Christophe Brack.De opstand tegen Loekasjenko:De laatste
dictator in Europa. Uitgeverij Kritak/Lannoo, Tielt, maart 2021.
303 p., kaart, namenlijst, woordenlijst.ISBN
978-94-014-7547-1.Paperback, 21 x 14 cm, € 22,99
Ardy Beld. Een land om te leven (Strana dlia zjiezin). Honderd
dagen protest in Wit-Rusland. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg,
april 2021. 186 p., begrippen, personen.ISBN
978-94-642-4100-6.Paperback, 21 x 13 cm, € 18,95
Brackx en Beld over Wit-Rusland
Naar aanleiding van de presidentsverkiezingen van 9 augustus 2020, waarbij de dictator Loekasjenko voor de zesde keer ‘verkozen’ werd, verschenen er twee boeken. Sinds 1994 is hij aan de macht in zijn land, dat slechts 9,5 miljoen inwoners telt, hoewel het 5 keer zo groot is als Nederland en 7 keer België.
Inhoud
Brackx en Beld over Wit-Rusland
Het
eerste boek is van Christophe Brackx, journalist en tv-maker.
Het bevat helaas geen geschiedenis van Belarus, maar terloops
komt die wel aan bod en dat zijn vaak de interessantste delen.
Het grootste deel van het boek is een aanklacht tegen de
zoveelste vervalste verkiezingen, de jarenlange onderdrukking en
de dagelijkse mishandeling van gearresteerde betogers. Belarus
heeft één van de meest repressieve dictaturen op aarde, gewone
burgers worden er met tienduizenden gearresteerd, gefolterd,
soms gedood en toch was er nooit zo’n massale volksopstand van
hoog opgeleide jonge mensen als in augustus 2020 en de volgende
maanden.
Brackx beschrijft zijn verblijf van dag tot dag in diverse
steden, van 4 tot 11 augustus 2020. Soms zijn er ook vrolijke
momenten, zoals de beschrijving van de luchthaven, de straten en
de mensen in Minsk. Maar de armoede neemt toe: de meesten
verdienen minder dan 500 Wit-Russische roebel per maand of € 175
(Beld citeert 400 euro als officieel cijfer). Velen gaan werken
in de buurlanden Rusland, Polen en de Baltische staten.
Loekasjenko zelf is van zeer eenvoudige afkomst: zijn moeder,
Jekaterina Loekasjenko, was een melkmeisje, zijn vader is
onbekend. Hij klom op in de CPSU, bewondert Stalin en werd in
1994 verkozen tot president. Hij ontbond het parlement toen dat
tegen hem stemde, hij beslist over alle budgetten, benoemt de
rechters, hoge militairen, hoofdredacteurs van de staatsmedia,
fabrieksdirecteurs, rectoren etc. (p.44). Zijn relaties met
Poetin en Xi Jinping zijn goed. Met extreem-goedkope wodka
(vanaf 0,3 euro per liter) probeert hij de bevolking aan zich te
binden (p. 61). Maar velen migreren naar de buurlanden.
Het antisemitisme dat in de Sovjet-Unie bestond, bestaat ook nog
in Wit-Rusland: men leert in het onderwijs weinig over de
Holocaust en voor de meeste inwoners is de geschiedenis van het
vernietigingskamp Maly Trascianec onbekend. Een miljoen Joden of
90% werden genadeloos uitgeroeid door de nazi’s. In 1991 woonden
er nog 112.000, in 2002 nog 24.000, nu nog 8.000. Meer dan
100.000 zijn geëmigreerd naar de VSA of Israël. Bij de bekende
emigranten horen Marc Chagall, Ossip Zadkine, Chaim Weizmann,
Shimon Peres, Menachem Begin, Yitzhak Shamir, Noam Chomsky,
Michael Bloomberg, Ralph Lauren, Michael Marks, Jared Kushner
(p. 69-81).
Een Wit-Russische identiteit ontbreekt. Door de vele deportaties
van Stalin hebben de Wit-Russen voorouders uit alle hoeken van
de Sovjet-Unie. Stalin heeft ook meer dan een miljoen Wit-Russen
laten vermoorden en een half miljoen als ‘koelakken’ verbannen.
De schoolboeken zwijgen daarover. En niemand weet met zekerheid
waar het begrip Wit-Rusland vandaan komt (p.94-102). De
onafhankelijkheid in 1991 was een complete verrassing, want
Belarus was enkel in 1918 een volwaardig land en dat slechts
gedurende zes maanden (p. 95, 105-106). Loekasjenko heeft de
Wit-Russische taal vervangen door het Russisch, zoals zijn
voorbeeld Stalin ook gedaan had in de jaren 30. Nu spreekt 90%
enkel Russisch.
