Abebe Bikila en 20 andere mooie verhalen uit 20 jaar Runner’s World. Uitgeverij Arbeiderspers, Amsterdam / WPG, Antwerpen, 2014. 200 p. ISBN 978-90-295-8978-9; € 18,95.

Abebe Bikila en andere topatleten uit het verleden.

Dit boek bundelt 21 opmerkelijke verhalen die in de voorbije 20 jaar verschenen zijn in Runner’s World. Ze hebben de vorm van interviews, grotendeels met bekende atleten, soms minder bekende, een paar keer gaan ze over een ongewone loopwedstrijd.

Abebe Bikila en andere topatleten uit het verleden.

Ze beginnen met (een familielid van) Abebe Bikila(1932-1973), voorloper van generaties Ethiopische topatleten, marathongoud en telkens wereldrecord op de Olympische Spelen van 1960 en 1964. In Rome nam hij op magistrale wijze weerwraak op de militaire vernedering van zijn land door het Italië van Mussolini in 1936. In 1968 moest hij opgeven in Mexico door een breuk in een voet. In 1969 belandde hij verbitterd in een rolstoel, na een zwaar ongeval. Een hersenbloeding maakte een einde aan zijn leven toen hij nog maar 41 was.
Een ander Afrikaans talent was Henry Rono, die in 1978 vier wereldrecords verbeterde, maar snel verslaafd raakte aan de drank (tot 2006), arm eindigde en een tijdje in de gevangenis belandde.
Ook met 800- en 1500 m-loper David Mack liep het slecht af : hij werd bankovervaller.
Wim Slijkhuis (+2003) was een man uit de sobere beginjaren van de Nederlandse atletiek, toen met lopen nog zo goed als niets te verdienen was.


Het gesprek met de Cubaanse Ana Quirot, slachtoffer van een explosie in eigen huis, leert ons wat over de indoctrinatie en DDR-methodes in Cuba. Colette Besson was een frisse, maar kortstondige verschijning : op de Spelen in Mexico won ze goud op de 400 m in 52”03.
De Schotse marathonloper John Graham doet een boekje open over de Finse en Italiaanse bloeddoping in de jaren ’70 en ’80. Bij het verhaal van Aureel Vandendriessche vraag je je af hoe iemand zo taai kon zijn (en of sommige zaken niet overdreven zijn).


Er staan ook minder bekende figuren in: de verongelukte ultraloper Guus Smit, triatleet Bas Diederen, de vroeg gestorven 5000 m-loper Stijn Jaspers, Ed Whitlock die als 70-plusser twee marathons in minder dan 3 u liep, Léonie van de Haak, die de Spartathlon (246 km ) voltooide, meerkampster Nadine Broersen, Charles Dewachter, die in 1952 heel eventjes wereldrecordhouder was op de marathon, maar daarna vooral miserie kende.
Er staan ook enkele wedstrijden in: de Afghaanse Uruzgan marathon van 2009, de Badwaterloop van 135 mijl / 217 km in de hitte van Death Valley, de marathon van Enschede van 1947.
Het boek eindigt met de Marokkaanse prachtatleet Hicham El Guerrouj, die in de jaren 1996-2004 indrukwekkende prestaties neerzette op afstanden van 1500 tot 5000 m en met zijn 3’26”00 uit 1998 al 16 jaar wereldrecordhouder is op de 1500 m.


De interviews zijn allemaal zeer leesbaar geschreven, met veel inlevingsvermogen. De jongere lezers zullen zeker betreuren dat bij geen enkele atleet een foto staat en ook geen klein statistiekje met zijn of haar toptijden. Ik vind het wel een prestatie van de auteurs dat ze deze voormalige lopers nog teruggevonden hebben, zeker als ze nu verarmde kruier zijn op een luchthaven of eenzame gepensioneerde.
Aanbevolen lectuur voor lopende lezers.

Jef Abbeel oktober 2014.