., De Bourgondische vorsten (1315-1530),
Leuven, Davidsfonds, 2008.
Dubbe, B.,
Huusraet. Het stedelijk woonhuis in de Bourgondische
tijd, Hoorn, Uitg. PolderVondsten, 2012.
Schreurs, E. (redactie), De schatkamer van Alamire. Muziek en
miniaturen uit Keizer Karels tijd 1500 – 1535, Leuven,
Davidsfonds, 1999.
Romans
Alleen al op Histoforum, alleen al op naam van Joris Tulkens
tref je voldoende materiaal om het hele tijdsgewricht van Thomas
More en zijn netwerk van humanisten te evoceren en te verweven
tot een veelomvattende en multimediale hypertekst.
Jos Martens augustus 2023