De inwoners hebben het nu wel beter dan tijdens de SU: ze kunnen
reizen, westerse goederen kopen, via het internet onafhankelijke
informatie opdoen. Drie miljoen Wit-Russen wonen in het
buitenland. Vooral Warschau is een toevluchtsoord voor politieke
opposanten. Als blanke, werklustige migranten met dezelfde
cultuur en waarden als de Polen, zijn ze daar zeer welkom.
De kernramp van Tsjernobyl trof voor 70% mensen uit Wit-Rusland.
Loekasjenko blijft de gevolgen van de ramp ontkennen. In de
besmette zone wonen nu opnieuw 2 miljoen mensen, vooral
landbouwers, met 800.000 kinderen. De melk bevat veel
radioactieve en kankerverwekkende elementen. Vooral kinderen
krijgen schildklierkanker en psychische problemen.
Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj schreef er een boek
over, maar dat mag in haar eigen land niet verschijnen. Ze zegt:
de nazi’s hebben 619 dorpen verwoest in drie jaar tijd,
Tsjernobyl heeft er 485 voor eeuwig verwoest op enkele uren (p.
181).
Bij elke verkiezing wordt mateloos veel geweld gebruikt door de
troepen van Loekasjenko: kandidaten van de oppositie worden
vooraf opgepakt, waarnemers in de stemburelen kunnen ook
opgepakt worden, het internet wordt platgelegd, manifestanten
worden ongenadig in elkaar geslagen en veroordeeld tot
celstraffen met mishandeling en foltering. Soms verdwijnen ze
definitief. Ze zitten met 50 in kleine cellen die bedoeld zijn
voor 5, zonder enige hygiëne, soms zonder wc of met wc zonder
deur, zonder eten, zonder verwarming, zonder contact met de
familie.
De uitslagen worden steevast vervalst. In augustus 2020 stemde
wellicht 70% op Svetlana Tichanovskaja, maar de overheid
publiceerde een andere uitslag: 80,23% voor Loekasjenko, 9,9%
voor Tichanovskaja (p. 200-202). Xi Jinping was de eerste om
Loekasjenko te feliciteren, andere dictators zoals Poetin
volgden.
De leden van het repressie-apparaat worden zeer goed betaald: ze
krijgen vier keer het gewone maandloon, bovendien een
staatsappartement en andere voordelen (p. 185-225).
Werklozen hebben minder geluk: zij worden ‘parasieten’ genoemd
en moeten zes dagen per week klussen opknappen voor 10 euro per
maand.
Na de verkiezingsweek verlaat Brackx het land en beseft dat hij
er (na de publicatie van dit boek) nooit meer zal mogen komen zo
lang Loekasjenko aan de macht zal zijn. Hij reist via Warschau,
waar hij nog enkele van de 20.000 Wit-Russen ontmoet, o.a.
medewerkers van Belsat-tv, de vrije Wit-Russische tv-zender die
vanuit Warschau uitzendt.
Nadien (12/08/2020) verneemt hij in België dat honderden
Wit-Russen vermist zijn na de verkiezingen: deels zwaar verwond
in ziekenhuizen, deels in gevangenissen of gewoon vermoord. Bij
hen ook vele niet-betogers: toevallige passanten (p. 253-254).
Dokters die getuigen over de folteringen, worden nadien zelf
opgepakt en gefolterd. Belarus staat aan te top van de
folteringen in Europa (p. 261-265). Het krijgt daarbij de steun
van Poetin en Xi Jinping. Xi heeft er al miljarden geïnvesteerd
in het ‘Great Stone Industrial Park’ (p. 285-287). De oppositie
voelt zich in de steek gelaten door het Westen (p. 295).
Brackx eindigt pessimistisch: Loekasjenko is misschien niet de
laatste, maar de allereerste dictator van Europa in de 21ste
eeuw (p. 303).
Beoordeling
Brackx schrijft bijzonder vlot, hij is zeer goed op de hoogte
van de geschiedenis van en de toestanden in Oost-Europa en in de
wereld en ook van films en literatuur. Door zijn vele
persoonlijke contacten in Belarus, kan hij tot in detail
vertellen hoe er gefraudeerd, gefolterd en gemoord wordt. Vele
lezers weten dat er een dictatuur is, weinigen beseffen welke
wreedheden daar dagelijks begaan worden.
