Rob de Wijk, De nieuwe wereldorde: Hoe China sluipenderwijs de macht overneemt. Uitgeverij Balans, A’dam/Pelckmans, Kalmthout, maart 2019
366 p., grafieken, noten; paperback, 21 x 13 cm. ISBN 978 94 600 3991 1; € 23,99

De nieuwe wereldorde

De auteur is oprichter en voorzitter van de denktank ‘Centrum voor Strategische Studies’ in Den Haag en heel actief als geopolitiek analist.
In dit boek toont hij aan hoe China steeds meer macht en invloed verovert.

De nieuwe wereldorde: Hoe China sluipenderwijs de macht overneemt  

In oktober 2017 verkondigde Xi Jinping aan de 2.280 parlementsleden dat China in 2035 wereldleider wil zijn in technologie en innovatie en dat het in 2049 de nieuwe wereldorde zal bepalen. Dat is klare taal van een leider die een strategische visie heeft en stapsgewijs de wereld wil veroveren. In de ondertitel van dit boek zou ik het woord ‘sluipenderwijs’ dan ook weglaten. Op p. 109 geeft de auteur trouwens zelf toe dat China zijn ideeën openlijk exporteert via de 5.000 Confucius Centra in heel de wereld.


Uiteraard moeten we afwachten of deze voorspellingen zullen uitkomen: na de val van de Muur en van het IJzeren Gordijn beweerde Fukuyama dat de liberale, westerse wereldorde de definitieve winnaar was.
Nu zijn we 30 jaar verder en zien we dat de uitgebreide EU van binnenuit ondermijnd wordt door radicale rechtse en linkse partijen, dat Trump gelijkaardige dingen doet in Amerika en in de wereld. En dat China met zijn autocratie in vele opzichten beter scoort en meer succes oogst dan Europa, niet enkel in Afrika en Azië, maar ook in Europese landen zoals Griekenland, Hongarije, Italië, Portugal en Duitsland. De Wijk vreest dat Den Haag in 2049 niet langer de wereldhoofdstad van recht en vrede zal zijn.


China is nu al de grootste producent van staal, aluminium, kleding, computers, gsm’s, fietsen, auto’s, e-commerce en groene energie. Tegelijk heeft het een onrustwekkende schuldgraad van 300% van het BBP. Het zorgde voor hogere prijzen voor grondstoffen en voedsel, wat volgens De Wijk in 2011 leidde tot de broodoproer en opstanden in de Arabische wereld. Dit klopt maar gedeeltelijk: die opstanden waren ook het gevolg van een torenhoge en uitzichtloze jeugdwerkloosheid en van het feit dat de corrupte elites de prijzen van voedsel en brandstof kunstmatig verhoogden om zelf schatrijk te worden op de kap van de verpauperde bevolking. Het ging niet om vrijheid en democratie: er kwamen nieuwe dictators zoals Al-Sissi aan de macht.
Maar als China nummer 1 wordt, zullen we voor het eerst leven in een wereld die niet door het westen beheerst wordt en die andere normen zal hebben.


In deel I (hfst. 1-6) spreekt de auteur over de opkomst en de ondergang van wereldordes, over de slopers en ontregelaars. Volgens hem was China al in de 19° eeuw de grootste economie, iets waar ik zeer aan twijfel. Van 1700 tot 1914 was Groot-Brittannië nummer één, dan volgde de VSA. De westerse wereldorde zorgde voor een wereldwijde toename van de welvaart en afname van de armoede. Hij citeert een hoop denkers en verdragen die dit mogelijk maakten. Hij vermeldt ook de harde protesten van de antiglobalisten en beschouwt het terrorisme als een reactie op mislukte westerse interventies in Afghanistan, Irak, Libië, Palestina. Ik vermoed dat het terrorisme ook een gevolg is van het falen van de moslimlanden en van de moslims in onze landen. Antiwesterse gevoelens werden overal sterker, ten voordele van China, dat zich (behalve in Oeigoerië, Tibet en Taiwan) niet mengt in de binnenlandse politiek van andere volkeren en collectieve rechten zoals welvaart en veiligheid propageert i.p.v. individuele mensenrechten.


