Histoforum      Lesmateriaal      Toetsmateriaal      Vakinformatie      Magazine    

Historisch belang als historische vaardigheid

Een motorvoertuig in originele staat - zonder ingrijpende wijzigingen aan het chassis, de stuurinrichting of het remsysteem, de motor, enz. -, minstens 30 jaar oud, en van een model of type dat niet meer in productie is is, volgens een arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 december 1998, vermoedelijk van historisch of etnografisch belang.

Maar ook weer niet zonder meer. Want een dergelijk voertuig is weer niet van historisch of etnografisch belang, wanneer de bevoegde autoriteit aantoont dat het niet een kenmerkende stap in de ontwikkeling van de menselijke verworvenheden kan documenteren of een fase van deze ontwikkeling kan belichten.

Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org     

Bovenstaande tekst illustreert aardig hoe moeilijk het is om te bepalen of iets van historisch belang is. Dat geldt niet alleen voor voertuigen, maar ook voor gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen. En wie bepaalt eigenlijk wanneer iets van historisch belang is? Voor wat betreft het motorvoertuig hecht het hof grote waarde aan een bevoegde autoriteit, al maakt het niet duidelijk wie dat is.

Kan een leerling bijvoorbeeld zo'n autoriteit zijn? In Engeland vindt men in ieder geval dat het belangrijk is dat leerlingen uitspraken over het historisch belang van gebeurtenissen en ontwikkelingen (kunnen) doen. 'Historical significance' is daar namelijk sinds 1995 een verplicht onderdeel van het National Curriculum. 'Considering the significance of events, people and developments in their historical context and in the present day' is één van de, wat men in Engeland noemt, second-order conceptendie leerlingen in Key Stage 3 (11-14) moeten kunnen gebruiken.

Leerlingen moeten zich, zo blijkt uit de toelichting, een oordeel kunnen vormen over de vraag waarom men in de loop van de geschiedenis anders is gaan oordelen over het historisch belang van gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen. Daarnaast  moeten zij criteria en waarden kunnen herkennen die ten grondslag liggen aan dit oordeel en zij moeten kunnen beoordelen hoe deze zijn gebruikt in beschrijvingen en verklaringen in heden en verleden. Nadenken over het historisch belang van een gebeurtenis, ontwikkeling of persoon helpt leerlingen historisch besef te ontwikkelen en stelt hen beter in staat historisch te redeneren.

Het is belangrijk dat leerlingen zelf ontdekken en beslissen welk geschiedverhaal verteld moet worden en met welk doel. Zij moeten bijvoorbeeld leren dat 'to make sense, the narrative must have a point, and that the point might be different depending on who is constructing the narrative' (Holt, 1990, 5). Robin Conway (2006) vroeg leerlingen een reeks veranderingen in de samenleving tussen 1550 en 1900 te ordenen naar historisch belang. Niemand van de leerlingen vroeg wat bedoeld werd met belangrijk. Voor hen was dit blijkbaar een eenduidig begrip. Toch bleek uit de antwoorden dat leerlingen heel verschillende criteria hanteerden.

In dit onderzoek waren leerlingen onzeker of ze het wel goed hadden gedaan, ondanks het feit dat de docent had gezegd dat het om hun mening ging. Leerlingen denken vaak ook heel zwart-wit en hebben zo hun eigen overwegingen, die pas zichtbaar worden als je er expliciet naar vraagt. Zo vond een van de leerlingen het stemrecht een onbelangrijke factor, omdat het stemrecht alleen betrekking had op mannen en niet op vrouwen.Deze leerling en veel anderen zagen belang vooral als een kwestie van goed of kwaad. Een leerlingen vond technologie geen belangrijke verandering omdat technologie leidt tot vervuiling.Terecht constateert Conway (2006) dat: 'such preconceptions are going to shape historical thinking but are dearly enough held to not easily be overcome in the teaching of a single topic'.  

Getallen (hoeveel, hoe vaak) vormden een ander belangrijk criterium voor leerlingen. Zo was het stemrecht bijvoorbeeld niet zo'n belangrijke verandering, omdat je maar een keer in de vijf jaar mag stemmen. (naar school ga je iedere dag). Leerlingen 'were bringing with them to their learning a preconception either about the nature of history or, worse yet, about the world in general and seeking to integrate their learning into this format'... 'Each pupil brought with them a huge range of preconceptions which they used used to interpret the data I had given, make decisions about siginificance and to help them integrate their new knowledge into their pre-existing schemata; (Conway, 2006).

Niet alleen de leerlingen hebben overigens preconcepties, dat geldt natuurlijk ook voor de docent. Het is belangrijk dat de docent zich hiervan bewust is. Hij zal zijn eigen preconcepties helder moeten hebben, om de leerlingen te kunnen helpen. (Conway, 2005)

In recente jaren zijn door diverse historici in Engeland criteria opgesteld waaraan het historisch belang van een gebeurtenis, ontwikkeling of persoon kan worden afgemeten (zie de voorbeelden rechts).

Aan welke criteria moet een gebeurtenis, ontwikkeling of persoon voldoen wil deze aangemerkt kunnen worden als van historisch belang?