De opmerkingen die nu volgen, zijn dus details: op de onmisbare
kaart van p. 7 staat Vicebsk i.p.v. Vitebsk en een aantal
historische plaatsen staan er niet op: Khatyn(p. 54-55), Maly
Trasianec (p. 69 e.a.), Shaskova (p. 77), Kurapaty (p. 96 +
161), Koldichevo (109). Idem voor Ostrovets met zijn gevaarlijke
kerncentrale. De spelling op p. 7 is vaak anders dan in het
boek: Hrodna/Grodna, Orsa/Orsha. Op p. 131 staat het enige
drukfoutje: Councel i.p.v. Council. Soms staat er een
gallicisme: klacht neerleggen i.p.v. indienen (p. 209 + 243). En
op p. 213 en 214 spreekt hij over maître d’ i.p.v. maître
d’hôtel. Ik mis ook een verklaring voor de naam Wit-Rusland.
Brackx beweert dat de omvang van de Stalinistische terreur in
Belarus veel groter was dan in Oekraïne. Wellicht bedoelt hij
dan in verhouding tot de bevolking, want Belarus telde ruim 1
miljoen doden en Oekraïne 5 miljoen (of meer).
Over
naar het tweede boek over Wit-Rusland. De auteur, Ardy Beld,
vertaler Russisch en Duits, geeft eerst een nuttige verklarende
woordenlijst, dan een zeer beknopte geschiedenis, vervolgens een
weinig fraai portret van Loekasjenko en zijn medewerkers (p.
19-28) en van de voornaamste oppositieleden, ten slotte enige
duiding over de rol van het Kremlin (p. 34-38).
Daarna interviewt hij Wit-Russen, van op afstand, via Telegram.
Ze gaan o.a. over de ambities van Poetin met Belarus nadat hij
Oekraïne is kwijtgespeeld, het ontbreken van vrije verkiezingen,
het parlement waar niemand van de oppositie in zit, de wrede
folteringen van arrestanten.
In de interviews komen dikwijls dezelfde wantoestanden voor: de
moorden op oppositieleden, overvolle cellen in de gevangenissen,
ontslag voor wie betoogt etc. Ook topsporters, tv-sterren, een
Miss Belarus, Russische journalisten belanden in de cel als ze
sympathiseren met de betogers. Tussen 9 augustus en 16 november
2020, dus op drie maanden tijd, werden meer dan 20.000 burgers
gearresteerd en veroordeeld (p. 142).
Het WK ijshockey, dat in mei-juni 2021 gedeeltelijk in Belarus
zou plaatsvinden, is onder internationale druk verplaatst naar
Letland (p. 163-167). Vele Wit-Russen leven onder de
armoedegrens. Het gemiddeld inkomen is volgens Beld 400 euro per
maand, het pensioen 150 euro en de levensmiddelen kosten
evenveel als in het westen (p. 171). Brackx spreekt over 175
euro als gemiddeld inkomen. Het is mij niet duidelijk hoe
gezinnen overleven als de man of de vrouw voor jaren in de cel
zit of helemaal verdwijnt.
Op p. 37 spreekt Beld over ‘concessies aan de oppositie’. Hij
bedoelt dat ironisch, want de afschaffing van de gratis medische
zorg is een straf.
Er staan een paar drukfoutjes in: p. 34: ‘pla-neconomie’; p.
132: ‘verwachten’: moet verwachtten zijn; p. 134: 2 x ‘werd’ in
dezelfde zin; p. 172: de ‘bankieren’: ik zou zeggen ‘bankiers’;
p. 176: wat er ‘gebeurd’: liever met een ‘t’ aan het eind.
Er is heel wat verschil tussen beide boeken: Beld geeft eerder
een afstandelijk verslag van de feiten, Brackx leeft geëngageerd
mee met de oppositie, verblijft ook bij hen op hun
appartementen, trekt met hen naar betogingen, moet met hen op de
loop gaan en ergert zich samen met hen. Hij vertelt tussendoor
ook veel meer over de geschiedenis van het land en de miserie
die het meegemaakt heeft tijdens de terreur van Stalin en
tijdens WO II, toen het een kwart van zijn bevolking verloor.
Brackx eindigt in augustus 2020, Beld gaat verder tot februari
2021, wanneer de betogingen (voorlopig) afgelopen zijn.
©Jef Abbeel april 2021
www.jefabbeel.be