De Wijk beweert dat er oorlogen ontstaan zijn in Afrika (Algerije, Congo, Libië, Sierra Leone, Somalië, Rwanda) doordat de Amerikanen er na de Koude Oorlog hun steun teruggetrokken hebben (p. 93-94). Dit betwijfel ik: meestal hebben oorlogen in Afrika meer interne dan externe oorzaken: stammen, godsdiensten en grondstoffen spelen een grotere rol.


De toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie (2001) beantwoordde niet aan de verwachtingen: het bleef kopiëren, spioneren, eigen bedrijven subsidiëren, staal, aluminium en zonnepanelen dumpen op de Europese markten, technologie afpersen van westerse bedrijven die zich in China vestigden (p. 97-98). Pas in 2019 werd een Chinees bedrijf veroordeeld voor het kopiëren van een Landrover.


De vluchtelingencrisis, de arbeidsmigratie, de aanslagen van 2015 in Frankrijk en 2016 in België toonden enkele zwakke kanten van de EU. Verschillende EU-landen willen nu weer soeverein zijn of baas in eigen land. De Wijk beschouwt Trump als de sloper van de democratische rechtsstaat en van de elitaire politiek en hij vergelijkt hem zelfs met Hitler (p. 113-115), wat me erg overdreven lijkt. Hij ageerde tegen China, Canada, Mexico, Duitsland, de EU, de NAVO. Rusland is volgens De Wijk de ontregelaar door de annexatie van de Krim, de inmenging in Oekraïne, Syrië, in de Amerikaanse verkiezingen van 2016 en de Italiaanse van 2018. De economie is sinds 2000 gegroeid, maar is niet groter dan die van de Benelux (p. 157). Poetins assertiviteit steunt op het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad, op nieuwe kernwapens, de verdeeldheid binnen de EU en de NAVO en op de toenadering tot China. Maar China en de VSA zien Rusland niet als gelijkwaardig. De omvang van hun economie is zeer verschillend: de Amerikaanse is 12 keer de Russische, de Chinese 8 keer.


Het feit dat de meeste landen van Oost-Europa in 1999-2004 lid zijn geworden van de EU en van de NAVO, tegen de afspraken van 1990 in, heeft Rusland veel pijn gedaan en zijn omsingelingscomplex versterkt. Rusland is volgens de auteur geobsedeerd door militaire macht, het mist economische macht en elke vorm van soft power (p. 186).

In deel II begint de auteur eindelijk aan China. Wie wil weten hoe de toekomstige wereldorde eruit zal zien, moet China proberen te doorgronden. Hoewel de Chinezen zich al 40 jaar kleden zoals wij, denken en onderhandelen ze nog altijd anders. En ze misleiden ons, wat Geert Noels al in 2008 duidelijk aantoonde in zijn ‘Econoshock’, p. 104-114. Het bewustzijn van een oude beschaving, 5.000 jaar volgens de auteur, 3.300 volgens mij, zit er diep in, het Confucianisme met zijn respect voor gezag ook, de ‘Eeuw van de Vernedering’ (1839-1949) eveneens. De auteur weidt hier uit over moeilijke theorieën en denkscholen over macht.


De nieuwe Chinese wereldorde gaat uit van respect en gunstige handelsakkoorden voor China, niet van kolonialisme. Het is de grootste handelspartner van ruim 130 landen (p. 229), het kan met zijn toenemende economische en militaire macht veel bereiken en bezit zeldzame aardmetalen die Japan en andere landen nodig hebben. Maar voor grondstoffen is het vaak afhankelijk van onveilige gebieden zoals Congo. De Zuid-Chinese zee is vooral van belang voor de enorme voorraden vis, olie en gas (p. 237). En China zal ze veroveren.
China is ook een militaire supermacht geworden, de marine en de luchtmacht kunnen de nabije en verder gelegen zeeën onder controle houden. Rond 2050 moet China elke oorlog kunnen winnen (p. 256) en zal het ook de Zuid-Chinese zee, Taiwan en de Senkaku-eilanden aangehecht hebben (p. 263).

