Nathan Law en Evan Fowler (2022). Strijd voor de vrijheid. Hoe
we die kwijtraken en hoe we terugvechten. Uitgeverij Lemniscaat,
Rotterdam, februari 2022. Paperback, 21 x 14 cm. 199 pagina’s,
noten, € 24,99. ISBN 978-90-477-1431-6
Strijd voor de vrijheid. Hoe we die kwijtraken en hoe we terugvechten
Nathan Law (°1991) was vanaf 2014 één van de leiders van het Hongkongse verzet tegen de groeiende Chinese invloed. In 2016 werd hij verkozen in het Hongkongse parlement, maar hij werd er op vraag van Beijing na 9 maanden uitgezet. Hij groeide op in een eenvoudig arbeidersgezin.
Inhoud
Strijd voor de vrijheid. Hoe we die kwijtraken en hoe we terugvechten
Hij
vertelt dat er door het wanbeleid van Mao 30 miljoen Chinezen
stierven van de honger en 30 miljoen baby’s geaborteerd werden
door hun verhongerende moeders. Het geweld van de Culturele
Revolutie kostte volgens hem ook nog eens aan 20 miljoen mensen
het leven (p. 21). Dit laatste getal ligt een pak hoger dan
meestal wordt aangenomen.
Law geeft vele voorbeelden van hoe China met economische
chantage wereldwijd de vrijheid van pers en andere media
beperkt, tot in Engeland en Amerika toe. Zelfs in Hollywood
bepaalt de CCP welke films er (niet) mogen uitkomen (p. 95).
In 2017 kreeg hij twee maanden gevangenis wegens zijn deelname
aan betogingen. In 2020 voerde China de nationale veiligheidswet
in: wie in Hongkong een ‘misdaad’ beging, kon uitgeleverd worden
aan China. “Free Hongkong” roepen is een voorbeeld van een
ernstig misdrijf.
In de Britse tijd (1842-1997) konden de Hongkongers hun eigen
bestuur ook niet kiezen, maar was de vrijheid van mening en pers
zeer groot. In 1964 traden de Beatles er op, wat in China
ondenkbaar was (p. 40-41).
In 1997 was er geen vreugde: de inwoners vertrouwden Beijing
niet. En ze kregen gelijk: de persvrijheid verminderde door
zelfcensuur, op school werd het Kantonees vervangen door het
Mandarijn, het beloofde kiesrecht werd ‘kiesrecht met Chinese
karakteristieken’, in het gerecht mochten enkel nog
‘loyalisten’(aanhangers van Peking) zetelen, de jaarlijkse
herdenking van Tien-an-men werd verboden, de politie deed
voortaan wat de Chinese veiligheidsdienst eiste (p. 51).
In de Chinese grondwet staat sinds 1982 de vrijheid van mening
en pers, maar China weert buitenlandse media en zet mensen in de
gevangenis als ze hun mening durven te uiten.
In 2021 moest de Apple Daily, het laatste prodemocratische
dagblad van Hongkong, zijn deuren sluiten en acht managers
werden gearresteerd. In Turkije, Rusland, Hongarije gebeuren
gelijkaardige ingrepen (p. 58-64).
De verkiezing van de leider van Hongkong gebeurt sinds 1997
onder toezicht van Beijing en de prodemocratische kandidaten
maken geen kans, hoewel ze meer steun van de bevolking krijgen.
In 2013 ontstond het idee van burgerlijke ongehoorzaamheid om
algemeen kiesrecht te eisen.
De CCP reageerde met ‘Communiqué nummer 9’: zeven onbespreekbare
onderwerpen, o.a. persvrijheid, burgerrechten, onafhankelijke
rechtspraak (p. 77-82). En sinds 2021 zijn enkel nog patriotten
verkiesbaar in Hongkong.
Law toont ook aan dat de CCP op diverse manieren desinformeert
over de Zuid-Chinese Zee, de Oeigoeren, de ongelijkheid in
China: de rijkste 1% bezit meer dan de armste 50%, 40% of 600
miljoen verdienen minder dan € 140 per maand, vrouwen verdienen
20% minder dan mannen (p. 128-129).
In juni 2019 betoogden eerst 1 miljoen en dan 2 miljoen
Hongkongers (op 7,5 mln.) tegen het uitleveringsverdrag. Law
sprak hen toe. Beijing stelde de betoging voor als gewelddadig.
In augustus 2019 mocht Law gaan studeren aan de universiteit van
Yale. Beijing noemde hem een verrader en een anti-Chinees (p.
140-143), tot in de VS kreeg hij doodsbedreigingen en op elke
universiteit waar hij mocht spreken, kwamen er Chinese
tegenstanders opdagen (p. 140-155).
China is de grootste handelspartner van de EU en de tweede van
de VS. Het misbruikt die economische macht: toen Liu Xiaobo in
2011 de Nobelprijs kreeg, bevroor China zijn relaties met
Noorwegen voor zes jaar totdat de Noorse regering zich
distantieerde van het Nobelprijscomité (p. 173). En toen
Australië in 2020 een onafhankelijk onderzoek vroeg naar het
ontstaan van het coronavirus, werd het economisch zwaar
geboycot. Ook internationale merken van kleding moeten buigen
voor de Chinese eisen i.v.m. katoen uit Xinjiang (p. 179).
Law besluit: Hongkong was ooit de meest levendige, open en vrije
stadsstaat van Azië, die model stond voor het nu democratische
Taiwan. In een paar jaar heb ik het zien wegkwijnen tot een
bijna- autoritaire politiestaat. Het verhaal in dit boek is een
waarschuwing voor de vrije wereld (p. 181).
Beoordeling
Law schrijft met veel idealisme over zijn strijd voor vrijheden
in Hongkong. Hij doet dat vanuit Londen, waar de Britse regering
hem politiek asiel heeft verleend. Hij vertelt niet waarom hij
zijn universiteit in Amerika verlaten heeft. Zijn verhaal is
niet chronologisch, maar eerder chaotisch.
Er zijn veel overeenkomsten met het boek van Joanna Chiu, ‘China
over grenzen’: beide auteurs waarschuwen voor het autoritaire
China, dat landen straft die kritisch zijn, dissidenten
achtervolgt tot in het verre buitenland en in Hongkong alle
vrijheden en de democratie heeft afgeschaft, tegen de afspraken
van 1997 in. Law vecht terug, maar zonder succes.
De vrije wereld is gewaarschuwd.
©Jef Abbeel, juli 2022
www.jefabbeel.be