Criteria 

Om te kunnen beoordelen of gebeurtenissen, personen en ontwikkelingen van historische betekenis zijn moeten leerlingen niet alleen beschikken over historische kennis, maar moeten zij ook criteria kennen en deze kunnen toepassen (o.a. Counsell, 2004; Bradshaw, 2006). Zonder criteria kun je geen uitspraken doen over het historische belang van iets. Maar vaak worden deze criteria niet expliciet gemaakt. Toen Peter Seixas eens een groepje leerlingen vroeg welke drie gebeurtenissen zij het belangrijkst vonden in de afgelopen vijfhonderd jaar, noemden zij de beide wereldoorlogen, de opkomst en val van het communisme en de ontdekking van de Nieuwe Wereld. Hieraan lagen duidelijk een tweetal criteria ten grondslag: het aantal mensen dat erbij betrokken was en de gevolgen op lage termijn, maar het is de vraag of de leerlingen zich hiervan bewust waren. (Seixas, 1994)

De afgelopen jaren hebben diverse historici zich over deze criteria gebogen (Partington, 1980; Phillips, 2002; Counsell, 2004, Cercadillo, 2006, Dawson, 2003). Allemaal proberen ze elk criterium te vatten in één begrip. Het is de vraag of dat zo'n gelukkige keus is. Zo gebruikt Partington de begrippen importance en relevance als criteria voor historical significance. 'Importance' duidt bij hem op het belang voor de tijdgenoten terwijl hij 'relevance' gebruikt in relatie tot het heden. Maar zullen leerlingen importantie en relevantie niet zien als synoniemen?

Ook doet het nogal gekunsteld aan als je, zoals Christine Counsell, elk criterium met de letter R wilt laten beginnen. Zij noemt om die reden het criterium dat betrekking heeft op verandering 'Resulted in change' (zie hiernaast).

Historisch belang is een meta-concept (second-order begrip) waarbij geregeld andere meta-concepten, zoals oorzaak-gevolg, continuïteit en verandering aan de orde komen. Daarmee is er in veel gevallen sprake van een overkoepelend concept In onderstaand overzicht zijn mogelijke criteria voor het beoordelen van het belang van een gebeurtenis, ontwikkeling of persoon geordend in een drietal categorieën, tijd, kwantiteit en kwaliteit. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen criteria voor het beoordelen van gebeurtenissen en ontwikkelingen en voor het beoordelen van personen.

A. Tijd

Het oordeel over het historisch belang van iets of iemand kan in de loop van de tijd verschillen. Leerlingen zijn vaak geneigd het belang van gebeurtenissen alleen af te meten aan het belang voor nu, of nog beperkter voor henzelf. Christine Counsell (2004) heeft terecht gewezen op het gevaar van presentisme, het gevaar dat de historische betekenis alleen wordt afgemeten aan het belang voor het heden.

A.1 Gebeurtenissen en ontwikkelingen

A.2 Personen

B. Kwantiteit

Het historisch belang van een gebeurtenis, ontwikkeling of persoon kan ook worden afgemeten aan de impact van gebeurtenis of aan de mate van invloed van een persoon. Deze impact kan worden beschreven in kwantitatieve termen.

B.1 Gebeurtenissen en ontwikkelingen


B. 2 Personen

C. Kwaliteit

De impact van een gebeurtenis, ontwikkeling of persoon kan ook worden beschreven in kwalitatieve termen.
 
C.1 Gebeurtenissen en ontwikkelingen

 
C. 2 Personen

Voorbeelden van opdrachten

Literatuur

Bradshaw , Matthew (2006), ‘Creating controversy in the classroom: making progress with historical significance’, Teaching History (Significance edition) Issue 125, pp 18-25.

Cercadillo, L. (2001) 'Significance in history: student 'ideas in England and Spain', in Lee G., Gordon, P. and Dickinson, A. International Review of History Education, Vol. 3, London: Woburn Press.

Cercadillo, L. (2006) 'Maybe they haven't decided yet what is right': English and Spanish perspectuves on teaching historical significance', in Teaching History, 125, Significance Edition.

Conway, R (2006) 'What they think they know: impact of pupil preconceptions on their understanding of historical significance', in Teaching History, 125, Significance Edition.

Christine Counsell (2004), ‘Looking through a Josephine-Butler-shaped window: focussing pupils’ thinking on historical significance’, Teaching History Issue 114, pp 30-36.

Dawson , Ian (2003), What is history Y7, Schools History Project.

Holt, T. 1990. Thinking Historically: Narrative, Imagination, and Understanding. New York: College Entrance Examination Board.

Philips, R. (2003) Historical significance - the forgotten 'key element'?, in Teaching History, 106, blz. 14 t/m 19

Seixas, Peter. (1994) Students’ Understanding of Historical Significance, in Theory and Research in Social Education 23.3: 281-304. 

 Gerelateerde artikelen 

 Criteria van Geoffrey Partington (Phillips, 2002)

 Criteria van Christine Counsell, 2004 

 Criteria van Liz Cercadillo, 2006 

Copyright:  Albert van der Kaap, 2009