Deel III gaat over de Chinese wereldorde. De Amerikaanse interventies in Somalië (1992), Afghanistan (2001) en Irak (2003) speelden in het nadeel van hun imago en van hun begrotingstekort en in het voordeel van China. Door Chinese spionage en Amerikaanse overdracht van technologie haalde China de VSA ook op dit gebied in. De Nieuwe Zijderoute over zee, land en digitaal wordt een groot succes, met nu al 68 deelnemende landen (p. 279). Alle contracten zijn geheim. De EU is er niet blij mee en vreest economische en politieke dominantie. Landen zoals Hongarije en Griekenland vragen nu al een zachte aanpak van China op het gebied van mensenrechten. En ook Tsjechië, Servië, Portugal, Italië vallen één na één in Chinese handen. Dat geldt ook voor Tonga, Vanuatu, Sri Lanka, Pakistan, Bangladesh, Myanmar, India, Papoea-Nieuw-Guinea, de Caraïben plus de meeste Afrikaanse landen (p. 285-286). Oost-Aziatische landen ervaren China als een bedreiging en de VSA van Trump als een onbetrouwbare bondgenoot. De China First-politiek hanteert mooie woorden zoals wereldvrede en win-win. Als het nu met zijn 5G-netwerken, A.I., 3D-printers, robots, supercomputers etc., nog koploper wordt in de 4° Industriële Revolutie, kan het de wereldorde bepalen. Hier volgt een moeilijke uitleg voor wie weinig kent van AlphaGo en andere superslimme computers en van de A.I. (Artificiële Intelligentie) van Alibaba, Baidu, Tencent, Huawei, ZTE. Het aantal Chinese supercomputers is nu al groter dan de Amerikaanse, die geen computer meer hebben in de top 3 (p. 299-300). In 2020 zal China de leidende fabrikant van robots zijn en met zijn 5G enorme hoeveelheden data aan hoge snelheid door de ether jagen i.p.v. door de kabel. A.I. en 5G hebben een enorme potentie voor de economie en de geopolitiek. De winnaar van de geotechnologie kan de mondiale standaarden bepalen voor A.I., 5G en het Internet of Things. De Amerikaanse dominantie in 4G leverde 125 miljard $ op voor de Amerikaanse bedrijven (p. 303). Nu is er een keiharde confrontatie voor 5G, A.I. en supercomputers tussen China en Amerika om de toekomstige standaarden te bepalen en de mondiale bevoorradingsketens te domineren met supercomputers. China heeft nu al twee derden van het mondiale containerverkeer. Maar als de 3D-printers massaal ingang vinden, zal rond 2040 de helft van de producten daarmee gemaakt worden. Dat kan lokaal en dat zal de Chinese dominantie dan weer verkleinen.

Trump vreest dat China de nieuwe industriële revolutie zal winnen en zo Amerika zal vervangen als de dominante macht van de wereld. Hij schudt Europa wakker en doet alles om Huawei etc. uit zijn en andere landen te houden d.m.v. een digitaal IJzeren Gordijn. Maar volgens insiders staat China digitaal en in wetenschappelijke publicaties over A.I. en robots het verst. Tegelijk kan de combinatie van 5G en A.I. in China de helft van de banen doen verdwijnen of bijna 400 miljoen mensen werkloos maken.
De Wijk beschrijft ook de werking van het Sociaal Kredietsysteem, dat goede burgers beloont en ‘slechte mensen’ bestraft en tegelijk veel data oplevert voor de A.I., wat door onze Europese GDPR- (General Data Protection Regulation) of privacy-wetgeving onmogelijk wordt gemaakt. Het Chinese controlesysteem is nooit eerder voorgekomen in de geschiedenis en wordt door de meeste Chinezen goedgekeurd.
De Wijk voorspelt dan nog tien grote veranderingen in de wereld, o.a. dat China Taiwan en de Zuid-Chinese zee zal inpalmen en dat de westerse waarden vrijheid, democratie en mensenrechten op de achtergrond zullen raken (p. 341-350).

