Andrea Hiott. Het kleine wonder. Hoe de Volkswagen de wereld
veroverde. Amsterdam, 2012, uitgeverij Thomas Rap, 480 p.
De Kever
De Volkswagen Kever was het symbool van het naoorlogse
West-Duitse Wirtschaftswunder. Nu verscheen een boeiend boek
over de geschiedenis van deze succeswagen.
Inhoud
De Volkswagen Kever
De Volkswagen Kever, die werd gebouwd van 1938 tot 2003, is één
van de bekendste auto’s ooit. Tot 1967 werd hij Typ 1, 1200,
1300 genoemd, maar in de volksmond werd hij, vanwege de vorm,
kever genoemd, waarna de fabrikant die naam zelf ook ging
gebruiken. Van de Kever zijn er meer dan 20 miljoen wagens
geproduceerd van 1937 tot 2003 en is daarmee de langst en de
meeste geproduceerde wagen op eenzelfde platform.
De Kever was een combinatie van ideeën, die door Ferdinand
Porsche – die van Adolf Hitler opdracht kreeg een auto voor het
volk te maken – werden samengebald. De productie begon dus in
1938, na enkele jaren van ontwerpen door de beroemde autobouwer
dr. Ferdinand Porsche en door Béla Barényi en/of Erwin Komenda.
De typische viercilinderboxermotor van de Kever werd ontworpen
door Franz Reimspiess. Hitler maakte het mogelijk tot productie
over te gaan, maar door de oorlog was er weinig mogelijkheid om
de Kever als volksauto te introduceren. Het concept werd meer
als propagandamiddel gebruikt. Pas na de oorlog kwam de
productie echt van de grond. De eerste prototypen hadden
overigens geen achterruit. Bij het testen werd hierover geklaagd
en werden er twee kleine ruitjes geplaatst. Op het einde van de
oorlog was de VW-fabriek in Wolfsburg totaal verwoest en volgden
enkele jaren van moeizame wederopbouw.
Het succesverhaal van de Kever begon echter dan ook pas echt na
de Tweede Wereldoorlog, en dit onder impuls van directeur
Heinrich Nordhoff. In 1949 ging de Bondsrepubliek immers van
start en dit kersverse land had een sterke band met de Verenigde
Staten. Het zou grote gevolgen hebben voor de exportcijfers van
VW: in 1949 werd de VW bij de introductie van de Kever in
Amerika nog versmaad, maar in 1955 was de fabriek de grootste
exporteur van buitenlandse auto’s naar de VSA. De Amerikanen
noemde VW-thuishaven Wolfsburg dan voor het eerst
‘goldrushstad’. In New York ontfermde William Bernbach, een
eigenwijze, Joodse reclameman zich over het Duitse automerk. In
1960 begon deze met zijn Amerikaanse reclamebureau met een
opvallende reclamecampagne voor de Kever in Life Magazine, die
draaide rond de toepasselijke slogan ‘Think small’. Het contrast
met het klassieke Amerikaanse ‘Think Big’ was enorm en sloeg in
als een bom. In datzelfde jaar steeg de verkoop in Amerika met
37% en werd Volkswagen mede daardoor de op twee na grootste
autoproducent ter wereld. In 1961 rolde een miljoen Kevers van
de band, in 1968 was het overal ter wereld de best verkochte
auto. In 1973 klopte de Kever het record van de tot dan toe
meest verkochte wagen, de legendarische Model T van Ford.
En het succesverhaal bleef duren tot de jaren ’80, de Kever werd
bijvoorbeeld een symbool van de tegencultuur van de jaren ’60.
Einde van de jaren ’70 verschenen andere, modernere kleine
wagens op de markt (zoals de VW-Golf) en begon de productie
terug te lopen. De laatste kever in de VSA werd verkocht in
1979. De productie bleef doorlopen in Mexico tot 2003. Toen was
het definitief afgelopen. In 2003 lanceerde VW met de Beetle een
moderne versie van de Kever, maar dit bleek geen succes. Maar
tegenwoordig is de Volkswagen AG de grootste autofabrikant in
Europa en in omvang de vierde ter wereld. De Kever was het
symbool van de naoorlogse fenixachtige wederopstanding van
Duitsland en van de erg succesrijke omschakeling van de
West-Duitse oorlogseconomie naar een vredeseconomie. Groot is
het contrast met de Oost-Duitse tegenhanger Trabant, een ware
rammelbak die niemand in het Westen zou gewild hebben. De Kever
heeft trouwens nog steeds trouwe aanhangers, zoals de fanclubs
bewijzen. De Kempense Kever Club is er een sprekend voorbeeld
van.
Andrea Hiott is Amerikaanse, maar studeerde in Berlijn. Haar
Amerikaanse roots verklaren de ruime aandacht voor het verhaal
van de Kever in Amerika. Haar boek is soms een beetje langdradig
en kon wellicht beter worden geïllustreerd. Maar we zijn vooral
blij dat er nu een leesbare studie is over de wagen waar we als
kind zelf zoveel ingezeten hebben. We kunnen de degelijkheid van
de VW-Kever – met zijn luchtgekoelde motor – dan ook alleen maar
beamen.
Sam Van Clemen