Filip De Mey. Cold Case Kennedy. Tielt, 2013, 431 p.

Kennedy

Op 22 november 2013 zal het precies 50 jaar geleden zijn dat in Dallas John F. Kennedy is vermoord. Het is de aanleiding voor een nieuwe lading boeken over zowel de president als over de moord, in zowat alle talen.

Cold case Kennedy

 En dit na de al bijna oneindige stroom van publicaties hierover. Grosso modo vallen de geformuleerde theorieën hierover uiteen in twee kampen: zij die geloven dat Lee Harvey Oswald alleen heeft gehandeld en zij die overtuigd zijn van een complot. De Warrencommissie kwam tot het eerste besluit, vele anderen denken daar heel anders over. De film ‘JFK’ van Oliver Stone uit 1991 rakelde het debat nog eens flink op, maar bleek achteraf inhoudelijk toch vrij zwak onderbouwd. Het ziet er naar uit dat de moord op Kennedy voor altijd omgeven zal blijven met mysteries: een recente inventaris verzamelde 44 verschillende theorieën, 214 genoemde medeplichtigen en 82 bij naam genoemde schutters.
De stroom van boeken blijft dus aanhouden. Maar toch is er nu een belangrijk verschil met vroeger: tegenwoordig kunnen de modernste technieken worden ingezet om het raadsel achter de moord te ontrafelen. Het absolute ‘topstuk’ in het hele dossier is natuurlijk de zgn. ‘Zapruder-film’, die de moord gruwelijk close in beeld brengt, maar ook hieruit zijn erg uiteenlopende conclusies getrokken. Een zorgvuldige analyse van de verrassend vele andere filmbeelden die er bestaan van de gebeurtenissen op Dealey Plaza toonde echter al aan dat het zo goed als uitgesloten is dat er frontaal een schot is afgevuurd, dat het zo goed als vaststaat dat er drie en geen vier kogels zijn afgevuurd en dat het wel degelijk mogelijk was dat één kogel (de zgn. magic bullet) zeven verwondingen kon veroorzaken bij twee slachtoffers (Kennedy en gouverneur Connally). We mogen nu dan ook aannemen dat de moordenaar wel degelijk drie keer heeft geschoten vanop de vijfde verdieping van het Texas School Book Depository. Daarmee is al erg veel gezegd. Bovendien is zowat alle bronnenmateriaal online te raadplegen, wat de toegankelijkheid tot het dossier uiteraard fel verhoogt.
Al deze gegevens brachten bedrijfsauditor Filip De Mey op het plan om een geheel nieuw boek over de moord te schrijven, gebaseerd op jarenlang minutieus onderzoek. Zijn boek is opgevat als een moordonderzoek, met de nadruk op het bewijsmateriaal. Het is erg methodisch opgebouwd. Eerst volgt een algemeen relaas over wat er die dag gebeurde en over de verloop van en moeilijkheden bij een moordonderzoek. Daarna analyseert de auteur in zes delen achtereenvolgens de verdachten, de kogels, de plaats van het misdrijf, de slachtoffers en het ballistisch onderzoek. ‘Pas als het onderzoek afgerond is, kunnen we een gemotiveerd antwoord geven op de vier hoofdvragen: heeft Oswald de moord gepleegd, handelde hij alleen, zou hij in een rechtszaal veroordeeld zijn en was er sprake van een doofpotoperatie.’ (p. 10) Daarnaast wil de auteur nog enkele nevenvragen beantwoorden, zoals de vraag of Oswald Jack Ruby kende. De meest intrigerende en meest verrassende ‘nevenvraag’ vinden we de volgende: ‘Kon Oswald zich negentig seconden na de aanslag vier verdiepingen leger bevinden dat het sniper’s nest, de plaats van waaruit hij zou hebben geschoten, zonder op de trap getuigen hebben ontmoet?’ (p. 11) Als dit niet mogelijk was, betekent dit immers meteen dat hij ook niet de schutter was.

De auteur heeft de hele zaak inderdaad zeer grondig uitgespit en alle elementen samengebracht en zeer objectief proberen te analyseren. En dat is meteen ook zijn grote verdienste: de grote hoeveelheid feitenmateriaal die goed geordend wordt aangereikt en onderzocht. Kennedy’s schotwonden worden bvb. zorgvuldig onderzocht en de autopsie doorgelicht, wat wordt geïllustreerd met (lugubere) foto’s van het onderzoek van het lichaam van de overleden president. Of hij besteedt vele bladzijden aan de magic bullet, waaruit hij een duidelijk besluit trekt: ‘Het feit dat de magische kogel mogelijk is, maakt het zeer waarschijnlijk dat dit ook is wat er gebeurde’. (p. 303) Ook kan hij bewijzen dat de magische kogel en het hoofdschot vanuit de vijfde verdieping zijn afgevuurd. Algemeen besluit van de zes hoofdstukken delen analyse luidt: ‘We kunnen dus met grote zekerheid stellen dat er drie, en slechts drie keer werd geschoten: een gemist schot op tijdstip Z160 (Zapruderframe 160), de magische kogel op tijdstip Z211 en het hoofdschot op tijdstip Z313’. (p. 333). Het is geen echte verrassing, maar deze conclusie wordt hier wel bijzonder sterk onderbouwd.


Dan volgt deel 7 ‘Whodunit’. Het draait in essentie rond de vraag of Oswald zich in het sluipschuttersnest bevond toen de fatale schoten vielen. Hierover bestaat eigenlijk geen echte twijfel en dit blijkt ook uit het relaas dat hier wordt gebracht. Oswald werkte immers in het gebouw en heeft het Carcanogeweer gekocht waarmee de moord is gepleegd De auteur schrijft zelf dat Oswald wel degelijk op de vijfde verdieping kon vertoeven, geen alibi had voor het tijdstip van de moord en tijd genoeg had om zich nadien uit de voeten te maken. Hij was bovendien een getrainde schutter en de totaal onbeschermde Kennedy was in de traag rijdende open wagen een makkelijk doelwit. Oswald vermoordde korte tijd later trouwens ook in koelen bloede agent J.D. Tippit. Oswald als lone gunman dus, hoewel dit niet met 100% zekerheid kan worden bewezen. Toch beweert de auteur als eindconclusie merkwaardig genoeg dat er wel degelijk sprake was van een complot, met Jack Ruby als sleutelfiguur. Nochtans kende Oswald Ruby helemaal niet, hoewel Ruby kan zijn ingehuurd door de ‘echte’ samenzweerders achter Oswald. Ook zou o.l.v. van de nieuwe president Lyndon Johnson een doofpotoperatie zijn uitgevoerd. De auteur draagt er allemaal geen overtuigende argumenten voor aan. We kunnen het er na de lectuur van zijn boek dan ook niet mee eens zijn en zijn geneigd om voortaan het tegendeel te geloven. Lang zijn we zelf overtuigd geweest van een complot, maar nu moeten we onze visie bijstellen.


Filip De Mey schreef een fascinerend boek, dat leest als een trein en bovendien zeer luxueus is uitgegeven. Hij heeft alvast een aantal raadsels rond de moord weten op te lossen. En dat is al heel wat. In een radio-interview vertelde hij dat hij goede hoop heeft op een Engelse vertaling en een uitgave in Amerika. Zijn studie is het waard en is zeker een belangrijke bijdrage aan het debat.

Sam Van Clemen