De Wijk heeft een heel grondige politieke en economische studie geschreven, gebaseerd op veel recente literatuur en op eigen internationale contacten en ervaringen. Als lezer moet je wel lang wachten voordat het eigenlijke thema, nl. de machtsovername door China, aan de beurt komt.
Hij heeft veel kritiek op ‘sloper’ Trump, die meteen na zijn aantreden een einde maakte aan het Trans-Pacific Partnership (TPP) en geregeld zijn bondgenoten beledigde, maar hij erkent wel dat Trump het Westen heeft wakker geschud.


Het is ook geen gemakkelijk boek: de lezer moet op de hoogte zijn van de denkers en de internationale politiek van de 17° eeuw tot nu. Deel I is zeer theoretisch en soms langdradig.

Enkele opmerkingen: op p. 15 spreekt de auteur over 100 jaar onafgebroken groei, maar tijdens Mao was er meer afbraak en stierven minstens 45 miljoen Chinezen door georganiseerde hongersnood. De groei begon pas na 1978. Op p. 40 en 57 heeft hij het over de ‘Land Lease Act’: hij bedoelt allicht de Lend-Lease-Act. ‘Laisser-faire ’(p. 53) schrijven we in correct Frans als laissez-faire. De VN richt hij al op in 1944 (p. 59) i.p.v. 1945. Op p. 85 moet ‘Volkwaren’ in twee woorden. En ‘Alternatieve für Deutschland’ (p. 105, 107, 125) moet zonder ‘e’ in Alternative. Op p. 183 staat het wel correct.


Hij beweert dat de Russische inmenging in de Amerikaanse verkiezingen bewezen is en aantoonbaar bijdroeg aan de overwinning van Trump (p. 180-181): het bewijs voor het eerste bleek zwak te zijn, voor het tweede is er helemaal geen bewijs. Hij beweert hetzelfde voor de Italiaanse verkiezingen van 2018 (p. 181). Hij beweert ook dat bij Google de eerste hits soms verwijzen naar Russia Today en Sputnik (p. 182), iets wat ik nog nooit ondervonden heb. Hij zegt dat de sancties die het westen in 1989 tegen China uitvaardigde nog steeds gelden (p. 204), maar hij zegt niet welke dat zijn. Ik denk dat ze al lang niet meer toegepast worden. Bij de zeereizen van Zheng He (p. 212) noemt hij ‘mogelijk zelfs Australië’, maar dat klopt niet en dat wordt zelfs in China niet aangeleerd: zij houden het bij Mombasa, Kenia als verste bestemming. Op p. 213 beweert hij dat Deng het initiatief nam voor de toenadering tot Amerika, maar dat was Mao en die toenadering vond al plaats in 1971 met het bezoek van de Amerikaanse tafeltennissers aan China en in 1972 met het bezoek van Nixon. Deng was in 1966 afgezet en naar het platteland gestuurd en werd pas in 1975 gerehabiliteerd. Op p. 287 staat ‘Gasprom’ i.p.v. Gazprom, op 334 ‘overstrech’ i.p.v. overstretch, op 344 ‘werel-dorde’ i.p.v. wereld-orde, op 352 ‘politiek’ leiders i.p.v. politieke leiders.
Los van deze schoonheidsfouten is het een zeer degelijke studie.

© Jef Abbeel, april 2019 www.jefabbeel.be